Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Jehovah's Getuigen: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
(zie overleg) |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
Vandaag staat de spelling Jehova (zonder slot-h) in deze ''woordenlijst'', en dus ook "Jehova's getuige" of "Jehovagetuige". Dit duidt op de individuele aanhanger. "Jehovah's Getuigen" duidt op het kerkgenootschap. Volgens de huidige spellingsregels zou eigenlijk "Jehovahs Getuigen" correct zijn, maar, et [http://www.onzetaal.nl/advies/jehova.php Genootschap ''Onze Taal''] verklaart dat men hierbij het [[donorprincipe]] hanteert: men heeft de naam uit het Engels overgenomen ("Jehovah's Witnesses") en de apostrof gehandhaafd. De slot-h in de naam Jehovah is in het Nederlands echter ook geen vreemd element. Deze schrijfwijze dook vroeger in allerlei geschriften op, zoals het voorwoord van de Statenvertaling.</ref> is een [[eindtijd]]beweging, dat wil zeggen: zij geloven dat de mensheid zich in de "eindtijd" bevindt, de laatste fase voor het ingrijpen door God met als doel de aarde te zuiveren van alle onrechtvaardige mensen. | Vandaag staat de spelling Jehova (zonder slot-h) in deze ''woordenlijst'', en dus ook "Jehova's getuige" of "Jehovagetuige". Dit duidt op de individuele aanhanger. "Jehovah's Getuigen" duidt op het kerkgenootschap. Volgens de huidige spellingsregels zou eigenlijk "Jehovahs Getuigen" correct zijn, maar, et [http://www.onzetaal.nl/advies/jehova.php Genootschap ''Onze Taal''] verklaart dat men hierbij het [[donorprincipe]] hanteert: men heeft de naam uit het Engels overgenomen ("Jehovah's Witnesses") en de apostrof gehandhaafd. De slot-h in de naam Jehovah is in het Nederlands echter ook geen vreemd element. Deze schrijfwijze dook vroeger in allerlei geschriften op, zoals het voorwoord van de Statenvertaling.</ref> is een [[eindtijd]]beweging, dat wil zeggen: zij geloven dat de mensheid zich in de "eindtijd" bevindt, de laatste fase voor het ingrijpen door God met als doel de aarde te zuiveren van alle onrechtvaardige mensen. | ||
Jehovah's Getuigen zijn bekend vanwege hun manier van [[evangelisatie|evangeliseren]], waarbij de leden van de beweging hun religieuze boodschap, aan de hand van de [[Nieuwe-Wereldvertaling van de heilige schrift|Nieuwe-Wereldvertaling]] (een eigen vertaling van de [[Bijbel]]), van-huis-tot-huis verkondigen | Jehovah's Getuigen zijn bekend vanwege hun manier van [[evangelisatie|evangeliseren]], waarbij de leden van de beweging hun religieuze boodschap, aan de hand van de [[Nieuwe-Wereldvertaling van de heilige schrift|Nieuwe-Wereldvertaling]] (een eigen vertaling van de [[Bijbel]]), van-huis-tot-huis verkondigen. | ||
De organisatie wordt geleid door een ''[[Besturend Lichaam]]'', dat voorziet in ''geestelijke leiding''. De Bijbelse basis voor een besturend lichaam zien Jehovah's Getuigen in het verslag in het boek [[Handelingen van de Apostelen]], hoofdstuk 15, waar beschreven wordt dat "de apostelen en oudere mannen" van Jeruzalem een belangrijke beslissing namen die voor de hele christelijke gemeente (of 'kerk') geldig was. <ref>In bijvoorbeeld de katholieke kerk wordt deze vergadering ook het "concilie van Jeruzalem genoemd.</ref> Jehovah's Getuigen gebruiken, afhankelijk van de wettelijke regelingen in de landen waarin zij actief zijn, ook wettelijke corporaties, zoals het [[Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap]] (vaak verkort aangeduid als ''Wachttorengenootschap''). In Nederland is dit het [[kerkgenootschap]] van Jehovah's Getuigen. In België heet hun wettelijke corporatie "Christelijke gemeente van Jehovah's Getuigen — Association des Témoins de Jéhovah". | De organisatie wordt geleid door een ''[[Besturend Lichaam]]'', dat voorziet in ''geestelijke leiding''. De Bijbelse basis voor een besturend lichaam zien Jehovah's Getuigen in het verslag in het boek [[Handelingen van de Apostelen]], hoofdstuk 15, waar beschreven wordt dat "de apostelen en oudere mannen" van Jeruzalem een belangrijke beslissing namen die voor de hele christelijke gemeente (of 'kerk') geldig was. <ref>In bijvoorbeeld de katholieke kerk wordt deze vergadering ook het "concilie van Jeruzalem genoemd.</ref> Jehovah's Getuigen gebruiken, afhankelijk van de wettelijke regelingen in de landen waarin zij actief zijn, ook wettelijke corporaties, zoals het [[Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap]] (vaak verkort aangeduid als ''Wachttorengenootschap''). In Nederland is dit het [[kerkgenootschap]] van Jehovah's Getuigen. In België heet hun wettelijke corporatie "Christelijke gemeente van Jehovah's Getuigen — Association des Témoins de Jéhovah". | ||
Regel 79: | Regel 79: | ||
=== Evangelisatie === | === Evangelisatie === | ||
Jehovah's getuigen staan vooral bekend om hun predikingsactiviteit, waarbij ze proberen om met anderen over de Bijbel te spreken of op de Bijbel gebaseerde lectuur aan te bieden. | Jehovah's getuigen staan vooral bekend om hun predikingsactiviteit, waarbij ze proberen om met anderen over de Bijbel te spreken of op de Bijbel gebaseerde lectuur aan te bieden. De voet tussen de deur zetten passen zij daarbij niet meer toe,<ref>[http://retro.nrc.nl/W2/Nieuws/2000/12/23/Vp/z.html Het soort dat niet terugdeinst. Jehova's getuigen hebben geleerd om soepeler te zijn] NRC 23 December 2000 </ref> maar het langs de deuren gaan wekt bij een aantal mensen nog wel ergernis op. | ||
Wie niet predikt, getuigt niet van Jehovah, en kan dus niet letterlijk een ''Getuige'' van Jehovah zijn, aldus de logische consequentie van de eerder genoemde definitie die ze van zichzelf geven. Een inactief lid, iemand die de vergaderingen niet bezoekt, en niet predikt, zondert zich daarmee van de organisatie af en 'heeft Christus niet lief', want: ''Geloof zonder werken (activiteit) is dood''.<ref>Jakobus 2:14-26: "Wat voor nut heeft het, mijn broeders, indien iemand zegt dat hij geloof heeft, maar hij heeft geen werken? Dat geloof kan hem toch niet redden? <sup>15</sup>Indien een broeder of een zuster zich in een naakte toestand bevindt en het toereikende voedsel voor de dag ontbeert, <sup>16</sup>doch iemand van U tot hen zegt: „Gaat heen in vrede, houdt U warm en goed gevoed”, maar <small>GIJ</small> geeft hun niet wat zij voor [hun] lichaam nodig hebben, wat heeft dat voor nut? <sup>17</sup>Zo is ook geloof, indien het geen werken heeft, op zichzelf dood.<br><sup>18</sup>Niettemin zal iemand zeggen: „Gij hebt geloof, en ik heb werken. Toon mij uw geloof los van de werken, en ik zal u mijn geloof tonen door mijn werken.” <sup>19</sup>Gij gelooft toch dat er één God is? Daaraan doet gij heel goed. En toch geloven de demonen ook en zij sidderen. <sup>20</sup>Wilt gij echter weten, o ijdel mens, dat geloof zonder werken inactief is? <sup>21</sup>Werd A̱braham, onze vader, niet rechtvaardig verklaard door werken, nadat hij zijn zoon I̱saäk op het altaar had geofferd? <sup>22</sup>Gij ziet dat [zijn] geloof met zijn werken samenwerkte en dat door [zijn] werken [zijn] geloof tot volmaaktheid werd gebracht, <sup>23</sup>en de schriftplaats werd vervuld die zegt: „A̱braham stelde geloof in Jehovah en het werd hem als rechtvaardigheid toegerekend”, en hij werd „Jehovah’s vriend” genoemd.<br><sup>24</sup>G<small>IJ</small> ziet dat een mens rechtvaardig verklaard wordt door werken, en niet door geloof alleen. <sup>25</sup>Werd evenzo ook Ra̱chab, de hoer, niet rechtvaardig verklaard door werken, nadat zij de boodschappers gastvrij ontvangen en hen langs een andere weg heengezonden had? <sup>26</sup>Ja, zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook geloof zonder werken dood.</ref> | |||
De evangelisatiearbeid vormt voor Jehovah's getuigen het meest essentiële onderdeel van hun godsdienstige identiteit. Jehovah's getuigen beschouwen dit hun christelijke plicht, die hen door zowel Jezus Christus als door Paulus werd opgelegd (Matth. 24:14, 2 Tim. 4:2). Hoewel ze het enerzijds als een plicht beschouwen, nemen ze deze plicht vrijwillig op zich bij hun doop. Wie niet predikt, getuigt niet van Jehovah, en kan dus niet letterlijk een ''Getuige'' van Jehovah zijn, aldus de logische consequentie van de eerder genoemde definitie die ze van zichzelf geven. Een inactief lid, iemand die de vergaderingen niet bezoekt, en niet predikt, zondert zich daarmee van de organisatie af en 'heeft Christus niet lief', want: ''Geloof zonder werken (activiteit) is dood''.<ref>Jakobus 2:14-26: "Wat voor nut heeft het, mijn broeders, indien iemand zegt dat hij geloof heeft, maar hij heeft geen werken? Dat geloof kan hem toch niet redden? <sup>15</sup>Indien een broeder of een zuster zich in een naakte toestand bevindt en het toereikende voedsel voor de dag ontbeert, <sup>16</sup>doch iemand van U tot hen zegt: „Gaat heen in vrede, houdt U warm en goed gevoed”, maar <small>GIJ</small> geeft hun niet wat zij voor [hun] lichaam nodig hebben, wat heeft dat voor nut? <sup>17</sup>Zo is ook geloof, indien het geen werken heeft, op zichzelf dood.<br><sup>18</sup>Niettemin zal iemand zeggen: „Gij hebt geloof, en ik heb werken. Toon mij uw geloof los van de werken, en ik zal u mijn geloof tonen door mijn werken.” <sup>19</sup>Gij gelooft toch dat er één God is? Daaraan doet gij heel goed. En toch geloven de demonen ook en zij sidderen. <sup>20</sup>Wilt gij echter weten, o ijdel mens, dat geloof zonder werken inactief is? <sup>21</sup>Werd A̱braham, onze vader, niet rechtvaardig verklaard door werken, nadat hij zijn zoon I̱saäk op het altaar had geofferd? <sup>22</sup>Gij ziet dat [zijn] geloof met zijn werken samenwerkte en dat door [zijn] werken [zijn] geloof tot volmaaktheid werd gebracht, <sup>23</sup>en de schriftplaats werd vervuld die zegt: „A̱braham stelde geloof in Jehovah en het werd hem als rechtvaardigheid toegerekend”, en hij werd „Jehovah’s vriend” genoemd.<br><sup>24</sup>G<small>IJ</small> ziet dat een mens rechtvaardig verklaard wordt door werken, en niet door geloof alleen. <sup>25</sup>Werd evenzo ook Ra̱chab, de hoer, niet rechtvaardig verklaard door werken, nadat zij de boodschappers gastvrij ontvangen en hen langs een andere weg heengezonden had? <sup>26</sup>Ja, zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook geloof zonder werken dood.</ref> | |||
Toch wordt ook een inactieve persoon nog steeds als een 'broeder' of 'zuster' beschouwd, die in liefde opgevangen en geholpen dient te worden. | Toch wordt ook een inactieve persoon nog steeds als een 'broeder' of 'zuster' beschouwd, die in liefde opgevangen en geholpen dient te worden. | ||
Versie van 3 sep 2011 11:37
Christendom |
---|
..Pijlers
Jezus Christus • Christelijke Theologie • Apostelen • Koninkrijk • Evangelie • parochie; gemeente of vergadering |
..Bijbel
|
..Christelijke feesten
|
Drie-eenheid (Vader, Zoon, Heilige Geest) • Theologie • Apologetiek • Schepping • Zondeval • Wet• Verlossing • Aanbidding • Kerk • Sacramenten
|
..Geschiedenis en tradities
|
..Onderwerpen Bewegingen • Denominaties • Oecumene • Homilie/Preek • Gebed • Christelijke muziek • Kerkmuziek • Kerkgebouw • Liturgie • Kalender • Symboliek • Kunst • Kritiek
|
..Belangrijke personen Paulus • Petrus • Kerkvaders • Heiligen • Constantijn • Athanasius • Augustinus • Anselmus • Aquino • Palamas • Wyclif • Luther • Calvijn • Wesley • Arius • Marcion van Sinope • Paus
|
Jehovah's Getuigen, ook wel gespeld als Jehovah's getuigen of Jehovagetuigen,[1] is een eindtijdbeweging, dat wil zeggen: zij geloven dat de mensheid zich in de "eindtijd" bevindt, de laatste fase voor het ingrijpen door God met als doel de aarde te zuiveren van alle onrechtvaardige mensen.
Jehovah's Getuigen zijn bekend vanwege hun manier van evangeliseren, waarbij de leden van de beweging hun religieuze boodschap, aan de hand van de Nieuwe-Wereldvertaling (een eigen vertaling van de Bijbel), van-huis-tot-huis verkondigen.
De organisatie wordt geleid door een Besturend Lichaam, dat voorziet in geestelijke leiding. De Bijbelse basis voor een besturend lichaam zien Jehovah's Getuigen in het verslag in het boek Handelingen van de Apostelen, hoofdstuk 15, waar beschreven wordt dat "de apostelen en oudere mannen" van Jeruzalem een belangrijke beslissing namen die voor de hele christelijke gemeente (of 'kerk') geldig was. [2] Jehovah's Getuigen gebruiken, afhankelijk van de wettelijke regelingen in de landen waarin zij actief zijn, ook wettelijke corporaties, zoals het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap (vaak verkort aangeduid als Wachttorengenootschap). In Nederland is dit het kerkgenootschap van Jehovah's Getuigen. In België heet hun wettelijke corporatie "Christelijke gemeente van Jehovah's Getuigen — Association des Témoins de Jéhovah".
De beweging groeide uit een Bijbelstudiegroep op het einde van de 19e eeuw in de Verenigde Staten, en stond voorheen bekend als de Internationale Bijbelonderzoekersvereniging. Charles Taze Russell speelde hierin een belangrijke rol.
De doelstelling van Russell en de Bijbelstudiegroep waar hij deel van uitmaakte was om een onderwerp te bespreken, opzoekwerk te verrichten, al het materiaal te verifiëren met de Bijbel en de voorhanden zijnde bronnen,
Toen het tijdschrift De Wachttoren was opgericht, werden de resultaten van de Bijbelstudie waarvoor er een consensus gevonden was, hierin gepubliceerd. Regelmatig werden bij deze besprekingen nieuwe bronnen en ideeën besproken. Nieuwe inzichten werden dan als Nieuw licht, gepresenteerd, en door de beweging overgenomen. Voorbeelden hiervan zijn, verjaardagen, roken, kerstmis, etc. Deze manier wordt heden ten dagen nog steeds door het Besturend Lichaam toegepast.
Geloofspunten
Één almachtige God
Jehovah's getuigen geloven in één almachtige God en zij stellen: "De titel „God” is noch een eigennaam noch stelt hij de identiteit van de drager ervan vast".[3] Volgens Jehovah's getuigen is het gebruik van de naam "Jehovah"[1] voor de christelijke God daarom zo belangrijk, "[o]mdat zijn naam de persoon vertegenwoordigt die hij is. . . . Zo verzekert de naam Jehovah ons dat God volkomen in staat is zijn wil te volvoeren tot zegen van allen die hem dienen, wat er ook gebeurt."[4]
Drie-eenheid
Jehovah's getuigen geloven niet in de Drie-eenheid, het dogma dat . Ze geloven dat de heilige geest[5] "een kracht is door middel waarvan God zijn wil volbrengt. . . . Kort gezegd is de heilige geest Gods aangewende kracht, zijn kracht zoals hij die werkzaam laat zijn."[6] Hoewel Jehovah's getuigen geloven dat de Trooster slaat op de heilige geest, geloven zij niet dat de Heilige Geest een persoon is.[7]
Jezus Christus
Jehovah's getuigen geloven dat Jehovah de schepper van het hele universum is, waarbij hij eerst zijn "eniggeboren" en "eerstgeboren" zoon Jezus (in zijn voormenselijke gedaante) schiep, waarna de rest van de schepping tot stand kwam door bemiddeling van Jezus als Gods "meesterwerker".
Zij geloven dat Jezus Christus Gods zoon is, maar niet dat hij deel zou uitmaken van een Drie-eenheid. Hij is het hoogste schepsel en wordt beschouwd als dezelfde persoon als de aartsengel Michaël. "Hij is de op één na hoogste persoon in het universum." Ze geloven "dat hij een voormenselijk bestaan heeft gehad en dat zijn leven vanuit de hemel werd overgebracht naar de schoot van een maagd, Maria". "Deze Zoon is door Jehovah naar de aarde gezonden om zijn leven als losprijs voor de mensheid te geven en aldus de weg tot eeuwig leven te openen voor diegenen van Adams nageslacht die geloof zouden oefenen." Zij geloven dat Jezus daarom zijn leven gaf aan een martelpaal is gestorven.[8]
"Deze zelfde Zoon, die weer tot hemelse heerlijkheid is verhoogd, regeert thans als Koning," "met de autoriteit die God hem sinds 1914 gegeven heeft", "om alle goddelozen te vernietigen en zijn Vaders oorspronkelijke voornemen met betrekking tot de aarde te verwezenlijken."[9]
Bijbel
Jehovah's Getuigen geloven dat de Bijbel het onfeilbare Woord van God is. De manier waarop God zijn woord, de Bijbel, gegeven heeft, wordt vergeleken met een zakenman die een brief aan een secretaresse dicteert: zij heeft de brief weliswaar geschreven, maar toch zijn het de ideeën van de directeur die in de brief staan.[10] Zij beschouwen de 66 boeken van de protestantse canon als door God geïnspireerd en als absolute waarheid. Bij interpretatie ervan hanteren zij het principe: letterlijk waar mogelijk, symbolisch waar het niet anders kan.
Jehovah's getuigen geloven in een vrij letterlijke versie van het scheppingsverhaal in Genesis, maar zij beschouwen de "dagen" van de schepping niet als letterlijke dagen van 24 uur, maar als perioden die wel duizenden jaren kunnen omvatten. Op basis hiervan kunnen ze worden geclassificeerd als Oude-aardecreationisten. Ook de wonderen in de Bijbel beschouwen ze als historische feiten. "De historiciteit ervan in twijfel trekken, betekent alle wonderen uit de bijbel in twijfel trekken, met inbegrip van de opstanding van Jezus Christus zelf. En de opstanding van Jezus loochenen, betekent het christelijke geloof in zijn totaliteit loochenen".[11] Jehovah's getuigen beschouwen de historisch-kritische methode (de "hogere Bijbelkritiek"), waarbij bijbelboeken worden uiteengeplukt en aan verschillende auteurs worden toegewezen, zoals in "Deutero-Jesaja" en zelfs "Trito-Jesaja", als onjuist, daar dit niet uit God is.
Nieuwe-Wereldvertaling
Bij het Wachttoren,- Bijbel en Traktaatgenootschap werden verscheidene bijbeluitgaven en -vertalingen gedrukt, zoals de King James Version, de American Standard Version van 1901, de Living Bible van Stephen Byington, en andere. Maar Jehovah's Getuigen wensten een nauwkeurige bijbel te bezitten, die niet door allerlei traditionele religieuze dogma's zou zijn beïnvloed. In de tweede helft van de twintigste eeuw werd daarom de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift uitgegeven waarin onder andere de naam Jehovah terugkeerde op plaatsen waar het in de voorgaande eeuwen in vele vertalingen werd geschrapt en vertaald met GOD of HEERE.[12]
Enige juiste religie
Jehovah's Getuigen geloven dat zij de enige "ware" of juiste religie aanhangen.[13] Ze verwijzen naar hun doctrinaire corpus als "de waarheid" en noemen lidmaatschap van de beweging "in de waarheid zijn".[14] Ze geloven dat Jezus aan zijn "getrouwe en beleidvolle slaaf" de opdracht gaf om geestelijk "voedsel te rechter tijd" te verdelen. (Mattheüs 25) Diegenen met een hoop op hemels leven, vormen als groep deze "trouwe slaaf". Zij worden vertegenwoordigd door het Besturend Lichaam[15] - het hoofdbestuur van Jehovah's getuigen dat in Brooklyn (New York) zetelt.
144.000
Jehovah's getuigen geloven dat een letterlijk aantal van 144.000 "gezalfde" christenen met Christus vanuit de hemel over de aarde zullen regeren gedurende een periode van 1000 jaar.[16] De getuigen van Jehovah geloven dat vanaf pinksteren in het jaar 33 tot nu toe 144.000 gezalfden gekozen worden uit de ware christenen die samen met de zoon van God, Jezus Christus, als koningen zullen regeren in een koninkrijk dat in 1914 opgericht zou zijn. Zij geloven echter niet dat er slechts 144.000 personen zullen worden gered. De meeste Getuigen van Jehovah rekenen zichzelf niet tot die groep. Maar ze geloven dat een grote menigte (een "grote schare") Armageddon (Gods eindstrijd) zal overleven. Deze zullen zich verheugen in een hersteld paradijs op aarde.
Ziel, opstanding en dood
Jehovah's getuigen geloven niet dat de mens een onsterfelijke ziel heeft die na de dood voortleeft. Uit het gebruik van de oorspronkelijke termen in het Hebreeuws en Grieks voor ziel maken Jehovah's getuigen op "dat de ziel een persoon of een dier is of het leven dat een persoon of dier bezit". De opvatting dat de ziel iets onstoffelijks zou zijn, verwerpen ze als on-Bijbels.[17]
Volgens Jehovah's getuigen houdt een persoon op te bestaan bij de dood. Er is geen leven na de dood, totdat een wederopstanding de persoon weer tot leven brengt. Hierin onderscheiden zij twee soorten:
- een hemelse opstanding voor 144.000 gezalfde christenen en
- een aardse opstanding voor de rest van de gestorven mensheid.
Ze geloven dat de hemelse opstanding mogelijk sinds 1918 is begonnen[18] en dat de aardse opstanding nog in de toekomst ligt, namelijk wanneer Jezus het Paradijs op aarde herstelt.
Hel
Jehovah's getuigen geloven niet in het concept van een hel in de zin van hitte of pijniging. Wanneer de Bijbel de Griekse term Hades of het Hebreeuwse Sjeool gebruikt, wordt dit woord, om verwarring te vermijden met theologisch geladen begrippen als "hel", "vagevuur" of "onderwereld", onvertaald gelaten (d.w.z. in het Nederlands als "Sjeool" of "Hades" weergegeven.) Jehovah's getuigen geloven dat de overledenen vanuit deze figuurlijke plaats een opstanding krijgen. Van een ander deel van de mensheid, waarbij aan verstokte kwaaddoeners moet worden gedacht zoals Judas Iskariot, geloven Jehovah's getuigen dat deze zich in 'Gehenna' bevinden, van waaruit geen opstanding mogelijk is, omdat zij direct tegen de heilige geest hebben gezondigd. Jehovah's Getuigen gaan er ook van uit dat diegenen waarvan in de Bijbel opgetekend staat dat ze door God wegens werden gedood, geen opstanding zullen krijgen. Zij zijn reeds in Gehenna geworpen, wat betekend dat ze grondig vernietigd zijn.
Heilsgeschiedenis
Een centraal thema in de leer van Jehovah's getuigen is de strijdvraag. Deze strijdvraag betreft het recht van Jehovah God op aanbidding, en werd opgeworpen bij de zondeval of rebellie van het eerste mensenpaar. Satan de Duivel (een gevallen engel) betwistte Gods recht op aanbidding. Had Jehovah God echt het beste met de mensen voor? Zijn mensen beter af wanneer zij God gehoorzamen of wanneer zij zelf bepalen wat goed en kwaad is? Een verdere strijdvraag komt te voorschijn in het boek Job, waar Satan claimde dat niemand van geen mens (of bij uitbreiding ook geen geestelijk schepsel) Jehovah God aanbidding gaf zonder enig eigenbelang.
Hoewel het oorspronkelijke voornemen van Jehovah God was dat alle mensen op een paradijselijke aarde zouden wonen, verloren Adam en Eva dit paradijs toen zij de kant van Satan kozen en zondigden. Bijgevolg werden zij onvolmaakt; deze onvolmaaktheid hebben vervolgens alle mensen van hen geërfd. In plaats van hen onmiddellijk te doden, stond God Adam en Eva wegens de opgeworpen strijdvraag toe te proberen of zij er beter van werden zelf te bepalen wat goed en kwaad is. Tevens konden engelen en mensen tonen of zij God uit vrije wil zouden aanbidden.
Aangezien een volmaakt leven door Adam was verloren gegaan, was de enige mogelijkheid om dit terug in balans te brengen, dat een volmaakte mens zonder zonde zijn leven hiervoor in de plaats zou geven. Dit offer werd gebracht door Jezus, de tweede Adam. Na zijn opstanding moest Jezus lange tijd "wachten aan Gods rechterhand", maar uiteindelijk werd hij in 1914 aangesteld als Koning van het in dat jaar in de hemel opgerichte Koninkrijk Gods.
In 1914 begon Jezus zijn regeerperiode met een oorlogvoering tegen Satan, die hij toen uit de hemel wierp. Omdat Satan en zijn engelen, de demonen, uit de hemel geworpen werden, naar de aarde, werd vanaf 1914 hun invloed op aarde merkbaarder: de "tijd van het einde" begon. Deze periode van grote ellende zal culmineren in "Armageddon" (ook wel Harmagedon[19] genoemd), de beslissende oorlog die Jezus zal voeren tegen Satan en zijn aanhangers, zowel zichtbaar als onzichtbaar. Dan zullen Satan en zijn demonen voor 1000 jaar worden geketend en alle personen die door Jehovah God als onrechtvaardig worden geoordeeld zullen worden vernietigd in die strijd, waardoor paradijselijke omstandigheden zullen terugkeren op aarde.
Gedurende 1000 jaar (het Millennium) zal Jezus de doden opwekken en de mensheid terugvoeren tot volmaaktheid. Na die tijd worden Satan en zijn demonen nog éénmaal, als een ultieme test, losgelaten op de mensheid. Vervolgens zullen zij en hun menselijke aanhangers voor eeuwig vernietigd worden, draagt Jezus zijn Koninkrijk over aan Jehovah God en begint een eeuwigdurende periode van geluk.
1914
Jehovah's getuigen geloven de "tijd van het einde" in 1914 begon. Zij baseren dit onder andere op een interpretatie van het Bijbelboek Daniël hoofdstuk 4, waarin over "zeven tijden" wordt gesproken. Deze "zeven tijden" worden (naar analogie van Openbaring 12:6 en 14) als zeven jaar opgevat van elk 360 dagen ofwel in totaal 2520 dagen. Deze 2520 dagen worden vervolgens omgezet in 2520 jaar op basis van een soortgelijke omzetting in Numeri 14:34 en Ezechiël 4:6.
Vervolgens hanteren Jehovah's getuigen 607 v.Chr. als jaar waarin Jeruzalem werd verwoest door koning Nebukadnezar van Babylon. Zij geloven dat de "zeven tijden" uit Daniël 4 in dat jaar begonnen en (2520 jaar later) eindigden in 1914. "In dat jaar begon er met de Eerste Wereldoorlog een tot op onze tijd voortdurende periode van verschrikkelijke moeilijkheden. Dit betekent dat Jezus Christus in 1914 als Koning van Gods hemelse regering begon te regeren".[20]
Jarenlang leerden Jehovah's getuigen (op basis van Matteüs 24:34) dat "Armageddon" zou uitbreken binnen één mensengeslacht vanaf 1914. De toepassing van dit mensengeslacht is met het verstrijken van de tijd sinds 1914 een aantal keren opnieuw geïnterpreteerd. Toen de maximale "rek" in de interpretatie ervan (namelijk dat ook degenen die waren geboren in 1914 behoorden tot "het geslacht") begon te naderen, werd een alternatieve interpretatie geïntroduceerd in De Wachttoren.[21] Hierbij werd uitgelegd: "Maar in werkelijkheid heeft een geslacht meer te maken met mensen en gebeurtenissen dan met een vastgesteld aantal jaren." Maar ruim 10 jaar later, toen "Armageddon" nog altijd niet was uitgebroken, werd in De Wachttoren definitief korte metten gemaakt met de gedachte dat men eenvoudig 70 à 80 jaar kon optellen bij het jaar 1914.[22] De meest recente herinterpretatie stelt dat deze passage betekent dat er nog "gezalfde" Jehovah's getuigen op aarde zullen zijn als de "grote verdrukking" uitbreekt[23]: "[Jezus] bedoelde kennelijk dat de levens van de gezalfden die in 1914 het begin van het teken zagen, de levens zouden overlappen van andere gezalfden die het begin van de grote verdrukking zouden zien."[24]
Een belangrijke controverse richt zich op de 1914-doctrine. Dat begon met de voorspelling van Russell, die ruim een eeuw geleden profeteerde dat het einde van de wereld zich in 1914 zou voltrekken (ssII:99). Toen het voorzegde einde uitbleef, werd de betekenis van het jaartal geherinterpreteerd tot de huidige exegese: Jezus begon in 1914 zijn regering over het koninkrijk en het aftellen tot de uiteindelijke Apocalyps ving toen aan. . . . Afgezien van deze leerstellige mutaties, kleeft er tevens een fundamenteel probleem aan de berekening die aan '1914' ten grondslag ligt. Niet alleen is de constructie van de 2520 jaren op basis van uiteenlopende bijbelse fragmenten - een overigens gangbare calculus in het Amerikaanse millennistische milieu (zie Boyer 1992:88) - uitermate arbitrair, de werkelijk zwakke plek is de aanname van de verwoesting van Jeruzalem in 607 v.Chr.. De veronderstelde gebeurtenissen in dat jaar, uitgangsdatum voor de 2520 jaar, vinden namelijk onder godsdiensthistorici en archeologen geen enkele bevestiging".[25] |
Een behandeling van archeologisch materiaal inzake 607 versus 587/586 v.Chr. als jaar van de vernietiging van Jeruzalem kan worden gevonden in de studie van Carl Olof Jonsson: The Gentile Times Reconsidered.[26] Een behandeling die de moeilijkheden toont van de traditionele of "algemeen aanvaarde" chronologie, kan gevonden worden in het tweedelige werk van Rolf Furuli. Bijvoorbeeld worden de vele gedateerde kleitabletten die niet in de "algemeen aanvaarde" chronologie passen, opnieuw bekeken.[27]
Evangelisatie
Jehovah's getuigen staan vooral bekend om hun predikingsactiviteit, waarbij ze proberen om met anderen over de Bijbel te spreken of op de Bijbel gebaseerde lectuur aan te bieden. De voet tussen de deur zetten passen zij daarbij niet meer toe,[28] maar het langs de deuren gaan wekt bij een aantal mensen nog wel ergernis op.
De evangelisatiearbeid vormt voor Jehovah's getuigen het meest essentiële onderdeel van hun godsdienstige identiteit. Jehovah's getuigen beschouwen dit hun christelijke plicht, die hen door zowel Jezus Christus als door Paulus werd opgelegd (Matth. 24:14, 2 Tim. 4:2). Hoewel ze het enerzijds als een plicht beschouwen, nemen ze deze plicht vrijwillig op zich bij hun doop. Wie niet predikt, getuigt niet van Jehovah, en kan dus niet letterlijk een Getuige van Jehovah zijn, aldus de logische consequentie van de eerder genoemde definitie die ze van zichzelf geven. Een inactief lid, iemand die de vergaderingen niet bezoekt, en niet predikt, zondert zich daarmee van de organisatie af en 'heeft Christus niet lief', want: Geloof zonder werken (activiteit) is dood.[29] Toch wordt ook een inactieve persoon nog steeds als een 'broeder' of 'zuster' beschouwd, die in liefde opgevangen en geholpen dient te worden.
Op bijeenkomsten en in publicaties wordt voortdurend aangespoord tot het nastreven van een carrière als volle-tijdsevangelist (ook pionier genoemd).
Het verkondigen van het 'Goede Nieuws' vindt hoofdzakelijk plaats via huis-aan-huis prediking, de zogenaamde velddienst.[25]}} Jehovah's getuigen noemen hun evangelisatie "velddienst", "getuigeniswerk" of "(van-huis-tot-huis)prediking" en vinden dat het terecht als hun handelsmerk wordt beschouwd.[30] Het doel van deze evangelisatie is tweeledig: het is een poging anderen te bekeren tot de beweging om zo voor redding in aanmerking te komen (het overleven van Armageddon waarin zeer binnenkort goddelozen zullen worden vernietigd), maar Jehovah's Getuigen vinden een nog belangrijker reden dat de activiteit wordt beschouwd als "een slachtoffer van lof" voor God.[31]
In het tijdschrift De Wachttoren wordt het van-huis-tot-huis werk "de apostolische methode" genoemd waarvoor "geen vervanging" is.[32] Dit is gebaseerd op Handelingen 5:42 waar staat: En zij bleven zonder ophouden elke dag in de tempel en van huis tot huis onderwijzen en het goede nieuws over de Christus, Jezus, bekendmaken.[33] Volgens sommigen wijst geen geen enkel verslag in de Bijbel erop dat Jezus of een apostel van deur tot deur gingen ter evangelisatie, maar wel van spreken in tempels, op openbare pleinen en in particuliere huizen van mede-christenen.[34] Jehovah's getuigen gebruiken ook andere manieren om hun boodschap te verkondigen, zoals bijvoorbeeld: "straatwerk" (mensen op straat aanspreken).
Disciplinair beleid
Jehovah's getuigen passen een strikte kerkelijke tucht toe met betrekking tot wat ze, onder leiding van hun Besturend Lichaam, als Bijbelse verboden en geboden beschouwen. Zij kennen een actieve vorm van excommunicatie, die zij "uitsluiting" noemen. Wanneer een lid wordt uitgesloten, is het de anderen niet toegestaan met de uitgeslotene te spreken of zelfs maar een groet tot hem te richten. Wie deze maatregel wetens en willens blijft negeren, kan uiteindelijk zelf uitgesloten. Dit geldt ook voor familieleden; alleen voor nog bij elkaar wonende gezinsleden en zeer dringende aangelegenheden waarbij contact onvermijdelijk is, wordt een uitzondering gemaakt.[35]
Het artikel Jehovah's getuigen en disciplinering behandelt verdere informatie over het disciplinair beleid van de Jehovah's getuigen |
Seksualiteit
Seksuele handelingen met iemand anders dan de huwelijkspartner zijn een grond voor disciplinaire maatregelen. Een huwelijk kan alleen "schriftuurlijk" worden ontbonden als er van één van de partners seksuele handelingen heeft verricht met een ander dan zijn of haar huwelijkspartner; hiermee wordt bedoeld dat de niet-"schuldige" partner alleen dan vrij is om te hertrouwen. Hoewel anale en orale seks theoretisch een grond vormen voor disciplinaire maatregelen, zegt De Wachttoren: "Het staat niet aan de ouderlingen zich te mengen in het intieme leven van gehuwde christenen."[36] Hoewel Jehovah's getuigen de mogelijkheid erkennen dat genen en hormonen een rol kunnen spelen bij homoseksualiteit[37], is het "praktizeren" ervan grond voor disciplinaire maatregelen.
Feestdagen en gebruiken
Jehovah's getuigen erkennen het Avondmaal en de doop. Zij bezien dit echter niet als sacramenten zoals vele protestantse denominaties en bewegingen dit doen.
- Het Avondmaal is de enige religieuze feestdag die Jehovah's getuigen collectief vieren en zij noemen dit ook wel "de Gedachtenisviering". Net als de quartodecimanen uit de Oudheid, willen zij deze viering houden op de avond van de 14e Nisan volgens de eerste-eeuwse Joodse maankalender. (De berekening wijkt enigszins af van de nu gebruikelijke Joodse kalender, aangezien deze omstreeks de vierde eeuw werd gestandaardiseerd met behulp van de cyclus van Meton.) In de praktijk ligt dit dus gewoonlijk op of omstreeks de avond van de eerste volle maan na 21 maart. De viering is eenvoudig. Het ongezuurd brood en de rode wijn zijn symbolen voor het lichaam en bloed van Jezus Christus.
- Jehovah's getuigen hanteren de volwassenendoop door onderdompeling.
Jehovah's getuigen vieren geen kerkelijke feestdagen omdat deze als van heidense oorsprong worden beschouwd. Ook de meeste andere feestdagen vieren ze niet. Zo vieren ze geen Kerstmis vanwege de relatie met de saturnaliën en het Joelfeest, het Paasfeest vanwege de oorsprong als feest voor de godin Ostara (godin) en de nog steeds gebruikte vruchtbaarheidssymbolen als hazen en eieren, Halloween en Oud en Nieuw vanwege het feit dat dit feest oorspronkelijk bedoeld was om boze geesten te verdrijven, enz. Sinds 1920 vieren ze ook geen verjaardagen meer. Destijds werd als reden aangevoerd dat dit een overbodige nadruk op het individu legde. (Rutherford zette zich krachtig in om alles wat naar mensenverering of afgodendienst rook, weg te ruimen.) Inmiddels verwijst men ook naar de onthoofdingen bij verjaardagsfeesten die in de Bijbel vermeld staan. Bruiloften en huwelijksjubileums of (huwelijksverjaardagen), worden als iets heel anders beschouwd. Deze worden wel gevierd, zoals ook Jezus zelf aan zulke feesten deelnam.[38]
Roken, drugsgebruik en dronkenschap zijn een grondslag voor uitsluiting. Op matig gebruik van alcohol, koffie en dergelijke (licht) verslavende middelen staan geen sancties.
Bloedtransfusies en vaccinaties
Jehovah's getuigen weigeren bloedtransfusie. Hierbij beroepen zij zich onder andere op de passage in Handelingen 15:28, 29: "In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: onthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. Als u zich hier aan houdt, doet u wat juist is. Het ga u goed." Hoewel Jehovah's getuigen bloedtransfusie weigeren, accepteren zij behandelmethoden zonder bloed. Het Wachttorengenootschap schrijft voor dat transfusies van vol bloed en bepaalde bestanddelen van bloed (plasma, erytrocyten, leukocyten, trombocyten) niet acceptabel zijn (op straffe van uitsluiting). Op het accepteren van andere bestanddelen (zoals albumine) is geen sanctie van toepassing. Om de individuele Getuigen te helpen bij het nemen van een persoonlijke beslissing, wordt er elk jaar wel eens medische en Bijbelse informatie omtrent bloed besproken.
Vanwege de risico's die dit standpunt zou kunnen opleveren, heeft de Hoge Raad der Nederlanden bepaald dat Jehovah's getuigen in Nederland niet in aanmerking komen als adoptieouder.[39]
Rond 1931 was het accepteren van een vaccinatie mogelijk een reden voor excommunicatie.[40] In 1952 klonk in De Wachttoren nog geen groot enthousiasme over vaccinaties, maar werden de voor- en nadelen naast elkaar gezet. Iedereen moest zelf de verantwoordelijkheid nemen voor zijn beslissingen.[41] In het tijdschrift Ontwaakt! van 1993 werden allerlei details over passieve en actieve immunisatie uitgelegd, en werd het standpunt bevestigd dat vaccinaties een kwestie van het geweten zijn.[42]
Het verbod op bloedtransfusies, vooral wanneer het kinderen betreft die zelf nog geen keuze kunnen maken, is een onderwerp waarop dikwijls emotioneel wordt gereageerd, vooral wanneer dit de aandacht van de media krijgt. De leer op zich wordt bekritiseerd, maar ook de inconsistenties die hij zou inhouden. Als voorbeeld noemt men bloedplasma: dit bestaat voor ongeveer 92 procent uit water; de rest zijn kleine bloedbestanddelen zoals globulines, fibrogenen en albumine. Hoewel elk van deze bestanddelen afzonderlijk wordt als een zaak van het persoonlijke geweten wordt beschouwd, is een transfusie van deze componenten in samengevoegde vorm (dus als bloedplasma) een grondslag voor excommunicatie (uitsluiting), zo luidt de kritiek.
In deze oppervlakkige kritiek wordt over het hoofd gezien dat de "kleinere bestanddelen" eigenlijk bloedfracties zijn. Een verschil met de hoofdbestanddelen van bloed, (namelijk het plasma, de rode- en witte bloedcellen en de bloedplaatjes) is, dat deze hoofdbestanddelen gemakkelijk van elkaar te scheiden zijn door filtering of centrifuge. Worden ze opnieuw gemengd, dan is dit mengsel gewoon bloed. Wat de kleinere "bestanddelen" betreft: wanneer deze fracties eenmaal van elkaar gescheiden zijn door o.a. chemische procedures, verkrijgt men niet opnieuw vol bloed door ze terug samen te voegen.
Mede dankzij het standpunt van Jehovah's Getuigen heeft de medische wereld nieuwe behandelingsmethoden ontwikkeld die de behandeling met bloed kunnen vervangen. Dit heeft in veel situaties een verbeterde behandeling opgeleverd, daar er minder complicaties optreden. Vooral sinds het uitbreken van de HIV-virus, zijn er ook velen die bloedtransfusies uit niet-religieuze redenen weigeren. Toch blijft de de publieke opinie tegenover het standpunt van de getuigen dikwijls negatief.
Houding tegenover de wereld
Jehovah's getuigen gehoorzamen de overheid zolang hun geboden niet in strijd zijn met wat zij als Gods wetten. Hoewel Jehovah's getuigen zich onderwerpen aan de overheid, beschouwen zij deze autoriteiten als en zullen zij niet gaan stemmen en niet actief deelnemen aan door de overheid opgezette programma's, bijvoorbeeld ter verbetering van een wijk of iets dergelijks. Ook weigeren ze de vlag te groeten en militaire dienst te verrichten. Dit heeft hen regelmatig in conflict gebracht met autoriteiten.
Door hun dienstweigering werden Jehovah's getuigen in Nederland bijvoorbeeld tot de jaren 70 in de gevangenis geplaatst, omdat ze ook vervangende dienst weigerden. Sinds een wijziging van inzicht in 1996 wordt vervangende dienst gezien als een vorm van belasting.[43] In de voorgaande jaren werden Jehovah's getuigen die wel vervangende dienst accepteerden uitgesloten.[44] In sommige landen werden Jehovah's getuigen die vervangende dienst weigerden langdurig gevangengezet.[45] In het Besturend Lichaam van Jehovah's getuigen was een meerderheid al sinds eind jaren 1970 vóór afschaffing van sancties op het accepteren van vervangende dienst, maar bleef dit door gehandhaafd tot 1996 omdat de benodigde tweederdemeerderheid die noodzakelijk is om een doctrinaire wijziging door te voeren met één stem niet werd gehaald.[46] Het Besturend Lichaam heeft op geen enkele wijze excuses aangeboden aan degenen die hierdoor werden getroffen.[47]
Conflicten met totalitaire regimes waren vaak grimmig van aard, inclusief veroordelingen tot concentratiekampen en executies in nazi-Duitsland en communistische regimes. In april 1933 werden de Bibelforscher (zoals Jehovah's getuigen op dat moment heetten in Duitsland) verboden door de nazi's. Snel hierna werden de eerste Jehovah's getuigen gevangenen genomen en overgebracht naar kampen. Daar kregen ze een paarse driehoek, wat hen moest onderscheiden van andere gevangenen. Jehovah's getuigen behoorden daarmee samen met de Joden tot de eerste vervolgden van de nazi's.
De kwestie van de vlaggengroet heeft in de Verenigde Staten geleid tot rechtszaken voor het Hooggerechtshof; deze zijn uiteindelijk gewonnen door de Jehovah's getuigen, zodat zij (en anderen) vrijgesteld zijn van de vlaggengroet.
Omdat het Besturend Lichaam regelmatig ontraadt om een "wereldse carrière" op te bouwen, volgen relatief weinig Jehovah's getuigen hogere opleidingen (HBO of universiteit).
Organisatiestructuur
Het wereldwijde bestuur van Jehovah's getuigen zetelt in New York (VS) en wordt het Besturend Lichaam genoemd. Het bestaat uit op dit moment uit zeven oudgediende mannen. Selectie voor het Besturend Lichaam vindt plaats op basis van coöptatie. De Jehovah's getuigen geloven dat Jehovah God de leden van het Besturend Lichaam kiest. Het Besturend Lichaam houdt kantoor op het hoofdkantoor van het Wachttorengenootschap. Voorheen waren de leden van het Besturend Lichaam ook de directieleden van het Wachttorengenootschap, maar dit is tegen het einde van de twintigste eeuw losgelaten.[48]
Don Alden Adams is president van de Watch Tower Bible en Tract Society of Pennsylvania.
Regionale en lokale regelingen
Jehovah's getuigen zijn allen toegewezen aan een gemeente, de lokale groep getuigen. Deze bestaat doorsnee genomen uit 50 tot 125 verkondigers (Jehovah's getuigen die van deur-tot-deur evangeliseren). Het bestuur van een gemeente is in handen van ouderlingen. Voor meer praktische zaken maakt men gebruik van dienaren in de bediening. Alleen mannelijke verkondigers kunnen officiële functies bekleden in de regelingen van het Wachttorengenootschap.
Een gemeente komt tweemaal per week collectief samen. Tijdens deze vergaderingen worden daarvoor aangewezen publicaties van het Wachttorengenootschap besproken. De belangrijkste publicatie is De Wachttoren, waarmee de wekelijkse bestudering van een artikel daaruit de belangrijkste bijeenkomst betreft. De plaats voor een bijeenkomst heet Koninkrijkszaal.
Een groep gemeenten vormt een kring, die onder toezicht staat van een kringopziener, een regionaal inspecteur van het Wachttorengenootschap. Hij bezoekt tweemaal per jaar elke gemeente in het aan hem toegewezen gebied, waarbij hij de boekhouding en de algemene (geestelijke) status en activiteiten van de gemeente controleert. Tijdens zijn bezoeken aan een gemeente stelt hij (op basis van voorstellen van de plaatselijke ouderlingen) de ouderlingen en dienaren in de bediening aan. Op kringniveau komen de getuigen tweemaal per jaar samen, tijdens de tweedaagse kringvergadering en een eendaagse speciale dagvergadering.
Een groep kringen vormt een district dat onder toezicht staat van een districtsopziener. Deze ziet toe op de werkzaamheden van de kringopzieners. Iedere week bezoekt de districtsopziener een volgende kring, samen met de daaraan toegewezen kringopziener. Dit is de week waarin die betreffende kring de kringvergadering heeft, die gedurende de laatste twee dagen van die week plaatsvindt. Op bovenregionaal niveau (meerdere kringen, maar niet noodzakelijkerwijs exact een district) vindt éénmaal per jaar een grote vergadering van Jehovah's getuigen plaats: een meerdaags congres (dit duurt meestal drie dagen).
Kritiek
Van vele kanten is het WTG [Wachttorengenootschap] aangevallen op een aantal omstreden doctrines en de consequenties van de organisatorische structuur op de individuele volgeling. Ook dit is verre van een unieke eigenschap in de totale reeks van kenmerken van talloze hiërarchisch geleide fundamentalistische religieuze bewegingen. De controverse wordt mede veroorzaakt door het feit dat de doctrines soms aangepast worden. Wie kennis neemt van het ideeëngoed van stichter Russell ten tijde van de eeuwwisseling, zal maar weinig herkennen van de huidige leerstellingen.
Sociaal isolement
Sociale contacten buiten de groep worden afgeraden en waar ze wel plaatsvinden, vooral gezien als mogelijkheden tot prediking. Dit maakt de leden sociaal erg afhankelijk van de lokale groep. Wanneer een lid wordt uitgesloten valt de groep weg (Jehovah's getuigen spreken niet met de uitgeslotenen) en daarmee vaak het volledige sociale netwerk. Deze regels zijn ook van toepassing op familieleden. Volgens critici en sommige ex-leden is dit een machtig wapen: zij wijzen erop dat het ook als dreigmiddel zou kunnen worden gebruikt. Op diegenen die vrijwillig en officieel uit de organisatie stappen (vroeger "teruggetrokkenen" genoemd), zijn dezelfde regels van toepassing als op uitgeslotenen. Met het oog op de sociale consequenties, vinden sommigen dat die stap bijzonder moeilijk wordt gemaakt. Hiermee wordt niet iemand bedoeld die volgens Jehovah's getuigen door een periode van zwakte, ontmoediging of twijfel gaat. Zo iemand valt niet automatisch in de status van een "uitgeslotene", maar wordt nog steeds als een geloofsgenoot bezien, en er worden pogingen ondernomen om bij hem of haar de twijfel weg te nemen.
Valse profetieën
Jehovah's getuigen hebben verschillende keren profetische verwachtingen gepubliceerd die niet zijn uitgekomen. Russell geloofde aanvankelijk dat in 1874 Jezus' onzichtbare tegenwoordigheid zou zijn begonnen en dat dit het begin van de oorlog van Armageddon markeerde.[49] Later wijzigde hij dit naar 1878 en weer later in 1881[50] en tenslotte in 1914. Tot aan zijn dood in 1916 hield hij vol dat de Eerste Wereldoorlog zou culmineren in Armageddon.
Rutherford verwachtte dat het herstel tot het aardse Paradijs zou starten in 1925, gemarkeerd door de opstanding van "oude getrouwe" "vorsten" als Abraham, Jozef en David.[51] Om een waardige huisvesting te verschaffen aan de uit de doden herrezen aartsvaders, de "vorsten" van de "Nieuwe Wereld", zamelden de Bijbelonderzoekers geld in om te San Diego, Californië een huis voor dit doel te laten bouwen: Beth Sarim ("Huis van de Vorsten").[52] In de periode ter overbrugging totdat de "vorsten" waren opgestaan, bewoonde Joseph Franklin Rutherford, die toen de president van het Wachttorengenootschap was, het in de winter. Volgens het Wachttorengenootschap was dit om gezondheidsredenen.[53] Rutherford verbleef een groot deel van zijn laatste jaren in dit huis in San Diego en overleed er ook.[54]
Een recenter voorbeeld is de verwachting dat Armageddon in 1975 zou komen. Hoewel de formulering in dat geval veel minder stellig was dan eerdere voorspellingen, was het effect gelijk aan dat van 1925.
Externe links
- Jehovah's Getuigen Officiële site van het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap
- (en) Jehovah's Witnesses media site Officiële nieuws- en informatiesite van het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- ↑ 1,0 1,1 Sinds de Wachttoren-uitgave van december 1951 schrijven Jehovah's Getuigen de Godsnaam als "Jehovah" (met een slot-h). In het Groene Boekje uit die tijd stond voor de meeste Bijbelse namen, inclusief de Godsnaam, geen spelling aangegeven. Vandaag staat de spelling Jehova (zonder slot-h) in deze woordenlijst, en dus ook "Jehova's getuige" of "Jehovagetuige". Dit duidt op de individuele aanhanger. "Jehovah's Getuigen" duidt op het kerkgenootschap. Volgens de huidige spellingsregels zou eigenlijk "Jehovahs Getuigen" correct zijn, maar, et Genootschap Onze Taal verklaart dat men hierbij het donorprincipe hanteert: men heeft de naam uit het Engels overgenomen ("Jehovah's Witnesses") en de apostrof gehandhaafd. De slot-h in de naam Jehovah is in het Nederlands echter ook geen vreemd element. Deze schrijfwijze dook vroeger in allerlei geschriften op, zoals het voorwoord van de Statenvertaling.
- º In bijvoorbeeld de katholieke kerk wordt deze vergadering ook het "concilie van Jeruzalem genoemd.
- º Inzicht in de Schrift Deel 1, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 1217
- º De Wachttoren 1-9-2008, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 4, 5
- º Zij schrijven "heilige geest" niet met hoofdletters, omdat ze deze onderscheiden van de "Heilige Geest", die volgens de theologie van vele kerken een persoon van de Drie-eenheid zou zijn.
- º De Wachttoren 1-10-2009, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 4
- º Inzicht in de Schrift deel 1, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, 1988, blz. 735
- º Jehovah's Getuigen zien er geen bewijs voor, dat het Oudgriekse woord, dat in de meeste vertalingen als "kruis" vertaald werd, iets anders zou betekenen dan een "paal". Zij wijzen erop dat de symbool|kruisvorm als heilig symbool een onchristelijke oorsprong heeft.
- º Combinatie van passages uit: Redeneren aan de hand van de schrift, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, 1985, blz. 216, 225
- º U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, 1982, blz. 49
- º De Wachttoren 1-5-1990, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 5
- º Jehovah's getuigen — Verkondigers wereldwijd, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, 1993, blz. 608
- º De Wachttoren 1-6-2009, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 5
- º Zie bijvoorbeeld: De Wachttoren 15-2-2009, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 22
- º De Wachttoren 1-4-2007, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 24
- º Dit aantal staat in Openbaring 7:4-8, waar sprake is van 12 stammen van Israël. Dit is volgens Jehovah's Getuigen van toepassing op het geestelijke Israël: de christelijke 'kerk' of gemeente.
- º Redeneren aan de hand van de schrift, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, 1985, blz. 430
- º De Wachttoren 1-01-2007, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 28.
- º Dit spellingsverschil berust reeds op een verschil in spelling tussen de Griekse basistekst
- º Eeuwig leven in de vrijheid van de zonen Gods, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, 1955, blz. 141
- º De Wachttoren 15-8-1984, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 5
- º De Wachttoren 1-11-1995, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 10-21, 31
- º De Wachttoren 15-2-2008, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 23, 24
- º De Wachttoren 15-4-2010, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 10
- ↑ 25,0 25,1 Singelenberg, Religieuze Bewegingen in Nederland, nr 32, 1996
- º C. O. Jonsson (1998 - Third edition): The Gentile Times Reconsidered - Chronology and Christ's Return, Commentary Press, Atlanta (ISBN 0-914675-06-0)
- º Rolf Furuli, Persian chronology and the Length of the Babylonian Exile of the Jews, Oslo, 2003, (ISBN 82-994633-3-5) en Assyrian, Babylonian and Egyptian Chronogoy, Oslo, 2007, (ISBN 978-82-994633-6-2)
- º Het soort dat niet terugdeinst. Jehova's getuigen hebben geleerd om soepeler te zijn NRC 23 December 2000
- º Jakobus 2:14-26: "Wat voor nut heeft het, mijn broeders, indien iemand zegt dat hij geloof heeft, maar hij heeft geen werken? Dat geloof kan hem toch niet redden? 15Indien een broeder of een zuster zich in een naakte toestand bevindt en het toereikende voedsel voor de dag ontbeert, 16doch iemand van U tot hen zegt: „Gaat heen in vrede, houdt U warm en goed gevoed”, maar GIJ geeft hun niet wat zij voor [hun] lichaam nodig hebben, wat heeft dat voor nut? 17Zo is ook geloof, indien het geen werken heeft, op zichzelf dood.
18Niettemin zal iemand zeggen: „Gij hebt geloof, en ik heb werken. Toon mij uw geloof los van de werken, en ik zal u mijn geloof tonen door mijn werken.” 19Gij gelooft toch dat er één God is? Daaraan doet gij heel goed. En toch geloven de demonen ook en zij sidderen. 20Wilt gij echter weten, o ijdel mens, dat geloof zonder werken inactief is? 21Werd A̱braham, onze vader, niet rechtvaardig verklaard door werken, nadat hij zijn zoon I̱saäk op het altaar had geofferd? 22Gij ziet dat [zijn] geloof met zijn werken samenwerkte en dat door [zijn] werken [zijn] geloof tot volmaaktheid werd gebracht, 23en de schriftplaats werd vervuld die zegt: „A̱braham stelde geloof in Jehovah en het werd hem als rechtvaardigheid toegerekend”, en hij werd „Jehovah’s vriend” genoemd.
24GIJ ziet dat een mens rechtvaardig verklaard wordt door werken, en niet door geloof alleen. 25Werd evenzo ook Ra̱chab, de hoer, niet rechtvaardig verklaard door werken, nadat zij de boodschappers gastvrij ontvangen en hen langs een andere weg heengezonden had? 26Ja, zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook geloof zonder werken dood. - º De Wachttoren 15-7-2008, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 3
- º De Wachttoren 15-7-2008, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 6
- º De Wachttoren 15 januari 1991, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 11
- º De accentuering is door een van onze schrijvers toegevoegd.
- º R. V. Franz (1991): In search of Christian freedom, Commentary Press, Atlanta, blz. 207-236 (ISBN 0-914675-16-8)
- º De Wachttoren 15-4-1988, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 23-26
- º De Wachttoren 15-6-1983, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 31
- º Ontwaakt! 8-2-1995, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 15
- º De Wachttoren 15-10-1998, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 30
- º Ellen de Visser (2008): Jehova’s getuigen mogen geen kind adopteren, De Volkskrant, 13 maart 2008.
- º (en) Zie dit overzichtsartikel
- º The Watchtower, 15-12-1952, Watchtower-, Bible- and Tractsociety, New York, blz. 764
- º Ontwaakt!, 8-08-1993 Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 25.
- º De Wachttoren 1-5-1996, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 19, 20
- º Richard Singelenberg (1996): "Jehovah's Getuigen en het leger", in Nieuwe religieuze bewegingen in Nederland, deel 31, blz. 1-14
Ontwaakt!, 22 maart 1975, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 23, 24
R. V. Franz (1998): Gewetensconflict, Commentary Press, Atlanta, blz. 120, 136-7
M. J. Penton (1997): Apocalypse delayed, University of Toronto Press, Toronto, blz. 280 - º Het rapport over 1988 van Amnesty International meldt dat in Frankrijk "dat jaar meer dan 500 gewetensbezwaarden inzake militaire dienst, van wie het overgrote deel Jehovah's Getuigen, werden ingesloten". In datzelfde jaar werden er in Italië "naar verluidt ongeveer 1000 gewetensbezwaarden, het merendeel Jehovah's Getuigen, in 10 militaire gevangenissen ingesloten vanwege hun weigering om militaire dienst of vervangende burgerdienst te verrichten"
- º R. V. Franz (1998): Gewetensconflict, Commentary Press, Atlanta, blz. 120-126 en 150-151 en R.V. Franz (1991): In search of Christian freedom, Commentary Press, Atlanta, blz. 257-268
- º De Wachttoren, 15-8-1998, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 17, verklaart dat dit een persoonlijke gewetenszaak is.
- º Volgens voormalig lid van het Besturend Lichaam Raymond Franz om de theologische en juridische verantwoordelijkheid te scheiden in verband met mogelijke claims. Zie dit artikel en (en) dit artikel.
- º C.T. Russell, The Watchtower 15-1-1892, blz. 21-23
- º Zie ook: Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 631, 632
- º J. F. Rutherford, Millions Now Living Will Never Die, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, 1922, blz. 88: "Wij mogen verwachten dat wij in 1925 de terugkeer mogen aanschouwen van die getrouwe mannen [Abraham, Isaäk en Jakob] uit de dood, om opgewekt en volledig hersteld tot menselijke volmaaktheid te worden en de zichtbare, rechtmatige vertegenwoordigers te zijn van het nieuwe samenstel van dingen op aarde."
- º Documentatie over Beth Sarim kan men vinden op (en) deze pagina.
- º Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, 1993, blz. 76
- º Consolation 27-5-1942, blz. 5, 6