Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Brief aan de Hebreeën
Hebreeën | ||
Auteur | Paulus | |
Tijd | 80-90 | |
Taal | Grieks | |
Categorie | brief van Paulus | |
Hoofdstukken | 13 | |
Vorige boek | Filemon | |
Volgende boek | Jakobus (bij Luther 1 Petrus) |
De Brief aan de Hebreeën (vaak kortweg Hebreeën genoemd) is een van de boeken in het Nieuwe Testament van de Bijbel. Het bijbelboek telt in de indeling van Robert Etienne 13 hoofdstukken en werd geschreven in het Koinè-Grieks. In feite is het geen brief maar een "homilie op de wijze van een synagogale voordracht".[1] De brief bevat veel verwijzingen naar het Oude Testament. Het wordt wel eens beschouwd als een leerstellig aanhangsel aan de Brief van Paulus aan de Romeinen en de Brief van Paulus aan de Galaten, als een soort commentaar op het boek Leviticus en aanbidding in de tempel. De vele referenties aan de tempeldienst doen veronderstellen dat het voor de vernietiging van de tempel in 70 is geschreven, maar dit kan niet als bewijs hiervoor worden beschouwd.
Het werk bestaat uit 5 delen en is concentrisch opgebouwd: I en V bestaan elk uit één sectie, II en IV uit twee en III uit drie secties. Van deze drie laatste, bevat ook de middelste de hoofdgedachte van de brief, namelijk sectie 8:1 - 9:28 met als hoofdthema: "de voleinding van Jezus' hogepriesterschap"; hier 'draait alles om'. Met de flankering van 7:1-28 en 10:1-18 ontstaat in feite de eerste "doorgewerkte theologie", voorafgegaan door een aansporing (5:11 - 6:20) en gevolgd (10:19-39). Deze vormen het centrale deel (2 pareneses en 3 exposés). Het tweede en vierde deel bestaan uit twee secties: II A (aansporend: 3:1-4, 14) en II B (leerstellig: 4:15 - 5:10) en IV A (leerstellig: 11:1-40) en IV B (aansporend: 12:1-13). II en IV omsluiten dus deel III, maar op hun beurt worden II en IV omlijst door I (leerstellig: 1:5 - 2:18) en V (aansporend: 12:14 - 13:19). Hieraan vooraf gaan de inleiding (1:1-4) en het slot (13:21,21). Na het afsluitende "Amen" (13:21) volgt nog een "aanhangsel" (zie verderop).
De structuur van het werk kan als volgt worden weergegeven[2]:
verdeling | onderwerp | aard | ||
---|---|---|---|---|
a | 1:1-4 | Aanhef | — | |
I | 1:5 - 2:18 | Zoon van God, broeder der mensen | leerst. | |
II | A | 3:1 - 4:14 | De trouw van Jezus | parenet. |
II | B | 4:15 - 5:10 | De barmhartigheid van Jezus | leerst. |
i | 5:11 - 6:20 | Parenetische inleiding | parenet. | |
III | A | 7:1-28 | Volgens de orde van Melchizedek | leerst. |
III | B | 8:1 - 9:28 | De voleinding bereikt | leerst. |
III | C | 10:1-18 | Oorzaak van eeuwig heil | leerst. |
b | 10:19-39 | Parenetisch besluit | parenet. | |
IV | A | 11:1-40 | Een wolk van geloofsgetuigen | leerst. |
IV | B | 12:1-13 | De noodzakelijke volharding | parenet. |
V | 12:14 - 13:19 | Hemelse levenswandel | parenet. | |
s | 13:20-21 | Slot | — | |
z | 13:22-25 | Zendbriefje | — |
Gebaseerd op de letterkundige structuur kan de inhoud van Hebreeën als volgt worden samengevat:
- „God heeft tot ons gesproken door zijn Zoon, de boven de engelen verheerlijkte Heer, die zich de mensen tot zijn broeders maakte (I). Daarmee wilde hij hen in een betere rust dan die van Kanaän binnenleiden. Wij mogen deze kans niet verspelen, maar moeten luisteren naar hem, die zoveel meer dan Mozes een betrouwbaar en barmhartig bemiddelaar is bij de Vader (II). Eeuwige hogepriester naar de orde van Melchisedek, heeft hij voorgoed de schaduwritus van het OT door een wekelijk zoen-offer vervangen en metterdaad de weg naar het heiligdom voor ons geopend (III). Wij moeten ons daarom gelovig aan deze Aanvoerder van het heil overgeven, naar het voorbeeld van zovele OTische geloofsovertuigingen, die zich alleen op de belofte moesten verlaten (IV). Zo zullen wij onze hemelse roeping nakomen en het doel bereiken (V).”[3]
Hebreeën 13:22-25 wordt over het algemeen beschouwd als een aanhangsel bij de brief of zoals bijvoorbeeld de Willibrordbijbel het noemt: een "Begeleidend schrijven", mogelijk van de hand van Paulus zelf. Compositorisch en leerstellig eindigt de brief met 13:21, vandaar het slot "Amen". Mogelijk dat Paulus in zijn eigen handschrift de ontvangers van de brief opriep de inhoud te accepteren als was deze van hem.
Auteurschap
Zie ook Auteurschap van de brieven van Paulus |
Er is vanouds een grote variëteit aan opvattingen hierover. Van 400 tot 1600 werd Paulus van Tarsus als schrijver beschouwd. Dit wordt echter nergens in de brief gesteld. Hoewel veel van de begrippen in de brief Paulinisch zijn, zijn er ook duidelijke verschillen in schrijfstijl met de brieven van Paulus.
Naast Paulus zijn ook Paulus' reisgezel Silas, Clemens (misschien de latere „paus”), Lucas de evangelist, en een onbekende Alexandrijnse christen genoemd. De twee voornaamste kandidaten zijn Barnabas (voor het eerst als schrijver genoemd rond het jaar 300) en Apollos (voor het eerst als schrijver gesuggereerd door Maarten Luther). Ook in de 20e eeuw heeft veel analyse geen consensus hierover opgeleverd.
Canoniciteit
In de meeste Bijbelvertalingen is de Brief aan de Hebreeën opgenomen in de Canon van het Nieuwe Testament. Toch hebben vele bijbelcritici betwijfeld of deze brief in de Canon thuis hoort. De Apostolische Vaders (met uitzondering van Clemens van Rome), de Apologeten en de latere Kerkvaders citeren niet uit de Brief en verwijzen er ook niet naar. De vroegst bekende verwijzing naar de Brief als een algemeen geaccepteerd deel van de bijbelse canon is van Cyrillus van Jeruzalem in de vierde eeuw. Tijdens het Concilie van Carthago werd nogmaals bekrachtigd dat de Brief een onderdeel van het Nieuwe Testament is.
Zie ook Canonvorming van het Nieuwe Testament |
Bedoeling
De schrijver wilde de ware bedoeling van het systeem van de Mozaïsche wet laten zien, zijn symbolische en tijdoverstijgende karakter. Hij legt uit dat het levitische priesterschap een voorafschaduwing is van de opdracht van Jezus Christus, en dat de offers uit het systeem van de wet de kruisdood van Jezus voorafschaduwden. Het evangelie was daarom niet bedoeld om de wet van Mozes te veranderen, maar om deze te vervullen. Dit werd geschreven om een tendens onder de joodse christenen om terug te keren naar het judaïsme een halt toe te roepen.
Zie ook: Brieven van Paulus (de andere brieven van Paulus). |
Weblinks
- (en) Epistle to the Hebrews, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: )
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º P. Andriessen en A. Lenglet (1971): De brief aan de Hebreeën", JJ Romen & Zn, Roermond, blz. 16
- º Naar P. Andriessen en A. Lenglet (1971): De brief aan de Hebreeën", JJ Romen & Zn, Roermond, blz. 19
- º P. Andriessen en A. Lenglet (1971): De brief aan de Hebreeën", JJ Romen & Zn, Roermond, blz. 18,19
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Epistle to the Hebrews op Wikimedia Commons.