Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Chinese kalender

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Chinese kalender
Naam (taalvarianten)
Traditioneel 農曆
Vereenvoudigd 农历
Hanyu pinyin nónglì
Jyutping (Standaardkantonees) nung4 lik6
Standaardkantonees Nong Lik
Yale (Standaardkantonees) nung4 lik6
Dapenghua Nòng Làk
Letterlijke vertaling landbouw kalender
Andere benamingen Wangli 黃历,
Huangli 皇历,
Xiali 夏历,
Yangli 阳历

De traditionele Chinese kalender is een lunisolaire kalender, die net als bijvoorbeeld de Hebreeuwse kalender elementen van een maankalender en van een zonnekalender in zich verenigt. Sinds 1949 gebruikt men in China officieel de gregoriaanse kalender.[1] De Chinese lunisolaire kalender wordt nog gebruikt om de datum van traditionele Chinese feestdagen zoals het Chinees nieuwjaar, voorjaars- en herfstfeest aan te geven, en bij de astrologie. Chinese kranten, zoals Sing Tao Daily en Kanzhongguo vermelden de Chinese datum naast de westerse datum.

Er bestaan verschillende Chinese jaartellingen.

Regels

De berekening van de Chinese kalender is ingewikkeld, omdat deze niet gebaseerd is op gemiddelde waarden, maar op de nauwkeurige posities van de maan en de zon. Sinds de kalenderhervorming van 1645, die doorgevoerd werd met de hulp van de jezuïet Adam Schall von Bell, volgt de Chinese kalender de volgende vijf regels:

  1. Als referentiepunt dient de 120e oostelijke meridiaan (geografie) (Peking / Beijing: 116° 25' O).
  2. De dag begint om middernacht.
  3. De eerste dag van de maand is altijd waarop de dag nieuwe maan valt.
  4. De winterzonnewende van het noordelijk halfrond valt gedurende de elfde maand.
  5. Wanneer een schrikkelmaand nodig is, wordt de eerste maand tussen twee winterzonnewenden, waarop geen zhōngqì (中氣) valt (1/12 van een tropisch jaar), een schrikkelmaand. De schrikkelmaand krijgt hetzelfde nummer als de maand ervoor.

Jaren

Jaarbegin

Het jaar van de Chinese kalender begint met de tweede nieuwe maan na de winterzonnewende. Dit kan tussen 21 januari en 21 februari van de gregoriaanse kalender liggen.

Jaarlengte

Een jaar kan variëren tussen 353 en 385 dagen. Het kortste jaar kan bestaan uit zeven maanden van 29 dagen en vijf maanden van 30 dagen; het langste jaar kan vijf maanden van 29 dagen en wel acht maanden van 30 dagen bevatten.

Weken en andere groeperingen van dagen

Weken van zeven dagen

De dagen zijn gegroepeerd in weken van zeven dagen, genaamd hemellichamenweek. In het moderne China worden de namen van de planeten niet meer gebruikt in de namen van de dagen. Maandag tot zaterdag heten eerste dag tot zesde dag. Enkel de zondag heeft de nog naam van het hemellichaam.

Oud Modern
weekdag Chinees Pinyin moderne naam Chinees Pinyin
Maan-dag 月曜 yuè yào eerste dag 星期一 xīngqī yī
Mars-dag 火曜 huǒ yào tweede dag 星期二 xīngqī è
Mercurius-dag 水曜 shuǐ yào derde dag 星期三 xīngqī sān
Jupiter-dag 木曜 mù yào vierde dag 星期四 xīngqī sì
Venus-dag 金曜 jīn yào vijfde dag 星期五 xīngqī wǔ
Saturnus-dag 土曜 tǔ yào zesde dag 星期六 xīngqī lìu
Zon-dag 日曜 rì yào zondag 星期日 xīngqī rì

Decaden (tien hemelstammen)

Naast de week van zeven dagen, zijn de dagen ook gegroepeerd in wat wij decaden zouden noemen, periodes van tien dagen, genaamd hemelstammen ( 天干, tiān gān).

Elke dag in een dergelijke decade heeft een eigen naam:

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
jiǎ bǐng dīng gēng xīn rén guì
hout hout vuur vuur aarde aarde metaal metaal water water

De tien hemelstammen houden verband met het aantal elementen uit de Aziatische vijf-elementenleer en het mannelijke en vrouwelijke principe: yin en yang.

De datum van een aantal traditionele feestdagen wordt vastgesteld aan de hand van de hemelstammen.

Twaalfdagige periode (twaalf aardtakken)

De twaalf aardtakken zijn een oud Oost-Aziatisch nummeringssysteem, dat niet alleen in de kalender werd gebruikt. In de kalender staat elke aardtak direct in verband met een dierenriemteken. De twaalf aardtakken worden op verschillende manieren in de kalender gebruikt. Zo is er ook een cyclus van twaalf jaar, gebaseerd op de aardtakken, evenals een cyclus van twaalf dagen, en een indeling van twaalf (dubbele) uren in een dag.

aardtak dierenriemteken
 1 rat (鼠 shǔ)
 2 chǒu buffel (牛 niú)
 3 yín tijger (虎 )
 4 mǎo haas (兔 )
 5 chén draak (龍 lóng)
 6 slang (蛇 shé)
 7 paard (馬 )
 8 wèi schaap (羊 yáng)
 9 shēn aap (猴 hóu)
10 yǒu haan (鷄 )
11 hond (狗 gǒu)
12 hài varken (猪 zhū)

Cyclus van zestig dagen

Zestig is het kleinste gemeen veelvoud van tien (het aantal hemelstammen) en twaalf (het aantal aardtakken). UIt de combinatie van de cyclus van tien en van twaalf dagen ontstaat een periode van zestig dagen. Een cyclus van zestig wordt ook toegepast op de maanden en op de jaren.

In deze cyclus, genaamd de stam-takken-cyclus heeft elk van de zestig dagen een eigen naam: een combinatie van de naam van een element en van een aardtak.

stam-takken
Jiǎzǐ Yǐchǒu Bǐngyín Dīngmǎo Wùchén Jǐsì Gēngwǔ Xīnwèi Rénshēn Guìyǒu Jiǎxū Yǐhài Bǐngzǐ Dīngchǒu Wùyín Jǐmǎo Gēngchén Xīnsì Rénwǔ Guìwèi
Jiǎshēn Yǐyǒu Bǐngxū Dīnghài Wùzǐ Jǐchǒu Gēngyín Xīnmǎo Rénchén Guìsì Jiǎwǔ Yǐwèi Bǐngshēn Dīngyǒu Wùxū Jǐhài Gēngzǐ Xīnchǒu Rényín Guìmǎo
Jiǎchén Yǐsì Bǐngwǔ Dīngwèi Wùshēn Jǐyǒu Gēngxū Xīnhài Rénzǐ Guìchǒu Jiǎyín Yǐmǎo Bǐngchén Dīngsì Wùwǔ Jǐwèi Gēngshēn Xīnyǒu Rénxū Guìhài

Maanden

De maanden zijn genummerd. Het teken voor maand of maan is 月. Dit teken wordt gecombineerd met het telwoord om de maandnaam te vormen.

eerste maand
一月
tweede maand
二月
derde maand
三月
vierde maand
四月
vijfde maand
五月
zesde maand
六月
zevende maand
七月
achtste maand
八月
negende maand
九月
tiende maand
十月
elfde maand
十一月
twaalfde maand
十二月

Zhōngqì

Wanneer de ecliptica ingedeeld wordt in twaalf delen van elk 30°, verkrijgt men de zhōngqì. Een twaalfde deel van een zonnejaar kan men een zonnemaand noemen. Een zhōngqì is niet de zonnemaand, maar het beginpunt ervan. De zonnewenden en de equinoxen zijn vier van deze zhōngqì. De gemiddelde tijd tussen twee zhōngqì bedraagt dus een twaalfde van een tropisch jaar: 30,43685 dagen. Dit is iets langer dan de gemiddelde synodische maand van 29,53059 dagen. De zhōngqì en de maand van de Chinese kalender zijn echter niet gebaseerd op gemiddelde waarden, maar op de nauwkeurige positie van de zon en de maan. De tijd tussen twee zhōngqì varieert tussen 29,44 en 31,44 dagen; de lengte van een synodische maand schommelt tussen 29,27 en 29,84 dagen. In zeldzame gevallen komt het voor, dat twee zhōngqì in één maanmaand vallen, en er zijn ook maanden, waarin geen zhōngqì valt, maar die toch geen schrikkelmaanden worden (schijnbare schrikkelmaanden).

De 12 jaarindelingen ( 節氣 ) met hun zhōngqì ( 中氣 )

Aan elke maand worden twee jaarindelingen toegewezen: de tweede ervan is de zhōngqì (de ’centrale’ jaarindeling). De ’aardtakken’ staan tussen haakjes (bruin) na de maandnamen.

月份
Maand
節氣 (節)
中氣(氣)
zhōngqì
 1 正月(寅) 立春 lì chūn lentebegin 3–5 februari 雨水 yǔ shuǐ regenwater 18–20 februari
 2 二月(卯) 驚蟄 jīng zhé ontwaken van de insecten 5–7 maart 春分 chūn fēn lente-equinox 20–22 maart
 3 三月(辰) 清明 qīng míng heldere klaarte (helder licht) 4–6 april 穀雨 gǔ yǔ graanregen (Zaadregen) 19–21 april
 4 四月(巳) 立夏 lì xià zomerbegin 5–7 mei 小滿 xiǎo mǎn kleine volheid 20–22 mei
 5 五月(午) 芒種 máng zhòng korrels met baarden 5–7 juni 夏至 xià zhì zomeraankomst 21–22 juni, zomerzonnewende
 6 六月(未) 小暑 xiǎo shǔ kleine hitte 6–8 juli 大暑 dà shǔ grote hitte 22–24 juli
 7 七月(申) 立秋 lì qiū herfstbegin 7–9 augustus 處暑 chǔ shǔ einde van de hitte 22–24 augustus
 8 八月(酉) 白露 baí lù witte dauw 7–9 september 秋分 qiū fēn herfstequinox 22–24 september
 9 九月(戌) 寒露 hán lù koude dauw 8–9 oktober 霜降 shuāng jiàng vallende rijp 23–24 oktober
10 十月(亥) 立冬 lì dōng winterbegin 7–8 november 小雪 xiǎo xuě kleine sneeuw 22–23 november
11 十一月(子) 大雪 dà xuě grote sneeuw 6–8 december 冬至 dōng zhì winteraankomst 21–23 december, winterzonnewende
12 十二月 (-丑-) 小寒 xiǎo hán kleine kou 5–7 januari 大寒 dà hán grote kou 20–21 januari

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties

Weblinks

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Earthly Branches op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
Verwijzingen
  1. º David Ewing Duncan, The Calendar, Londen, 1998, ISBN 1-85702-979-8, blz. vi
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow