Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Zuiderzee (water)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie ook : Zuiderzee (doorverwijzing), voor andere betekenissen van "Zuiderzee".

Het plan van Cornelis Lely, vóór de realisatie van de Afsluitdijk (ter afsluiting van de toenmalige Zuiderzee), de Wieringer Polder, de Hoornsche Polder en enigszins al plannen over de Noordoostpolder en Flevoland.

De Zuiderzee was vroeger de grote binnenzee in Nederland. Door de Afsluitdijk werd in 1932 deze zee afgesloten. Het binnendijkse deel heet sindsdien IJsselmeer, het buitendijkse deel is onderdeel van de Waddenzee. `

Algemeen

Na het gereed komen van de Afsluitdijk werd het water IJsselmeer genoemd, naar de rivier de IJssel die erin uitmondt. Het huidige IJsselmeer is nog maar ongeveer half zo groot als de oorspronkelijke zee. Het andere deel van de voormalige Zuiderzee is door inpolderingen land geworden. In het oostelijk en zuidoostelijke deel zijn drie polders aangelegd. Deze vormen gezamenlijk de huidige provincie Flevoland. Het IJsselmeer is met de aanleg van de Houtribdijk in 1976 opgesplitst in twee delen. Het zuidelijke gedeelte wordt sindsdien Markermeer genoemd, naar het voormalige eiland Marken dat hierin ligt. Dit meer zou worden ingepolderd om zo de Markerwaard te vormen, maar dit polderplan is van de baan.

Geschiedenis

In het Subatlanticum bestond er hier reeds een merencomplex en het werd rond de jaartelling door Romeinse auteurs Lacus Flevo (Flevomeer) genoemd. Dit merencomplex was toen nog relatief klein en stond in verbinding met de zee door een riviermonding of misschien een nauwe zeearm, waarschijnlijk het Vliestroomkanaal, tussen wat later de eilanden Vlieland en Terschelling zouden worden. Het Marsdiep was toen nog een riviermonding (fluvium Maresdeop). In deze periode stond de Zuiderzee nog bekend als Aelmere. Gedurende de vroege middeleeuwen begon dit te veranderen. Onder invloed van de warme periode van 800-1200 steeg het zeeniveau. In 838 was er een eerste grote overstroming, waarbij volgens twee bronnen een groot aantal plaatsen werd verwoest. Daarna bleef het ruim twee eeuwen rustig.

De definitieve klap kwam met een serie van stormen in de 12e en vooral 13de eeuw, waarbij grote delen van het het veenland wegsloegen. Het begon met de Julianavloed in 1164. Na de overstromingsrampen van 1212, 1214 en 1219 (eerste Sint Marcellusvloed) en 1248 brak het zeewater in het Almere in, waarbij naar verluidt de duinenrij bij Callantsoog werd weggeslagen. De natuurlijk ontstane barrières waren gebroken. Uit het binnenmeer was een binnenzee ontstaan. Na de stormramp van 1282, waarbij de verbinding tussen Texel en het vasteland werd doorbroken, en de desastreuse Sint Luciavloed in 1287, waarbij vele tienduizenden doden vielen, was dit proces voltooid en kwam de naam Zuiderzee algemeen in zwang.

De overlevende bewoners van het omliggende land maakten er het beste van en werden actief in de handel. Handelsschepen bevoeren de zee; havensteden als Kampen en Harderwijk behoorden tot de Hanze, en via de Zuiderzee voeren VOC-schepen naar Hoorn en Amsterdam. Ook werd er volop gevist. In 1900, toen de Zuiderzeevisserij op haar hoogtepunt was, waren er zo'n 3000 platbodems actief waarmee werd gevist op haring, ansjovis, paling, bot en garnalen.

Keerzijde waren de voortdurende overstromingen, waarbij vaak veel slachtoffers vielen.

In de loop van de negentiende eeuw rees het plan de Zuiderzee helemaal of gedeeltelijk in te polderen. Voor de internationale handelsvaart was de Zuiderzee toen al niet meer zo belangrijk. Inpoldering paste ook in het vooruitgangsgeloof van het tijdperk van de industriële revolutie. Het project zou veel nieuwe landbouwgrond opleveren, en zou de immer bedreigde kustlijn met ruim 250 kilometer inkorten. Dat laatste was van groot belang, omdat de Zuiderzee bekendstond als een woeste zee, die vaak voor overstromingen zorgde in het steeds dichter bevolkte Nederland.

Zuiderzeewerken

In 1886 richtten enkele notabelen de Zuiderzeevereniging op, die moest onderzoeken of drooglegging haalbaar was. Ir. Cornelis Lely trad in 1886 als veelbelovend ingenieur bij deze vereniging in dienst. Hij ontwierp in 1891 het eerste plan voor de afsluiting van de Zuiderzee. In 1913, toen Lely inmiddels voor de derde maal minister van Waterstaat was, werd inpoldering opgenomen in het regeringsprogramma - ondanks protesten van de visserijsector. Na de watersnood van 1916 waren de geesten rijp voor het megaproject en twee jaar later ging het parlement akkoord.

In juni 1920 werd het eerste deel van de Zuiderzeewerken aanbesteed: de aanleg van de 2,5 kilometer lange Amsteldiepdijk van Noord-Holland naar het eiland Wieringen. Bij dat project werd nuttige ervaring opgedaan die later van pas kwam bij de aanleg van de Afsluitdijk. In augustus 1930 werd de Wieringermeerpolder drooggelegd. Het is de enige Zuiderzeepolder geweest. De polder werd voor de afsluiting van de zee drooggelegd omdat er heel veel vraag was naar landbouwgrond. De aanleg van de Afsluitdijk begon in januari 1927. Op 28 mei 1932 werd de dam gesloten.

Tussen 1936 en 1968 is gewerkt aan de IJsselmeerpolders (Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland, de huidige provincie Flevoland). Aanvankelijk waren er plannen nog meer land in te polderen. Zo werd in 1976 nog dwars door het IJsselmeer de Houtribdijk aangelegd in verband met de geplande inpoldering van de Markerwaard. Deze is er nooit gekomen vanwege financiële redenen en toenemend verzet tegen verdere aantasting van het gebied rond de voormalige Zuiderzee. Op die manier heeft de omgeving aan de noordgrens van Amsterdam (De regio Waterland) het oorspronkelijke "open" karakter behouden.

De afsluiting had grote gevolgen voor de visserij en de natuur, en betekende de nekslag voor de duizenden vissers die op de Zuiderzee hun boterham verdienden. Na de voltooiing van de Afsluitdijk veranderde de voormalige zee in een meer. Het water werd geleidelijk aan steeds zoeter. Nog een paar jaar hielden de haring en de ansjovis stand, maar toen verdwenen ze. De bruinvis en de gewone zeehond waren toen al lang vertrokken. Veel vissers maakten gebruik van de Zuiderzeesteunwet en vroegen een uitkering aan. Anderen werden bijvoorbeeld pluimveehouder of boer. Ook vishandelaren, zeilmakers en scheepbouwers werden werkloos. De geschiedenis van de Zuiderzeevisserij is uitgebreid in beeld gebracht door Peter Dorleijn.

Huidige situatie

Paling blijft een belangrijke bron van inkomsten voor de vissers, al klagen deze wel over de sterke toename van aalscholvers die zich ook met de vis voeden.

Verder bieden het huidige IJsselmeer, de randmeren en Flevoland recreatiemogelijkheden voor de overvolle Randstad, mogelijkheden voor het terugdringen van de woningnood in diezelfde Randstad en is er "nieuwe natuur" ontstaan zoals de Oostvaardersplassen in Zuidelijk Flevoland.

Voormalige Zuiderzeekust

De voormalige kustlijn van de Zuiderzee kan nog gevolgd worden via de 400 kilometer lange Zuiderzee fietsroute. In Enkhuizen is een Zuiderzeemuseum, waar onder andere een typisch Zuiderzeeplaatsje is nagebouwd.

Historische vroegere Zuiderzeeplaatsen

Eilanden in de (voormalige) Zuiderzee

Van de vijf eilanden die ooit in de Zuiderzee lagen, bestaat alleen het voor Amsterdam liggende Pampus nog als een echt eiland. Ten noorden daarvan ligt Marken, dat sinds de aanleg van een dam in 1957 feitelijk een schiereiland is. Wieringen is door de Wieringermeerpolder onderdeel geworden van het vaste land. Maar er zijn plannen het oorspronkelijke eiland weer los van het land te maken door middel van de aanleg van het Wieringerrandmeer tussen het Amstelmeer en het IJsselmeer. Schokland en Urk zijn tenslotte opgegaan in de Noordoostpolder. Urk is nog wel een zelfstandige Nederlandse gemeente.

IJsseloog is een kunstmatig eiland in het Ketelmeer dat werd aangelegd vanwege milieutechnische redenen.

In 1997 is men begonnen met het aanleggen van het eiland Ramsplaat in de IJsselmonding van het Ketelmeer. Ten noorden van Andijk heeft men het eiland De Kreupel aangelegd met als doel om de voedselbronnen voor de vogels beter bereikbaar te maken. In de luwte van het ca. 70 ha grootte natuurproject is een aanlegsteiger met circa 20 aanlegplaatsen.

In sommige bronnen wordt er ook nog over het eiland Villa gesproken in de Zuiderzee. Door de steeds grotere wordende Zuiderzee werd Nagele eerst een eiland voordat het helemaal opging in de Zuiderzee.

Herinnering aan de Zuiderzee

Willy van Hemert (tekst) en Joop de Leur (muziek) schreven het lied de Zuiderzeeballade (1958), waarin de vooruitgang en (vissers)geschiedenis werd beschreven. In Enkhuizen bevindt zich het Zuiderzeemuseum en in Lelystad het Nieuw Land Erfgoedcentrum. Hier is veel te zien over de geschiedenis van de Zuiderzee en het IJsselmeer.

Zie ook

Externe links

rel=nofollow