Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Joodse kalender
in het Hebreeuws:
van zondagavond 1 december 2024 bij zonsondergang,
tot maandagavond 2 december 2024 bij zonsondergang
volgens de gregoriaanse kalender.
De joodse kalender of Hebreeuwse kalender (Hebreeuws: הַלּוּחַ הָעִבְרִי / ha’loeach ha‘iwri) is een lunisolaire kalender. De nu gebruikelijke joodse jaartelling rekent vanaf het jaar waarvan het jodendom volgens de rabbijnse chronologie aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden.
Term
Het Hebreeuwse woord voor kalender, לּוּחַ, loeach, betekent ook een bord om van te eten, een bord om op te schrijven of een uithangbord. Een schematische tijdsvoorstelling van bijvoorbeeld de maand of volgende maanden op een bordje gekrast of getekend, vormde een kalender.
Lunisolaire kalender
In het jodendom gebruikt men een lunisolaire kalender: een maankalender die in het juiste seizoen wordt gehouden door het invoegen van schrikkelmaanden. Een ’synodische’ maand of lunatie duurt ca. 29,5 dagen waarbij de ene maand 29 en de andere maand weer 30 dagen duurt. Omdat er 12 joodse maanden zijn, komt men hierdoor uit op 354 dagen. Een maanjaar is dus ongeveer 11 dagen korter dan een jaar van een zonnekalender van 365 of 366 dagen.
Dit lost men op door een schrikkelmaand in te voegen. De naam van de schrikkelmaand is ve-adar of adar sjeni (in het Nederlands ook wel tweede adar of kortweg adar 2).
Schrikkelmaanden
In de rabbijns-joodsde kalender is het invoegen van de schrikkelmaand ve-adar gestandaardiseerd. De schrikkelmaand telt altijd 29 dagen en wordt ingevoegd in het 3e, 6e, 8e, 11e, 14e, 17e, en 19e jaar van de cyclus van Meton.
Herfst-tot-herfst
Hedendaagse Israëlische kalenders bevatten gewoonlijk de herfst-tot-herfst-kalender, die met de maand tisjri begint (de zevende maand volgens de Thora).
het artikel geschiedenis van de joodse kalender, voor een overzicht over wanneer het jaar vroeger begon. |
Er zijn vele dubbele kalenders in omloop: ofwel de gregoriaanse kalender met de joodse maanden in het klein aangegeven, ofwel de joodse kalender met de data van de gregoriaanse kalender.
Maandnamen
Oorspronkelijk werden de maanden genummerd. Later kregen de maanden namen. Van de oude Hebreeuwse maandnamen zijn nog slechts enkele bekend. Tijdens de ballingschap in Babylon kwamen maandnamen in gebruik die gebaseerd waren op de Babylonische maandnamen. De Babylonische maandnamen waren Nisanu, Ayaru, Simanu, Du’uzu, Abu, Ululu, Tashritu, Arakshama, Kislimu, Tebetu, Shabatu en Adaru.
„godsdienstig” | „burgerlijk” | Hebreeuws | maandnaam | Oude Hebreeuwse naam (vóór de Babylonische ballingschap) |
Gregoriaanse maandnaam |
1 | 7 | נִיסָן | nisan,[a] | abib,[b] awiew,[c] | maart/april |
2 | 8 | אִיָּר / אייר | ijar,[a] iar,[a] ijjar | ziw,[b] ziew,[c] ziv | april/mei |
3 | 9 | סִיוָן / סיוון | sivan,[b] siwan,[c] | mei/juni | |
4 | 10 | תַּמּוּז | tammuz,[b] tammoez[c] | juni/juli | |
5 | 11 | אָב | ab,[b] av[c] | juli/augustus | |
6 | 12 | אֱלוּל | elul,[b] eloel[c] | augustus/september | |
7 | 1 | תִּשׁרִי | tisjri[a] | etanim,[b] etaniem,[c] ethanim | september/oktober |
8 | 2 | מַרְחֶשְׁוָן / מרחשוון | chesjvan,[a] chesvan,[a] ook: marchesjvan[a] |
bul,[b] boel,[c] | oktober/november |
9 | 3 | כִּסְלֵו / כסליו | kislew,[b] kislev[c] | november/december | |
10 | 4 | טֵבֵת | tebet,[b] tewet[c] | december/januari | |
11 | 5 | שְׁבָט | sebat,[b]sjevat,[c] sjebath | januari/februari | |
12 | 6 | אֲדָר (enkel in schrikkeljaren: אֲדָר א׳ ’eerste adar’) |
adar[a] | februari/maart | |
13 | (13) | אֲדָר ב׳ | adar sjeni,[a] tweede adar,[a] ve-adar, adar 2 | (in schrikkeljaren) in maart/april |
a↑ Volgens de woordenlijst van de Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands. b↑ Hebreeuws-Nederlands, gangbare versie volgens de woordenlijst van de Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands. c↑ Hebreeuws-Nederlands, transcriptieversie volgens de woordenlijst van de Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands. |
jaarlengte | Nederlandse benaming |
---|---|
353 dagen | onvolledig (of onvoltallig) gewoon jaar |
354 | regelmatig gewoon jaar |
355 | volledig (of voltallig) gewoon jaar |
383 | onvolledig (of onvoltallig) schrikkeljaar |
384 | regelmatig schrikkeljaar |
385 | volledig (of voltallig) schrikkeljaar |
Jaarlengte
Volgens de regels van de rabbijns-joodse kalender kan het jaar verschillende lengtes hebben. De gewone jaren hebben 353, 354 of 355 dagen. De schrikkeljaren (ook: ’empolische jaren’) hebben 383, 384 of 385 dagen.[2][3]
Dagindeling
Een dag begint bij zonsondergang op de vooravond ervan. De zonsondergang werd door Maimonides gedefinieerd als het tijdstip wanneer drie sterren van gemiddelde glans zichtbaar worden. Een moderne definitie luidt: wanneer het middelpunt van de zon 7° onder de geometrische horizon staat. Dat is iets later dan de burgerlijke schemering, wanneer het middelpunt van de zon 6° onder de horizon staat.
Voor kalenderberekeningen gebruikt men vaste uren die de lengte hebben van 1/24 van een etmaal, en neemt men 18:00 uur voor het begin van een dag.
Een dag is ingedeeld in 24 uur, elk met 1080 delen (chalakim). Elke minuut bevat bijgevolg 18 chalakim (enkelvoud chelek). Een chelek is 3⅓ seconden.
In de oudheid stond de lengte van de uren niet vast, aangezien de zonsondergang niet constant op het zelfde uur plaatsvindt. Zo is ook nu nog de plaatselijke tijd van de zonsondergang bepalend voor het begin van de halachische dag. (De dag volgens de joodse geboden.) Dit heeft invloed op de gebedstijden en op het begin en einde van de sabbat en feest- of vastendagen. De tijdsinterval tussen de zonsopgang en de zonsondergang wordt gemeten en in 12 gelijke delen verdeeld: dit zijn de sjaot zemanijot, de halachische uren.
Molad
Het jaarbegin werd vroeger bepaald werd door het zichtbaar worden van de nieuwe maansikkel te Jeruzalem; de rabbijns-joodse kalender maakt in plaats daarvan gebruik van de berekende joodse nieuwe maan of ’molad’. Aan de hand van de molad tisjri, de molad van de maand tisjri, wordt bepaald wanneer het jaar begint.
Dechiot
Opdat niet teveel vasten- of feestdagen vlak voor of na sabbatdagen zouden vallen, bestaan in de rabbijns-joodse kalender vier regels (dechiot, enkelvoud dechia) waardoor het begin van het nieuwe jaar een dag of zelfs twee dagen uitgesteld wordt.
het artikel Dechia |
Maand
Een maand heeft 29 of 30 dagen. Een maand met 30 dagen is vol (מלא, malee) een maand met 29 dagen heet ’onvolledig’ (חסר, chasser).
De maanden nisan, sivan, av, tisjri, en sjevat hebben in de rabbijns-joodse kalender altijd 30 dagen. De maanden ijar, tammoez, eloel, tevet en adar (of in schrikkeljaren de tweede adar) hebben altijd 29 dagen.
De maand adar I, die in schrikkeljaren wordt ingevoegd voor de maand adar II, heeft 30 dagen. (Dit houdt in dat feest- en gedenkdagen, die in een gewoon jaar in de maand adar vallen, in een schrikkeljaar in de maand ve-adar (adar II) vallen.)
De maanden chesjvan en kislev kunnen in lengte variëren. Er zijn maar drie combinaties mogelijk: ofwel hebben ze alle drie 30 dagen, ofwel 29 dagen, ofwel heeft chesjvan 29 dagen en kislev 30.
Jaartelling
De nu gebruikelijke joodse jaartelling rekent vanaf het jaar waarvan de rabbijnse chronologie aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden, (de Anno Mundi).
„In verscheidene rabbijnse berekeningen begon het ’Tijdperk van de Schepping’ in de herfst van een van de jaren tussen 3762 en 3758 vóór de gangbare jaartelling [voor Christus]. Sinds de twaalfde eeuw werd het aanvaard dat dit tijdperk in 3761 voor de gangbare jaartelling begon (om exact te zijn, op 7 oktober van dat jaar).”[1](juliaans) (Dit komt overeen met 6 september(gregoriaans), juliaanse dag 347998.) Het joodse jaar 5785 komt zodoende overeen met het algemene of gregoriaanse jaar (sept./okt., tisjri) 2024 - 2025.
Nauwkeurigheid
De rabbijns-joodse kalender rekent 2913753⁄25920 dagen of 29 dagen, 12 uur en 793 ’delen’ (chalakim) als lengte van een synodale maand en neemt aan dat deze even lang zijn. Omgerekend zijn dit (bij benadering) 29,5305941235 dagen. Het verschil met de moderne wetenschappelijke schatting bedraagt minder dan een halve seconde.
In het kalendersysteem wordt ook aangenomen dat een tropisch jaar de exacte lengte heeft van 127⁄19, dat is ongeveer 365,2468 dagen. Het tropische jaar (365,2422 dagen) wordt dus ongeveer 0,0046 dagen overschat, wat neerkomt op ongeveer zeven minuten per jaar. Dit betekent dat de rabbijns-joodse berekende kalender per 216 jaar één dag „achterloopt”. De afwijking is kleiner dan die van de juliaanse kalender, waarin een jaar van 365,2500 dagen gebruikt wordt, wat een verschil is van 0,0078 dagen per jaar, of een dag per 128 jaar. Maar de afwijking is heel wat groter dan die van de gregoriaanse kalender, waarin het jaar van 365,2425 dagen een verschil uitmaakt van 0,0003 dagen per jaar, wat pas na 3333 jaar een dag verschil maakt.
Door de verschuiving van de kalender en door de rabbijnse dechiot, regels die bepalen wanneer het begin van het jaar een dag wordt uitgesteld, kan het in de rabbijns-joodse kalender voorkomen dat het Pesach soms wel een maand „te laat” gevierd wordt. Het valt dan zowat een maand na Pasen. Dit gebeurt bijvoorbeeld in 2016 en opnieuw in 2019.
In 1953 ontstond de paradoxe situatie dat de Birkat Hachama, een herdenking die om de 28 jaar plaatsvindt en die traditioneel de lente-equinox zou vieren, op 8 april viel, acht dagen na het Pesach, dat na het begin van de lente (de lente-equinox) valt.
Zie ook
Weblinks
(en) Calendar, Hebrew, “Luaḥ” = table, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: ) (en) Jewish Calendar, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: ) (en) Wikibooks: Computer programming: Hebrew calendar
1↑ (en) Encyclopaedia Judaica, second edition, 1971, volume 4. 2↑ Kalender op sterrenkunde.nl 3↑ Moderne kalenders op Astronomie Antwoorden (http://aa.quae.nl) |
Kalendersystemen |
---|
In gebruik: Armeens • Assyrisch • Bahá'í • Berbers • Chinees • Ethiopisch • Georgisch • Gregoriaans • Hindoe • IJslands • Indiaas • Iraans • Islamitisch • Joods • Juliaans • Koptisch • Liturgisch • Maçonniek • Samaritaans • Thai • Tibetaans Oude kalenders: Attisch • Azteeks • Egyptisch • Georgisch • IJslands • Maya • Macedonisch • Quakers • (Frans) Republikeins • Romeins • Runen • Tabotkalender (rasta) Voorgestelde kalenders of kalenderhervormingen: Darische kalender • Maréchal-kalender • New Earth Calendar • Positivistenkalender • Sovjetisch Kalenderberekening: epacta • cyclus van Meton • gulden getal • indictie • martelaarsboekletter • zondagsletter • zonnecirkel Jaartelling: Ab Urbe Condita • Anno Diocletiani • Anno Mundi (Byzantijns) • Boeddhistisch • Christelijke jaartelling • Olympiade • Seleucidische jaartelling Verwante thema’s: Dionysische Paasperiode • juliaanse dag • oude Nederlandse maandnamen • schrikkeljaar |
Jodendom |
---|
Algemeen: Joden • Geschriften: Thora • Tenach • Misjna • Talmoed • Tosefta • Literatuur • Halacha • Ketoeba • Religieuze plichten en gebruiken: Kasjroet • Briet • Gebed • Mitswa • Sjabbat • Tsedaka • Tijd en kalender: Feestdagen • Maanden • Jaartelling • Geschiedenis • Gebouwen: Tempel • Synagoge • Personen: Rabbijn • Chazan • Andere: Mystiek • Kabbala • Mythologie • A tot Z |