Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Eerste brief van Paulus aan Timoteüs

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De eerste brief van Paulus aan Timoteüs (vaak kortweg 1 Timoteüs genoemd) is één van de boeken in het Nieuwe Testament van de Bijbel. Samen met de Tweede brief aan Timoteüs en de brief aan Titus wordt deze brief gerekend tot de pastorale brieven.

Het is een brief van Paulus aan zijn leerling Timoteüs. De brief telt 6 hoofdstukken en werd geschreven in het Koinè-Grieks.

Ontstaan van de pastorale brieven

De datering van de brief geeft enige problemen, omdat zij niet zou passen binnen de tijdskaders van het boek Handelingen. Daarnaast is er twijfel gerezen of deze brief wel van Paulus is. Voor zover men aanneemt dat Paulus zelf de auteur is van deze brief, veronderstelt men dat hij deze omstreeks het jaar 66 of 67 heeft geschreven, toen hij na zijn gevangenschap in Rome nog eenmaal een aantal gemeentes in Klein-Azië en Macedonië bezocht. Onderweg liet hij zijn leerlingen Timoteüs en Titus achter in respectievelijk Efeze en op Kreta.

Auteurschap

Zie ook Auteurschap van de brieven van Paulus

Vanaf het midden van de 19e eeuw rees er twijfel aan het auteurschap van Paulus. De belangrijkste redenen daarvoor zijn omdat:

  • niet alle Paulinische leerstukken aan de orde komen;
  • sommige vaste uitdrukkingsvormen van Paulus niet voorkomen
  • een groot aantal woorden alleen in deze drie brieven voorkomen, zgn. hapax legomena (van de 848 woorden in deze brieven komen er 306 niet voor in de rest van de brieven van Paulus);
  • de woordenschat meer overeenkomt met de eerste helft van de tweede eeuw dan met de tweede helft van de eerste eeuw;
  • de aanstelling en aanwijzingen voor oudsten en diakenen door critici wordt gezien als thuishorend in de tweede eeuw;
  • er in deze opvatting geen goede plaats voor deze brief, de tweede brief van Paulus aan Timoteüs en de brief van Paulus aan Titus in het boek Handelingen gevonden kan worden, of in reconstructies van het leven van Paulus (Kummel, Perrin);
  • het gemeenteleven trekken van verkerkelijking vertoont: aanstelling van Πρεσβυτερι aanstelling van weduwen, en geen activiteit van gemeenteleden;

Aan orthodoxe zijde wordt in het algemeen aan het auteurschap van Paulus vastgehouden met als voornaamste argumenten:

  • vervalsing zou voor vrijwel alle christenen uit die periode net zo ernstig zijn als tegenwoordig. Namen en personen zouden door een vervalser zijn vermeden;
  • sommige van de genoemde woorden blijken bij nadere analyse wel degelijk elders in het Nieuwe Testament voor te komen
  • de toestand en omstandigheden waar de lokale gemeentes in verkeerden was anders dan aan het begin van de bediening. Mogelijk was één van de redenen dat Paulus leiders ging aanstellen, omdat de snelverwachte wederkomst was uitgebleven.
  • het ontbreken van de voor Paulus gebruikelijke polemische stijl is logisch, omdat hij zich hier niet tegen de dwaalleraars richt, maar alleen aanwijzingen geeft aan de jonge Titus en Timotheus hoe in de gemeente met dwaalleraars om te gaan;
  • het Nieuwe Testament geeft voldoende aanwijzingen, dat Paulus na Handelingen 28 is vrijgelaten (vgl Filip 1:19, 25, 26; 2:24), Kolosse is gegaan (Filemon 22), terwijl Timoteüs in Efeze bleef (1 Timoteüs 1:3) en Paulus doorreisde naar Macedonië. Volgens Titus 1:5 is hij op Kreta geweest. Als Paulus naar Spanje is gegaan, zoals hij van plan was (Romeinen 15:24,28), dan was dit mogelijk in de periode 64-66. Na de brand van Rome in 64 werd het christendom een illegale godsdienst, en konden zijn vijanden hem met succes aanklagen, waarna een tweede gevangenschap in Rome volgde.

Inhoud

De thema's die Paulus aansnijdt hebben vooral te maken met de kerkstructuur. Paulus waarschuwt Timoteüs om de 'valse' leer geen ingang te laten krijgen in de gemeente.

Paulus gaat in op de positie van de vrouw, en een beschrijving van de verantwoordelijkheden en plichten van wie een oudste of diaken wil zijn. Naar aanleiding van deze brief is er vandaag de dag een fel debat wat Paulus bedoelde toen hij inging op de positie van de vrouw binnen de kerk. Sommigen stellen dat Paulus leert dat vrouwen geen autoriteit over mannen mogen hebben en dat Paulus ze daarom uitsluit van de ambten: Ik sta haar dus niet toe dat ze zelf onderwijst of gezag over mannen heeft; ze moet bescheiden zijn. Want Adam werd als eerste geschapen, pas daarna Eva. En niet Adam werd misleid, maar de vrouw; zij overtrad Gods gebod. (1 Timoteüs 11-15)

Ook gaat Paulus in op de behandeling van weduwen, ouderlingen, meesters, jeugd en kerkleden. Ook luidt er een waarschuwing voor hen die rijk zijn. Zij mogen niet neerkijken op de armen.

Valselijk zogenaamde gnosis

Paulus waarschuwt Timoteüs om de 'valse' leer geen ingang te laten krijgen in de gemeente: Mijd het goddeloze gepraat en de tegenstrijdigheden van wat ten onrechte gnosis wordt genoemd. (1 Timoteüs 6:20) Deze zin kiest Irenaeus later tot titel van zijn tegen de gnostici gekeerde werk: Ontmaskering en omverwerping van wat ten onrechte gnosis wordt genoemd. Paulus lijkt zich dus volgens Irenaeus met deze waarschuwing te richten tegen de gnostici. Ook in verband daarmee is de datering van belang. Als Paulus zelf deze brief geschreven heeft zou er al tijdens zijn leven een gnostische stroming binnen het christendom zijn geweest. Als deze brief niet door Paulus geschreven werd, maar zoals verondersteld pas in het begin van de tweede eeuw werd opgesteld, dan kan deze tekst gelden als de eerste verwerping van de gnosis door de kerk.

Opbouw brief

De inhoud van de brief:

  • Zegen en groet (1:1-2);
  • Een toelichting op de betekenis van de wetten van Mozes (1:3-11);
  • Een herinnering aan zijn eigen bekering als voorbeeld van Gods genade (1:12-20);
  • Een oproep tot voorbede (2:1-7);
  • Aanwijzingen voor het gemeenteleven (2:8-3:16);
  • Een aankondiging dat er in de eindtijd afval van de gemeente te verwachten is (4:1-3);
  • Aanwijzingen voor Timoteüs persoonlijk (4:4-16);
  • Verdere aanwijzingen voor het gemeenteleven (5:1-25);
  • Maatschappelijke adviezen (6:1-2);
  • Eenheid en tucht in de gemeente (6:3-10);
  • Geloofsstrijd (6:11-16);
  • Omgang tussen verschillende maatschappelijke klassen in de gemeente (6:17,18);
  • slot (6:20,21).
Zie ook: Brieven van Paulus (de andere brieven van Paulus).

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow