Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
De tijdlijn van de geschiedenis der Lage Landen geeft een chronologie van feiten, gebeurtenissen en randevenementen die hebben bijgedragen tot de ontwikkelingen in de Lage Landen. Deze vormen een wisselend historisch en staatkundig conglomeraat van gewesten gelegen in het lager gebied rond de grote rivieren van Noordwest-Europa die in de Noordzee en het Nauw van Kales uitmonden. Reeds in de bronstijd en de ijzertijd (van het 3e tot het 1e millennium v.Chr.) zou het "Noordwestblok" zich cultureel hebben onderscheiden in deze gebieden. Daarna vormen zich variërende eenheden onder resp. Keltisch-Germaanse, en Romeinse invloeden. Vervolgens evolueren zij onder impuls van de kerstening mee in grotere imperiums met een toenemend feodale structuur. Uiteindelijk zorgt de opkomst van de steden voor toenemende rijkdom, maar ook verschuiving van de macht en versplintering. Pogingen tot centralisatie wisselen af in een evenwichtsspel met lokale tendensen tot autonomie.
Klik op een jaartal hieronder om het scrollen te beperken
Een deel van Friesland wordt geclaimd door de graaf van Holland.
Door keizer Otto I (de Grote) en zijn opvolgers wordt de versterking van Antwerpen verder omgevormd tot burcht, met een indrukwekkende stenen muur.
Vanaf het jaar 1000 is Gent gedurende honderden jaren de grootste stad van de Nederlanden (tot rond 1550). Het is dan groter dan Londen of Keulen.
Oude vermeldingen van Ieper gelden als "Iprensis" en "Ipera". De naam zou afkomstig zijn van de het riviertje de Ieperlee, vroeger Ieper genoemd. Reeds vroeger zou zich hier een domein en bedehuis bevonden hebben. De Ieperlee vormt een waterweg in noordelijke richting naar de zee.
Ene Godefridus is net als het jaar hierop als prefectus belast met de kustverdediging. Hoewel hij niet veel kan uitrichten tegen de Vikingen, stoppen de aanvallen uiteindelijk, waarschijnlijk onder andere doordat zij overstappen op het christendom. Een andere oorzaak kan het groeiende potentieel van de bevolking in Europa zijn.
Brabant vecht het stadsrecht van Hoegaarden aan om een versterking te bouwen.
Op 10 oktober komt hertog Lambert van Brabant in botsing met prinsbisschop Balderik II van Luik in de Slag bij Hoegaarden. Robert II van Namen verleent hulp aan de hertog van Brabant (de schoonbroer van zijn moeder) in zijn strijd tegen Balderik II van Luik. Robert neemt daarbij graaf Herman van Verdun (broer van Godfried III van Lotharingen) gevangen, wat de toorn oproept van keizer Hendrik II. Door tussenkomst van zijn moeder, Ermengarde, wordt de gevangene vrijgelaten en herwint Robrecht het vertrouwen van de keizer.
1014
14 februari - Paus Benedictus VIII kroont Hendrik II tot keizer. Hendrik II richt vele scholen op, verdedigt de rijksgrenzen, en beijvert zich om vrede te stichten en de kerk tot ontwikkeling te brengen.
De Geloofsbelijdenis van Nicea wordt voor het eerst op verzoek van keizer Hendrik II toegevoegd aan de Katholieke mis samen met het filioque. Voorheen werd het credo in het geheel niet gebruikt in de liturgie.[1]
28 september - De kust wordt zwaar getroffen door een stormvloed, met grote schade en vele doden als gevolg. In Zeeland bouwt men vliedbergen om als mottekasteel te fungeren, in Friesland legt men dijken aan.
De dom van Utrecht, de enige als kathedraal gebouwde kerk in het noorden, wordt vernietigd door brand.
1018
Dirk III van Holland verpacht grond aan de Friezen die het in cultuur brengen. Bovendien bouwt hij een burcht in Vlaardingen, dat buiten zijn leen ligt. Vanuit die burcht dwingt hij de kooplieden die in hun schepen langsvaren, onderweg van Tiel naar Engeland en vice versa, om tol te betalen. Een leger van de Duitse keizer Hendrik II onder leiding van hertog Godfried I van Lotharingen bestaande uit een vloot met troepen uit Utrecht, Keulen en Luik, wordt in de Slag bij Vlaardingen door graaf Dirk III verslagen.
1020
Op 7 en 8 september wordt de Kathedraal van Chartres voor de vierde keer door brand verwoest. Ze wordt in Romaanse stijl heropgericht (tot in 1024). Torens en hoogbouw volgen later.
De ontwikkeling van de stad Ieper wordt aan Boudewijn V van Vlaanderen en het beleid van stadsstichting toegeschreven. De rechtlijnige straten en het dambordpatroon, vooral in het zuidelijk deel, wijzen op deze stichting.
1039
Hendrik III wordt koning van het Heilige Roomse Rijk.
Hendrik III, koning sinds 1039 wordt door de paus tot keizer gekroond.
Boudewijn V van Vlaanderen palmt het gebied tussen de Schelde en de Dender in. De westgrens wordt vanaf nu de Dender en de steden op deze rivier moeten het nieuw verworven gebied beschermen.
Keizer Hendrik III dwingt Dirk IV afstand te doen van het door hem veroverde gebied. De keizer kan zich echter niet handhaven en moet zich terugtrekken, waarna Dirk de bisdommen Utrecht en Luik begint te plunderen. Bovendien sluit hij een verbond met Godfried met de Baard, de hertog van Opper-Lotharingen en de graven van Vlaanderen en Henegouwen. Hierop volgt het jaar daarop een tweede strafexpeditie waarbij de keizer Vlaardingen en de grafelijke burcht te Rijnsburg verovert. De burcht wordt geheel verwoest. Tijdens de terugtocht lijdt de keizer echter grote verliezen, waardoor Dirk's bondgenoten nu ook openlijk tegen de keizer in opstand komen
13 januari - Dirk IV wordt door de bisschoppen van Metz, Luik en Utrecht in de val gelokt en gedood. Tijdens het Beleg van Dordrecht weet een adjudant van de bisschop van Keulen ongezien de Thure over te zwemmen. In Dordrecht treft hij Graaf Dirk IV met een pijl in de borst. Dirk sterft en zijn jongere broer Floris I wordt Graaf van Holland.
~1050
Vanaf ca. 1050 breekt een periode van economische groei aan, vooral in Noordwest-Europa. Het betreft hier voornamelijk Champagne, Vlaanderen en Brabant. Belangrijk is de handel in het Vlaamse laken. De jaarmarkten zorgen voor veel handel, die ook buitenlandse kooplieden aantrekt. De mensen verenigen zich in een Hanze en gildes. Op deze manier ontstaan de Vlaamse Hanze, de Hanze der XVII steden en de Duitse Hanze.
Mathildis van Vlaanderen trouwt rond 1051 met Willem de Veroveraar en wordt al snel een van zijn belangrijke adviseurs. In 1059 sticht ze de Abbaye-aux-Dames te Caen. Hun huwelijk helpt Willem niet alleen aan Vlaamse steun voor de inval in Engeland (in 1066) maar ook rust Mathildis van eigen geld een schip uit voor de invasievloot.
4 augustus - Onder het regentschap van Anne van Kiev Volgt Filips I zijn vader op als koning van Frankrijk.
1061
24 april - Komeet van Halley wordt waargenomen. De middeleeuwers hadden verwacht dat in het jaar 1000 de messias zou weerkeren. Nu dat op zich laat wachten treedt bij het volk een sfeer van wanhoop en gelatenheid in. Maar er heerst ook al geruime tijd wrevel, nervositeit en ridderstrijd, die deels gekanaliseerd zal worden in het plan voor een kruistocht, waartoe de paus begint op te roepen. Het motief is een vals gerucht als zouden de Moren de toegang tot Jeruzalem belemmeren. Paus Gregorius VII, voormalige abt van Cluny, wil echter vooral Constantinopel veroveren.
Nadat Floris in 1061 gedood is, hertrouwt zijn vrouw Geertruida van Saksen in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen. Deze laatste wordt hierna de Fries genoemd en treedt op als regent voor de minderjarige Dirk V. Koning Hendrik IV schenkt dit jaar de gebieden van Dirk, namelijk die "ten westen van het Vlie en rond de oevers van de Rijn" (Westflinge et circa horas Reni) aan bisschop Willem I van Utrecht, op wiens steun hij wel kan rekenen. Dirk mag slechts Maasland behouden. Willem weet met de hulp van hertog Godfried III met de Bult van Neder-Lotharingen met veldslagen in 1071 en 1072 de gebieden ook daadwerkelijk te veroveren. Na de dood van Godfried en Willem in 1076 belegeren Robrecht en zijn stiefzoon Dirk V IJsselmonde en weten de nieuwe bisschop Koenraad gevangen te nemen en te dwingen de gebieden van Dirk V terug te geven.
Met pinksteren wordt Mathildis van Vlaanderen tot koningin van Engeland gekroond in Westminster Abbey. Mathilde regeert bij afwezigheid van Willem in zijn naam, waarbij Mathilde steeds in Engeland is als Willem in Normandië is en omgekeerd.
Voor zijn benoeming in Vlaanderen kan Robrecht na de strijd toch het vertrouwen van de Franse koning winnen, door toezegging van een huwelijk tussen zijn stiefdochter Bertha van Holland met Filips I van Frankrijk. en Robrecht de Fries wordt nu graaf van Vlaanderen.
1075
De investituurstrijd (strijd om de macht tussen keizer en paus) komt tot volle uitbarsting als koning (later keizer) Hendrik IV en paus Gregorius VII ieder een ander persoon tot bisschop van Milaan willen benoemen.
Urbanus II houdt een bespreking te Piacenza met bisschoppen uit Frankrijk, Duitsland en Italië. Hierbij is ook een delegatie van de Byzantijnse keizer Alexius I Comnenus aanwezig.
Gualgericus, bisschop van Kamerijk, erkent het bestaan van de religieuze gemeenschap op de Curtenbergh in Brabant. Daarom wordt 1095 als stichtingsdatum van Kortenberg aanvaard. (De kloosterlingen verhuizen in 1222 van de heuvel (de Curtenbergh) naar het dal aan het Minneveld waar nu nog steeds de Abdij van Kortenberg is gevestigd). Van oudsher is het de woonplaats van de heren van Kortenberg, die een belangrijke rol spelen in de geschiedenis van het Hertogdom Brabant. (Zie ook het Charter van Kortenberg).
De vroeg-middeleeuwse schrijver Ivo van Chartres schrijft zijn werk: Panormia.
Juli - Na geplunderd te hebben op hun weg naar Jeruzalem, hebben de deelnemers aan de Volkskruistocht af te rekenen met de represailles van de Byzantijnen.
Omstreeks 1100 verleent de graaf van Vlaanderen aan de stad Gent het recht een eigen schepenbank in te stellen. Zo groeit de stad langzamerhand uit tot een autonome macht met volledig zelfstandige instellingen. Gent is altijd een vrijheidslievende en rebelse stad gebleven. De burgers vechten er honderden jaren tegen de vorsten om hun privileges of vrijheden te vrijwaren.
In de 12e eeuw richten de Gentenaren een Hanze op voor de handel op het Rijnland en in Sint-Omaars wordt een Hanze opgericht die handel op Engeland en Frankrijk beoogt.
Het Oudfries wordt geplaatst als een taal die werd gebezigd van 1100 tot 1575.
Hendrik de Vette van Northeim wordt door keizer Hendrik IV beleend met de Friese gebieden nadat in 1099 bisschop Koenraad van Utrecht door een Friese koopman is gedood. Voor de graafschappen Stavoren, Westergo en Oostergo deed dit waarschijnlijk te veel denken aan de tijd van de Brunonen. Hoewel hij in Stavoren aanvankelijk vriendelijk ontvangen wordt, vermoedt Hendrik een list en vlucht, waarna hij door Friese schippers gedood wordt. In de periode hierna wordt het gebied betwist door de graven van Holland - Dirk VI trouwt met Sophie, een kleindochter van Hendrik de Vette - en de bisschoppen van Utrecht die echter geen permanente macht uit kunnen oefenen. Geholpen door landschappelijke omstandigheden is er geen sprake van een landsheerlijk gezag. Het gebrek hieraan zorgt voor een voortdurende strijd tussen herenboeren.
Keizer Hendrik V van Duitsland versterkt de Burcht van Antwerpen. De muren worden verhoogd van 5 meter naar 12 meter en de dikte van de muren van 1,35 meter naar 2 meter.
1105
Bisschop Burchard van Utrecht wijdt de kapittelkerk van Zutphen, welke graaf Otto van Zutphen na oorlogsverwoesting liet wederopbouwen, in en wijdt het godshuis aan Walburga.
Lambert, de Heer van Lissewege schenkt een domein met kapel aan de benedictijnen die er een abdij stichten, de abdij Ter Doest. In deze periode schenken veel adellijken, voor ze op kruistocht trekken, onroerend goed voor gebruik aan abdijen tot zij terugkeren. Velen keren niet terug.
Bisschop Frederik I van Bremen sluit een verdrag met priester Heinricus en een groep kolonisten. In het verdrag worden zij Hollanders genoemd, als eersten in de geschiedenis. In de periode daarna vestigen zich nog regelmatig Hollanders in Noord-Duitsland om grond te ontginnen.
Dünnwald bij Keulen (aan de overkant van de Rijn) wordt tot parochie verheven; tegelijk staat de Keulse bisschop toe er een klooster van reguliere koorheren te vestigen.
1118
Volgens Guillaume de Tyre wordt door Hugues de Payen de orde van de Tempeliers gesticht.
De Abdijkerk van Vézelay gaat in vlammen op. Zo'n duizend pelgrims die zich op weg naar Santiago de Compostella verzameld hadden komen om het leven. Er wordt snel besloten te gaan bouwen aan een nieuwe basiliek.
Homoseksualiteit wordt quam faciens tam patiens -zowel de actieve als de passieve partij- bestraft met de brandstapel, tenzij de passieve partij te jong of te oud is en aannemelijk gemaakt kan worden dat er sprake was van dwang.
Karel van Denemarken krijgt zijn bijnaam de Goede tijdens de hongersnood die in 1124-1125 heel Europa teistert. Via verschillende maatregelen kan hij verhinderen dat in Vlaanderen het dodenaantal buitensporig hoog oploopt.
2 maart - Op de galerij van de Sint-Donaaskerk van Brugge wordt de graaf van Vlaanderen, Karel de Goede, vermoord naar aanleiding van een juridisch dispuut omdat hij de onvrije afkomst van de Erembalden in het openbaar beklemtoonde. Hij wordt het slachtoffer van een samenzwering, geleid door Bertulf, proost van het Brugse Sint-Donaaskapittel en zelf een lid van de clan der Erembalden.
Mede door het ontbreken van een rechtstreekse erfgenaam, veroorzaakt Karels dood een ernstige politieke crisis. Hiervan maakt de koning van Frankrijk gebruik om de Normandiër Willem Clito, kleinzoon van Robrecht de Fries als graaf op te dringen (23 maart1127). Dit stoot op verzet van Brugge en Gent.
Uiteindelijk wordt Karel opgevolgd door een neef, Diederik van de Elzas, die de machtsstrijd wint dankzij de steun der Vlaamse steden. Dit is de eerste gelegenheid waarbij de steden een doorslaggevende rol spelen in de Vlaamse politiek.
4 oktober - Vlaanderen, Walcheren en Zuid-Beveland worden zwaar getroffen door een watersnood. Deze maakt veel ontginningen ongedaan. Vlaardingen raakt geïsoleerd, maar het Zwin is vergroot en Brugge wordt via die zeearm juist beter bereikbaar vanuit de Noordzee. In plaats van getijdenvaart kunnen de grotere schepen, vooral de kogge (afgeleid van het vikinschip), nu tot dicht bij Brugge varen.
Vanuit vele richtingen worden initiatieven ontplooid voor dijkenbouw en waterschappen en hoogheemraadschappen opgericht.
Als gevolg van die bedijkingen is de zeearm van het Zwin gaan verlanden. Door verdere aanslibbing en verzanding is er op vandaag niet veel meer dan een strandgeul met achterliggende slufter van over.
Begin van de bouw van de Kathedraal van Chartres. Door een brand in 1194 is daar echter weinig meer van over.
Bernard van Clairvaux wordt naar Zuid-Frankrijk gestuurd om de Katharen te overtuigen zich terug bij de Katholieke Kerk aan te sluiten. Zijn preken vinden geen gehoor. Hij wordt zelfs enkele malen door de plaatselijke bevolking uitgejouwd.
Hendrik van Veldeke (ook: He(y)nric van Veldeke(n), Duits Heinrich von Veldeke, voor of omstreeks 1150 – na 1184) is de eerste volkstalige schrijver van de Lage Landen die we bij naam kennen. Vermoedelijk behoorde Veldeke tot een geslacht van ministerialen, (onvrije lagere edelen). Het bestaan van dit geslacht wordt in oorkonden van de dertiende eeuw vermeld. Uit het feit dat hij in zijn werken Latijnse bronnen heeft gebruikt, blijkt dat hij een goede opleiding heeft genoten.
De stad Grevelingen wordt versterkt. De plaats is belangrijk geworden dankzij graaf Diederik van de Elzas, die hier een haven sticht. Deze zal lange tijd als voorhaven voor Sint-Omaars dienen via de gekanaliseerde Aa en een thuishaven zijn voor een vloot van haringvissers en een aanvoerhaven van zout, wijn en fruit.
1163
21 december - Sint-Thomasvloed, door de enorme kracht van de stormwind wordt het water van de Oude Rijn bij de toch al verzande monding bij Katwijk teruggedreven in de rivier. Hierdoor lopen de polders van eerst Holland en later Utrecht onder water.
In opdracht van bisschop Maurice de Sully wordt in Parijs een begin gemaakt met de bouw van de Notre-Dame van Parijs, die in 1285 voltooid zal worden.
Nadat Floris III van Holland in conflict is gekomen met bisschop Godfried van Rhenen doordat de graaf de Oude Rijn laat blokkeren bij Zwammerdam om de wateroverlast in zijn gebied te verminderen, brengt de bisschop de zaak voor keizer Frederik Barbarossa. De keizer beslist dat de Suadenborchdam moet worden verwijderd. Het is één van de laatste malen dat iets blijkt van een keizerlijk oppergezag in de Lage Landen en Floris trekt zich ook niets aan van de uitspraak.
Bredevoort komt voor het eerst voor op de lijst met bezittingen van de aartsbisschop van Keulen van dit jaar, die drie aandelen van het kasteel Bredevoort bezit.
De kathedraal van Chartres wordt verwoest door brand. Begin van de bouw van de huidige kathedraal (tot 1220), het grootste en hoogste bouwwerk dat het Westerse christendom tot dan toe had voortgebracht.
1195
Export van natuursteen en ontginning van steenkool in Luik.
In een akte van Diederik VII van Kleef wordt de schenking van land aan de abdij van Rijnsburg rond Aalsmeer nog eens bevestigd. Het land is een wildernis van lage elzen- en wilgenbossen, waar veel turf gestoken wordt, waardoor er grote meren en plassen ontstaan.
1200
Het Steen, de voormalige ringwalburg, wordt gebouwd vanaf dit jaar tot aan 1225.
De stad Borgloon krijgt in een tweede omwalling rondom de burcht.
De Kogge doet voor het eerst haar intrede, oorspronkelijk ontwikkeld uit het Vikingschip.
Naar het voorbeeld van de jaarmarkten in de Champagne wordt de jaarmarkt "Brugghemarct" van Brugge bekrachtigd door het charter van Boudewijn IX. Brugge groeit uit tot de belangrijkste haven in Noordwest-Europa en is in de 14e en 15e eeuw een wereldmarkt.
De Vlaamse Hanze van Londen wordt in het begin van de 13e eeuw opgericht. Ze is interstedelijk van karakter en gericht op de handel met Engeland en Schotland. Ze staat onder leiding van Brugge en Ieper. Als tegen het einde van de 13e eeuw de handel in Vlaanderen in het algemeen terugloopt, raakt deze Hanze in verval.
De 'abdij van Affligem mag beschouwd worden als de meest imposante abdijstichting van de benedictijnen in de Lage Landen. Als huisabdij van de hertogen van Brabant werd ze Primaria Brabantiae (de voortreffelijkste van Brabant) betiteld. In de rijmkroniek van Sinte-Lutgarde (circa 1200) wordt ze Spiegel voor alle abdijen genoemd.
De Loonse oorlog breekt uit om de opvolging van graaf Dirk VII van Holland en duurt tot 1206. Willem, de broer van Dirk, betwist de aanspraken die Dirk's dochter Gravin Ada maakt, die haar moeder (Aleid van Kleef) onmiddellijk na de dood van haar vader in het huwelijk laat treden met Lodewijk II van Loon om haar positie nog te versterken. Ada wordt op weg naar de begrafenis van haar vader echter door getrouwen van oom Willem bij Leiden in het nauw gedreven. Ze verschanst zich daar in de burcht die na een kort beleg door de burggraaf van Leiden, Filips van Wassenaer, wordt ingenomen. Ada wordt daarop door haar oom geïnterneerd op Texel.
Graaf Boudewijn IX van Vlaanderen verdwijnt onder geheimzinnige omstandigheden terwijl hij als keizer van Constantinopel een veldtocht tegen de Bulgaren onderneemt. Zijn oudste dochter Johanna wordt door koning Filips II August van Frankrijk naar Parijs overgebracht. Het is voor de ambitieuze vorst immers van groot belang dat deze erfdochter onder zijn controle wordt gebracht. En dus koppelt hij haar aan de Portugese prins Ferrand (zoon van Sancho I), in wie hij een gemakkelijk te manipuleren graaf van Vlaanderen ziet.
In de nasleep van de Loonse Oorlog ondertekenen Ada van Holland en Lodewijk II van Loon dat ze afstand doen van de door Ada van haar vader geërfde rechten over het graafschap Holland. Enkele weken later wordt hun vertrouweling Floris Herbaren van der Lede door huurlingen van de koning van Engeland en de graaf van Holland omgebracht.
11 april - Vrede van Melun getekend tussen Frankrijk en Vlaanderen. De Vlaamse adel en steden moeten leenhulde brengen aan de Franse koning, in ruil waarvoor de graaf-gemaal Ferrand van Portugal na twaalf jaar zal worden vrijgelaten uit krijgsgevangenschap.
De graaf van Holland verkoopt Waalwijk aan de hertog van Brabant.
De Narracio, het verslag van de Slag bij Ane, wordt geschreven, waarop de bisschop van Utrecht besluit zijn macht over Drenthe en Groningen te beëindigen.
Het Waasland wordt een afzonderlijk rechtsgebied door de Keure van het Land van Waas, die door de Vlaamse gravin Johanna van Constantinopel (Johanna van Vlaanderen) wordt gegeven.
16 maart: De kruistocht tegen de Katharen loopt ten einde. Montségur valt en 200 ketters worden verbrand.
Jeruzalem gaat voorgoed verloren voor de kruisvaarders.
Margaretha II wordt gravin van Vlaanderen en Henegouwen.
De gravin van Vlaanderen sticht het Begijnhof van Rijsel (zie:Begijnhoven in de Franse Nederlanden) en het jaar daarna dat van Douai. Een begijnhof wordt beheerd door een grootmeesteres, die zich door meesteressen laat adviseren en bijstaan. Maar voor hun geestelijk leven staan begijnen noodgedwongen onder het gezag van de bisschop, die door de pastoor wordt vertegenwoordigd. Ook bezoeken soms dominicanen of franciscanen de begijnconvenanten om er te prediken, biecht te horen, en eventueel het bestuur van de (groot-)meesteres te controleren.
12 januari - Hertog Hendrik II van Brabant verleent op zijn sterfbed aan zijn onderdanen het eerste algemeen landsprivilegie voor Brabant, waarbij hij onder meer rechtszekerheid belooft. Het is ook bedoeld om de opvolging door zijn nog jonge zoon Hendrik III in de ogen van zijn onderdanen te vergemakkelijken.
Start van de bouw van de Ridderzaal (Den Haag) door graaf Willem II. Hij belegert Aken gedurende zes maanden, waarna hij zich in dezelfde stad als Karel de Grote tot Rooms koning laat kronen. In 1256 zou hij zelfs tot keizer gekroond worden, maar voordat de kroning kan plaatsvinden, wordt hij gedood bij Hoogwoud terwijl hij tegen de Westfriezen optrekt.
De Zuiderzee ontstaat door het binnenstromen van zeewater in het Flevomeer na duinbreuken.
De werken van Hadewijch van Antwerpen worden geschreven in een Brabantse variant van het Middelnederlands. Naar alle waarschijnlijkheid was zij een begijn. Brabant strekt zich in die tijd verder uit dan de grenzen van de provincies Noord-, Vlaams- en Waals-Brabant in België en Nederland: ook de Belgische provincie Antwerpen maakt deel uit van het Brabant van Hadewijchs tijd. Hadewijch is zowel met Latijnse theologische teksten als met een overwegend Franse traditie van minneliederen (chansons) vertrouwd: voor een vrouw is dat in die tijd op zich al uitzonderlijk, en enkel denkbaar in milieus met financiële armslag. In de Lijst der volmaakten noemt zij een begijn die door een inquisiteur vermoord is. Ook Van den vos Reynaerde wordt rond deze tijd geschreven door ene Willem.
De bisschop van Utrecht is de bouwheer/eigenaar van de stoomkorenmolen, de Bisschopsmolen, in Oldenzaal.
Vlaanderen geniet een speciale status binnen het Franse koninkrijk: het is weliswaar in naam afhankelijk van Frankrijk, maar voert sinds graaf Boudewijn II een onafhankelijke koers (einde 9e eeuw). Economisch is het immers veel meer afhankelijk van de handel met Engeland, voornamelijk door de wolhandel. Het feodale systeem is al lang ondermijnd sinds de opkomst van de macht van de drie grote Vlaamse steden Brugge, Gent en Ieper.
Aanvankelijk voeren veel schepen tussen Brugge en Noord-Duitsland binnenduins, wat voor de kleine schepen veiliger was. Vanaf 1250 begint de Ommelandvaart, waarbij men Jutland rondt op weg naar de Oostzee.
1251
De Ommelandvaarders uit Kampen krijgen van koning Abel van Denemarken speciale privileges. Het belangrijkste doel van deze Ommelandvaarders is Schonen, het zuidelijkste puntje van Zweden. Daarnaast verkrijgen Utrecht en later ook andere steden van de Lage Landen privileges om visserijkolonies te vestigen op Schonen.
De Noordduitse kooplui verwerven een zeer voordelige tolreductie in Brugge. Margaretha van Constantinopel geeft na onderhandelingen met de Lübeckse raadsheer Hermann Hoyer en de Hamburgse raadsheer Jordan voor dit en het volgende jaar privileges aan de Duitse kooplui uit Lübeck, Hamburg, Aken, Keulen, Dortmund, Münster en Soest, waarmee Brugge voor deze kooplui de stapelplaats wordt.
De joodse gemeenschap in Antwerpen wordt voor het eerst vermeld in het 'testament', een voorloper van de hertogelijke oorkonden of constituties, van Hendrik III van Brabant. Zijn wil is dat Joden die zich schuldig maken aan leen- en woekerpraktijken volledig zouden worden uitgeroeid.
Jacob van Maerlant schrijft aan de vertaling/bewerking van de Historia scholastica van Pierre le Mangeur alias Petrus Comestor († 1179), een toonaangevend handboek Bijbelse geschiedenis (lett. heilsgeschiedenis voor de schoolbanken), dat gebruikt wordt aan de theologische faculteit te Parijs, en voltooit deze "Rijmbijbel" het jaar daarop op 25 maart.
1 september - Gravin Margaretha II van Vlaanderen laat beslag leggen op alle bezittingen van Engelse kooplieden vanwege achterstallige betalingen van een beursloon dat al rond 1066 was aangegaan door de Engelse koningen.
24 september - Hendrik III van Engeland reageert op de gebeurtenissen in Vlaanderen door de Vlaamse handelaren in Engeland te arresteren en hun goederen en schepen in beslag te nemen. Hoewel vele handelaren vlak daarvoor het land hebben verlaten, zijn de gevolgen ernstig, doordat het embargo voor de Vlaamse kooplieden duurt tot 1274, met moeilijkheden tot 1278.
Na het Engels-Vlaams handelsconflict van 1270-1274 wordt de "Londense Hanze" in Brugge uitgebreid met verschillende steden tot de "Vlaamse Hanze van Londen".
Graaf Floris V van Holland geeft de 'lieden aan de amstel' vrijheid van tol. Dit is het oudst bekende document waarin 'Amstelredamme' (Amsterdam) wordt genoemd.
De bisschop van Parijs veroordeelt 219 filosofische stellingen. Deze veroordeling is vooral gericht tegen de filosofische stroming van de volgelingen van Averroës, die veel aanhangers heeft op de universiteit.
Grote overstromingen hebben plaats in Noord-Nederland en leiden tot het ontstaan van de Lauwerszee.
De Gooise boeren krijgen van graaf Floris V de gebruiksrechten over de woeste (onontgonnen) Gooise gronden, bestaande uit heide, bos, en stuifduinen.
Brugge kent als handelscentrum haar grootste bloei tussen 1280 en 1480. In deze periode verblijft er een bont gezelschap van vreemde kooplui met meestal een eigen natiehuis en pakhuizen. Als meest zuidelijke kantoor van de Duitse Hanze (zie Hanzekantoor van Brugge), wordt Brugge de belangrijkste en meest zuidelijke handelsvestiging in het buitenland. Het fungeert daardoor als draaischijf voor de handel tussen Zuid- en Noord-Europa.
Bisschop Jan van Utrecht wendt de kruistochtbelastingen aan om de Hollandse hulp te vergoeden, maar de aartsbisschop van Keulen, Siegfried van Westerburg, grijpt in en excommuniceert zowel hem als graaf Floris V van Holland.
Bisschop Jan van Nassau van Utrecht probeert zich met behulp van de IJsselsteden alsnog van de greep van het machtige gewest Holland te bevrijden.
1287
13 december - Als gevolg van een zware storm treden overstromingen op rond de Zuiderzee en in East Anglia. Deze ramp staat bekend als de Sint-Luciavloed. Er komen meer dan 50.000 mensen om.
De eerste Graaf Jansdijk, toen waarschijnlijk landsdijk genoemd, wordt afgewerkt.
1289
Limburg maakt voortaan deel uit van het Hertogdom Brabant. Een contingent van Keulse burgers vecht mee aan de kant van de hertog van Brabant, de vijand van de prins-bisschop van Keulen. Dankzij de nederlaag van de aartsbisschop kan de stad zich van diens heerschappij bevrijden en in feite een onafhankelijke stadstaat worden middenin de rest van het keurvorstendom, dat onder het gezag van de aartsbisschop blijft. Die aartsbisschop zal voortaan zijn zetel hebben te Bonn.
1294
Edward I wijst Dordrecht aan als wolstapel. Alle export van Engels wol en laken moet daarheen gaan, zodat de koning controle heeft voor zijn belastingheffing.
27 juni - Graaf Floris V, die aanspraak maakt op de Schotse troon wordt door ontevreden edelen vermoord. Tijdens een valkenjacht gearresteerd door de deelnemende edellieden Gijsbrecht IV van Amstel en Herman van Woerden, wordt hij bij een ontsnappingspoging uit het Muiderslot gedood door zijn schildknaap, Gerard van Velzen. Direct motief voor de overval was hem te dwingen af te treden ten gunste van zijn minderjarige zoon, maar daarachter gingen waarschijnlijk allerlei politieke en wellicht ook persoonlijke redenen schuil.
Hierop volgt een politiek machtsspel waaruit Jan II van Avesnes als winnaar uitkomt, zodat de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen vanaf 1299 in een personele unie zijn verenigd.
In Gent regeren tot 1302 in feite enkele gegoede burgerfamilies, de zogenaamde XXXIX (39 Gentse schepenen), omdat bestuur en rechtspraak in hun handen liggen. Deze patriciërs vormen een gesloten groep van kapitalisten, rijk geworden door de handel en industrie van laken en linnen. De patriciërs die hun eigen belangen trachten te beschermen, kiezen meestal de zijde van de Franse koning tegen de graaf van Vlaanderen en krijgen daardoor van het volk de scheldnaam Leliaerts. In 1297 zet de Graaf van VlaanderenGwijde van Dampierre de Raad der XXXIX af.
Deze Franse bezetting duurt van 1297 tot 1302 en maakt een einde aan de "Vlaamse Hanze van Londen". Vanaf nu is de handel in handen van de Engelsen.
In Brugge wordt gestart met de bouw van de tweede stadsomwalling. Aanvankelijk bestaat deze uit een dubbele gracht, een aarden wal met houten palissade en negen stenen poorten.
Het Zwin verzandt geleidelijk. Rond de vaargeul worden daarom verschillende havens gesticht, zoals Muide (bij de monding van het Zwin, cf. Sint Anna ter Muiden), Hoeke (dichter bij Damme), Monikerede en Lamminsvliet (vanaf 1303 bekend onder de naam Sluis), om mogelijk te maken dat Brugge nog steeds handel kan drijven.
Voor het eerst in Europa wordt vanaf het einde van de 13e eeuw in de grotere begijnhoven nu ook een schola cantorum opgericht, die bedoeld is om de meisjes die mogelijk als nieuwe begijnen zullen toetreden onderricht te geven, en vooral de liturgische gezangen, waaronder de litanieën, over te leveren. Volgens de oudste statuten van het groot begijnhof van Sint-Catharina in Mechelen, die dateren van 1286-1300, moet die scoelmeesterse… met haren scolieren, er ook voor zorgen de getijden te zingen indien de priester dat niet kan[3]
6 januari - Tussen graafschap Vlaanderen en Frankrijk wordt een wapenstilstand ondertekend. Frankrijk heeft zijn gezag over Vlaanderen hersteld en zet een aantal belangrijke ridders, onder andere de graaf Gwijde van Dampierre en zijn zonen, gevangen.
Blijde intrede 1301 van Filips IV de Schone, koning van Frankrijk. Deze doet in heel Vlaanderen 'Blijde intredes' in mei en juni 1301 te Brugge, Gent, Douai, Rijsel, Doornik, Aardenburg, Kortrijk en Ieper. Een deel van de hoge belastingen wordt afgeschaft. De afschaffing is echter vooral in het voordeel van de patriciërs (vooral Fransgezinde Leliaards) en niet zozeer van de ambachten en volksklasse, de Liebaards (later ook Klauwaerts genoemd als aanhangers van de graaf).
Pieter de Coninck, een populaire wever uit Brugge, probeert voor de zaak van de ambachtslieden op te komen. Als gevaarlijke opjutter wordt hij door het Brugse stadsbestuur gevangengezet en later verbannen.
Maart - de Liebaards van Gent komen in opstand na het opnieuw verhogen van de belastingen. Daarbij worden de Fransgezinde Leliaards uit de stad Gent gezet. Ook in Brugge grijpen de Liebaards opnieuw de macht.
De landvoogd organiseert zijn leger in Kortrijk om Gent en Brugge weer in zijn greep te krijgen. Uit vrees voor represailles geeft het Gentse stadsbestuur toe en zegt het toe zich verder afzijdig te houden.
18 mei (Goede Vrijdag) - Brugse Metten: Als het kleine Franse garnizoen van de landvoogd Brugge bezet, worden zij in de nacht van 18 op 19 mei door de Liebaards massaal afgeslacht. De landvoogd zelf kan maar op het nippertje ontkomen. De Bruggelingen richten ook een slachting aan onder de Leliaards, de Fransgezinde hoge burgerij. Leiders van de opstand zijn de wever Pieter de Coninck en Willem van Gulik de Jongere, bijgestaan door de slager Jan Breydel.
Het wordt duidelijk voor alle aanhangers van de graaf dat een gewapend optreden van Frankrijk nu onvermijdelijk is geworden. Willem van Gulik, een kleinzoon van Gwijde van Dampierre, en Gwijde van Namen, een zoon, organiseren het verzet. Het verzetsleger bestaat vooral uit boeren, ambachtslieden en poorters, samen met enkele stedelijke milities en ridders. Het wordt vooral door het stadsbestuur van Brugge gefinancierd.
Woensdag 11 juli - Guldensporenslag: op het Groeningheslagveld te Kortrijk tussen milities van het graafschap Vlaanderen en het leger van de koning van Frankrijk. De slag is in militair opzicht opmerkelijk, omdat piekeniers en boogschutters in staat blijken een ridderleger te bedwingen. De Franse adel verliest een zestigtal baronnen en heren, honderden ridders en meer dan duizend schildknapen. Ook de Franse tros valt in Vlaamse handen. Langs Vlaamse zijde onderscheiden zich, volgens Velthem, Boudewijn van Popperode (de burggraaf van Aalst) en de Zeeuws-Vlaming Willem van Boenhem. Vooraf was onder de Vlamingen afgesproken geen gevangenen te maken en ook geen oorlogsbuit te verzamelen. Dit is voor deze tijd een uitzonderlijke instelling. Volgens de regels van de toenmalige oorlogsvoering wordt een ridder, die van zijn paard geslagen is, gevangengenomen maar niet gedood. Gevangen ridders brengen immers heel wat losgeld op. Als de Fransen zien dat hun ridders worden afgeslacht, slaan zij op de vlucht. Slechts op het einde worden enkele Franse ridders, zoals Raoul de Grantcourt, gevangengenomen uit respect voor hun dapperheid en in bescherming genomen door een Vlaamse ridder. Ze worden door Willem van Gulik overgedragen aan de Gentenaar Jan Borluut, om dan het losgeld te innen.
Na de Guldensporenslag tegen de Fransen het jaar daarvoor te hebben gewonnen, raakt Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen in conflict met Willem III van Holland over wie zich graaf van Zeeland mag noemen. De Vlamingen trekken op naar Zeeland, dat in handen is van Jan van Avesnes, bondgenoot van Frankrijk en rivaal van de graven van Vlaanderen na de Vlaams-Henegouwse Successieoorlog. Er volgt een Slag bij Zierikzee en heel Schouwen-Duiveland wordt ingenomen door het Vlaamse leger.
De Vlamingen veroveren bijna geheel Utrecht en Holland.
8 mei - In de eerste Ghildebrief wordt in de stadUtrecht het stadsbestuur overgedragen aan de gilden. Deze dag wordt gezien als de eerste formele vermelding van het thans nog bestaande St. Eloyen Gasthuis resp. het Smedengildt van St. Eloy.
23 juni - Verdrag van Athis-sur-Orge gesloten tussen graafschap Vlaanderen en het koninkrijk Frankrijk. Er wordt een groot bedrag vastgesteld dat betaald dient te worden aan de Franse koning. Het voorziet in een algehele amnestie, de vrijlating van alle gevangenen en het herstel van Vlaanderen als vorstendom met erkenning van de graaf als hoogste gezag; maar ook een boete van 20.000 pond en een herstelbetaling van 400.000 pond, te betalen door de Vlamingen, en het recht van de Franse koning om in geval van oorlog Vlaamse krijgers op te eisen. Als waarborg worden de kasselrijen van Dowaai, Orchies en Rijsel naar Frankrijk overgeheveld. Na de ondertekening wordt Robrecht III van Béthune na 5 jaar vrijgelaten uit Franse gevangenschap, waarna hij zich officieel met de Franse koning verzoent.
Eén van de bekendste slachtoffers van de begijnenvervolging is Margarete Porete. Zij sterft op de brandstapel, met haar boek “Spiegel der eenvoudige zielen”, een werk dat later herontdekt wordt.
1311
Het Concilie van Vienne (1311-12) roept op tot maatregelen tegen ‘ketterse’ begijnen. Als gevolg worden veel begijnenconventen, vooral in het Duitse Rijk, ofwel gesloten, of omgevormd tot kloostertjes van franciscaanse tertiarissen, wat ze afhankelijk en beter controleerbaar maakt voor de clerus.
1312
11 juli - Verdrag van Pontoise tussen Robrecht III van Bethune, graaf van Vlaanderen, en Filips de Schone. De graaf van Vlaanderen doet hiermee afstand van Frans-Vlaanderen (de gebieden Orchies, Rijsel en Dowaai met bijhorende kasselrijen). Aan het groot bedrag dat in 1305 was vastgesteld en aan de Franse koning betaald diende te worden wordt door de overdracht van bovenstaande bezittingen voor de helft voldaan. De andere helft wordt betaald door de Vlamingen door middel van annuïteiten. Om in deze jaarlijkse betaling te voorzien, wordt het Transport van Vlaanderen opgesteld, een lijst met de bedragen die elk gebied dient te betalen.
Antwerpen bevrijdt zich van de heerschappij van de hertog van Brabant en installeert op basis van het Charter van Kortenberg een vorm van democratische republiek.
1314
april - In Parijs barst het schandaal los van de Tour de Nesle als de oude koning Filips IV hoort, dat zijn drie schoondochters er een weinig deugdzame levenswijze op na houden. De drie prinsessen worden opgesloten.
Vanaf het begin van de veertiende eeuw wordt Europa getroffen door een aantal crisissen, waaronder de Grote hongersnood van 1315-1317. De bevolking is zo sterk gegroeid dat men kwetsbaar is geworden voor misoogsten.
In vele delen van Europa begint een periode van slecht weer die een aantal jaar zal duren. Dit is het begin van de kleine ijstijd. Het regent onophoudelijk en overal mislukken de oogsten. De veranderende omstandigheden leiden tot een economische neergang en veel ellende.
1316
Prinsbisschop van Luik Adolf van der Mark wordt gedwongen de Vrede van Fexhe te ondertekenen, waarmee hij een deel van zijn macht moest inleveren.
Filips V ("Filips de Lange/"Philippe le Long") volgt zijn broer Lodewijk X van Frankrijk ("Louis le Hutin"), die alleen nog een dochtertje (Johanna II van Navarra) nalaat, op als koning van Frankrijk. De voogd van deze dochter is zo gewillig in haar naam afstand te doen.
Uit een schrijven van graaf Willem III van Holland uit 1322 aan bisschop Lodewijk II van Münster blijkt dat hij de opvolger van Reinald I, graaf Reinald II van Gelre steunt in zijn aanspraken op Bredevoort, dus er ontstaat een strijd om Bredevoort. Reinald II verovert in de zomer van 1322 Bredevoort en onderneemt als schadevergoeding rooftochten met 700 ridders en infanterie in het Munsterse land.
1323
6 maart - Vrede van Parijs tussen Vlaanderen en Henegouwen/Holland. De graaf van Vlaanderen ziet af van aanspraken op Zeeland. Einde van de twisten tussen de Avesnes en de Dampierres.
Tussen 1325-1330 zijn er een aantal politieke showprocessen waarin vorsten hun tegenstanders ervan beschuldigen met hulp van de duivel samenzweringen tegen hen te smeden. Dit lijkt enigszins op de latere heksenprocessen.
De bisschop van Luik bepaalt dat begijnen van Saint-Christophe, op straf van excommunicatie, “niet in het openbaar zullen dansen of onbehoorlijke liederen zingen”. Gelijkaardige clausulen vindt men terug in de begijnenstatuten van St.Truiden en Antwerpen uit deze tijd. Enkele al te schaarse gegevens laten een niet-liturgische traditie van religieuze dans en zang onder begijnen vermoeden.
1326
18 februari De Vlaamse opstandelingen laten graaf Lodewijk vrij, die in Kortrijk was vastgehouden en hij moet noodgedwongen naar Frankrijk vluchten.
28 juni - Na de strijd om Bredevoort geeft de bisschop van Münster de strijd op. Na jarenlang onderhandelen wordt de vrede getekend. Dit belangrijke verdrag wordt ook ondertekend door de steden Zutphen, Groenlo, Emmerik en Arnhem.
1327
6 april - Paus Johannes XXII hernieuwt op verzoek van de koning van Frankrijk het interdict van de opstandelingen in Kust-Vlaanderen. Aan hen mogen niet de sacramenten worden toegediend. De Vlaamse geestelijkheid wordt verscheurd tussen loyaliteit aan het volk of aan de Kerk, en tussen angst voor de opstandelingen en angst voor de Fransen.
In de jaren tussen 1329 en 1331 vaardigt graaf van Vlaanderen graaf Lodewijkde mauvais privilèges (de "nadelige privileges") uit voor de opstandige Vlaamse steden en kasselrijen.
Van heksenprocessen tussen 1330 en 1375 zijn van slechts 25 gevallen in Europa de stukken bewaard gebleven. Heksen worden alleen nog maar van maleficiën beschuldigd. De heks krijgt daarvoor een passende straf. Tussen 1300-1400 is 50-60% van de heksen vrouw.
1333
De graaf van Holland en de bisschop van Utrecht zijn in oorlog. Geyne wordt verwoest.
In een document, bewaard in de archieven van het St-Janshospitaal wordt Het Leen beschreven.
Oktober - Vlaamse graaf Lodewijk van Nevers schaart zich openlijk aan de zijde van Frankrijk bij het begin van de Honderdjarige Oorlog. Als hij Engelse kooplieden gevangen zet, laten de Engelse represailles niet op zich wachten: er volgt een verbod op de uitvoer van wol. De Vlaamse steden nemen daarom onder leiding van Jacob van Artevelde later een meer Engelsgezinde houding aan.
1337
De tussen Frankrijk en Engeland bemiddelende Willem III overlijdt en kort daarna breekt de Honderdjarige Oorlog uit.
Gedurende de eerste fase van de Honderdjarige Oorlog (1338-1345) kiest Gent, na eerst neutraal te zijn gebleven, de zijde van Engeland, omdat dit land de invoer van grondstoffen voor de textielnijverheid heeft geblokkeerd. Jacob van Artevelde, een rijk lakenhandelaar, plaatst zich aan het hoofd van een regering die tegen graaf Lodewijk van Nevers opstaat, omdat deze de zijde van de Franse koning heeft gekozen.
1339
Begin februari wordt de Vlaamse weerstand tegen Lodewijk, de graaf van Vlaanderen, zo groot dat hij moet vluchten naar Sint-Omaars en in december verlaat hij voorgoed zijn graafschap, waar Simon de Mirabelloruwaard wordt.
De strijdlustige Willem IV komt om tijdens de Slag bij Warns. Hij laat geen kinderen na en de door zijn vader gevoerde politiek zorgt er nu voor dat de koningen van Engeland en Frankrijk en de keizer van Duitsland aanspraak kunnen maken op de opvolging. Als opperleenheer beleent keizer Lodewijk zijn vrouw Margaretha, de oudste zus van Willem IV, met de graafschappen.
17 juli - Tijdens een opstand van de volders, die het bewind van de wevers onder Artevelde willen omvergooien, wordt Jacob van Artevelde in zijn woning op de Kalandeberg vermoord.
Margaretha belast haar dertienjarige zoon Willem met het bestuur in Holland en Zeeland. Gezien zijn leeftijd ligt de macht echter nog steeds in handen van Jan van Beaumont. Ondertussen is er nog steeds oorlog met Friesland en Utrecht.
Halverwege de 14e eeuw wordt Brugge de voornaamste stapelplaats van de Hanze in de Nederlanden. Het huisvest het economisch belangrijkste van de vier Hanzekantoren van Europa.
Een schip, waarvan de bemanning met de pest besmet is, komt in Sicilië aan. Dit is het begin van de Zwarte Dood in Europa.
De Zwarte Dood die Europa van 1347 tot 1351 in haar greep heeft, arriveert in de Lage Landen. De pandemie zorgt voor grote sterfte, hoewel minder dan in omliggende gebieden.
In het noorden doet zich ook de enige jodenpogrom voor die men hier heeft gekend. Dankzij de joodse reinigingswetten worden joden minder snel ziek. Ook gebruiken de joden geen water uit de openbare putten. Mede daardoor worden ze ervan verdacht het water in de openbare putten te hebben vergiftigd. Als gevolg hiervan worden in het jaar daarop, in 1349, in diverse IJsselsteden alsook in Arnhem, Nijmegen en Utrecht alle daar woonachtige joden levend verbrand.
1349
5 januari - Margaretha stelt haar zoon Willem V aan als graaf en bedingt een uitkering van 15.000 gulden met een jaargeld van 6000 gulden. Gezien de financiële situatie wijzen de steden en edelen dit in maart in Geertruidenberg af, waardoor er niet veel overblijft van het gezag van Willem V.
In dit begin van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, die tot 1428 zullen duren, overwegen opstandige edelen het jaar daarop een staatsgreep, maar dit wordt verhinderd door de terugkeer van Margaretha.
Na de Goede Disendach ('Goede dinsdag') wordt in Gent het gezag van de nieuwe graaf, Lodewijk van Male, erkend. Maar het blijft woelig, het volk wil medezeggenschap en de sterk georganiseerde gilden nemen deel aan de politieke strijd.
De edelen geven niet op en sluiten op 23 mei de Kabeljauwse Verbondsakte, waarmee zij aangeven dat Willem V landsheer moet worden zonder de betalingsverplichting aan zijn moeder. Hoewel enkele steden zoals Delft zich direct aansluiten, wordt op 5 september een verbond gesloten door de Hoeken.
Jan van Ruusbroec schrijft Chierheit der gheesteliker Brulocht. De mysticus wordt gezien als de beste prozaschrijver van de Middeleeuwen en schrijft in het Middelnederlands.
Vanaf het midden van de veertiende eeuw zorgt de pest of "zwarte dood" dat een derde van de bevolking sterft. Gedurende driehonderd jaar komt de pest elke 12-20 jaar terug. Toch hebben de toekomstige Belgische gewesten minder van de economische recessie te lijden dan andere streken. Zo verschijnen in Luik de eerste hoogovens en wordt Brugge een voorname handelsstad. Deze stad is door haar strategische ligging (ze was via het Zwin verbonden met de Noordzee en dus de rest van Europa) zo groot en rijk geworden dat ze 'het Venetië van het Noorden' genoemd wordt. Het belfort en de lakenhalle getuigen van het belang ervan.
Van de vele tienduizenden slachtoffers van heksenvervolging tussen ca. 1350-1720 zijn ongeveer 80% vrouwen. Tussen 1300-1400 is dat nog 50-60%.
1351
In februari wordt Willem V ontvoerd en vanuit Aat naar Delft overgebracht.
Willem laat donderbussen van Jan Rose plaatsen in de muren van het Binnenhof (Den Haag). De eerste vermelding van de inzet van donderbussen in het noorden was in 1348 in het Sticht. Pieter van Brugge had al eerder een kanon geconstrueerd dat in 1346 bij Doornik werd afgevuurd.
18 augustus - Het Beleg van Geertruidenberg (1351-1352) wordt opgeheven, het is een van de laatste militaire acties geweest voordat Margaretha van Beieren haar zoon Willem (V) erkent als graaf van Holland.
1354
Willem en Margaretha sluiten vrede. Twee jaar later overlijdt Margaretha en erft Willem ook Henegouwen. Hij had de steden veel privileges moeten geven voor hun steun, maar met het traktaat De cura reipublicae et sorte principantis van Filips van Leiden als theoretische grondslag trekt hij een aantal van deze privileges in.
Hertog Jan III van Brabant overlijdt zonder mannelijke erfgenamen achter te laten. In zijn laatste testament heeft hij vastgelegd dat zijn oudste dochter Johanna, die met Wenceslas I van Luxemburg getrouwd is, Brabant en Limburg zal erven op voorwaarde dat zij haar beide zusters een jaarrente uitbetaalt.
De Brabantse steden stellen als voorwaarde voor de opvolging door Johanna (dochter van Jan III) dat zij de verworven privileges erkent. Dit wordt vastgelegd in de Blijde Inkomst waarin de macht van de vorst beperkt wordt. De opvolging wordt echter betwist, waardoor de Brabantse Successieoorlog uitbreekt.
Brabantse Successieoorlog: Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen, getrouwd met Margaretha, een zuster van de jonge hertogin, heeft vruchteloos op de betaling van de rente aan zijn vrouw gewacht en komt zijn leger opstellen op de hoogte van Scheut (nu een wijk van Anderlecht), in het gezicht van Brussel. Na de Slag tussen Lodewijk en de Brabanders op het Scheutveld, planten de Vlamingen hun vlag in het centrum van de Grote Markt in Brussel ten teken van overwinning.
Lodewijk van Male benoemt Jacob Buuc tot "admiraal van de vlote" met de opdracht om Antwerpen te veroveren.
Hertogin Johanna van Brabant laat Brabant driemaal schatten om de uitbreiding van het kasteel in Heusden te betalen.
1357
4 juni - Bij de Vrede van Aat komt een einde aan de Brabantse Successieoorlog. De overeenkomst wordt bemiddeld door Willem V van Holland en Henegouwen. Graaf Lodewijk van Male van Vlaanderen en zijn vrouw Margaretha sluiten vrede met de Luxemburgse hertog Wenceslaus en diens vrouw Johanna. Antwerpen komt samen met Mechelen aan het Graafschap Vlaanderen.
De stad Gent groeit uit tot één van de vier grootste steden van Brabant, en wordt een grote handelsstad en grote concurrent van Brugge. De afzet van Engelse laken op de jaarmarkten zal kooplieden aantrekken uit heel Midden-Europa.
16 januari - De tweede Sint-Marcellusvloed treft alle landen rond de Noordzee. Grote delen van Nederland en Noord-Duitsland lopen onder, en er vallen duizenden slachtoffers.
Het machtige prinsbisschoppelijke leger (zie prinsbisdom Luik) valt met 50.000 à 55.000 manschappen het graafschap Loon binnen.
Karel de Slechte, koning van Navarra is woedend omdat Bourgondië door koning Jan II van Frankrijk aan diens jongste zoon Filips de Stoute als leen uitgegeven wordt als beloning voor Filips' steun aan zijn vader. Karel meent oudere rechten te hebben op het belangrijke hertogdom en komt in opstand.
Karel V van Valois volgt zijn vader op als koning van Frankrijk.
1365
9 augustus - Na negen maanden strijden volgt de negen weken durende belegering van Rummen. De Rummense torenburcht wordt in zeven dagen met de grond gelijk gemaakt.
De verdeling van de schepenambten wordt aangepast in Gent: er worden voortaan in de schepenraad 3 vertegenwoordigers van de poorters, 5 van de 53 kleine 'neringen' en 5 van de grote 'gilden' (of ambachten) opnieuw opgenomen.
1373
Beatrijs is een Middelnederlandse Marialegende uit de veertiende eeuw. Het enige handschrift waarin de legende overgeleverd is, dateert van kort voor 1374. Deze vrouw gaat gekweld door het leven. Zij voelt tegelijk berouw voor haar zonden en angst voor de biecht. In de Middeleeuwse opvatting kan vergeving enkel plaats vinden door de zonden te belijden en te boeten.
1375
Zowel in Engeland als in Frankrijk heerst oorlogsmoeheid. Alle Engelse aanwinsten in Aquitanië zijn verloren gegaan, en Karel V van Frankrijk ziet zijn gezondheid in gevaar. Beide zijden hebben al tot een wapenstilstand besloten. En nu de zaken er voor de Engelsen steeds slechter uit beginnen te zien komen de strijdende partijen van de Honderdjarige Oorlog overeen een vredesconferentie te houden in Brugge.
Na 1375 begint de dominicaanseinquisitie zich met de heksenvervolging te bemoeien. De geleerden (theologen, filosofen en rechters) geloven niet dat zwarte magie en maleficiën mogelijk zijn zonder de hulp van de duivel. Daarom beschuldigen zij de heksen er nu ook nog eens van een ketters pact met de duivel te hebben gesloten. De heksen zouden de duivel aanbidden en in ruil daarvoor grote krachten krijgen om kwaad te doen.
De vredesconferentie van Brugge (1375) komt tot een eind. Hoewel de partijen over de kernvraag -wie is de rechtmatige koning van Frankrijk- niet tot overeenstemming gekomen zijn, is er wel een overeenkomst over een aantal territoriale aanspraken. De hertog van Bourgondië vindt dat best een feestje waard.
De graaf van Vlaanderen tracht steeds opnieuw de macht over Gent in handen te krijgen en dit leidt tot opstanden, zoals die van 1379-1385 onder leiding van Jan Hyoens, Frans Ackerman en Filips van Artevelde, zoon van Jacob. De opstand begint door de moord op een grafelijke baljuw, die de Gentse privileges onvoldoende heeft gerespecteerd. Enkele malen lukt het de opstandelingen, met steun van ambachtsgilden in andere steden, om bijna het hele graafschap Vlaanderen te beheersen.
Lodewijk II van Male, de schoonvader van hertog Filips van Bourgondië gaat de strijd aan met de wevers van Gent.
27 november - Slag bij Westrozebeke. Een Frans leger overweldigt de Vlaamse piekeniers. Lodewijk II van Male is weer de baas in Vlaanderen. De ruwaertArtevelde, die de opstandige Gentenaars aanvoert tegen het Franse leger onder leiding van koning Karel VI en graaf Lodewijk II van Male, sneuvelt. Dan komt Frans Ackerman, samen met Pieter van den Bossche, aan het hoofd van de Gentse troepen. Frans wordt afgevaardigde bij de onderhandelingen, die in 1385 worden afgerond.
De Domtoren in Utrecht is na een bouwtijd van eenenzestig jaar voltooid. In zijn traktaat Contra turrim Traiectensem protesteert Geert Grote tegen de bouw van de domtoren, die volgens hem enkel de ijdelheid streelt, en daarnaast in hoofdzaak bewondering van bezoekers trekt. Hij verzamelt een groep volgelingen om zich heen, de moderne devoten. Hieruit ontstaan de Broeders des Gemenen Levens en de Congregatie van Windesheim. De bisschop van Utrecht kan hun rigoureuze opvattingen echter niet waarderen en vaardigt voor diakens een preekverbod uit.
1383
Beleg van Ieper (belegering door de Engelsen en Gentenaars).
Brabant komt door het eerdere huwelijk van Filips de Stoute met zijn dochter Margareta van Male als erfenis in handen van de Bourgondiërs (tot 1477). Vlaanderen wordt onderdeel van de Bourgondische landen.
Jan Knibbe schrijft Die clage van den grave van Vlaenderen.
18 december - Vrede van Doornik: Frans Ackerman, samen met Pieter van den Bossche, aan het hoofd van de Gentse troepen na de dood van Artevelde, is afgevaardigde bij de onderhandelingen. De eerste grote Gentse opstand eindigt onbeslist door dit verdrag met de nieuwe graaf Filips de Stoute. De privileges blijven hierdoor evenwel gehandhaafd, en er geldt zelfs amnestie voor elke vorm van verzet, maar de stad moet alsnog haar verbond met Engeland opgeven nu het verzoek aan de Engelse koning om een ruwaert van koninklijke bloede zo goed als afgewimpeld is, en de koning van Frankrijk als zodanig erkennen. Gent aanvaardt de hertog van Bourgondië als graaf.
1386
Juli - Hoewel De Fransen in de Brugse voorhaven Sluis een invasiemacht aan het samenstellen zijn en er in Engeland grote ongerustheid is over een ophanden zijnde wraaktocht op eigen bodem, vertrekt Jan van Gent met een expeditieleger naar Castilië om daar de kroon op te eisen.
1387
Maart - De Engelse Earl of Arundel, de gehate voogd van Richard II, kaapt een Vlaamse wijnvloot bij Cadzand, die op weg was van La Rochelle naar Sluis. De wijn wordt voor een habbekrats op de Londense markt verkocht. Dit maakt de Earl -tijdelijk- een popluair man.
18 juni - Engeland en Frankrijk sluiten een wapenstilstand in Leulinghen bij Kales. Zowel Richard II, Karel VI als Filips van Bourgondië willen vrede, maar in Engeland zien sommigen daar niets in omdat de plundertochten in Frankrijk jarenlang uitstekende gelegenheid tot verrijking en promotie geboden hebben.
1392
Aleid van Poelgeest, de minnares van Albrecht van Beieren, en Willem Cuser worden tijdens een wandeling bij de Gevangenpoort vermoord door Hoeken. Als wraak laat Albrecht kastelen van edelen die partij hadden gekozen voor de Hoeken veroveren en afbreken. Albrecht vermoedt de hand van zijn zoon Willem die hij laat verbannen. Twee jaar later verzoenen vader en zoon zich.
1396
25 september - Tijdens de “Kruistocht van Nikópolis”, tegen de Osmaanse Turken die het koninkrijk Hongarije bedreigen, wordt Jan zonder Vrees, de troonopvolger van Bourgondië, ontvoerd. Zijn vader Filips de Stoute moet veel losgeld betalen. Tot de gevangengenomen ridders behoort o.a. Enguerand VII van Coucy.
Het waddeneilandAmeland komt aan de graaf van Holland. Het zal later (15e eeuw) ressorteren onder de heerlijkheden van de heren Cammingha te Leeuwarden.
1398
Tweede tocht van graaf Albrecht van Holland, die resulteert in de Vrede van Bolsward (1401). Geheel Friesland wordt onderworpen aan het grafelijk gezag. Na een opstand in 1399 is echter slechts nog Stavoren in Hollandse handen.
~1400
In de 15e eeuw begint de stad Antwerpen zich bliksemsnel te ontwikkelen tot één van Europa's grootste handelssteden. Hand in hand met de toenemende welvaart kent Antwerpen een ongekende culturele bloei.
In de historie van de klassieke muziek duidt de Renaissancemuziek een periode aan die globaal aanvangt in dit jaar, en de benaming wordt tot 1600 gebezigd.
In het begin van de 15e eeuw worden zogenaamde 'blokboeken' gemaakt. Tekst en afbeeldingen worden in hout uitgesneden, waarna ze handmatig kunnen worden afgedrukt.
Het haring kaken vindt ingang in de Nederlanden en die techniek, in combinatie met een nieuw scheepstype, de haringbuis, zorgt ervoor dat vissers langer weg kunnen blijven en verder uit de kust kunnen vissen. De haringvangst gaat een grote economische rol spelen.
Rond 1400 is er sprake van ketterse duivelsverering en van abortus (middels kruidendrank) door heksen en het vermoorden van baby's om magische dranken te maken. De bekentenissen worden door marteling verkregen. Vanuit het volk kwam tussen 1375 en 1580 bijna nooit een aanklacht over duivelsverering, het volk klaagde desgevallend alleen over maleficiën.
29 juni - Diverse legers onder leiding van de graaf van Holland komen de stad Gorinchem belegeren. Graaf Albrecht en zijn zoon slaan hun kamp op ten noorden van de stad, en er arriveren overal legers vandaan, zoals uit het Heilige roomse rijk, Utrecht, Zeeland, Henegouwen en Gelre.
Het Beleg van Gorinchem tussen de graaf van Holland en de heer van Arkel zou 11 tot 12 weken duren.
19 november - Sint Elisabethsvloed: De overstromingen vinden vooral plaats in Vlaanderen en Zeeland. Het landverlies in Zeeuws-Vlaanderen en West-Vlaanderen bedraagt circa 3000 ha. Gravin Margaretha van Male van Vlaanderen geeft opdracht een algemeen zeewerende dijk aan te leggen. Deze wordt nog altijd de Graaf Jansdijk genoemd naar haar zoon en opvolger, Jan zonder Vrees. Later zal Jan zonder Vrees, hertog van Bourgondië, bevel geven de reeds bestaande dijken te verbinden tot één grote dijk die van het noorden van het graafschap tot het zuiden loopt.
Christine de Pizan klaagt in haar belangrijkste werk het Livre de la Cité des Dames (Boek van de stad der vrouwen) de antifeministische houding van mannen in haar tijd aan.
1407
Door inklinking van het ontgonnen veen wordt in het noorden natuurlijke afwatering van polders steeds problematischer. Voor het eerst wordt gebruikgemaakt van een wipmolen door Floris van Alkemade. Dit markeert het begin van het Nederlandse polderlandschap.
Stavoren werpt, als laatste, het Hollands grafelijk gezag weer af, en Friesland is weer volledig onafhankelijk, waarop het onderlinge uitvechten van vetes en roverijen tussen Schieringers en Vetkopers er weer als vanouds begint.
Graaf Willem VI overlijdt en zijn dochter Jacoba van Beieren wordt niet erkend door de Duitse koning Sigismund, maar vooral ook niet door Dordrecht. Hoewel zij tot gravin wordt gewijd, maakt haar oom, de niet-ingewijde bisschop van Luik, Jan VI van Beieren, aanspraak op de macht in Holland en kiest partij voor de Kabeljauwen.
Jan VI van Beieren verovert Rotterdam, dat sinds het overlijden van Willem VI partij gekozen heeft voor Jacoba.
Jacoba huwt in 1418 haar neef Jan IV van Brabant. Omdat hij zijn financiële verplichtingen niet kan nakomen, verpandt Jan IV het grondgebied van Jacoba voor 12 jaar aan haar vijand Jan van Beieren. Jacoba laat hierop het huwelijk ongeldig verklaren en vertrekt naar Engeland, waar zij in 1422 in het huwelijk treedt met Humphrey van Gloucester.
Tussen 28 juni en 3 augustus vindt het Beleg van Dordrecht plaats, de stad weet stand te houden.
13 februari - De Zoen van Woudrichem wordt ondertekend tussen Jacoba van Beieren en Jan VI van Beieren. Het is een poging om de Hoekse en Kabeljauwse twisten te beëindigen. Na veel gesprekken komt men overeen, dat Dordrecht, Gorinchem, Leerdam en omliggende landen door Jan van Beieren als erfleen bestuurd zullen worden, terwijl bij de dood van Jacoba Henegouwen, Holland, Zeeland en Friesland aan Jan zullen worden afgestaan. Voorts zullen deze gewesten vijf jaar achtereen door de hertogen van Brabant en Beieren gezamenlijk worden bestuurd, terwijl Jacoba de inkomsten zal verkrijgen.
30 april - In 's-Hertogenbosch breekt de verwoestende stadsbrand van 's-Hertogenbosch uit, waarbij 112 mensen het leven laten. Alle huizen aan de oost- een noordzijde van de markt, het gasthuis, klooster en Sint Jankerk branden daarbij volledig af. De schade wordt op 300.000 gulden begroot, in die tijd een enorm bedrag.
December - Filips de Goede gaat formeel een bondgenootschap aan met de Engelsen.
1420
10 mei - De Schieringers worden door de Oost-Friese hoofdeling Fokko Ukena verslagen in de slag aan de Palesloot. Een groot deel weet te ontkomen en vinden een goed heenkomen in de nabij gelegen steden Starum en Sloten. Van daaruit vragen zij om hulp bij hertog Jan van Beieren in Holland.
De gravin van Holland en Henegouwen, Jacoba van Beieren, ontvangt van de paus bericht van nietigheid van haar huwelijk met hertog Jan IV van Brabant. Ze reist naar Engeland en verlooft zich (of huwt?) met de regent Humphrey van Gloucester.
Tot 1448 doet zich het Utrechts Schisma voor, waardoor er twee bisschoppen tegelijk zijn.
1424
Bedfords jongere broer Humphrey van Gloucester wordt verliefd op Jacoba van Beieren, de erfdochter van Holland, Zeeland en Henegouwen. Dit zet een streep door de Bourgondische rekening en zet Bedford voor een groot probleem omdat hij de steun van zijn Bourgondische zwager niet kan missen.
Samen met Humphrey gaat Jacoba terug naar Holland om de strijd op te pakken tegen haar ex-echtgenoot Jan IV, die gesteund wordt door Filips van Bourgondië.
Als Humphrey van Gloucester Jacoba van Beieren in de steek laat voor een hofdame, geeft Jacoba de strijd op. Ze geeft zich over aan Filips van Bourgondië en wordt in Gent gevangengezet.
17 september - Gravin Jacoba wordt ingehuldigd in Gouda, waar zij haar intrek neemt in het kasteel Ter Goude, wat haar verblijfplaats zal worden tussen 1425 en 1428. Van daaruit zet zij haar strijd tegen de Kabeljauwen voort om Holland en Zeeland terug te krijgen.
Als Jacoba op zeker moment verneemt dat de vijand in Leiden een leger bijeen heeft gebracht om eerst Alphen aan den Rijn en daarna Gouda aan te vallen, neemt zij een kordaat besluit. Jacoba laat alle troepen uit Schoonhoven, Oudewater en Gouda verzamelen en trekt over de Gouwe ten strijde bij Alphen aan den Rijn. Jacoba wint en als blijk van deze overwinning worden de banieren van de steden Haarlem, Leiden en Amsterdam naar Gouda mee terug genomen. Gouda is op dat moment hoofdstad van de Hoekse beweging.
De Universiteit Leuven, in het Latijn Studium Generale Lovaniense, wordt gesticht.
3 juli - Met de Zoen van Delft komt een eind aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten, die in 1349 begonnen. Jacoba sluit vrede met Filips van Bourgondië. Na het overlijden van haar oom Jan van Beieren in 1425 had zij de strijd tegen Filips van Bourgondië weer opgepakt. In dit vredesverdrag wordt bepaald dat Filips van Bourgondië erfgenaam van Jacoba van Beieren wordt en dat Jacoba van Beieren niet meer in het huwelijk mag treden. Jacoba van Beieren mag zich nog wel gravin van Holland blijven noemen, maar verliest de feitelijke macht.
Einde van de onafhankelijkheid van het Hollands/Zeeuwse gewest, dat nu het gezag van Filips de Goede van Bourgondië moet erkennen.
Ook Henegouwen wordt door de Bourgondiërs ingelijfd.
1429
8 mei - De Engelsen beëindigen het beleg van Orléans, nadat Jeanne d'Arc het Franse leger heeft gemobiliseerd.
17 juli - De troonopvolger (de dauphin) van Frankrijk wordt in Reims tot koning Karel VII gekroond, 6 jaar na de dood van zijn voorganger Karel VI (de Waanzinnige).
1430
Filips de Goede richt de Orde van het Gulden Vlies op bij gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De Orde van het Gulden Vlies is de tegenhanger van de Engelse Orde van de Kousenband, die uit 1348 dateert. Met de instelling van deze Orde wil Filips de Goede nog meer aanzien geven aan zijn dynastie. De nieuwe Orde is een select gezelschap waarmee de hertog zijn beste medewerkers en buitenlandse bondgenoten kan eren. De Orde wordt erkend door de paus en geniet pauselijke privileges.
Tussen 1430-1500 zijn er 300 bewezen heksenprocessen in heel Europa.
Frank van Borssele en Jacoba van Beieren treden in het geheim in het huwelijk. Jacoba schendt daarmee de Zoen van Delft. Filips de Goede neemt Frank gevangen en eist dat Jacoba voorgoed van haar titels afstand doet, wat zij in 1433 uiteindelijk ook zal doen.
De strijd tussen Holland, Brabant en Vlaanderen is tot een einde gekomen nu de gewesten onder de Bourgondiërs verenigd zijn. De toenemende Hollandse scheepvaart leidt echter wel tot wrijvingen met de Hanze. Die adviseert haar lidsteden om eerder via Vlaanderen te varen dan Holland of Zeeland. Dit wordt de Hollands-Wendische Oorlog.
Hoewel er in dit en het hieropvolgend jaar sprake is van zware crisis en torenhoge graanprijzen, delen de Lage Landen niet in de algemene malaise in Europa en is er eerder sprake van economische expansie.
1441
Hendrik II van Borselen - Monsieur De La Vère - zeilt de Elbe en de Wezer op en sleept een aantal Hanzekoggen weg bij Hamburg en Bremen. Hierop wordt de voor Vlaanderen, Holland en Zeeland gunstige Vrede van Kopenhagen gesloten, waarbij de gewesten opnieuw vrije doorgang krijgen door de Sont. Daarmee komt een einde aan de Hollands-Wendische Oorlog. Weliswaar moet Holland schadevergoeding betalen, maar de Hanze moet de vaart op de Oostzee gedogen.
1442
24 juli - De Hanzestad Bremen verklaart de oorlog aan Holland, Friesland, Zeeland en Vlaanderen. De nieuwe oorlog om de vrije handel op de Oostzee komt een jaar na de Vrede van Kopenhagen.
Jean Fouquet (ca. 1420 – ca. 1480) baseert zijn stijl op die van de Vlaamse schilderbroers Hubert en Jan van Eyck en van de Florentijnse schilders en beeldhouwers van de Renaissance, met wie hij in Italië kennismaakt.
1451
30 juni - Bordeaux, sinds 1259 in bezit van de Engelse koningen, valt in Franse handen.
26 oktober - In hun conflict met de Bourgondische hertog Filips de Goede, die een belasting op het levensnoodzakelijke zout wil laten opleggen, roepen de Gentse gilden een algemene staking uit en nemen ze de wapens op. Het conflict draait wezenlijk om de invloed van de gilden, met name die van hun overdekens, die voor Filips in strijd is met het Charter van Senlis (1301).
Jan IV van Nassau, Heer van Breda, erft de Duitse bezittingen van zijn kinderloos gestorven broer Hendrik. Zo worden de Nederlandse en de Duitse gronden herenigd.
De Utrechtse kapittels kiezen op 7 april de HoeksgezindedomproostGijsbrecht van Brederode tot bisschop. Onder druk van de Filips de Goede benoemt paus Calixtus III diens bastaardzoon David. Filips slaat de weerstand tegen deze benoeming met geweld neer, en in 1456 geeft Gijsbrecht tegen een ruime schadeloosstelling zijn aanspraak op de zetel op. Hij blijft echter een luis in de pels tot David hem, samen met zijn broer Reinoud, in 1470 gevangen neemt.
Voor de traditie om de uitvinding van de boekdrukkunst toe te schrijven aan Laurens Janszoon Coster ontbreekt ieder bewijs. De enige bron hiervoor is een verhaal van Hadrianus Junius, een eeuw later. Wel zijn er oude incunabelen bewaard gebleven die vermoedelijk in de Nederlanden gedrukt zijn, zoals van het Latijns grammaticaboek Doctrinale puerorum van Alexandre de Villedieu.
1464
9 januari - Er vindt in Brugge een vergadering plaats van vertegenwoordigers van de Staten van alle Bourgondische gewesten. Hoewel zij politiek gezien slechts in personele unie verenigd zijn, is dit de grondslag van de latere Staten-Generaal. Op de agenda staat het regentschap tijdens de afwezigheid van Filips, maar voor deze op kruistocht kan vertrekken, zakt hij in 1465 weg in seniliteit en zijn zoon Karel neemt vanaf dan de staatszaken waar.
1465
Adolf van Egmond zet zijn vader af als hertog van Gelre en neemt zijn plaats in. In 1471 neemt zijn vader zijn plaats weer in met de hulp van Karel de Stoute, hoewel deze aanvankelijk zoon tegen vader had opgezet.
Karel de Stoute volgt zijn overleden vader als graaf van Vlaanderen op. Bij zijn inhuldiging komt het in Gent tot ongeregeldheden, die met harde hand worden beëindigd.
28 oktober - Slag bij Brustem. Bij het overlijden van Filips de Goede komen de Luikenaars opnieuw in opstand tegen de gehate prinsbisschop, die de vlucht neemt. Zij hopen op steun van de Franse koning Lodewijk XI, de tegenstander van de Bourgondiër Karel de Stoute. Als Karel merkt dat Lodewijk zijn belofte niet nakomt trekt hij met een beroepsleger van 25.000 man op naar Luik. De Luikse en Loonse milities bestaan uit een samenraapsel van 12.000 man waaronder 500 ruiters. Ze worden aangevoerd door Raes van Heers, zijn vrouw Pentacosta van Grevenbroek en Jan de Wilde, graaf van Kessenich. Luik en Loon moeten het gezag van Karel de Stoute na zijn overwinning erkennen. Karel beveelt alle Loonse steden hun muren binnen een maand na 8 november (1467) af te breken.
1468
1 oktober - Margriete Achtels wordt door de rechtbank van de Proosdij van Brugge veroordeeld tot "verbranding aan de staak" wegens het "op bovennatuurlijke wijze" vergiftigen van verscheidene mensen.
Karel de Stoute belegert en verwoest Luik. Zijn soldaten misdragen zich in de stad: ongeveer een kwart van de 20.000 inwoners verliest hierbij het leven.
1473
Karel de Stoute wordt hertog van Gelre nadat Arnold van Egmont overlijdt.
De hofraad reist aanvankelijk mee met de hertog, maar Karel de Stoute laat voor het eerst zijn gerechtelijke raad achter in Mechelen, die vandaar de benaming Parlement van Mechelen krijgt.
De Vrede van Utrecht maakt een einde aan een lange periode van handelsoorlogen in Noordwest-Europa.
1477
5 januari - Slag bij Nancy: Karel de Stoute, de laatste hertog van Bourgondië, sneuvelt tegen de Zwitserse Garde bij een poging Lotharingen in zijn bezit te krijgen. Dit veroorzaakt een crisis in het hertogdom. Zijn dochter Maria van Bourgondië volgt hem op en wordt onmiddellijk geconfronteerd met de ontevredenheid over het oorlogszuchtige en centralistische beleid van haar vader.
Hertogin Maria komt in grote problemen. De gewesten zien hun kans schoon haar te dwingen tot het verlenen van allerlei privilegies.
3 februari wordt met spoed een vergadering van de Staten-Generaal belegd. Vertegenwoordigers van Holland, Vlaanderen, Brabant en Namen plegen overleg om tot een gezamenlijke opstelling te komen. Hier blijkt dat de Staten wel bereid zijn om Maria van Bourgondië als hun vorstin te erkennen en te ondersteunen met financiële middelen, maar wel tegen een zekere prijs. De macht van het centrale bestuur moet ingeperkt worden.
11 februari - Toekenning van het Groot Privilege: Maria verkrijgt financiële en militaire steun van de Staten-Generaal. Ook moet zij, om tegemoet te komen aan het particularisme, aan verscheidene gewesten en steden eigen keuren (landsprivileges) verlenen.
14 maart - Het parlement en de rekenkamer van Mechelen worden door Maria van Bourgondië afgeschaft, maar later vervangen door de Grote Raad van Mechelen. Vlaanderen, Holland en Zeeland verkrijgen hun eigen Groot Privilege, waarbij Nederlands de bestuurstaal wordt en zuiderlingen worden uitgesloten van belangrijke functies.
19 maart - Maria van Bourgondië doet op verzoek van de prins-bisschop afstand van al haar rechten op het prinsbisdom Luik.
19 augustus - Maria van Bourgondië trouwt met Maximiliaan I van Habsburg, waardoor een einde komt aan haar korte persoonlijke regeerperiode en de Nederlanden onder het huis Habsburg komen. Hiermee gaan de Habsburgse en de Bourgondische erflanden samen en is er hoop dat aan de poging van Lodewijk XI om Bourgondië van de kaart te vegen een halt toe te roepen is. Nu kan de Franse dreiging het hoofd geboden worden.
Lodewijk XI neemt de Franse gewesten van de Bourgondische hertogen in beslag en er breekt daarmee weer oorlog uit tussen Maximiliaan en Lodewijk.
Maximiliaan weet met een leger van Zwitserse huurlingen en Engelse boogschutters de Fransen tot Atrecht terug te dringen. Doornik wordt heroverd.
Juli - Er is opnieuw een wapenstilstand tussen Maximiliaan en Lodewijk XI, de laatste belooft alle steden in Henegouwen terug te geven.
Het gedrag van de vreemde huurlingen leidt tot onrust en oproer in Vlaanderen. Jan van Dadizele, een Vlaams edelman die trouw blijft aan de Bourgondiers weet echter het oproer te bedwingen.
Augustus - Jan van Dadizele weet als Baljuw van Gent een goed uitgerust en gedisciplineerd leger op de been te brengen. Maximiliaan weet er dankbaar gebruik van te maken.
Gent staat erop dat de jonge kinderen van Maximiliaan en Maria beurtelings in de verschillende gewesten verblijven, maar als het tijd wordt ze aan Brabant af te staan weigert de stad de kinderen te laten gaan. Zij zijn nu in feite gijzelaars.
Bij overstromingen van de Vlaamse kust wordt het dorp Breskens verzwolgen.
27 maart - Maria van Bourgondië overlijdt op 25-jarige leeftijd door een val van haar paard. Haar 4-jarige zoontje Filips de Schone volgt haar op, onder het regentschap van zijn onpopulaire vader Maximiliaan van Oostenrijk. De kleine graaf en zijn zusje zijn echter nog steeds in handen van de Gentenaren.
Maximiliaan wil het Groot Privilege echter niet bevestigen en voert bovendien een expansiepolitiek met oorlogen die veel kosten en dus veel belastingen meebrengen.
Het voogdijschap van Maximiliaan valt bij Vlaanderen en Brabant in slechte aarde. Zij staan erop dat er vrede met Frankrijk gesloten wordt, maar de vorst voelt er weinig voor om de ongunstige voorwaarden van de vrede te aanvaarden, onder andere omdat daarmee het hertogdom Bourgondië voorgoed prijsgegeven wordt.
In de strijd tussen de Kabeljauwse ridder Egbert van Wassenaar en de Hoekse burgemeester van Utrecht, Dirk van Zuylen, wordt het kasteel de Haar verwoest.[4]
1483
Maart - Maximiliaan gaat akkoord met de voorwaarden van de Vrede van Atrecht. Zijn tweejarige dochtertje Margaretha wordt in handen van de Franse koning overgegeven voor haar huwelijk met de kroonprins. Artesië en Bourgondië gaan als bruidsschat over naar Frankrijk en Filips zal leenhulde brengen aan de Franse koning voor Vlaanderen.
Augustus - Lodewijk XI sterft en Maximiliaan neemt opnieuw de wapens op. Het graafschap Vlaanderen gaat hiermee niet akkoord. Hun gezant die naar koning Karel VIII van Frankrijk werd gezonden, wordt echter door Maximiliaan gevangengenomen. Dit leidt tot de eerste tweejarige Vlaamse Opstand tegen Maximiliaan.
Institoris en Sprenger, de auteurs van de Heksenhamer, wenden zich voor steun bij hun heksenvervolging tot Rome. Paus Innocentius VIII vaardigt voor hen de bul Summis desiderantes affectibus uit, waarin hij echter uitsluitend goedkeuring geeft tot opsporing, verbanning en andere straffen tegen personen die beschuldigd worden van magie en hekserij. De bul keurt verbranding en de doodstraf niet goed, maar bevestigt slechts de bevoegdheid van de inquisitoren inzake hekserij.
1486
17 maart - De Heer van Arenberg, bondgenoot van Gelre, valt met een legertje Eindhoven binnen. De stad wordt geplunderd en in brand gestoken. er blijven niet meer dan zes huizen (op de Grote Berg) gespaard.
De Heksenhamer wordt, zonder kerkelijke goedkeuring, gedrukt en is het bekendste boek omtrent de hekserij. Hierin komt steeds meer de nadruk te liggen op de vrouwelijke minderwaardigheid. De vrouw zou eerder voor de duivelse verleidingen bezwijken. Het verbond met de duivel wordt als vaststaand beschouwd. Vanaf die tijd worden steeds meer oude, armlastige vrouwen als heks opgepakt.
1487
Na de recente nederlagen die Maximiliaan tegen de Franse koning Karel VIII heeft geleden, barst er nu ook een opstand los in Vlaanderen tegen het Habsburgse gezag. Gent verwelkomt een Frans garnizoen.
1488
31 januari - Maximilaan komt naar Brugge om de opstand te onderdrukken, maar wordt gevangengenomen.
12 mei - De Staten-Generaal komen bijeen en er wordt een einde gemaakt aan Maximiliaans regentschap over Vlaanderen. Maximiliaan belooft zich hieraan te houden en wordt vrijgelaten in ruil voor gijzelaars. Als borg wordt zijn raadsman Filips van Kleef gevangen gehouden. Eenmaal vrij houdt Maximiliaan zich niet aan de afspraak. Hij voert strafexpedities uit in het Brugse ommeland. Filips van Kleef voelt zich verraden en sluit zich vanwege deze eedbreuk aan bij de opstandelingen en wordt zelfs de leider. De opstand is ditmaal succesrijker. Mede doordat ook buiten Vlaanderen het regentschap in vraag wordt gesteld.
Onder aanvoering van Albrecht van Saksen wordt Maximiliaans leger uitgestuurd om de opstandige graafschappen Vlaanderen en Holland en het hertogdom Brabant te onderwerpen en te straffen. Onder andere de stad Tienen en omliggende dorpen worden geplunderd, de inwoners mishandeld en verdreven.
Karel van Gelre wordt na vijf jaar vrijgekocht uit gevangenschap en gehuldigd als Hertog van Gelre. Hij komt met Franse steun succesvol in opstand waardoor Gelre weer onafhankelijk wordt van Habsburg.
12 juli - De Kroniek van Nuremberg, ook wel bekend als Schedelsche Weltchronik (De Wereldkroniek van Schedel) wordt gepubliceerd in Nuremberg als een incunabulum. Veel kaarten uit deze kroniek tonen voor het eerst in de geschiedenis hele steden en landen.
In de slag bij Laaksum wordt een groot leger van Vetkopers uit de Zevenwouden verslagen door een klein leger van Albrecht van Saksen. Deze overwinning is bepalend voor het eindigen van het tijdperk van de Friese vrijheid. Voor Friesland begint een periode van versnippering en politieke ondergeschiktheid.
Aldhouse-Green, Miranda Jane, (1996): The Celtic Goddess as Healer in Sandra Billington (ed). The Concept of the Goddess
Asaert, G., Bosscher, Ph.M., Bruijn, J.R., Hoboken, W.J., van et al (1976-1978): Maritieme geschiedenis der Nederlanden, De Boer Maritiem, Bussum
Berendsen, H.J.A. (2004): De vorming van het land, Inleiding in de geologie en de geomorfologie, Koninklijke Van Gorcum, Assen, ISBN 90-232-4075-8
Blok, D.P. (red) et al (1977-1983): Algemene Geschiedenis der Nederlanden, Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, ISBN 9022838005
Blokker, B., Es, G. van, Spiering, H. (1999): De vaderlandse geschiedenis in jaartallen, Uitgeverij Balans, Amsterdam, ISBN 9789050186544
Blom, J.C.H., Lamberts, E., redactie (2006): Geschiedenis van de Nederlanden, HBuitgevers, Baarn, ISBN 90-5574-474-3
Boone M. en Stabel P., ed. (2000): Shaping urban identity in late medieval Europe, Garant, Leuven (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, 11).
Houtte, J.A. van (1979): Economische en sociale geschiedenis van de Lage Landen, 800-1800, Haarlem
Jansen, H.P.H. (1981): Geschiedenis van de Middeleeuwen, derde druk, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht - Antwerpen, ISBN 9027453772
Janssen, P. e.a. (red) (1996): De gouden delta der Lage Landen. Twintig eeuwen beschaving tussen Seine en Rijn, Mercatorfonds, Antwerpen
Kossmann, E.H. (2002): De Lage Landen 1780-1940. Twee eeuwen Nederland en België, Amsterdam/Antwerpen
Kruta V., Frey, O.H., Raftery, B. & Szabo M. (1991): The Celts - (The Origins of Europe), Thames & Hudson Ltd., Londen ISBN 978 0500 015247
Kurth, G. (1896) : La frontière linguistique en Belgique, Brussel, deel XLVIII der Mémoires couronnés et autres mémoires, publiées par l'Académie.
van Driel-Murray, Carol, (2005): Those who wait at home in Ulrich Brandl, Frauen und Romisches Militar - Ten papers from a round-table session presented at a conference in Xante, Duitsland, ISBN 978-1407301983
Mannaerts P. (ed.), (2008): Beghinae in cantu instructae – Muzikaal erfgoed uit Vlaamse begijnhoven (Middeleeuwen-eind 18de eeuw), Brepols, Thurnout
ter Haar, Jaap (2005): Geschiedenis van de Lage Landen Ten Have, Kampen, ISBN 9025954693online
ter Haar, Jaap (2006): Geschiedenis van de Lage Landen Uitgeverij Kok, Kampen, ISBN 9043506427
Nouwen, Robert (2009): Keizer Augustus en de Lage Landen Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789058265890
Roever, Jutta Paulina de (2004): Swifterbant-aardewerk : een analyse van de neolithische nederzettingen bij Swifterbant, 5e millennium voor Christus, Dissertaties - Rijksuniversiteit Groningen online
Romein, J. en A. (1977): De lage landen bij de zee. Een geschiedenis van het Nederlandse volk, Den Haag-Antwerpen