Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Van den vos Reynaerde

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Van den vos Reynaerde, tegenwoordig ook wel Reinaart de vos, Reinaert de vos of Over de vos Reinaert genoemd, is een episch dierdicht dat geldt als een hoogtepunt in de Nederlandse middeleeuwse literatuur, hoewel het gebaseerd is op het Latijnse dierenepos Ysengrimus. Het telt in totaal 3469 versregels en is geschreven in het Middelnederlands.

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is het verhaal geen fabel, maar een epos (heldendicht) in de vorm van een dierenverhaal. Wel is het verhaal duidelijk geïnspireerd op veel bekende fabels uit de Oudheid.

Geschiedenis

Het verhaal zou in de 13e eeuw zijn geschreven door een zekere Willem, over wie in de eerste regels gezegd wordt dat hij nog iets anders gemaakt heeft, namelijk Madocke (tegenwoordig: Madoc) (Willem die Madocke maecte; in moderne versies vaak: Willem die ook Madoc schreef). Nog een aanwijzing is dat men bij de laatste verzen van het verhaal een acrostichon opmerkt: BI WILLEME. Deze vermeldingen worden echter ook wel gezien als een parodie op middeleeuwse auteursprologen en slotwoorden. Volgens Jacob van Maerlant schreef rond 1200 de Vlaamse dichter Willem van Hulst een verhaal "De reis van Madoc", gebaseerd op het leven van de 12e-eeuwse, Welshe troonpretendent Madoc ap Owain. Een andere mogelijke kandidaat is Willem van Boudelo, alias Willem Corthals.

De wortels van het Reynaertverhaal reiken diep in het verleden, tot Aesopus en Phaedrus, de grootste fabeldichters uit de klassieke oudheid. Een van de directe voorlopers is het omstreeks 1100 in het Latijn geschreven Ysengrimus, een eerste grote verzameling met fabels en verhalen over dieren met daarin een wolf centraal. De dieren hebben daar voor het eerst eigennamen. De dichter van dat werk is vermoedelijk "Magister Nivardus". Waarschijnlijk was hij een clericus die zeer goed de situatie van de Sint-Pietersabdij én het religieuze leven in Gent en de wijde omgeving kende.

Het Middelnederlandse Reynaertverhaal is echter in hoofdzaak gebaseerd op een Frans verhaal: Le Plaid, letterlijk vertaald 'het pleidooi'. Dit verhaal verscheen rond 1160 en was het eerste van een grotere verzameling vossenverhalen: Le Roman de Renart, geschreven door Perrout de Saint Cloude.

In de traditie van de oudste dierenverhalen werden dieren met legendarische halve waarheden en hele verzinsels opgezadeld. De vos wordt beschreven als uitgesproken demonisch: hij is wreed, bedrieglijk, hebzuchtig, vals, ontuchtig en genadeloos. Hij ontziet niemand. In dit negatieve verwachtingspatroon ontwierp de dichter dit dierenverhaal omstreeks 1260 voor een hoofs of adellijk publiek, dat de gangbare opvattingen bevestigd wenste te horen en van een vos niets goeds verwachtte. De Dietse hofliteratuur kent een grote bloei en er is dus ruimte voor een goed dierdicht. De Reynaert stelde hen niet teleur. De vos is een lepe, doortrapte bandiet, want niet alleen heeft hij kippen doodgebeten, daarnaast staat hij Bruun en Tibeert naar het leven en lokt hij de naïeve Cuwaert genadeloos in een dodelijke val.

Willem was een nauwgezet man, die zich voor het samenstellen van zijn Reynaertepos goed gedocumenteerd had met en over de eerder genoemde bestaande dierenverhalen. Het werk is dus niet ontsproten aan de dichterische Volksseele, zoals lang werd vermoed. Evenmin is het ontstaan in de opkomende kleine burgerij.

Van dit dierenepos is een manuscript integraal bewaard gebleven in het Comburgse handschrift, een codex die dateert van tussen 1380 en 1425 en afkomstig is uit het Gentse, vermoedelijk uit een kopiistenatelier. 'Van de vos Reynaerde' bevindt zich op de folio's 192 t/m 232.

Verhaal

Leeswaarschuwing — Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal
rel=nofollow

Tijdens de hofdag van koning Nobel verschijnen alle dieren, behalve Reynaert de Vos. Verschillende dieren doen hun beklag over de schurkenstreken van Reynaert, waaronder Isengrijn/Izegrim de wolf, de haan Cantecleer en ook het hondje Courtois. Grimbeert de Das, een neef van Reynaert, is de enige aan het Hof die Reynaert verdedigt. Koning Nobel besluit daarop om de vos voor het Hof te dagen. Daartoe worden Bruun de Beer en Tybeert de Kater als dagvaarders aangesteld.

Reynaert kan Bruun de Beer, die als eerste wordt gestuurd om Reynaert te dagvaarden, in een val lokken. Hij maakt hiervoor gebruik van Bruuns gulzigheid. Reynaert vertelt Bruun dat er honing in een opengespleten boom zit. Reynaert slaat de wiggen uit de boom en de beer komt vast te zitten, waarna de dorpelingen hem gruwelijk aftuigen. Vervolgens komt Tybeert de Kater. Ook deze keer is Reynaert de slimste; hij weet Tybeert op te sluiten in het kippenhok bij een vijandig gezinde pastoor. Uiteindelijk weet Grimbeert zijn oom te overtuigen om mee te gaan naar het Hof, omdat hij de derde in rij is die hem komt dagvaarden (middeleeuwse getallensymboliek).

Reynaert probeert al het mogelijke om toch maar niet schuldig bevonden te worden voor zijn misdaden. Hij vertelt over zijn jeugdjaren en hoe hij vroeger heel onschuldig met kippen speelde, tot hij er een per ongeluk doodbeet. Sindsdien is hij verzot op de smaak van bloed. Koning Nobel en de zijnen blijven echter bij hun besluit. Uiteindelijk, wanneer Reynaert alleen met de koning en koningin is, komt hij met zijn beste list. Hij vertelt aan de koning het volgende verhaal: Reynaerts eigen vader, samen met Isengrijn, Bruun, Tybeert en Grimbeert, zouden een complot tegen de koning hebben beraamd. Zij hebben een grote schat vergaard, maar Reynaert heeft de geplande aanslag verijdeld door deze schat te stelen en te verbergen. Alleen Reynaert kent daarom de plaats waar de schat zich bevindt, namelijk de Kriekeput. Als de koning Reynaert vrij laat, zal Reynaert hem in ruil deze vindplaats bekendmaken.

Koning Nobel is eerst argwanend, maar wordt dan door zijn vrouw overgehaald en de vermeende samenzweerders worden ingerekend. Reynaert kiest het hazenpad, en vertrekt zogenaamd op bedevaart naar Rome. Vóór zijn vertrek wordt hij eerst thuisgebracht door Cuwaert de Haas en Belijn de Ram. In zijn burcht Malpertuus bijt Reynaert Cuwaert de strot door en samen met zijn vrouw en welpjes eet hij de haas op, waarna Reynaert Belijn met een tas terugstuurt naar koning Nobel. Reynaert vertelt dat er een brief in zit, maar in werkelijkheid heeft hij de kop van Cuwaert erin gedaan. Als koning Nobel eenmaal alles doorziet, is hij woedend. Hij vertrekt persoonlijk met de edelen naar Reynaerts burcht om Reynaert om te brengen. De slimme Reynaert is dan echter met zijn gezin al de wildernis in gevlucht.

Achtergronden

Van den vos Reynaerde bevat tal van satirische verwijzingen naar de 'mensenmaatschappij': de adel en de geestelijkheid moeten het flink ontgelden. Enkele voorbeelden hiervan zijn dat priesters zich niet aan hun celibaat hielden en dat de adel lui en incompetent was. Ook de derde stand blijft niet gespaard, want wanneer het volk Bruin de Beer te lijf gaat, lijken ze wel een bende primitievelingen. Ze slaan op hem met het hele huisraad van 'pollepels' tot een spoel van het spinnewiel. Ook de namen van de vrouwen uit het volk zijn duidelijke verwijzingen naar verscheidene zonden. 'Vuilemaerte' kan men beschouwen als gemakkelijk om mee te verkeren, bijna een slet. In 'Ogerne' kun je dan weer de uitspraak "O gerne" verstaan wat aan een prostituee doet denken. Ook de priestersvrouw 'Julooke', " Jou lok ik", is een vrouw van laag allooi. Zelfs Ysegrijns vrouw Haersinde is niet van dubbelzinnigheid gespeend. Vergelijk: 'Haar zint het', 'Haar zonde' of zelfs 'Aersende'.

Dierenwereld als allegorie

De belangrijkste reden waarom dit verhaal als een dierenverhaal is opgetekend, is het antropomorfisme. Dieren op menselijke wijze laten spreken en handelen is een bijzonder geschikte manier om mensen op indirecte wijze iets duidelijk te maken. Een dergelijk dierenverhaal toont immers een wereld in spiegelbeeld. Dieren treden handelend, denkend en sprekend op, alsof het mensen zijn. Mensen worden daarentegen doorgaans als domme, instinctieve en redeloze wezens afgeschilderd. Door het publiek deze allegorische spiegel voor te houden, wordt het volk geconfronteerd met hun naïeve en instinctieve gedrag.

Als bijkomend voordeel kan de auteur zijn beschrijving van de omgekeerde wereld volgens het principe 'man bijt hond' een eerder komisch effect geven. Op die manier is het mogelijk om, indirect en zonder mensen bij naam te noemen, op een aangename en ludieke wijze commentaar of kritiek te geven op de manier waarop het er in de mensenwereld aan toegaat. De auteur kan ook kritiek geven op machtige personen zonder te hoeven vrezen voor represailles, omdat deze kritiek indirect gebeurt, discreet en de personen niet bij naam genoemd worden.

Het beeld van de vos

De vos was in de middeleeuwen een niet graag gezien dier. Hij gold als een roofdier, dat veel schade kon aanrichten. Als kippendief kon hij op het platteland honger en zelfs voedseltekort betekenen. De auteur staat bijzonder onsympathiek tegenover Reynaert. Zo beweert hij dat Hi hadde te hove so vele mesdaen, dat hire niet dorste gaan. Die hem beschuldich kent, ontsiet! (Hij had zoveel misdaan jegens het Hof, dat hij er niet naartoe durfde te gaan. Wie zich schuldig weet ontziet het zich.) Bovendien noemt de auteur Reynaert den fellen metten grijsen baerde (een felle kerel met een grijze baard). Fel had in de middeleeuwen een tegenovergestelde betekenis van hoofs. Het is een zeer negatief geladen woord, dat wordt gelinkt aan andere woorden in de tekst (dorper, scalc, ...). Al deze aantijgingen zijn ironisch gebruikt, want een van de conventies van de middeleeuwse roman was dat het hoofdpersonage lovend werd omschreven, met verwijzingen naar vroegere heldendaden als in het oog springende kwaliteiten. Hier doet de auteur dit ook, maar met het tegenovergestelde effect.

De vos was tevens een drager van hondsdolheid en werd gezien als de verpersoonlijking van de duivel. Hij hield zich voor dood, zodat het lijkt alsof hij een lijk is. Daardoor kwamen vogels op hem af en als ze zeer dichtbij waren at hij ze op. Kortom, de vos was een doortrapt, boosaardig, onheilspellend dier.

Invloeden op buitenlandse literatuur

Het Reynaert-verhaal is een van de weinige stukken in de Nederlandse literatuur die buitenlandse literatuur beïnvloed heeft. Geoffrey Chaucer gebruikte materiaal van het bekende Vlaamse verhaal in zijn Canterbury Tales, met name het verhaal van Cantecleer de Haan en Reynaert. In 1485 vertaalde William Caxton het hele verhaal naar The Historie of Reynart the Foxe. Tybalt uit William Shakespeare's Romeo en Julia is genoemd naar Tybeert de Kater. Goethe schreef ook over de geslepen vos in zijn fabel Reineke Fuchs. Het werk werd rond 1200 ook vertaald naar het Latijn, onder de titel "Reynardus Vulpes" door Balduinus Iuvenis. Op zijn beurt heeft Dr. R.B.C. Huygens deze Latijnse vertaling terugvertaald naar het Nederlands (1967).

Populaire verwijzingen

  • In Amsterdam is de Reinaert de Vosstraat gelegen
  • Plaatsen uit de omgeving van de Zeeuws-Vlaamse stad Hulst worden in het boek genoemd: Absdale en Hulsterloo. In de stad staat eveneens een groot standbeeld met de dieren uit het gedicht. Er is ook een school naar Reynaert vernoemd, namelijk het Reynaert College.
  • In 1941 werd in Nederland in opdracht van de NSB een tekenfilmversie van het verhaal gemaakt, gebaseerd op een romanbewerking door Robert van Genechten. De plot werd echter aangepast aan de nazi-ideologie. Reynaert is in deze animatiefilm de held van het verhaal en Koning Nobel wordt voorgesteld als een ezel in plaats van een leeuw. De slechteriken in het verhaal zijn een groep neushoorns, karikaturen van joden, die de dieren financieel uitzuigen en opjutten te trouwen met andere diersoorten, waardoor er allerlei bizarre nieuwe diersoorten ontstaan. Deze uitermate racistische en antisemitische film werd uiteindelijk nooit in het openbaar vertoond en pas in 1991 teruggevonden. In 2005 kwamen nog nieuwe scènes uit de film boven water.[1]
  • Louis Paul Boons Wapenbroeders, een herschrijving van het klassieke dierenepos, verscheen in 1955. Het waren oorspronkelijk korte stukjes, gepubliceerd in het tijdschrift 'Front'.
  • Paul Biegel schreef in 1972 een moderne bewerking van het verhaal.
  • Het tijdschrift Tiecelijn, gesticht in 1988, is geheel gewijd aan de studie en het naleven van dit dierenverhaal.
  • In het Suske en Wiske-album De rebelse Reinaert (1998) komen de hoofdfiguren in contact met Reynaert. Het album is berucht vanwege de verschillende allusies op de ontsnapping van Marc Dutroux, waarbij de vos als Dutroux fungeert.
  • Van Leo Faes verschenen twee Reynaertstrips: Reynaerts wraak (1998) en De moordenaars van Malpertuus (2017, gebaseerd op Le mort de Renard van Guillaume, marquis de Madoc).
  • In de Oost-Vlaamse stad Deinze, trekt om de vijf jaar de Stoet van Canteclaer (genoemd naar de haan) door de straten. Bovendien heeft Deinze ook een wijk waar alle straten genoemd zijn naar personages uit Van den vos Reynaerde. Concreet gaat het over de Reynaertstraat, de Tijbaartstraat, de Hermeleinestraat, de Cobbestraat, de Grimbaartstraat, de Kuwaardestraat, de Nobelstraat en het Canteclaerplein. Daarnaast heeft Deinze ook twee beelden van de hand van kunstenaar Chris Ferket die verwijzen naar het verhaal: in de Tolpoortstraat staat het beeld Reynaert op het graf van Coppe en in recreatiepark De Brielmeersen staat een beeld met als titel Reynaert leert Isengrijn klokken luiden.
  • In de Maastrichtse wijk Malpertuis, de naam van Reinaerts woning, zijn de straten genoemd naar de figuren uit Van den vos Reynaerde. Ook in het Zeeuws-Vlaamse Nieuw-Namen, het Friese Kollum en in een wijk in het Vlaamse Belsele zijn de straten genoemd naar de hoofdfiguren. In Gent zijn ter hoogte van de Brugsesteenweg 5 straten genoemd naar personages uit het verhaal: de Cantecleerstraat (genoemd naar de haan), de Coppestraat (genoemd naar de kip), de Isegrimstraat (genoemd naar de wolf) en het Grimbertpad (genoemd naar de das) alsook het Koning Nobelplein.
  • In 2006 schreef de Friese dichter en schrijver Steven H.P. de Jong zijn bewerking van het verhaal, getiteld "Neam my mar Willem"(Noem mij maar Willem). Het verhaal van de vos wordt in het boek verteld door een oude verteller, die zichzelf aan het eind Willem noemt. Dit verwijst naar de Willem die het originele verhaal schreef. Het boek speelt dan ook in het Giekerk (Gytsjerk) van 1200.
  • In 2008 publiceerde de Nederlandse rapper Charlie May zijn rapversie van de Reinaert in het jeugdboekenfonds van Uitgeverij Holland, getiteld Reinaert de Vos ... gerapt, met bijbehorende cd. Volgens de historicus Herman Pleij benadert May de oorspronkelijke wijze van voordragen van dit aanvankelijk verbale kunstwerk.
  • Van den vos is een muziektheaterproductie uit 2013 van FC Bergman.
  • Fokke & Sukke hebben een reeks cartoons gewijd aan de vaderlandse geschiedenis en literatuur, Fokke ende Sukke. In "Fokke ende Sukke kennen altijd wel een mannetje" moet hun madocke, hier een fictief apparaat zonder af te leiden functie, gerepareerd worden. Ze besluiten dit naar Willem te brengen om het te laten maken. De grap verwijst naar het onbekende verhaal dat in het begin van de Reinaert vermeld wordt.

Kunst

  • De overgave van Reinaert de vos, door Leonard van Munster
  • The Phoebus Foundation is de eigenaar van meer dan 350 boeken over Reynaert de Vos, van de vroege 16de eeuw tot vandaag. Deze collectie werd in 2018 tentoongesteld onder de vorm van een 'expeditie' rond het middeleeuwse dierenepos. Daarvoor werkte de Stichting samen met Rik Van Daele, secretaris-penningmeester van het Reynaertgenootschap.

Bronnen, noten en/of referenties

Noten

  1. º Reynard the Fox and the Jew Animal, 1 oktober 1996, Egbert Barten and Gerard Groeneveld, awn.com
rel=nofollow

Secundaire literatuur

  • Jozef Janssens en Rik van Daele, Reinaerts streken : van 2000 voor tot 2000 na Christus (Leuven : Davidsfonds/literair, 2001).
  • Martin Zebracki, Het grenzeloze land van Reynaerde. Geografie 20 (2011: 2), pp. 30-33.

Externe links

rel=nofollow

Wikisource  Vanden Vos Reynaerde op Wikisource

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Reineke Fuchs op Wikimedia Commons.

rel=nofollow