Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Evangelie volgens Johannes
apostel Johannes | ||
Auteur | Johannes | |
Tijd | 90 | |
Taal | Grieks | |
Categorie | evangelie | |
Hoofdstukken | 21 | |
Vorige boek | Lucas | |
Volgende boek | Handelingen |
Het Evangelie volgens Johannes (vaak kortweg Johannes genoemd) is een van de boeken in het Nieuwe Testament van de Bijbel. Het is het vierde van de vier evangeliën. Het bevat een verslag van het leven van Jezus Christus.
Auteur
Extern bewijs
De apostel Johannes wordt in de christelijke traditie beschouwd als de auteur van het evangelie. Het boek zelf noemt hem niet als schrijver.
- Irenaeus, bisschop van Lyon vanaf het jaar 177, schrijft dat Johannes het boek op hoge leeftijd te Efeze heeft (uit)gegeven. Irenaeus noemt als bron Polycarpus van Smyrna die rond 155 op 85-jarige leeftijd stierf en zelf Johannes nog gekend had.
- Polycrates, bisschop van Efeze, schrijft over Johannes als getuige en leraar.
- Er is wel gedacht dat er verwarring is ontstaan met Johannes de oudste die wordt genoemd door Papias, die leefde van 70-146. Papias zelf maakt onderscheid tussen deze Johannes en de apostel.
- De Canon Muratori gaat er in het jaar 170 van uit dat Johannes de apostel het evangelie door anderen liet schrijven en autoriseerde.[1]
Intern bewijs
Johannes noemt in zijn Bijbelboek zichzelf niet 'ik', maar 'hij', of 'de discipel die Jezus liefhad'. De tekst van het evangelie bevat twee (niet heel eenduidige) verwijzingen die de schrijver met "de discipel die Jezus liefhad" (Joh 19:26-35 en 21:20-24) identificeren. Het ligt voor de hand - al zegt de tekst dit niet uitdrukkelijk - deze met de apostel Johannes te identificeren. Van de drie apostelen die Jezus bijzonder na aan het hart lagen, Johannes, Petrus en Jakobus, is Jakobus reeds in het jaar 44 gestorven (Handelingen 12:2) en Petrus wordt duidelijk niet bedoeld (Joh. 13:15).
Diverse theologen en bijbelwetenschappers ontkennen of betwijfelen dat zowel het Evangelie volgens Johannes als het eveneens Nieuw Testamentische Bijbelboek de Openbaring van Johannes door eenzelfde persoon zou zijn geschreven, wel worden vaak het evangelie en de drie brieven van Johannes aan dezelfde auteur toegeschreven.
Ontstaan
Omdat van de traditionele auteur, de apostel Johannes, al in de tijd van Papias werd aangenomen dat hij tegen het eind van zijn leven in Efeze woonde (een belangrijk centrum van het christelijk geloof na de val van Jeruzalem in 70 n. Chr.), namen velen aan dat het evangelie in die stad geschreven werd.
Wetenschappelijk onderzoek liet in de 19e eeuw twijfel rijzen over het auteurschap van Johannes. De ontstaansdatum werd decennia later gelegd. F. C. Baur suggereerde het jaartal 160. In 1934 publiceerde C. H. Roberts een stukje papyrus (P52 = Papyrus Ryl. Gr. 457) dat enkele verzen uit het Evangelie volgens Johannes, bevatte. Hij dateerde op grond van het lettertype, dat erg lijkt op de regeringsstukken van Hadrianus, (keizer van 117-138), als uit de eerste helft van de tweede eeuw. Hoewel sommige experts in de paleografie bezwaar maakten en meenden dat het manuscript niet zo nauwkeurig kan worden gedateerd, wordt algemeen erkend dat dit de oudste tekst is met een deel van het Nieuwe Testament.
De Bodmer II papyrus bevat de eerste 14 hoofdstukken van dit evangelie, en dateert van rond 200. Daarnaast zijn er vele papyri en grote codices als getuigen van de tekst.
Hoewel er diverse speculaties zijn over het tijdstip van ontstaan, wordt er dikwijls van uitgegaan dat het Evangelie volgens Johannes rond 90-110 zijn vorm heeft gekregen. Dit is later dan de andere drie Evangeliën. Waarschijnlijk heeft de schrijver kennis gehad van de geschriften van Matteüs, Marcus en Lucas en veronderstelt hij de inhoud van deze Evangeliën ook bekend bij zijn lezers.
Het evangelie werd geschreven in het Koinè-Grieks.
Inhoud
Na de proloog (1:1-5) begint het verhalende deel van dit evangelie met vers 6. Het bestaat uit twee delen. Het eerste deel (1:6 vv. t/m 12) bevat het verhaal van Jezus' openbare optreden van de tijd van zijn aankondiging door Johannes de Doper tot het einde hiervan. Het tweede deel (13-21) laat het privéleven van Jezus zien en zijn samenzijn met zijn directe volgelingen (13-17). Het bevat ook een verslag van zijn lijden en van zijn verschijningen aan zijn discipelen nadat hij opgewekt is uit de dood (18-21). Hoofdstuk 17 bevat het hogepriesterlijke gebed.
Thema: geloof en ongeloof
De schrijver zegt zelf wat zijn bedoeling is:[2] Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam. De zeven beschreven wonderen worden in dit boek teken genoemd, ze hebben iets te betekenen. Ook zijn er zeven symbolen, waarmee Jezus zichzelf vergelijkt.[3] Het conflict tussen geloof en ongeloof is voortdurend onderwerp van de gesprekken tussen Jezus en de omstanders.[4] Door het hele boek zegt Jezus nadrukkelijk Ik ben. Dit wordt vaak uitgelegd als een verwijzing naar de Godsnaam, die immers ook Ik ben betekent.[5]
Kenmerken
De kenmerken van dit evangelie komen naar voren in:
- de mystieke relatie van de Zoon met God de Vader
- de verlosser tot de gelovigen
- de aankondiging van de Heilige Geest als Trooster voor de gelovigen (in het Grieks parakleet genoemd).
- de prominente plaats die voor liefde als element van het christelijk karakter wordt ingeruimd.
Het boek is voornamelijk aan niet-Joodse christenen gericht. Dat is te merken aan de vele parenthesen (uitleggingen direct na een bepaald woord, bijvoorbeeld: sabbat, de joodse rustdag). Een typisch stijlkenmerk van het Evangelie volgens Johannes is ook de ironie zoals wanneer het volk de keuze krijgt tussen Barabbas en Jezus (de eerste naam betekent letterlijk Zoon van Vader, de andere is volgens christenen de Zoon van God).
Latere toevoeging
Johannes 7:53-8:11, het verhaal van Jezus en de op overspel betrapte vrouw, is volgens vele moderne exegeten en tekstcritici een waardevolle latere toevoeging.[6] Sommige handschriften (familie 13) hebben deze tekst tussen Lucas 21 en 22, andere aan het eind van het Johannes evangelie (familie 1) en in de oudst bekende handschriften, die getuigen van de (pre) Alexandrijnse tekst, Papyrus 66, Papyrus 75, Codex Sinaiticus, Codex Vaticanus ontbreekt het. Mogelijk is het verhaal aanvankelijk los van de ons bekende Evangeliën overgeleverd; zie het artikel „Jezus en de op overspel betrapte vrouw”.
Johannespassie
Er zijn vele Johannespassies gecomponeerd naar dit evangelie, waarvan het oratorium van Johann Sebastian Bach, de Johannes-Passion (BWV 245), de meeste bekendheid geniet.
Online lezen
Weblinks
(en) Gospel of Saint John, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: )
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º John, Tyndale New Testament commentaries,ivp, herdruk 1988, R.V.G.Tasker
- º H20:30,13
- º Namelijk brood (6:48); licht (8:23); de deur (10:12); de goede herder (10:14); de opstanding en het leven (11:25); de weg, de waarheid en het leven (14:6); de ware wijnstok.
- º M.C.Tenney, John, the Gospel of belief, Eerdmans, 1948,1988
- º Voetnoot H8:19, Studiebijbel NBV
- º 'Pericope adulterae', in FL Cross (ed.), The Oxford Dictionary of de Christian Church, (New York: Oxford University Press, 2005)