Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Tijdlijn van de Lage Landen (van 1700 tot 1800)
Uit Wikisage
Versie door Rodejong(overleg | bijdragen) op 5 apr 2012 om 01:15 ({{TOC Tijdlijn van de Lage Landen}})
De tijdlijn van de geschiedenis der Lage Landen geeft een chronologie van feiten, gebeurtenissen en randevenementen die hebben bijgedragen tot de ontwikkelingen in de Lage Landen. Deze vormen een wisselend historisch en staatkundig conglomeraat van gewesten gelegen in het lager gebied rond de grote rivieren van Noordwest-Europa die in de Noordzee en het Nauw van Kales uitmonden. Reeds in de bronstijd en de ijzertijd (van het 3e tot het 1e millennium v.Chr.) zou het "Noordwestblok" zich cultureel hebben onderscheiden in deze gebieden. Daarna vormen zich variërende eenheden onder resp. Keltisch-Germaanse, en Romeinse invloeden. Vervolgens evolueren zij onder impuls van de kerstening mee in grotere imperiums met een toenemend feodale structuur. Uiteindelijk zorgt de opkomst van de steden voor toenemende rijkdom, maar ook verschuiving van de macht en versplintering. Pogingen tot centralisatie wisselen af in een evenwichtsspel met lokale tendensen tot autonomie.
Klik op een jaartal hieronder om het scrollen te beperken
1 november - Na de dood van de lichamelijk en geestelijk gehandicapte Karel II de Behekste ontstaat onzekerheid over de Spaanse opvolging. Bij gebrek aan kinderen wees hij in zijn testament Filips van Anjou (een kleinzoon van koning Lodewijk XIV van Frankrijk) aan als zijn erfgenaam, maar onder de voorwaarde dat de Spaanse en Franse kronen nooit verenigd zouden worden. Het lijkt erop dat de andere mogendheden daar voorlopig genoegen mee nemen.
LandvoogdMaximiliaan II Emanuel van Beieren schaart zich aan de zijde van Filips van Anjou. Hij zendt de markies van Bedmar naar Parijs om de aanhankelijkheid van de Nederlanden aan de nieuwe koning te betuigen. Vervolgens laat hij Bedmar de regering van de Zuidelijke Nederlanden over, terwijl hij zelf naar Duitsland gaat om de militaire operaties daar te leiden. De Fransen "staan toe" dat de Staatse garnizoenen zich uit de vestingen in de barrièresteden terugtrekken. Vervolgens bezet Lodewijk XIV de Zuidelijke Nederlanden.
7 september - In een Haags Verbond tussen Engeland, de Republiek en de keizer van Oostenrijk worden Spaans Italië en de Zuidelijke Nederlanden aan Oostenrijk toegewezen.
1702
Willem III overlijdt. De Staten van Holland en Zeeland hebben stadhouderschap erfelijk verklaard voor de nakomelingen van Willem III, maar aangezien deze geen nageslacht heeft, wordt besloten af te zien van benoeming van een opvolger, wat het begin is van het Tweede Stadhouderloze Tijdperk, hoewel in Friesland en Groningen Johan Willem Friso stadhouder is. Deze erft de titel Prins van Oranje. Echter, direct na het openvallen van het testament maken ook de Fransman Frans Lodewijk van Conti en Frederik I van Pruisen aanspraak op de titel.
Koning Filips V van Spanje en van de Nederlanden organiseert een loting om soldaten te werven. Vlaanderen alleen al moet 3.250 manschappen leveren, voor een diensttijd van 3 jaar. Vooral het platteland wordt hierdoor getroffen, omdat boerenzonen van het erf worden gerukt.
In de Gelderse Plooierijen proberen de ambachtsgilden en de regentenfamilies die onder Willem III van de macht waren uitgesloten meer politieke invloed te krijgen. Zij worden Nieuwe Plooi genoemd, de zittende regenten Oude Plooi. Dit leidt in de periode 1702-1708 niet alleen in de steden Arnhem, Nijmegen en Zutphen, maar ook in kleinere steden tot grote ongeregeldheden.
1703
De plooierijen beperken zich niet tot Gelre, ook Utrecht en Overijssel worden getroffen door deze oproeren, zij het minder hevig.
Een nieuw traktaat met de keizer van Oostenrijk, voorziet de Spaanse erfenis voor Karel van Habsburg, op voorwaarde dat de Oostenrijkse en Spaanse landen nooit meer verenigd worden.
Het kasteel De Nijenborg in Weert wordt verwoest door Spaanse troepen.
4 augustus - Een Engels-Nederlandse coalitievloot verovert Gibraltar. Sindsdien blijft de doorvaart door de straat van Gibraltar onder Engels toezicht en is de rots een Britse exclave.
Peter de Grote sticht de marinebasis bij het in aanbouw zijnde Sint-Petersburg. Aan het hoofd van de scheepswerf en de Oostzeevloot stelt hij de Noors/Nederlandse zeevaarder Cornelis Cruys.
1705
Nicolaus Cruquius begint in Delft driemaal daags weermetingen uit te voeren: temperatuur, luchtdruk, vochtigheid en neerslag.
Na de slag bij Ramillies worden de Zuidelijke Nederlanden in twee gedeeld. De provincies Brabant en Vlaanderen met inbegrip van Mechelen vallen voortaan onder het Engels-Nederlands protectoraat (Engels-Staats toezicht tot 1715), terwijl het Frans-Spaanse regime zich voorlopig beperkt handhaaft in gebied van Maximiliaan Emmanuel: Namen, Luxemburg en Henegouwen, evenals de stad Nieuwpoort.[1]
Augustus - Johan Willem Friso wordt als dienstdoend generaal van de infanterie benoemd. Een aantal vooraanstaanden van de noordelijke Republiek, zoals Heinsius, François Fagel, Hop en Simon van Slingelandt, overwegen hem toch tot stadhouder te benoemen op zijn 20ste verjaardag. Hij kan in die functie dan in de geschillen tussen de verschillende gewesten bemiddelen.
1708
13 juni - Sebastian Artois verwerft de titel Meester-Brouwer in de brouwerij Den Hoorn te Leuven. Sindsdien is de naam Artois een bekend biermerk, tegenwoordig als Stella Artois.
11 juli - Slag bij Oudenaarde: De hertog van Marlborough en prins Eugène van Savoye verslaan de Fransen. Er is aan Franse kant een verlies van meer dan 10.000 soldaten. In eigen kamp zijn er in de strijd al meer dan 20.000 gesneuveld. Maar ze overwegen toch de strijd verder te zetten en Parijs in te nemen. Lodewijk XIV is bereid om vrede te sluiten. Maar door strenge eisen te stellen komt het niet tot een vrede. De geallieerden belegeren Rijsel.
28 september - Slag bij Wijnendale op 20 km van Brugge en van Oostende: een konvooi is op weg naar het belegerde Rijsel en wordt beschermd door geallieerde troepen onder het bevel van de Engelse generaal-majoor Webb. Die slaan succesvol een aanval af door de Franse troepen onder leiding van graaf de la Motte. Er vallen die dag wel duizenden doden. De slag, die een nederlaag voor de Fransen oplevert, is een belangrijke factor in de succesvolle belegering van stad Rijsel door de Grote Alliantie.
Engeland weigert een voor de Republiek gunstige vrede met Frankrijk.
Op grond van de hopeloze verarming van de kolonie geeft de VOCMauritius op, ditmaal voorgoed. Gouverneur van der Velde geeft opdracht het eiland te ontruimen.
1711
17 april - Keizer Jozef I, aartshertog van Oostenrijk overlijdt. Hij wordt opgevolgd door zijn broer Karel VI. Karel VI wordt soeverein van de Oostenrijkse Nederlanden. Om te voorkomen dat hij tevens koning van Spanje wordt en dan een te groot en te machtig rijk krijgt, starten de Engelsen onderhandelingen.
Door de aanwezigheid van John Churchill, graaf van Marlborough, in verband met de oorlog tegen Lodewijk XIV krijgen de protestanten van Hodimont, een wijk in de Zuid-Nederlandse stad Verviers toestemming een eigen kerk te bouwen.
Op 11 april wordt de Vrede van Utrecht getekend. Met de Vrede van Utrecht komt er een einde aan de Spaanse Successieoorlog. Koning Filips V wordt algemeen als koning van Spanje erkend bij de Vrede van Utrecht, maar verliest de Zuidelijke Nederlanden aan de Oostenrijkse HabsburgerKarel VI, erfgenaam van de Spaanse Habsburgers na het uitsterven van de Spaanse tak van de Habsburgers en het aantreden van de Bourbons. Dit blijft zo tot 1795. Hoewel de onderhandelingen een jaar lang in de Nederlanden plaatsvinden, komt de Republiek er nauwelijks aan te pas. In de woorden van de Franse onderhandelaar Melchior de Polignac: Nous traiterons sur vous, chez vous, sans vous, We onderhandelen over u, bij u, zonder u. Duidelijk is dat de Republiek vanaf nu als een tweederangsgrootmacht wordt beschouwd. Hoewel aan de kant van de overwinnaars, verliest de Republiek zijn overwicht op zee en de Zuidelijke Nederlanden komen aan Oostenrijk. Wel mogen Staatse garnizoenen worden gelegerd in acht steden van de thans Oostenrijkse Nederlanden als bescherming tegen de Fransen. Ook bekrachtigt de Vrede van Utrecht de soevereiniteit van Frankrijk over het prinsdom Oranje en wijst wapen en titel van Oranje toe aan Pruisen. De enige territoriale winst voor de Republiek bestaat uit de inlijving van Venlo.
Keizer Karel VI bepaalt via de Pragmatieke Sanctie dat zijn dochter Maria Theresia hem zal opvolgen. Dit wordt erkend door alle grote Europese staten, maar bij zijn dood zal desondanks de Oostenrijkse Successieoorlog uitbreken (1740-1748).
De eerste landvoogd voor de Oostenrijkse Nederlanden wordt prins Eugenius van Savoye, die echter nooit ter plaatse is gekomen. Savoye liet zich vertegenwoordigen door markgraafde Prié. Maar het is in die tijd moeilijk regeren in de Zuidelijke Nederlanden. Als gevolg van de langdurige oorlogen en de bezetting van het land is er geen algemeen en regelmatig bestuur meer. Elke stad en elke gemeente, regeert zichzelf - het centraliserend absolutisme zoals Frankrijk dat kende was aan België voorbijgegaan en elk deelgebiedje was in particularisme achtergebleven. Macht, luister en rijkdom is de bevolking door de achtereenvolgende bezettingen van Spanjaarden, Fransen, Engelsen, Nederlanders en Oostenrijkers ontnomen. Het land moet vanwege het Barrièretractaat ook de permanente Nederlandse bezettingsmacht financieren. Er heerst grote armoede. Talrijke steden komen geleidelijk in verzet. Te Brussel woedt weldra de opstand (1717).
Bij de Vrede van Utrecht wordt Opper-Gelre gesplitst: het komt met de hoofdstad Geldern in handen van Pruisen, met uitzondering van Venlo, dat aan de Republiek toekomt, en Roermond met enkele omliggende gemeenten, die Oostenrijks worden.
Vanaf 1672 is de Republiek veertig jaar bijna onafgebroken in oorlog geweest met Frankrijk. De schuldenlast van Holland, dat het grootste deel van de last draagt, is dusdanig hoog dat 70 procent van het inkomen opgaat aan de betaling van rente.
De Zuidelijke Nederlanden blijven onder Staats-Brits condominium tot een definitieve barrièreregeling met Karel VI van Oostenrijk in voege is. Bijgevolg wordt ook geen voedsel of materiaal meer aan de voorbijtrekkende soldaten geleverd.
1714
7 maart - De Vrede van Utrecht wordt gevolgd door de Vrede van Rastatt tussen de Oostenrijkse keizer en Frankrijk en de Vrede van de Republiek met Spanje.
15 november - Barrièreverdrag: De Republiek en Oostenrijk tekenen te Antwerpen de voorwaarden waaronder de Republiek het recht krijgt soldaten te legeren in acht steden in de Oostenrijkse Nederlanden. Zo betaalt de Oostenrijkse keizer het onderhoud van de Staatse garnizoenen (jaarlijks 1.125.000 gulden). Zij worden dus in feite een huurleger en de Zuidelijke Nederlanden die militair gezien in zekere zin een condominium tussen de keizer en de Republiek vormen. De Schelde blijft gesloten voor de Haven van Antwerpen, en handel met Indië blijft voor de Oostenrijkse Nederlanden verboden. Verder blijft het gunstige tarief dat door de zeemogendheden werd vastgelegd van kracht.
1716
4 februari - Karel VI van Oostenrijk neemt, als gevolg van de verdragen van Utrecht en van Rastadtt, officiëel de Zuidelijke Nederlanden in bezit.
26 juni - prins Eugenius van Savoye-Carignan wordt landvoogd van de Oostenrijkse Nederlanden (tot 1724). Als opperbevelhebber van het Oostenrijkse leger kan hij het ambt niet zelf waarnemen en laat zich door de Italiaanse markies de Prié vervangen, die hooghartig regeert vanuit Brussel. De markies voert in Den Haag evenwel onderhandelingen tot mildering van het Barrièretractaat.
28 november - Begin van de Grote Vergadering in de Trêveszaal te Den Haag om de financiële toestand en de bevoegdheid van de Raad van State te regelen. Op initiatief van graaf Adolf Hendrik van Rechteren uit Overijssel zullen vertegenwoordigers van alle Nederlandse gewesten proberen door staatsrechtelijke hervormingen de Unie nieuw leven in te blazen. Maar de afgevaardigden die naar Den Haag gaan, kunnen onvoldoende authoriteit doen gelden, en het initiatief levert geen resultaten op.
In verschillende steden breken onlusten uit. In Brussel (tot 1719) willen de gilden hun politieke invloed doen gelden. Vijf gildedekens , waaronder Frans Anneessens worden aangehouden vanwege het oproer en aansprakelijk gesteld.
De bisschoppen van Antwerpen, Brugge en Gent steunen een actie tegen het Barrièretractaat. Om hun verzoek te staven, reizen de hertog van Ursel en de burgemeester van Antwerpen af naar Wenen.
In de Oostenrijkse Nederlanden zijn de ambachten nog steeds zo machtig dat zij er deelnemen aan het stadsbestuur en de stemming der belastingen. Het Oostenrijkse regime legt nieuwe belastingen op aan de steden en stelt hun privileges in vraag.
1717
Teneinde het aanwerven van bemanningen in Nederland te beletten - de Vlamingen en Brabanders kunnen namelijk voor hun Indische vaart de hulp van Engelse en Nederlandse matrozen niet ontberen - vernieuwen de Staten-Generaal het vanouds geldende verbod, dat geen onderdanen van de Republiek in vreemde dienst op Oost-Indië mogen varen. Overtreders die hier of in Indië aan boord van vreemde Oost-Indiëvaarders aangetroffen worden, zouden dit met de dood moeten bekopen.
Voorjaar - Rellen in Gent, Antwerpen, Mechelen en Brussel met een opstand die ontaardt in plunderingen. De Naties van Brussel, weigeren de belastingen, ingediend bij de Staten van Brabant door het Oostenrijks regime. De dekens, aangevoerd door Frans Anneessens, doen daarbij een beroep op de oude stedelijke privileges. Het keizerlijke leger bezet de stad en organiseert een harde repressie, waarbij Anneessens ter dood zal worden veroordeeld.
Juli - Bij de brug van Laken bij Brussel legt het schip van tsaar Peter de Grote aan. Hij komt er de gebruikte kanaaltechnieken bestuderen.
24 december - Kerstvloed: Tijdens een zware noordwesterstorm ontstaan 's avonds overstromingen in onder andere Noord-Nederland. Heel Noord-Groningen loopt onder en zelfs in de stad Groningen staan tientallen centimeters water. In Delfzijl breekt het westelijk deel van de wal door en lopen huizen, het fort en de kerk onder water. Er zijn 2.276 slachtoffers. Ook duizenden koeien, paarden, varkens en schapen verdrinken.
De zusters Clarissen worden gedwongen de Noord-Nederlands geworden plaats Boxtel te verlaten, waar de katholieke godsdienst reeds in 1648 werd verboden en de kerken genaast, en verhuizen naar het Zuid-Nederlandse Hoogstraten.
19 september - Te Brussel wordt vrijheidsheld en gildedekenFrans Anneessens onder het Oostenrijks bewind aansprakelijk gesteld voor de rellen in de Zuidelijke Nederlanden die "de veiligheid van de staat in gevaar brachten", en onthoofd. Zijn vier collega's worden verbannen. De bevolking zag hem als een held, en een plein (en later ook een Brussels metrostation) is naar Anneessens vernoemd.
September - Een hausse breekt aan als in Engeland een einde komt aan de South Sea Bubble en in Frankrijk aan de Mississippi Company van John Law. Een scherpe koersdaling op de beurs in Rotterdam is minder ernstig dan in Londen en Parijs, waar veel actionisten door windhandel aanzienlijke verliezen lijden. In Amsterdam wordt het Engelse koffiehuis in de Kalverstraat bestormd. De burgemeesters verbieden de makelaars nog langer te handelen in waardeloze aandelen, de bubbel- en windnegotie.
1722
19 december - Geïnspireerd door het succes van onder andere de VOC wordt de Oostendse Compagnie opgericht. De handelsactiviteiten richten zich op twee gebieden: China en Bengalen, waarbij de Chinahandel de belangrijkste is. De zetel van de Oostendse Compagnie is gevestigd in de Beurs te Antwerpen, waaruit tweederde van de inschrijvingen afkomstig is. De veilingen van de aangevoerde goederen worden te Oostende zelf en in Brugge gehouden. De vergaderingen van de directeuren moeten de eerste drie jaar worden gehouden te Antwerpen, de volgende jaren te Brugge of te Gent.
Wanner blijkt dat ondanks de verordening uit 1717 vele Nederlanders dienst nemen in de Oostendse Compagnie, kondigen de Staten-Generaal van de noordelijke Nederlanden een nieuw plakkaat af en voegen 'openbare geeseling' hieraan toe. Tevens wordt het Nederlanders verboden in commissie schepen voor de Oostendenaren te huren, aan te kopen of uit te rusten, op straffe dat de schepen met inhoud ten bate van de VOC worden verbeurd verklaard en dat een boete ter hoogte van vier maal de waarde van het geconfisqueerde schip wordt geheven. Het bezitten van aandelen in de Oostendse Compagnie wordt eveneens bestraft met verbeurdverklaring en boete ter grootte van het viervoud van de inleg.
Met betrekking tot de theehandel heeft de Oostendse Compagnie de VOC ver achter zich gelaten. Zij koopt te Kanton de betere soorten op, de tweede keus wordt naar Batavia verscheept, waarbij bovendien door slechtere verpakkingen en extra overladen de kwaliteit nog verder daalt. De aanvoer van thee naar Oostende is dan ook zeer belangrijk: tussen 1725-28 wordt in Oostende 58% van de aanvoer van thee van West-Europa geveild.
15 mei - Op basis van de Pragmatieke sanctie erkennen de Provinciale Staten aartshertogin Maria Elisabeth van Oostenrijk, de enige dochter van Karel VI, als landvoogdes der Zuidelijke Nederlanden (tot 1741). Sinds lang is zij de eerste die ook werkelijk in onze streken verblijft. Ze neemt autonoom beslissingen, en is in staat om de streek voor langere tijd rust te geven. Ze wordt ook de "Prinses van den bloede" genoemd, en durft in te gaan tegen beslissingen van het Weense hof.
3 september - Verbond van Herrenhausen: Engeland, Frankrijk en Pruisen verenigen zich in Herrenhausen tegen Oostenrijk. De noordelijke Republiek onthoudt zich nog, al argumenteert Simon van Slingelandt (secretaris van de Raad van State), dat door toetreding tot de nieuwe alliantie de vrede beter gehandhaafd zou blijven.
De voorloper van de Staatsloterij, de Generaliteitsloterij, wordt opgericht
1727
31 mei - Frankrijk, de Noordelijke Nederlanden en Engeland overwegen een inval in de Oostenrijkse Nederlanden. Het octrooi van de Oostendse Compagnie voor thee wordt op vraag van de Noord-Nederlanders en na bemiddeling van de Fransen door het Preliminair Verdrag van Parijs voor de duur van zeven jaar geschorst.
In maart 1728 wordt de Jointe secrète samengesteld. Het doel van deze geheime organisatie is de Oostendse Compagnie te laten voortbestaan onder de naam van particulieren. De keizer zou zorgen voor de nodige paspoorten en op die manier wordt het schrovingsverdrag ontdoken. De Jointe secrète organiseert smokkelvaarten onder vreemde vlaggen vanuit Cádiz, zonder dat de concurrerende grote zeemogendheden er weet van hebben. De rest van het kapitaal wordt geïnvesteerd in de Deense Compagnie, als vorm van belegging.
Het economisch overwicht van de Noordelijke Nederlanden begint in het voordeel van Engeland en Frankrijk af te nemen.
1731
De paalworm komt oorspronkelijk voor in Oost-Azië, maar wordt met houten schepen onopzettelijk meegebracht naar Europa. In Nederland worden de houten dijkbeschoeiingen ernstig aangetast. Om overstromingsrampen te voorkomen, moet men ze door zware stenen gaan vervangen. De paalworm vormt ook een ernstige bedreiging voor houten schepen. Deze worden wel met teer geïmpregneerd of met koperen platen bedekt om de romp tegen de paalworm te beschermen.
16 maart - De Oostendse Compagnie wordt definitief verboden door het Verdrag van Wenen. De terugstorting van het kapitaal is al grotendeels in 1737 voltooid. Niettemin duurt haar activiteit voort tot in 1777. Maar dit is de genadeslag voor de Oostendse Compagnie.
Januari - Het gewest Holland besluit, tot ergernis van Gelderland en Overijssel, eenzijdig het leger tot 10.000 man terug te brengen. Holland komt daarna terug op zijn besluit vanwege de gespannen situatie in Europa.
Begin van de Poolse Successieoorlog. Simon van Slingelandt weet de Republiek uit deze Successieoorlog te houden door een neutraliteitsverdrag te sluiten met Frankrijk. Ook de oostelijke Nederlanden en de Oostzeelanden houden zich buiten de strijd.
Holland komt terug op zijn besluit het leger te verkleinen in verband met de gespannen situatie in Europa.
24 maart - De Nederlandse prins Willem IV van Oranje huwt met Anna van Hannover, dochter van koning George II van Engeland. Engeland beoogt hiermee de nodige controle op de Republiek te houden en zijn invloed te laten gelden. De Engelse regering stelt in ieder geval hoge verwachtingen in Willem IV.
1735
De Zweedse plantkundige Carolus Linnaeus promoveert in Harderwijk en publiceert in Leiden zijn Systema naturae, zijn eerste belangrijke boekdeel waarin hij de planten rangschikt en de basis legt voor het moderne biologisch onderzoek.
1740
Samen met 1709 is deze winter één van de koudste van deze eeuw. Het begint al op 26 oktober te vriezen en de kou zal voortduren tot juni. Bovendien is de zomer de koudste van deze eeuw.
De Oostenrijkse Successieoorlog breekt uit. Keizerin Maria-Theresia verdedigt met steun van Engeland en Nederland haar rechten op de troon. Het is de laatste keer dat de Republiek een zelfstandige rol speelt in de strijd om de macht in Europa.
De steenweg van 's-Hertogenbosch naar Eindhoven door Boxtel wordt aangelegd, teneinde een rechtstreekse verbinding van Holland naar Luik te creëren die de Oostenrijkse Nederlanden vermijdt. (Deze weg is steeds belangrijker geworden en is uiteindelijk tot een autosnelweg omgebouwd.)
1743
22 juni - na lang aarzelen, stuurt de Republiek toch een leger van 20.000 soldaten uit naar Oostenrijk overeenkomstig de Pragmatieke Sanctie. De troepen komen op last van koning George II van Engeland. Het leger komt echter te laat om in de slag van Dettingen mee te vechten.
Er breekt een runderpestepidemie uit die tot 1756 zal duren, een herhaling van 1713-1719. Men ziet hierin de slaande hand van God. In combinatie met de economische teruggang richt men zich steeds meer tegen de decadente regenten.
Omdat zij de erfopvolging van Maria-Theresia uit 1740 betwisten, bezetten de Fransen de stad Brussel en voeren een veroveringsoorlog in de Oostenrijkse Nederlanden, waarbij ze succesvol tegen de aanwezige alliantie van Nederlandse, Britse en Oostenrijkse troepen strijden. De vestingwerken van de barrièresteden zijn jarenlang sterk verwaarloosd door het geldgebrek van de Republiek en houden geen stand. Ook Gent wordt ingenomen door de Franse troepen o.a. onder leiding van Maurits van Saksen. De Zuidelijke Nederlanden kunnen zich niet terdege verzetten, omdat de plaatselijke legers door Maria-Theresia voor de strijd in Silezië zijn opgeroepen.
1746
11 oktober de Fransen onder leiding van Maurits van Saksen veroveren Brussel en Namen, en bezetten zo goed als volledig de Oostenrijkse Nederlanden. Deze komen daardoor onder Frans bestuur, georganiseerd door Moreau de Séchelles, lid van de Franse Raad van State. De Fransen beseffen dat ze de Zuidelijke Nederlanden niet zullen kunnen behouden, maar het gebied vormt bij komende vredesonderhandelingen een kostbare inzet.
17 april - De Republiek kiest de kant van Oostenrijk, waarop Franse troepen het gebied van de Noordelijke Nederlanden binnenvallen. De reeds aangevatte vredesonderhandelingen in Breda worden afgebroken. In enkele weken tijds veroveren de troepen van Lodewijk XV van Frankrijk de belangrijkste plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen. In de Noordelijke Nederlanden ziet men al een herhaling van het rampjaar en er vinden Orangistische oproeren plaats.
2 mei - In paniek wordt Willem IV van Oranje-Nassau, stadhouder van Friesland, tot stadhouder van alle gewesten van de Republiek benoemd, nadat rellen zijn uitgebroken in Zeeland. De Prins en de Staten-Generaal kunnen het echter niet eens worden over de positie en de bevoegdheden van de stadhouder. Zij leggen hem een instructie voor die overeenkomt met de Unie van Utrecht. Willem Karel wil alleen de eed afleggen op de instructie van zijn voorganger Willem III.
11 mei - De prins doet zijn intrede in Amsterdam. Ter begroeting zijn niet alleen de burgemeesters, maar ook alle predikanten aanwezig. Wie geen oranje draagt loopt kans in de gracht gegooid te worden. Willem IV is de eerste die stadhouder is van alle gewesten. Ook is het ambt nu erfelijk in mannelijke en vrouwelijke lijn, zodat de Republiek de facto een monarchie is geworden, terwijl Willem IV meer macht heeft gekregen dan zelfs Willem III had.
20 mei - De afgebroken vredesonderhandelingen van Breda worden in Aken voortgezet.
2 juli - Slag bij Lafelt (Riemst) tussen Frankrijk en de Oostenrijkse Nederlanden. Langs de Romeinse heirbaan tussen Tongeren en Maastricht, rond het gehucht Lafelt (tegenwoordig een gehucht van Riemst), treffen de legers (in totaal 150.000 man) elkaar. De legers o.l.v. Cumberland en Waldeck lijden een nederlaag. De tol die deze bloedigste veldslag uit de geschiedenis van Belgisch-Limburg eist, is bijzonder zwaar: 10.971 gesneuvelden aan Franse zijde, 6707 slachtoffers bij de geallieerden en 3112 afgeslachte paarden. Andere bronnen spreken over ongeveer 5000 gesneuvelden en 10.000 gewonden.
16 september - Franse troepen nemen de onneembaar geachte Staats-Brabantse vesting Bergen op Zoom in. De stad wordt zwaar geplunderd en capituleert. De extra geheven taks van 2% op grote vermogens moest bijdragen aan de onkosten die met de oorlog gepaard gingen, maar blijken niet voldoende. Men kijkt uit naar vrede als oplossing.
December - De Leidse uitgever Elie Luzac brengt onder eigen naam het boek van de gevluchte Franse arts Julien Offray de La Mettrie: "L'homme machine". Hij wordt prompt zelf in rechte vervolgd.
25 juni - Het Pachtersoproer breidt zich uit. Tientallen woningen van belastingpachters en andere rijken worden geplunderd. De Doelisten treden in overleg met stadhouder Willem IV. Terwijl de bestuurders voorheen aan konden op de trouw van de schutterij, zijn de schuttersdoelen nu een plek waar de manschappen spreken over herstel van de oude privileges van de gilden en deelname aan het bestuur. Men hoopt op steun van Willem IV tegen de regenten, maar deze laat alles bij het oude zodra hij aan de macht is gekomen.
Augustus - Willem IV krijgt protest tegen belastingverpachting en ambtenverkoop. De Doelisten willen terug naar het vorige systeem mét herstel van de privileges van de gilden.
September - Willem IV benoemt in Amsterdam een aantal andere regenten, en stemt toe in de verkiezing van een vrije krijgsraad.
18 oktober - Met de Tweede Vrede van Aken komt een eind aan de Oostenrijkse Successieoorlog. Onder de bepaling van het vredesakkoord behoudt de Habsburgse keizerin Maria Theresia het bewind over de Zuidelijke Nederlanden die zullen worden bestuurd door een raad. De Republiek van de Noordelijke Nederlanden mag opnieuw garnizoenen legeren in de bevrijde barrièresteden, alhoewel de militaire betekenis van deze steden gering is geworden. Door deze nieuwe vrede van Aken wordt de macht van de Republiek sterk aangetast.
13 november - In Aalst wordt Jan De Lichte, berucht bendeleider, ter dood gebracht.
December - Naast het stadhouderschap krijgt Willem IV nu ook de benoeming van erfelijk kapitein-admiraal uit handen van de Staten-Generaal.
1749
23 april - Karel van Lotharingen, die de Oostenrijkse Nederlanden in naam bestuurt, laat het eigenlijke bestuur over aan een gevolmachtigd minister.
~1750
De vestiging van nieuwe nijverheden in de tweede helft van de 18e eeuw brengt economische heropleving en Gent wordt een eeuw lang weer de grootste stad van België tot de hongersnood van 1845-1848.
Tijdens het Oostenrijkse bewind kent ook de stad Brugge een economische heropbloei. Een aantal belangrijke infrastructuurwerken die invloed hebben op het middeleeuwse handelscentrum binnen de eerste omwalling worden in deze periode uitgevoerd.
Keizerin Maria Theresia stelt zich harder op tegen de Noordelijke Nederlanden, en eist opheffing van de handelsbelemmeringen op de Schelde. Ze verlangt tevens dat de tariefbegunstiging van de Hollandse Republiek wordt afgeschaft, en weigert verdere onderhoudskosten voor de barrièresteden af te dragen, indien aan deze voorwaarden niet voldaan wordt.
1751
Het graven van de Coupure in 1751-1753 maakt een verbinding mogelijk met het kanaal naar Gent.
13 juni - De koning van Pruisen verleent een octrooi aan een groep van zes financiers om de Pruisische Aziatische Compagnie op te richten. De zes komen uit Frankrijk, Vlaanderen en Holland.
22 oktober - Willem IV overlijdt, wat in de Noordelijke Nederlanden dan door nog maar weinig mensen wordt betreurd; hij blijkt niet de hervormingen te hebben kunnen brengen waarop men hoopte. Voor politieke vernieuwing zoekt men hierna geen aansluiting meer bij het Orangisme. De regenten nemen bestuur over tot de meerderjarigheid van Stadhouder Willem V in 1766. Zijn moeder Anna is gouvernante (tot 1759).
Door een hervorming van de Staten van Vlaanderen hebben de kleine kasselrijen inspraak in het bestuur. Ze betalen hiervoor wel een fikse belasting aan de keizerin.
De Zevenjarige Oorlog stelt de republiek voor een dilemma. Het Europese strijdtoneel heeft een verschuiving laten zien nu Frankrijk en Oostenrijk een bondgenootschap vormen tegenover Engeland en de opkomende macht Pruisen. Men kiest neutraal te blijven, maar de handel lijdt wel onder deze oorlog.
1757
1 april - 2de Verdrag van Parijs tussen Oostenrijk en Frankrijk, dat steun toezegt aan Pruisen. Keizerin Maria Theresia schaft de Opperste Raad der Nederlanden af.[bron?] De zuidelijke Nederlanden worden voor Filips van Parma (schoonzoon van Lodewijk XV) een apart koninkrijk op het moment dat Oostenrijk Silezië terug verwerft. Oostenrijk zal op dat ogenblik ook een aantal Zuid-Nederlandse steden aan Frankrijk afstaan.
P.F. De Nény wordt tot hoofdvoorzitter van de Geheime Raad (± vice-eerste minister) benoemd en werkt in dien verstande nauw samen met eerste minister Cobenzl. Hij staat open voor de Verlichting en is zelfs anti-klerikaal.
Als Anna van Hannover overlijdt, neemt Lodewijk Ernst van Brunswijk de voogdij over Willem V op zich volgens het reglement van Tutele: de magistraatsbenoemingen komen toe aan de vroedschappen, met uitzondering van Friesland. Daar is grootmoeder Maria Louise (Marijken Meu) de regentes. Hij mag zich niet in politieke zaken mengen, maar houdt zich daar niet aan. Meteen begint de hertog met het opzetten van het stadhouderlijk stelsel: het benoemen van gekwalificeerde personen in de gewesten, beloond voor hun loyaliteit
1760
Eind januari - Door enkele dijkdoorbraken komt een groot deel van het Nederlandse rivierenland blank te staan. In het Rijk van Nijmegen, het Land van Maas en Waal, de Krimpenerwaard en vele andere laaggelegen gebieden moeten boerengezinnen met hun vee vluchten naar hogergelegen streken, waar ze wekenlang in rieten hutjes bivakkeren.
11 februari - Schandaal van de Van Harens: In Den Haag wordt de protestantse voorzitter van de Raad van State Onno Zwier van Haren samen met zijn broer Willem door twee van zijn dochters aangeklaagd wegens seksueel misbruik. Onno Zwier liep in de Haagse hofkringen toch al wat in de weg. Hij stond ervoor bekend om als Fries nogal veel kabaal te maken.
1763
10 februari - Vrede van Parijs: De vrede betekent het einde van de Zevenjarige Oorlog en levert Engeland grote gebiedswinst in de koloniale wereld op. Het verwerft er zowat alle Franse bezittingen op het Noord-Amerikaanse continent (onder andere Canada) en Florida, dat tot dan toe Spaans bezit geweest is. Hier begint het proces dat gemaakt heeft dat het grootste deel van Noord-Amerika nu Engelstalig is. Het betekent ook het einde van het Franse koloniale imperium in Amerika. Koning George III van Groot Brittannië verkrijgt bovendien de Frans-Indische bezittingen. Spanje behoudt Cuba en Pruisen behoudt Silezië.
Er wordt in de Zuidelijke Nederlanden een grondige wegenschouwing uitgevoerd in opdracht van keizerin Maria Theresia. Ook worden Bestuurscommissies aangesteld om problemen rond handel, financies en onderwijs aan te pakken, wat leidt tot een betere lastenverdeling.
In de Verenigde Provinciën heerst grote onenigheid over het budget voor het leger en herstel van de vloot. Amsterdam is hardnekkig, waardoor er niet meer geld vrijkomt en er weinig sprake is van uitbreiding.
13 juli - Rockingham wordt eerste minister van Groot-Brittannië en erkent onmiddellijk de Amerikaanse onafhankelijkheid.
Jozef II wordt keizer van het Heilige Roomse Rijk. Hij wordt mederegent naast zijn moeder Maria Theresia. In de binnenlandse politiek streeft hij naar centralisatie van bestuur, waardoor hij in conflict raakt met de Hongaren en de Zuidelijke Nederlanden.
Willem V wordt meerderjarig.. Het is de leiders van de Republiek duidelijk, dat de jonge prins niet gereed is om de leiding van de legers en van de gewesten op zich te nemen. Daarom stelt de advocaat Pieter van Bleiswijk in het geheim de Akte van Consulentschap op, waarin de Hertog van Brunswijk wordt benoemd tot 'consulent' van de prins: eerste en hoogste raadgever. In deze hoedanigheid zal de Hertog feitelijk de bevoegdheden van de stadhouder uitoefenen, maar kan niet verantwoordelijk worden gehouden. Als later deze regeling bekend wordt, ontstaat algemene verontwaardiging.
De historicus Jan Wagenaar publiceert zijn opus magnum: "Amsterdam, in zyne opkomst, aanwas, geschiedenissen, voorregten, koophandel, gebouwen, kerkenstaat, schoolen, schutterye, gilden en regeeringe enz.", (13 delen).
22 december - Het IJzerkoekenoproer in Coevorden. De kerkenraad had een voorstel gedaan tot afschaffing van dat oudt en slegt gebruik, dat op nieuwjaarsdag lange heeft plaatsgehad, met betrekking tot het uitdelen van zo genoemde nieuwjaars- of ijzerkoeken aan straatlopers en dergelijke. De aanstichters van het oproer (waaronder de vader van Berend Slingenberg) worden aangeklaagd wegens het opzettelijk veroorzaken van onlusten.
6 augustus - Het zilverwerk, Chinees porselein, Japans lakwerk, schilderijen etc van de verzamelaar Gerrit Braamcamp worden verkocht. Er waren 12.000 toegangsbewijzen gedrukt en gedurende drie weken waren de kijkdagen; 20.000 mensen zouden langs zijn geweest.
Graaf Joseph de Ferraris (°1726 +1814) maakt een kaart van de Oostenrijkse Nederlanden waar hij aan werkt tot 1778. Het is de eerste topografische kaart van België. Woningen krijgen een nummer om aan te geven tot welke gemeente ze behoren.
14 januari - De vrijmetselaars worden in Noord-Nederland actief. De Groot Meester Nationaal van d'aloude en Zeer Eerwaarde Maatschappij der Vrije en Aengenomen Metzelaers, in de Republieq der Verenigde Nederlanden, ressort van de Generaliteit en onderhorige Volksplantingen verleent de Loge "L'Union Provinciale"", gevestigd in Groningen (stad) haar constitutiebrief.
5 november - Raadspensionaris Pieter Steyn overlijdt en wordt door Pieter van Bleiswijk opgevolgd, die door de hertog van Brunswijk zelf gevormd en naar de hand gezet is. Aan het hof zijn Willem Bentinck van Rhoon en prinses Wilhelmina van Pruisen (echtgenote van Willem V) het danig oneens met Brunswijk, en stellen zich duidelijk als tegenstanders op.
Er worden in de Zuidelijke Nederlanden door paus Clemens tijdelijk een aantal kloosters afgeschaft, zoals het jezuïetenklooster in 1773 en het kartuizerinnenklooster in 1783. En 14 Theresiacolleges worden opgericht.
1774
Op initiatief van Jozef II worden in 1784 de kerkhoven in de steden afgeschaft. Rondom de Sint-Salvatorskerk in Brugge wordt deze ruimte herleid tot een tuin, aan de Sint-Jakobskerk ontstaat een plein.
1775
Begin van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. In de Nederlandse Republiek tonen de democraten sympathie voor de rebellen en heerst afgunst richting de Engelsen en hun Amerikaanse kolonies. Men biedt steun door het verkopen van wapens aan Amerikaanse patriotten via Sint Eustatius, de gouden rots. Amsterdam en stadhouder Willem V gaan de discussie aan over de keuze tussen de modernisering van de vloot of het uitbreiden van het budget voor het leger.
1 maart - Oprichting van de Economische Tak van de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen. Ze geeft uiting aan het economisch streven van de patriotten, en de wil om het verval van de Hollandse welvaart om te keren.
De Oostendse Compagnie, de gebruikelijke benaming voor de Generale Keizerlijke Indische Compagnie soms afgekort tot GIC, wordt ontbonden. De eindafrekening levert 7.500.000 gulden zuivere winst op of 166% van het beginkapitaal.
1778
De Staten-Generaal leggen zich bij de voorschriften van de Engelsen neer voor wat betreft de contrabande. Amsterdam en Haarlem vinden echter dat de handelskonvooien volledig vrij moeten zijn. Daarop trekt Frankrijk alle handelsvoordelen voor de Republiek in, met uitzondering van Amsterdam en Haarlem.
4 september - In Aken zijn er onderhandelingen aan de gang tussen de Amsterdammers en de Amerikanen, over een mogelijk handelsakkoord.
8 maart - Tsarina Catharina de Grote richt het Verbond van Gewapende Neutraliteit op met als voornaamste doel de handelsvloot te beschermen tegen aanvallen door Britse marineschepen. Ze plaatst haar handelsvloot onder marinebescherming en stuurt oorlogsbodems naar de Noordzee, de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Denemarken en Zweden sluiten zich bij Rusland aan. De Republiek wil zich hier ook bij aansluiten, wat één van de voornaamste redenen is voor de Britten om Nederland de oorlog te verklaren.
17 april - Engeland verklaart dat het handelsverdrag van 1674 komt te vervallen, omdat de Republiek zich niet aan het defensief verdrag van 1678 houdt. Met meer dan 120 schepen overheersen de Engelsen de vloot van 17 schepen van de Republiek, waardoor de Nederlandse handel grote schade wordt toegebracht. In de Republiek worden Willem V en zijn Oranjepartij als schuldigen aangewezen.
11 mei - Ook in de Noordelijke Nederlanden wordt nu de eerste dodenakker buiten een stad aangelegd .In de Scheveningse duinen wordt de begraafplaats Ter Navolging in gebruik genomen.
10 september - De Britse marine entert bij Newfoundland het Amerikaanse schip de Mercury en arresteert Henry Lawrence. Deze is met een diplomatieke en zakelijke opdracht op weg naar de Republiek. In zijn uit het water geviste papieren vinden de Britten het concept-verdrag van Aken en het bewijs van geheime onderhandelingen met de Amerikaanse rebellen en Nederlandse wapenhulp aan de opstandelingen. Dit wordt de casus belli van de Vierde Engelse Oorlog, die in december uitbreekt. Het gevolg is dat er voor het eerst sprake is van een absolute achteruitgang.
De voor Nederland dramatisch verlopende oorlog zorgt ook voor een toenemende politisering. In de jaren 60 en 70 is al een vaderlandcultus ontstaan, waarbij men denkt het verval te kunnen stoppen. Hierin speelt ook de Nederlandse Verlichting mee, waar men uitgaat van een maakbare samenleving. De vaderlandcultus slaat nu echter om in een fel nationalisme, waarvan de aanhangers zich patriotten noemen.
10 december - de Republiek ondertekent een verbond van gewapende neutraliteit met Katharina van Rusland (en nog een aantal andere mogendheden).
Oostende wordt tot vrijhaven verklaard en kent grote bloei als gevolg van de 4de Engelse oorlog tussen Groot Brittannië en Noord Nederland.
5 augustus - Slag bij de Doggersbank. De Engelse vloot valt een Nederlands konvooi aan bij de Doggersbank. De slag eindigt feitelijk onbeslist, maar wordt in Nederland als een grootse overwinning gevierd en wordt daarna jaarlijks door de patriotten herdacht met toespraken en banketten.
26 september - In de Republiek wordt het pamflet Aan het Volk van Nederland opgehangen waarin wordt opgeroepen tot het indienen van petities en tot burgerbewapening om de vrijheid te verdedigen. Ten eerste om misstanden aan de kaak te kunnen stellen zoals regenten die onderling baantjes verdelen of verkopen. Ten tweede om de incapabele en weifelachtige stadhouder Willem V, beschuldigd van willekeur, te controleren en in zijn naar absolutisme neigende macht te beperken. Vooral in de gewesten Utrecht en Gelderland heeft de stadhouder in 1748 veel rechten verkregen. Pas honderd jaar later kan men met zekerheid zeggen dat Joan Derk van der Capellen tot den Pol de auteur is.
Zomer - Pensionarissen Engelbert François van Berckel, Adriaan van Zeeberg en Cornelis de Gijselaar zijn voorstander van verkiezingen door de burgers en de oprichting van vrijkorpsen. Zij beramen in het geheim plannen om de stadhouderlijke macht in te perken.
20 januari - De Staten-Generaal vernemen van Frederik II van Pruisen dat hij geen verdere aantasting van de macht van de stadhouders (i.e. Willem van Oranje) kan toelaten. De Republiek voelt de gevolgen van de vredesafspraken in Frankrijk, maar komt nog niet tot een definitieve vrede met Engeland.
17 maart - Jozef II laat bij keizerlijk decreet in de Oostenrijkse Nederlanden alle kloosters van contemplatieve ordes opheffen. Het bestuur beschouwt ze als "nutteloos" en hun goederen worden in beslag genomen.
26 juli - Het eerste exercitiegenootschapDe Vrijheid te Dordrecht opgericht. De Patriotten willen de oude vrijheid heroveren op de Oranjes. Het moet ook een oplossing zijn voor het ernstig verval van de bestaande Oranjegezinde schutterijen. Hun voorbeeld wordt spoedig in andere steden opgevolgd.
Zaterdag 3 april - Hevige rellen in Rotterdam tussen prinsgezinden en patriotten. Kaat Mossel wordt gearresteerd, vrijgesproken en een jaar later - in afwachting van hoger beroep - naar Den Haag overgebracht.
8 oktober - Keteloorlog: Twee Oostenrijkse schepen varen op bevel van Jozef II de Schelde op en af. In de buurt van Saeftinghe reageren Hollandse soldaten. Het enige schot dat in dit treffen wordt gelost treft een soepketel. Hiermee is de Keteloorlog uitgevochten tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Oostenrijk. De Schelde blijft gesloten. Men vermoedt echter een expansionistische politiek van Josef II, wat aanleiding is voor de patriotten tot het oprichten van nog meer exercitiegenootschappen. De eis tot heropening zal een jaar later worden afgekocht in Fontainebleau.
14 oktober - De hertog van Brunswijk wordt gedwongen het land te verlaten, nadat bekend wordt dat hij nog steeds en heimelijk de raadgever van de besluiteloze Willem V is.
Een aantal nationaal georganiseerde vrijkorpsen tekent in Utrecht de Acte van Verbintenis, waarin ze elkaar beloven te hulp te komen als de patriotse zaak in het geding is. Quint Ondaatje ijvert voor een nieuwe provinciale grondwet.
De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen wordt gesticht en houdt zich bezig met zaken die het algemeen belang dienen, zoals onderwijs en ontwikkeling, maatschappelijke discussie. Het motto van 't Nut is: "Kennis is de weg naar persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling".
1785
De Zuidelijk Nederlandse bakkers moeten hun broden merken om meer eenheid te brengen in de kwaliteit en het gewicht ervan. Meestal vind je op de broden de initialen van de bakkers.
In de Republiek worden meer exercitiegenootschappen of vrijkorpsen opgericht, om de stadhouder te bewegen veranderingen door te voeren en om de vermeende "expansie" van de Oostenrijkse keizer Joseph II te beteugelen.
14 juni - De patriottische vrijkorpsen leggen tijdens hun 3de congres in de Akte van Verbintenis vast dat men er moet naar streven om een Regering van Representatie samen te stellen. In de overeenkomst tussen diverse exercitiegenootschappen wordt wederzijdse hulp en bijstand beloofd.
23 juni - Het Leidse exercitiegenootschap wordt verboden te exerceren. De drilmeester krijgt een boete van 25 gulden.
Begin september - Orangistische rellen in Den Haag worden niet onderdrukt door het garnizoen van de stad. De Staten van Holland ontnemen stadhouder Willem V van Oranje-Nassau het bevel over het garnizoen van Den Haag.
4 oktober - Wijbo Fijnje houdt, mede namens Pieter Vreede en Rutger Jan Schimmelpenninck, een rede voor de Vroedschap van Leiden waarin hij de vervanging van de Oranjegezinde leden eist. Ze schrijven het Leids Ontwerp. Dit wordt op de provinciale vergadering van de vrijkorpsen in Holland aangenomen, en is een democratisch beginselprogramma, gebaseerd op de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring.
De Engelse gezant James Harris probeert de Oranjepartij weer tot leven te wekken.
1786
Zowat alle regeringscolleges in de Oostenrijkse Nederlanden worden opgeheven en vervangen door een "conseil royal du gouvernement", die zetelt in Brussel.
11 februari - Er volgen in de Oostenrijkse Nederlanden ingrijpende verordeningen inzake bestuur, priesteropleiding en volksfeesten. Alle kermissen vallen bijvoorbeeld in het hele land op één en dezelfde zondag.
17 maart - Orangistische relletjes in Den Haag, als de patriottische gedeputeerden van Dordrecht, Cornelis de Gijselaar en burgemeester Paulus Gevaerts door de stadhouderspoort van Den Haag rijden. Gemeenten met patriottische sympathieën worden aangevallen door de prinselijke troepen. Als gevolg van deze actie wordt Willem V door de Staten van Holland, Groningen, Overijssel en Zeeland als kapitein-generaal geschorst. De staat van Holland plaatst een kordon van vrijkorporisten om over de troepen van ex-stadhouder Willem te waken.
2 augustus - In Utrecht is de vierde nationale vergadering van vrijkorpsen georganiseerd. Besloten wordt de invloed van het volk en de controle op de regenten te vergroten. Het bestuur van Utrecht wordt democratisch. Er worden 16 democratisch gekozen patriotten in de raad beëdigd. Destijds een voor Europa unieke gebeurtenis. De prinsgezinde leden van de Provinciale Staten verhuizen naar Amersfoort, dat door de prinselijke troepen wordt bezet.
H.W. Daendels en Cornelis van den Burg, burgemeester van Bolsward zijn geïnspireerd door de gebeurtenissen in Utrecht. Daendels verzet zich tegen de benoeming van twee prinsgezinde kandidaten in de raad van Hattem, maar op 31 augustus komen de stadhouderlijke troepen om de orde te herstellen. In Bolsward verzoekt het exercitiegenootschap om meer munitie om een eventuele herhaling in Friesland te voorkomen.
22 september - Als vergelding voor de bezetting van de stadjes Elburg en Hattem door de stadhouderlijke troepen, beslissen de Staten van Holland Willem V als kapitein-generaal te ontslaan en de door hen betaalde troepen naar eigen gewest terug te trekken.
September - De vrijheid van drukpers en vergadering wordt in de gewesten Gelderland en Friesland beperkt. De stad Utrecht verandert in een legerkamp om de patriottische vroedschap te verdedigen.
16 oktober - In de Oostenrijkse Nederlanden worden priesteropleidingen door de staat georganiseerd, waarvoor acht pro-seminaries en vier generaal-seminaries zullen worden ingesteld. Dat van Leuven opent op 1 december, maar er ontstaat onmiddellijk een studentenrevolte, en het seminarie sluit gelijk zijn deuren.
1787
1 januari - De gerechtelijke indeling van de Zuidelijke Nederlanden wordt grondig hervormd, en de juridische voorrechten van de geestelijkheid ingetrokken.
12 maart - Vervanging van de oude gewestelijke besturen door intendanties van de 9 kreitsen. De Gewestelijke Staten weigeren echter belastingen toe te staan, en er begint een algemene volksbeweging.
9 mei - legers van de Utrechtse vrijkorpsen slaan de troepen van stadhouder Willem V in de buurt van Vreeswijk terug. Er komen tegenstellingen aan het licht tussen burgerlijke democraten en aristocratisch, staatsgezinde regenten. Er volgt een Orangistische Akte van Verbintenis in de Noordelijke Nederlanden waar de patriotten de macht grijpen en Willem V afzetten.
30 mei - de Staten van Brabant weigeren aan Oostenrijk belastingen te betalen. Graaf Ferdinand von Trautmansdorff wordt gevolmachtigd minister en mag van keizer Jozef II (niet al te vergaande) concessies doen.
3 juli - Jozef II roept de gouverneurs naar Wenen voor overleg. Ook een afvaardiging van de Staten van Brabant wordt uitgenodigd. Graaf Jozef van Murray wordt tijdelijk tot gouverneur benoemd.
Holland verzoekt om steun uit de andere gewesten, omdat Frederik Willem II van Pruisen dreigt met interventie, als Holland niet haar verontschuldigingen aanbiedt.
21 augustus - Wijbo Fijnje houdt een rede voor de vroedschap van Delft waarin hij veranderingen en de vervanging van de Oranjegezinde leden eist. In Delft wordt alsnog een patriottisch stadsbestuur ingesteld. Eind augustus weigert een tiental patriottische Statenleden in Friesland zich neer te leggen bij de reactionaire besluiten en trekt zich terug in Franeker. De spanning stijgt. In diverse steden worden defensieve maatregelen getroffen.
10 september - Er volgt een Pruisisch ultimatum van drie dagen.
15 september - Een Pruisisch leger trekt de stad Utrecht, verdedigd door Frederik III, binnen. De patriotten uit Utrecht vluchten naar Amsterdam. In Friesland houden de patriotten het nog een week langer uit. Als de stemming onder de bevolking is omgeslagen worden ook Franeker en Bolsward opgegeven.
18 september - De Staten van Holland herroepen alle besluiten tegen de stadhouder.
20 september - Prinses Wilhelmina keert terug naar 's-Gravenhage. Stadhouder Willem V van Oranje-Nassau arriveert drie dagen later waarmee de Oranjerestauratie een feit is. Door interventie van Pruisen is de burgeroorlog tussen de patriotten en prinsgezinden neergeslagen. Veel patriotten worden gevangengenomen of wijken uit naar Noord-Frankrijk.
10 oktober Amsterdam geeft zich over, als laatste stad in Holland. De hertog van Brunswijk neemt zijn intrek in een oude katoenfabriek aan de Amstelveenseweg en zegt toe dat hij zorg zal dragen dat de wraakacties en plunderingen zoveel mogelijk worden onderdrukt. Veel patriotten zijn inmiddels uitgeweken naar Antwerpen, Brussel en sommige Frankrijk. Een enkeling vlucht richting Duitsland.
In de nacht van 9 op 10 november worden in 's-Hertogenbosch bij meer dan 850 huizen de ramen ingeslagen, 250 huizen worden geplunderd. Ook in andere steden vinden plunderingen plaats.
Alle vroedschappen worden gezuiverd van patriotten, waarbij vooral Amsterdam en Alkmaar worden getroffen. Iedereen die actief was als officier van een exercitiegenootschap of in een defensiecommissie wordt in staat van beschuldiging gesteld.
1789
Januari - Brabant weigert nog belastingen te betalen. Als reactie hierop schort de keizer alle verleende privileges aan het hertogdom op.
Mei - Verbond van Breda: tussen twee oppositiebewegingen worden afspraken gemaakt, namelijk enerzijds de Nootisten of Statisten, aanhangers van de Brusselse advokaat Hendrik Karel Nicolaas van der Noot en de Antwerpse kanunnik Frans van Eupen, conservatief en klerikaal, en opkomend voor de rechten der gewestelijke staten, en anderzijds de Vonckisten, aanhangers van Johannes Franciscus Vonck die zich opstellen als democraten en beïnvloed worden door de denkbeelden van de verlichting. Deze partij streeft eerder naar centralisatie. De Vonckisten steunen dan ook aanvankelijk de hervormingen, anders dan de Statisten die blijven vasthouden aan de oude vrijheden en systemen, maar door de onhandigheid waarop Jozef II ze doorvoert, sluiten de vooruitstrevende Vonckisten zich spoedig aan bij het verzet.
13 augustus - Akte van Garantie: Een Engels-Pruisische overeenkomst ter garantie van de staatsinstellingen van de Nederlandse Republiek. Regenten van de Republiek moeten een "constitutionele eed" op de bestaande staatsregeling zweren. Door deze Akte waarborgen de gewesten elkaar het voortbestaan van het stadhouderschap.
18 augustus - Een groep burgers en werklieden uit Luik en Verviers trekt naar de regeringsgebouwen. De prins-bisschop wordt gedwongen het reglement van 1684, dat hem toelaat edicten uit te vaardigen, in te trekken en de aanstelling van nieuwe magistraten te bevestigen, nadat hij het prinsbisschoppelijk reglement van 1784 heeft afgeschaft. De week daarop vlucht hij naar Trier.
31 augustus - De staten vergaderden om de Luikse omwenteling te bekrachtigen. De prins-bisschop wordt verzocht terug te keren onder de nieuwe constitutie, maar verkiest dat niet te doen. De discussies tussen de verschillende standen kunnen nu beginnen.
18 oktober - Het patriottenleger van de Statisten en de Vonckisten kondigt het Manifest aan het Brabantse Volk af. Dit verbond verdrijft (tijdelijk) de Oostenrijkers en keizer Josef II wordt van de regering vervallen verklaard. De onafhankelijkheid van de Zuidelijke Nederlanden wordt uitgeroepen, wel met behoud van de landelijke privileges. De Brabantse Omwenteling is tot zover geslaagd.
24 november - Een Pruisisch garnizoen bezet de stad Luik en beschermt daarmee feitelijk zowel de Brabantse als de Luikse revolutie tegen de Oostenrijkers.
20 februari - Jozef II overlijdt en zijn broer en opvolger keizer Leopold II trekt de meeste verordeningen van de Oostenrijkse Nederlanden in.
16 maart - de Vonckisten zijn bereid keizer Leopold II te erkennen, de Statisten echter niet. Veel Vonckisten vluchten daarop naar Frankrijk. In Gent melden zich vrijwilligers aan bij de patriotten, o.a. uit Bornem, Hingene en Sint Amands. Samen met hen zweren ook de pastoor en de wethouders van Hingeren getrouwheid aan de Staten van Vlaanderen.
December - Het leger van de Belgische patriotten is verzwakt uit de strijd gekomen, die tot de eerdere bevrijding leidde. Door onenigheid en gebrek aan leiderschap kunnen ze niet optornen tegen de Oostenrijkse bezetting. De Verenigde Nederlandse Staten worden ook niet internationaal erkend, moeten toezien hoe de Oostenrijkers eind 1790 gemakkelijk weer hun gezag herstellen.
1791
De Oostenrijkers verplichten de burgers in de Oostenrijkse Nederlanden om alle geweren in te leveren.
24 mei - Het octrooi van de West-Indische Compagnie wordt niet verlengd. De aandeelhouders krijgen 30% van hun geïnvesteerde kapitaal terug in staatsobligaties.
20 april - Frankrijk verklaart aan Oostenrijk de Oorlog. De strijd wordt grotendeels op gebied van de Oostenrijkse Nederlanden, het latere België, geleverd.
Bij de eerste Franse inval wijkt de Grote Raad van Mechelen uit naar Roermond, waar hij nog kan waken over het laatste niet bezette gebiedsdeel, de twaalf overblijvende gemeenten van Oostenrijks Gelre.
6 november - Slag bij Jemappes: het Oostenrijkse leger wordt door de Franse generaal Charles-François du Périer, markies Dumouriez in de Zuidelijke Nederlanden verslagen. De Franse troepen worden als bevrijders gezien, ook omdat de generaal beloofd heeft dat in alle vrijheid een democratische grondwettelijke staat mag worden ingericht. Verder zal hij alles in het werk stellen om de Schelde te heropenen. Generaal Charles François Dumouriez dringt in de Eerste Coalitieoorlog de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen. Dit gebied - later België - komt onder Frans bewind.
28 november - De Franse troepen staan in Luik. De prins vlucht. De Luikse revolutionaire comités geraken er niet uit of ze bij Nederland (België) of bij Frankrijk willen horen.
Antwerpen wordt veroverd door de Franse revolutionaire legers. Frankrijk opent de Schelde weer, (maar de napoleontische oorlogen zullen de handel beperken, en Antwerpen wordt onder Napoleon een oorlogshaven, een "Pistool gericht op Engeland").
13 december - De Franse generaal Dumouriez doet zijn intrede in Brussel en in Mechelen en op 30 december in Antwerpen, waar hij belooft dat de Schelde open zal worden verklaard.
16 februari - Charles-François du Périer, markies valt de Republiek binnen en verovert op 24 februari Breda, maar lukt er niet in om Willemstad in te nemen. België wordt bij Frankrijk geannexeerd, een annexatie die in een tumultueuze volksstemming wordt goedgekeurd.
5 maart - Franse troepen worden door de Oostenrijkers verslagen. Luik wordt heroverd en de prins keert op 21 maart terug. Enkele collaborateurs met het Franse bewind worden terechtgesteld.
Bij deze tweede Franse inval vertrekt een deel van de raadsleden naar Regensburg en Augsburg, in keizerlijk gebied; een ander deel kiest voor het nieuwe regime en gaat in de nieuwe gerechtelijke instellingen zetelen.
18 januari - In Amsterdam neemt een revolutionair comité onder leiding van Rutger Jan Schimmelpenninck de macht van de zittende burgemeesters op minzame wijze over, net voor de Franse troepen de stad bezetten. Ze noemen zichzelf de "Provisionale Representanten van het Volk van Amsterdam". Op gelijkaardige wijze komen ook in andere steden patriottische stadsbesturen aan de macht, waardoor eerst de Gewestelijke Staten en later de Staten-Generaal aan macht verliezen. Voor de koloniale bezittingen worden comités gevormd, die de taken van de Raad van State overnemen.
26 juni - Slag bij Fleurus: Tijdens de Eerste Coalitieoorlog dwingt graaf Jean Baptiste Jourdan, een Frans maarschalk, de Oostenrijkers om de Nederlanden te verlaten. De slag bij Fleurus doet de Oostenrijkers verliezen en brengt de Franse overheersing terug. Dit markeert het begin van de Franse tijd in België. Franse revolutionaire troepen veroveren de Bataafse Republiek. Ook de patriotten zijn erg actief.
24 juli - De prins van Luik moet opnieuw vluchten voor de Fransen die op 26 juli met de Slag bij Fleurus de stad binnentrekken. Ook de belangrijkste industriëlen van Verviers nemen het zekere voor het onzekere en vluchten de Rijn over. De Franse bezetters laten oude revolutionaire plannen om de Sint-Lambertuskathedraal af te breken uitvoeren. Bij de annexatie verdwijnt het prinsbisdom Luik en gaat op in de departementen van de Ourthe, van de Nedermaas en van Samber en Maas.
Augustus - De Franse legers trekken Staats-Brabant binnen na de overwinning bij Fleurus en de definitieve bezetting van de Oostenrijkse Nederlanden. Ook Sluis en Nijmegen worden bezet. Tijdens de 2de Franse bezetting van België wordt het bestuur grondig hervormd.
November - Het Franse leger is genaderd tot aan de grote rivieren in de noordelijke Nederlanden.
December - De Franse legers trekken over het ijs van de bevroren rivieren verder naar het noorden, o.l.v. generaal Jean-Charles Pichegru.
1795
16 januari - Utrecht wordt met Franse steun bevrijd. De Fransen nemen de stad in.
18 januari - Vanuit Scheveningen verlaat stadhouder Willem V met zijn zoons het land, en zoekt asiel in Engeland. Er vindt in de Noordelijke Nederlanden een omwenteling plaats. De patriotten keren terug en met de Bataafse Revolutie wordt de Bataafse Republiek gesticht. (Gelre, Holland en Zeeland, Friesland, Groningen, Overijssel, Utrecht, Drenthe) tot 1806.
7 april - In het revolutionaire Frankrijk wordt de decimale indeling van de dag na een half jaar weer afgeschaft. Tegelijk worden echter wel decimaal verdeelde maten en gewichten ingevoerd.
16 mei - Het Verdrag van Den Haag met Frankrijk maakt de jonge Bataafse Republiek tot een vazalstaat. Frankrijk en de Republiek sluiten een offensief en defensief verbond, waarbij de Republiek Frankrijk met de helft van zijn leger en vloot moet steunen en bovendien 25.000 Franse troepen van kledij en voeding voorzien. Staats-Vlaanderen, Maastricht en Venlo worden ingelijfd bij Frankrijk, dat een schadeloosstelling van 100 miljoen gulden ontvangt. De aanvankelijk zwaardere voorwaarden worden afgezwakt dankzij de inspanningen van Pieter Paulus, de voorzitter van de Staten-Generaal.
Als gevolg van de Haagse Vrede verklaart Engeland de Bataafse Republiek de oorlog, en begint met een stelselmatige bezetting van de koloniën. De gevluchte Willem V juichte dit initiatief al toe in zijn Brieven van Kew.
In tegenstelling tot in Frankrijk, waar in de beginfase van de Franse Revolutie deze snel radicaliseert, worden de revolutionaire veranderingen in de Bataafse Republiek relatief vreedzaam doorgevoerd. Het land is al tweehonderd jaar een republiek, en heeft dan ook maar weinig tegenstribbelende edelen. Ook is in Frankrijk, na de val van Robespierre, de revolutie inmiddels een veel gematigder fase ingegaan. De omwenteling is in feite een herhaling van de omwenteling van de patriotten, die in 1787 met behulp van een Pruisisch interventieleger is onderdrukt. Veel leiders van de Bataafse Republiek zijn patriottische politici die in 1787 naar Frankrijk waren uitgeweken. Nu krijgen zij, met Franse steun, de kans om alsnog hun idealen te verwezenlijken. De oude Republiek was altijd al tamelijk ineffectief geweest, en haar tekortkomingen zijn met het verstrijken van de tijd steeds ernstiger geworden. De afzonderlijke provincies zijn soeverein, ieders instemming is dus nodig voor een besluit, waardoor de gezamenlijke besluitvorming soms jaren duurt. Daarnaast is veel macht geconcentreerd in handen van de regenten, die in feite plaatselijke oligarchieën vormen. De Bataafse Republiek maakt dan ook de overgang naar een meer gecentraliseerde regering, met uniforme rechtspraak, munteenheid, maten en gewichten, belastingheffing. Voorts krijgen de katholieken, die al meer dan 200 jaar als tweederangsinwoners een derde deel van de bevolking uitmaken, voortaan gelijke burgerrechten.
In de loop van het jaar richten de Fransen een administratieve postdienst op. In de stempel op de omslag staan naam van het departement en kanton, vanwaar de zending vertrekt.
1 januari - Drenthe en Staats-Brabant worden tot de Staten-Generaal toegelaten.
16 januari - In de Bataafse Republiek worden verkiezingen georganiseerd voor een Nationale Vergadering., die het hoogstgeplaatste regeringslichaam zal worden en een grondwet gaat maken. Deze moet o.a. voorzien in een algemeen getrapt kiesrecht voor mannen ouder dan 20, die een eed zweren tegen het stadhouderschap en de idee van volkssoevereniteit steunen. De kiezers moeten een vaste woonplaats hebben en niet van een uitkering leven. 126 kiesdistricten worden vastgelegd.
1 maart - In Den Haag komt de eerste democratisch gekozen Nederlandse volksvertegenwoordiging bijeen, de Nationale Vergadering. Het comité bestaat vooral uit federalisten en unitaristen. Een derde groep wordt gevormd door de gematigden. Er wordt nog voordat ze de grondwet vastlegt een scheiding van kerk en staat ingevoerd en de Joodse natie krijgt een gelijkwaardig statuut als de Bataafse burgers.
Maart - Vierentwintig prominente leden scheiden zich samen met rabbijn Isaac Graanboom af van de Hoogduitse joodse gemeente van Amsterdam. Ze zijn allen lid van het Patriotse genootschap Felix Libertate en steunen de Bataafse Revolutie. De 24 vormen een nieuwe gemeente die Adath Jessurun of Adath Jeschurun wordt genoemd.
5 augustus - Geheim verdrag tussen Pruisen en Frankrijk te Berlijn. Pruisen zegt toe zich niet te zullen verzetten tegen een Franse annexatie van de linker Rijnoever. Frankrijk ondersteunt dan de overname van met name genoemde prinsbisdommen door Pruisen, Hessen-Kassel en de prins van Oranje.
22 augustus - Vrede te Parijs tussen Frankrijk en het markgraafschap Baden. Baden staat aan Frankrijk zijn bezittingen op de linker Rijnoever af, met name de heerlijkheden Rodemack en Hesperingen, zijn aandeel in het graafschap Sponheim, de heerlijkeid Gräfenstein, de ambten Beinheim en Rhodt. In geheime artikelen wordt een toekomstige uitbreiding van Baden met een aantal prinsbisdommen voorbereid. Verder doet Baden ook afstand van Kehl op de rechteroever van de Rijn, de brug bij Hüningen, de Rijn zelf en de eilanden in de Rijn. Verder zegt Baden toe bij een toekomstige vrede tussen Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk te zulen stemmen voor de afstand van de linker Rijnoever, de secularisatie van de geestelijke staten en de opheffing van de leenband van Italiaanse staten met het Heilige Roomse Rijk.
15 september - In het ingelijfde Zuid-Limburg geldt sinds een paar maanden het Franse revolutionaire echtscheidingsrecht. Een eerste Maastrischts koppel laat zich scheiden bij de Burgerlijke Stand.
17 oktober - Ondertekening van de Vrede van Campo Formio door Napoleon Bonaparte en graaf Ludwig van Cobenzl van Oostenrijk. Het conflict tussen Frankrijk en Oostenrijk (de Eerste Coalitieoorlog) wordt beëindigd. In dit verdrag erkent de Habsburgse keizer onder andere de annexatie van de zuidelijke Nederlandse gewesten door Frankrijk; dit behoort formeel niet tot zijn bevoegdheid maar is het erkennen van een feitelijke situatie. Artikel 3 bepaalt dat Oostenrijk de Oostenrijkse Nederlanden afstaat aan Frankrijk. Krachtens artikel 18 moet Oostenrijk de Breisgau afstaan aan de verdreven hertog van Modena. Oostenrijk mag Republiek Venetië inlijven. Verder is er een serie geheime artikelen.
Hans en Parkie, de twee Ceylonese olifanten van de uitgeweken stadhouder Willem V, worden in Deventer ingescheept om via de binnenwateren te worden overgebracht naar de Jardin des Plantes in Parijs.
1798
In de nacht van 21 op 22 januari bezetten radicale unitariërs onder wie Herman Willem Daendels de Nationale Vergadering in de Bataafse Republiek en er vindt met steun van de Franse generaal Joubert een staatsgreep plaats. De federalisten worden opgesloten in de voorzitterskamer, en de anderen moeten de eed afleggen op de 'Afkeer tegen het Stadhouderschap, de Aristocratie, het Federalisme en de Regeeringloosheid". Alleen de leden van de Tweede Nationale Vergadering die een eed tegen het federalisme en de aristocratie afleggen, mogen lid blijven van de volksvertegenwoordiging. De overblijvende leden vormen een Constituerende Vergadering, een parlement dat een grondwet moet ontwerpen. Deze vergadering stelt ook een voorlopig Uitvoerend Bewind in. De ontwerpgrondwet wordt op 23 april door het volk goedgekeurd, waarbij overigens alleen tegenstanders van het federalisme mogen meestemmen.
17 maart - De Vereenigde Oostindische Compagnie wordt ontbonden. De VOC leunt in de 18e eeuw op de winsten die in Amsterdam met de verkoop van goederen worden gemaakt. Als echter door de Vierde Engelse Oorlog de retourschepen de Republiek niet meer kunnen bereiken, gaat het snel bergafwaarts. In 1781 besluit de compagnie het uitbetalen van dividenden te staken. Maar ook dit, en steun van de Staten-Generaal, kan het tij niet keren. De invasie van de Fransen en de oprichting van de Bataafse Republiek zijn de genadestoot. Haar schulden en bezittingen gaan over op de Republiek.
23 april - Een nieuwe Nederlandse Grondwet wordt in de nieuwe "gezuiverde" Vergadering aangenomen, gebaseerd op unitarisme. Het land wordt verdeeld in 8 departementen met zoveel mogelijk gelijke bevolkingsaantallen, waarvan de grenzen afwijken van de historisch gegroeide provincies. Het grootste deel van Friesland gaat samen met Groningen op in het departement van de Eems, terwijl Holland wordt gesplitst in het departement van Texel, het departement van de Amstel en het departement van de Delf. Er komt een Vertegenwoordigend Lichaam, gekozen volgens algemeen getrapt kiesrecht. Dit heeft wetgevende macht, stelt jaarlijks de begroting op en benoemt de leden van het Uitvoerend Bewind, dat uit 5 directeuren en 8 assistenten bestaat. Departementale en plaatselijke besturen worden verkozen door stemgerechtigde burgers, en de gilden worden opgeheven.
Op 12 juni vindt in de Bataafse Republiek met goedvinden van de Franse ambassadeur Charles Delacroix een nieuwe staatsgreep plaats door gematigde unitariërs onder leiding van generaal Daendels. De radicale leden van het Uitvoerend Bewind worden afgezet en vluchten. De staatsgreep leidt ertoe dat de nieuwe Grondwet wordt ingevoerd, de eerste grondwet in Nederland, de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk. Er komt een Intermediair Uitvoerend bewind. Voor de diverse onderdelen van het bestuur stelt een vijf leden tellende Uitvoerend Bewind, dat op 14 augustus 1798 aantreedt, acht agenten aan. Zij zijn te beschouwen als de eerste ministers. Dit bewind bereikt binnen kortste keren meer dan de vorige in drie jaar tijd. Er komt een nieuw parlement, het Vertegenwoordigend Lichaam. Dat parlement splitst zich na de verkiezingen in twee kamers. De eerste kamer mag wetsvoorstellen indienen, de tweede kamer kan die voorstellen alleen goed- of afkeuren. Aan het het kiesrecht zijn allerlei beperkingen gesteld, zo moeten kiezers kunnen lezen en schrijven, en via een eed het federalisme afwijzen.
5 september - De Franse bezettingsmacht voert in de Zuidelijke Nederlanden en in het voorheen Nederlandse Limburg de verplichte Conscriptie in. Jongemannen in de geschikte leeftijd nemen verplicht deel aan een loting die uitmaakt wie van hen moet opkomen voor zijn nummer.
29 oktober - Ook in Luxemburg breekt de Boerenkrijg (Klüppelkrieg) kort maar heftig uit. Een legertje van 2000 man trekt op de hoofdstad aan. De Franse bezetter breekt het verzet bij Arzfeld.
12 november - Op het nippertje kan de Gentenaar Lieven Bauwens van Londen wegzeilen met aan boord een versie van de Mule Jenny in onderdelen, en Engels personeel dat met de spinmachine kan omgaan.
5 december - De ruggengraat van de opstand breekt als het Brabantse katholieke leger na een achtervolging over Herentals, Geel en Diest op Ter Hilst bij Hasselt wordt verslagen. Men schat het aantal doden op 5000 tot 10.000. Er volgt een strenge repressie waarbij de meeste leiders worden terechtgesteld (190 gefusilleerden).
1799
12 februari - Er is watersnood in het grote rivieren gebied. Landerijen hebben veel te lijden van kruiend ijswater langs de Rijn maar meer nog langs de Waal.
22 juni - Engelsen vallen gesteund door Russen in Noord-Holland binnen. De Bataafse Vloot onderneemt niets, omdat de matrozen weigeren tegen de Oranje-vlag te vechten. De verdediging in deze slag wordt geleid door Brune en Daendels. De erfprins - de latere koning Willem I - strijdt aan de zijde van het Engelse leger. In een proclamatie meldt hij het herstel van de oude grondwet van het land. Er wordt harde strijd gevoerd in de buurt van Bergen, Alkmaar en Castricum.
Op 27 augustus trachten de Engelsen en Russen middels een invasie in Noord-Holland het stadhouderlijk gezag te herstellen. Schoorl krijgt het zwaar te verduren.
14 september - De Departementen van de Nederlanden roepen in Bredevoort de staat van beleg uit, en zenden 200 man van de nationale garde en 100 Franse soldaten nadat de oranje gezinde August Robert van Heeckeren van Suideras een inval vanuit Pruisen in het graafschap Zutphen onderneemt om daar een Oranjerevolutie uit te lokken ten gunste van de in Engeland verblijvende erfprins Willem.
6 oktober - Slag bij Castricum : Franse troepen deinzen terug voor een Russische aanval. Massale steun voor Oranje waar de Britten op gerekend hebben, blijft echter uit en op 18 oktober besluiten de Britten en Russen zich over te geven.
10 oktober - In de Conventie van Alkmaar wordt de aftocht van de Russisch-Engelse troepen uit Holland geregeld. Een inval van een Oranjeleger in het oosten van het land mislukt al evenzeer.
18 oktober - De Engelsen en Russen in Noord-Holland schepen zich in voor de terugtocht.
3 november - Banditisme als nasleep van de Boerenkrijg.
22 november - Een aanhangster van het Oranjehuis wordt te Winterswijk, liggend in haar doodskist, geëxecuteerd. Het betreft de 42-jarige freule van Dorth tot Holthuizen. Ze werd voor haar openlijke sympathiebetuigingen bij de inval van Engelse en Russen in Noord-Holland tot de dood veroordeeld.
6 december - Met de executie van de freule van Dorth is de oranjerevolutie neergeslagen en wordt in Bredevoort de staat van beleg opgeheven.
31 december - De Verenigde Oost-Indische Compagnie houdt formeel op te bestaan.
Aldhouse-Green, Miranda Jane, (1996): The Celtic Goddess as Healer in Sandra Billington (ed). The Concept of the Goddess
Asaert, G., Bosscher, Ph.M., Bruijn, J.R., Hoboken, W.J., van et al (1976-1978): Maritieme geschiedenis der Nederlanden, De Boer Maritiem, Bussum
Berendsen, H.J.A. (2004): De vorming van het land, Inleiding in de geologie en de geomorfologie, Koninklijke Van Gorcum, Assen, ISBN 90-232-4075-8
Blok, D.P. (red) et al (1977-1983): Algemene Geschiedenis der Nederlanden, Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, ISBN 9022838005
Blokker, B., Es, G. van, Spiering, H. (1999): De vaderlandse geschiedenis in jaartallen, Uitgeverij Balans, Amsterdam, ISBN 9789050186544
Blom, J.C.H., Lamberts, E., redactie (2006): Geschiedenis van de Nederlanden, HBuitgevers, Baarn, ISBN 90-5574-474-3
Boone M. en Stabel P., ed. (2000): Shaping urban identity in late medieval Europe, Garant, Leuven (Studies in urban social, economic and political history of the medieval and modern Low Countries, 11).
Houtte, J.A. van (1979): Economische en sociale geschiedenis van de Lage Landen, 800-1800, Haarlem
Jansen, H.P.H. (1981): Geschiedenis van de Middeleeuwen, derde druk, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht - Antwerpen, ISBN 9027453772
Janssen, P. e.a. (red) (1996): De gouden delta der Lage Landen. Twintig eeuwen beschaving tussen Seine en Rijn, Mercatorfonds, Antwerpen
Kossmann, E.H. (2002): De Lage Landen 1780-1940. Twee eeuwen Nederland en België, Amsterdam/Antwerpen
Kruta V., Frey, O.H., Raftery, B. & Szabo M. (1991): The Celts - (The Origins of Europe), Thames & Hudson Ltd., Londen ISBN 978 0500 015247
Kurth, G. (1896) : La frontière linguistique en Belgique, Brussel, deel XLVIII der Mémoires couronnés et autres mémoires, publiées par l'Académie.
van Driel-Murray, Carol, (2005): Those who wait at home in Ulrich Brandl, Frauen und Romisches Militar - Ten papers from a round-table session presented at a conference in Xante, Duitsland, ISBN 978-1407301983
Mannaerts P. (ed.), (2008): Beghinae in cantu instructae – Muzikaal erfgoed uit Vlaamse begijnhoven (Middeleeuwen-eind 18de eeuw), Brepols, Thurnout
ter Haar, Jaap (2005): Geschiedenis van de Lage Landen Ten Have, Kampen, ISBN 9025954693online
ter Haar, Jaap (2006): Geschiedenis van de Lage Landen Uitgeverij Kok, Kampen, ISBN 9043506427
Nouwen, Robert (2009): Keizer Augustus en de Lage Landen Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789058265890
Roever, Jutta Paulina de (2004): Swifterbant-aardewerk : een analyse van de neolithische nederzettingen bij Swifterbant, 5e millennium voor Christus, Dissertaties - Rijksuniversiteit Groningen online
Romein, J. en A. (1977): De lage landen bij de zee. Een geschiedenis van het Nederlandse volk, Den Haag-Antwerpen
van Cauwelaert, Frans,Alfons De Cock, Jan Denucé, Max Rooses e.a. (1912-1913): Vlaanderen door de eeuwen heen,. 2 dln. Elsevier, Amsterdam
RoSa-factsheet Nr. 22 • feb 2003 Begijnen in de Lage Landen (online)
Noten
ºReginald De Schryver (1981) 'Who had sovereignty in the southern Netherlands during the war of the Spanish Succession (1700-1715)?' in: Recht en instellingen in de oude Nederlanden tijdens de middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Liber Amicorum Jan Buntinx, Leuven, pp. 488-489.