Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Brief van Jakobus
Jakobus | ||
Auteur | Jakobus | |
Tijd | vóór 62 | |
Taal | Grieks | |
Categorie | katholieke brief | |
Hoofdstukken | 5 | |
Vorige boek | Hebreeën | |
Volgende boek | I Petrus (bij Luther Judas) |
De Brief van Jakobus (vaak kortweg Jakobus genoemd) is een van de Algemene zendbrieven in het Nieuwe Testament van de Bijbel. De brief werd geschreven in het Koinè-Grieks.
Geadresseerden
Van de brief blijkt volgens Jakobus 2:1 en 5:7 gericht te zijn aan de christenen van joodse oorsprong in de diaspora (1:1: Aan de twaalf stammen in de diaspora).
Auteur
De schrijver noemt zich „Jakobus, een dienstknecht van God en van de Here Jezus Christus”. Omdat hij zich geen apostel noemt, was dit volgens de overlevering Jakobus de rechtvaardige de (half)broer van Jezus. Conservatieve commentatoren zien hiervoor zowel interne en externe aanwijzingen.
Historisch-kritische theologen houden de Jakobusbrief voor een laat pseudepigrafische geschrift, omdat het Grieks in hun ogen te elegant is voor een jood, en omdat zij het leerambt voor een latere ontwikkeling houden.
Datering
Ook bij de datering zijn twee varianten te onderscheiden:
- Wanneer de Jakobusbrief van de hand van Jakobus de rechtvaardige is, moet de brief voor de door Flavius Josephus en Eusebius van Caesarea berichte dood in 62 ontstaan zijn. Enige commentators zien de brief als een van de oudste documenten van het Nieuwe Testament, ontstaan tijdens het apostelconcilie, omdat de heidenen niet genoemd worden. Anderen dateren de brief in of rond 60.
- Theologen die de Jakobusbrief als pseudepigrafisch zien, dateren de brief rond 125. De oudste handschriften dateren van 250 n. Chr.; Papyrus 20 en 23, toen was de brief dus al wereldwijd verspreid.
Inhoud
Hoewel de brief van Jakobus begint met een begroeting, heeft hij verder nauwelijks kenmerken van een brief. Zo is er geen geadresseerde, geen duidelijke briefstructuur en ook geen afsluiting. De Jakobusbrief zou overwegend praktisch georiënteerd zijn („Geloof zonder werken is dood”). Er wordt soms verondersteld dat hij gericht is tot Joodse christenen die de leer wel kennen, maar in het alledaagse leven hulp nodig zouden hebben. De brief behandelt naastenliefde, goede werken, gebed, eerbied voor de arme en een onwereldse wijsheid. Centraal staat de oproep om het christelijk geloof gepaard te laten gaan met sociaal-ethisch handelen.
Indeling
- 1:1 Groet
- 1:2-18 Bewaring in verzoeking
- 1:19-27 Dader van het woord, niet alleen hoorder
- 2:1-13 De zonde van de vooringenomenheid
- 2:14-26 Geloof en werken
- 3:1-12 De zonden van de tong
- 3:13-18 De wijsheid van boven en van beneden
- 4:1-10 Vriendschap met de wereld is vijandschap met God
- 4:11-17 Deemoed, de zonde van eigen eer
- 5:1-6 Het gericht over de rijken
- 5:7-11 Geduldig lijden
- 5:12 Niet zweren
- 5:13-18 Gebed voor zieken, macht van voorbede
- 5:19-20 De terugkeer van de zondaar van zijn dwaalweg
Geloof en werken
Maarten Luther had moeite om de brief te aanvaarden, omdat hij vond dat de brief aanspoorde om redding te „verdienen” door goede werken te doen. Hij noemde het een „strooien brief”, waar de brand in moest. Luthers afkeuring blijkt niet zo steekhoudend of gefundeerd te zijn, want Jakobus spreekt voortdurend over geloven, niet minder dan Paulus dit doet in zijn brieven: wanneer Paulus in Romeinen Rom:3 of Galaten 2:16 zegt dat niemand door werken gerechtvaardigd wordt, en Jakobus hier ogenschijnlijk het tegendeel beweert, wordt soms gedacht dat de twee schrijvers vanuit verschillende invalshoeken over de rechtvaardiging van de zondaar voor God spreken. Paulus legt de nadruk op de onverdiende genade, waar de mens nooit door eigen inspanning recht op zou kunnen laten gelden, terwijl Jakobus zou spreken over de christelijke levensstijl (heiliging), die een ’natuurlijk’ gevolg van de rechtvaardiging uit genade zou zijn. Ook de brieven van Paulus spreken erover (bijvoorbeeld Romeinen 12:1 e.v.), dat het geloof in Jezus Christus een concrete invloed op het dagelijkse leven dient te hebben.
Voorbehoud van Jakobus
Men gebruikt in bepaalde christelijke omgeving soms wel de uitdrukking onder het voorbehoud van Jakobus (Latijn: sub conditione Jacobi, afgekort s.c. of s.c.j.). Deze uitdrukking wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het maken van afspraken om aan te geven dat men als mens de toekomst niet onder controle heeft, maar afhankelijk is van God. Dit berust op de tekst uit Jakobus 4:13-15:
- 13 Welaan nu gij, die daar zegt: Wij zullen heden of morgen naar zulk een stad reizen, en aldaar een jaar doorbrengen, en koopmanschap drijven, en winst doen. 14 Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt, en daarna verdwijnt. 15 In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen wij dit of dat doen.
Ook de iets bekendere toevoeging Deo Volente (afgekort d.v.) is gebaseerd op dit Bijbelvers.
Weblinks
- (en) Epistle of St. James, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: )