Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Eerste brief van Johannes

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De Eerste brief van Johannes (vaak kortweg 1 Johannes genoemd) is een brief in het Nieuwe Testament van de Bijbel die niet ondertekend is, maar die wegens de schrijfstijl aan de apostel Johannes wordt toegeschreven. Ze behoort tot de algemene zendbrieven. Deze eerste brief telt 5 hoofdstukken en werd geschreven in het Koinè-Grieks. Er bestaat ook een Tweede en een Derde brief van Johannes. "Waarschijnlijk is de brief geschreven in Klein-Azië of Syrië aan het begin van de tweede eeuw."[1]

"De kern van de brief is een waarschuwing tegen de verdeeldheid die in de gemeenten is ontstaan over de vraag of Jezus werkelijk mens is geweest. De ontkenning van Jezus’ menswording noemt de schrijver een dwaalleer waartegen de gelovigen zich moeten verzetten. De verkondigers van deze dwaalleer worden door hem antichristen (vijanden van Christus) en valse profeten genoemd. Jezus is immers, zo benadrukt hij, mens geweest door ‘water en bloed’ (5:6), dat wil zeggen in doop en in kruisdood."[1]

Auteur

"[De drie brieven van Johannes] zijn vermoedelijk afkomstig van eenzelfde auteur, die, vertrouwd als hij blijkt te zijn met het johanneïsche denken en spreken, binnen deze theologische school gezocht moet worden. In 2 en 3 Johannes draagt hij de naam van ‘oudste’. Aangezien de brieven in het gebruik van bepaalde begrippen afwijken van het evangelie volgens Johannes, neemt men aan dat de schrijver ervan een ander is dan de auteur(s) van het vierde evangelie, en dat de brieven later zijn ontstaan dan dit evangelie, en wel in Klein-Azië (Efeze), hoogstwaarschijnlijk aan het begin van de tweede eeuw."[2] Opvallend is wel dat de auteur in het eerste vers beweert zelf Jezus te hebben gezien en aangeraakt (1:1).

Inhoud

"Binnen de johanneïsche gemeenschap is strijd ontstaan over de juiste interpretatie van de gemeenschappelijke traditie. Er is zelfs sprake van een schisma, want een andersdenkende groep heeft zich reeds afgescheiden (1 Joh 2,18v). Zij worden de ‘antichrist’, ‘de leugenaar’ genoemd (2,18.22; 4,1-3). Het schrijven is erop gericht de lezers te behoeden voor deze ontsporing, die een overwaardering inhoudt van de pre-existentie en verheerlijking van Jezus ten koste van zijn aardse mens-zijn, zodat in het bijzonder zijn verzoenend lijden en sterven aan betekenis verloor (4,2v; 5,6). Deze scheiding tussen de mens Jezus en de hemelse Zoon van God, een standpunt waartegen de schrijver herhaaldelijk verzet aantekent (2,22; 4,15; 5,1.5), moet worden verstaan als een uiting van het dualisme dat later in de christelijke gnosis duidelijker gestalte zal aannemen. Tegen deze opsplitsing neemt de schrijver vanaf het begin in de proloog (1, 1-4) krachtig stelling door alle nadruk te leggen op het aardse, vleesgeworden woord, op de zintuiglijke ervaring (horen, zien en aanraken) van de oorspronkelijke getuigen, de ‘wij’ die – en die alleen – met hun verkondiging gemeenschap stichten met de Zoon en zo met de Vader (1,1-4). Wie zich buiten hun verkondiging plaatst, maakt zich los van de Zoon en heeft het leven niet (5,12)."[2]

Genre en structuur

Ook al heet het werk een "brief", het vertoont geen enkele van de kenmerken van een brief. Zo ontbreekt de naam van de schrijver van de brief, de naam en de plaats van de geadresseerden, de zegenwens, het stellen van de vraag waarom de brief geschreven is en de aanbeveling en groeten aan het slot van de brief. De lezers worden aangesproken als "kinderen", "lieve kinderen", "broeders" en "geliefden". Omdat dit in de Wijsheidsliteratuur ook vaak gebeurde, wordt deze brief wel eens een "wijsheidsgeschrift" genoemd, waarin een levensleer verkondigd wordt die de lezers tot leven en volheid van leven zal brengen.[3]

Hoewel diverse pogingen zijn gedaan om een structuur aan te wijzen in het geschrift, kent het werk niet echt een duidelijke opbouw.

Terzijde

Het Comma Johanneum, I Johannes 5:7b,8a, kwam naar de overtuiging van vrijwel alle deskundigen oorspronkelijk niet in de brief voor. Vermoedelijk is dit vers ontstaan als een glosse in de Vulgaat. Het is op grond van deze tekst dat de leer van de Drie-eenheid ontstond.

Zie ook

Weblinks


Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. 1,0 1,1 Inleiding op de eerste brief van Johannes in de Nieuwe Bijbelvertaling
  2. 2,0 2,1 Inleiding op de eerste brief van Johannes in de Willibrordvertaling
  3. º Sjef van Tilborg (1974): De brieven van Johannes, Romen, Bussum, blz. 13
rel=nofollow
rel=nofollow