Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Aartsengel

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het woord Aartsengel komt uit het Grieks: Ἀρχάγγελος, Archángelos en betekent „opperboodschapper”.

Aartsengel in de Bijbel

„Het woord ’aartsengel’ wordt in de Bijbel enkel in het Nieuwe Testament gebruikt, en ook hier slechts twee maal: in 1 Tessalonicenzen 4:16 en Judas 1:9. Het woord staat steeds in het enkelvoud en verwijst in dit laatste vers naar Michaël, die in Daniël 10:13,21 beschreven wordt als iemand die een speciale verantwoordelijkheid over de Joodse natie heeft, en die in Openbaring genoemd wordt als de aanvoerder van het heerleger van engelen. De positie en de ambten die aan Michaël worden toegeschreven, zijn zo verheven, dat velen [aldus het woordenboek van de American Tract Society] denken dat de Messias bedoeld wordt.”[1] In de Statenvertaling werd hiervoor het woord „archangel” gebruikt, hoewel het woord „aartsengel” in Nederlandstalige christelijke geschriften reeds in omloop was. In de Hebreeuwse grondtekst van Bijbel komt het begrip „aartsengel” niet voor, en ook in de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel, de Septuaginta, wordt het woord (Ἀρχάγγελος) niet gebruikt.

Michaël wordt in de Hebreeuwse Bijbel (het Oude Testament) echter „een van de voornaamste vorsten” genoemd, (Daniël 10:13) wat zou kunnen inhouden dat er andere engelvorsten met die status zijn. Toch wordt geen van deze „voornaamste vorsten” met name geïdentificeerd.

Joods-christelijke tradities

Volgens sommige zienswijzen zijn er een, drie, vier of zeven aartsengelen. Als voornaamste aartsengelen beschouwt men Michaël, Gabriël, Rafaël en Uriël.

Volgens Philo

De Joodse filosoof Philo van Alexandrië zette de aartsengel op één lijn met de Logos. (Zijn zienswijze over de Logos berust echter op de filosofie van Plato.)

Aan de oudste engel en aartsengel, het Woord (Logos), heeft de Vader, de Schepper van het heelal, het uitgelezen eervol ambt overgedragen, dat hij die op de grens van het scheppende en de schepping staat, die beiden zou scheiden. Het Woord zelf is steeds de voorspreker van het angstige sterfelijke wezen bij de Onvergankelijke, en de boodschapper van de heerser aan de onderdaan; het is noch ongeworden zoals God, noch geworden zoals wij, maar houdt het midden tussen de uitersten, als een borg voor allebeide.” (Quis rer. div. her. 205).[2]

Rooms-Katholieke Kerk

In de Rooms-Katholieke Kerk spreekt men officieel van drie aartsengelen: Gabriël, Michaël en Rafaël. Naar Byzantijnse opvatting verzinnebeeldt Michaël de oppermacht, Gabriël de vorstelijke waardigheid, en Rafaël het priesterschap der Godheid.[3]

Michaël

Michaël is de enige die in de Bijbel rechtstreeks als „aartsengel” aangeduid wordt (Judas 1:9). In het oudtestamentische boek Daniël werd aangekondigd dat hij Israël in de eindtijd zou bijstaan. In het boek Openbaring is hij de leider van de goddelijke heerscharen (legertroepen) die strijd voeren tegen Satan en zijn legertroepen. Hij wordt vaak afgebeeld met een zwaard in de hand of met een voet op een draak.

Gabriël

De engel Gabriël kondigde de geboorte van Johannes de Doper aan, en later, aan Maria, de geboorte van Jezus Christus. Deze laatste aankondiging wordt ook wel de annunciatie genoemd. In Lukas 1:19 stelt hij zich voor als: „Ik ben Gabriël die voor God sta”. Dit toont aan dat hij in een bijzondere dienst voor God staat. Hoewel hij in de Bijbel geen aartsengel genoemd wordt, is daarom begrijpelijk dat men hem ook wel als een aartsengel ging zien.

Rafaël

Rafaëls naam komt niet voor in de algemene canon van de Bijbel. Wel treedt hij op in het boek Tobit, waar hij zich voorstelt als: „Ik ben Rafaël, een van de zeven engelen die in de nabijheid van de troon van de Heer verkeren.” (Tobit 12:15) Vanwege zijn rol in dit boek is Rafaël de beschermheilige van de reizigers en staat hij ook als de genezer bekend. Het boek Tobit wordt in de Rooms-Katholieke Kerk als deuterocanoniek aanvaard. Voor protestanten geldt het als een apocrief boek.

De idee dat er zeven aartsengelen zouden zijn, wordt soms hiervan afgeleid. De cultus van de zeven aartsengelen werd door de nooit officieel goedgekeurd door de Kerk.[3]

Uriël

Een vierde naam van een aartsengel die naast de bovenstaande drie wel eens opduikt, is Uriël. Volgens een joodse traditie regeert Uriël over de wereld van de gestorvenen. Hij wordt genoemd in het apocriefe „vierde boek Ezra (of Esdras)” 4:1 en in het apocriefe boek Henoch 9:1 en 20:2. In oude joodse bijbelcommentaren (midrasj), in kabbalistische geschriften en in de „Apokalyps van Henoch” en de „Apokalyps van Esdras” komen nog verdere namen voor.

In de oosterse orthodoxie is Uriël de aartsengel die de mens aanspoort tot gebed en geldt hij als „verhelderaar van verduisterde geesten” (d.i. mensen wier verstand verduisterd is). Zijn naam betekent „God is licht”. (Ori-El).

Zeven

Volgens het apocriefe boek Henoch, 21, zijn er zeven „heiligen die de wacht houden” (‘irin we-ḳaddisjin).[4]

1. Uriel „God is licht”
2. Rafaël „God geneest”
3. Raguël (Ra‘uël; „de angstaanjager”)
4. Michaël „Wie is als God”
5. Sariël (Ethiopisch; mogelijk afgeleid van het Hebreeuws Sarachiël of Suriël „God draait zich om”?)
6. Gabriël „man Gods”
7. Jerameël „God is genadig”

Hermetische kabbala

In de traditie van de hermetische kabbala wordt aan elk van de tien sefirot een aartsengel geassocieerd:[5]

Sefira Aartsengel
1 Kether Metatron
2 Chochma Raziël „God is mijn Geheim” (Gallitsur)
3 Bina Tsafkiël „God is mijn Kennis”
4 Chesed Tsadkiël „God is mijn Rechtvaardigheid”
5 Geboera Chamaël „God heeft verwarmd”
6 Tiferet Rafaël „God heeft genezen”
7 Netzach Chaniël „God is mijn Genade”
8 Hod Michaël „Wie is als God?”
9 Jesod Gabriël „Man van God”
10 Malkoet Sandalfon

Aartsengelen in de islam

In de Koran en de vertalingen ervan wordt het woord „aartsengel” niet gebruikt, maar wel engelen. Engelen dienen veelal als boodschapper. Ze worden in de islam gezien als geschapen wezens, die niet vereerd of aanbeden dienen te worden, aangezien alleen God verering of aanbidding toekomt. Toch wordt een aantal engelen ook in de islamitische traditie als aartsengelen gezien: gewoonlijk gaat men dan uit van vier aartsengelen.

Mika’il

De aartsengel Mika’l (of Mikaal) (ميكائيل / ميكال‎) gaat volgens de leer van de islam over de natuur. Hij komt overeen met Michaël uit de joods/christelijke Bijbel en speelt ook in de islam een krijgshaftige rol.

Djibriel

(‏جبريل‎) In de islam zou God zich door de stem van Djibriel aan Mohammed hebben geopenbaard. Djibriel begeleidde de profeet op zijn reis naar de hemel. Djibriel (of in de Turkse spelling: Cebrail) is de boodschapper tussen God en de profeten. Deze engel wordt in de islam als de belangrijkste van de engelen beschouwd. Deze komt overeen met Gabriël uit de Bijbel, die aan Maria verscheen.

Israfil

(إسرافيل‎) Deze engel zal op de Laatste dag op zijn bazuin blazen om het sterven en de wederopstanding in te luiden. Soms wordt hij gelijkgesteld aan Rafaël, of wordt zijn rol vergeleken met die van Uriël uit de joodse traditie.

Izra’il

Ook bekend als Azraël (‏عزرائیل‎). Wordt beschouwd als de doodsengel (mālik al-maut). Krijgt, nadat God besloten heeft dat een mens zal sterven, veertig dagen de tijd om diens ziel op te halen.

In de islam zijn ook Nakir en Munkar bekend. Zij worden niet als aartsengelen beschouwd, soms zelfs niet als engelen. Men gelooft dat zij de doden in hun graf bezoeken, en een aantal vragen stellen, zoals over de geloofsbelijdenis (sjahada). Bij het uitblijven van een goed antwoord, straffen zij de overledene.

In de Zend-Avesta

In de Zend-Avesta worden „Amesja-Spentas” vemeld, wat door sommigen vertaald werd als „grote aartsengelen”. Het is niet duidelijk of de engelachtige wezens van de Avesta lijken op de voorstelling die men daarover had tijdens het oudere Perzische Neo-zoroastrisme van de Sassaniden. Volgens de schrijver Darmesteter was dit wel het geval.[6]

Sommigen hebben pogingen ondernomen om het verband te leggen tussen deze figuren en de engelen uit de Bijbel. Dat de Perzische overheersing en de Babylonische ballingschap een grote invloed uitoefende op de Hebreeuwse opvatting van de engelen, wordt erkend door de Talmoed van Jeruzalem, die in traktaat Rosj Hasjana 56 vermeldt dat de namen van de engelen werden ingevoerd uit Babylon.[6]

Er werd nadruk gelegd op de overeenkomst van „zeven engelen die in de nabijheid van de troon van de Heer” (Tobit 12:15) en de zeven Amesja-Spentas van de Zend-Avesta. Deze laatsten zijn eigenlijk zes; het getal zeven verkrijgt men door „hun vader, Ahura-Mazda”, mee te tellen, die onder hen als de voornaamste geldt.[6]

De opvatting over engelen in het zoroastrisme kan ook te wijten zijn aan de invloed van het jodendom en met name ook van Philo.[6]

De zoroastrische aartsengelen waren heel abstract; ze waren geen individuen die een missie toevertrouwd kregen, zoals de engelen in de Bijbel.[6]

Satan

Volgens sommigen is Satan een gevallen aartsengel. Het Latijnse woord Lucifer, dat „schijnende” betekent, en uit de Vulgata komt, wordt soms als zijn naam gebruikt.[7] In het boek Openbaring staat beschreven dat hij met een derde van de engelen, „de sterren des hemels”, in opstand kwam tegen God maar verloor. (Dit wordt door de verschillende interpretaties ofwel in het verleden, symbolisch, of profetisch (in de toekomst) gezien.) De Bijbel noemt deze ’gevallen’ of opstandige engelen ’boze geesten’ (demonen). In de Koran vindt men de daarmee vergelijkbare ’djinni’. Die zouden volgens de Koran geen engelen zijn en ook wordt er in de Koran niets gezegd over een opstand. Satan (Arabisch: Sjeitan), die in de islam de naam Iblis heeft, werd volgens de Koran vanwege zijn eigen arrogantie vervloekt en verworpen, omdat hij zich niet wou neerbuigen voor Adam.[8]

Satan verleidde de eerste mensen tot zonde, en wordt ook de vijand van God genoemd.

Aartsengelen in de kunst

Aartsengelen zijn voor veel kunstenaars in de geschiedenis een geliefkoosd onderwerp geweest. Zo debuteerde bijvoorbeeld Franz von Stuck met zijn Aartsengel, ’De paradijswachter’ genaamd.

Heiligenkalender

In en rond Constantinopel waren vroeger een aantal kerken aan Michaël gewijd,[9] maar in het westen werd op 9 juni 813 op de synode van Mainz een officiële lijst van feestdagen van de Rooms-Katholieke Kerk aangenomen.[10] Er werd gezegd dat op die dag in het jaar 493 de St. Michaëlskerk in Rome zou zijn ingewijd.[11] Dit is de oudste bron waarin 29 september vermeldt wordt als een feestdag voor de aartsengel Michaël. Voordien werd Michaël op 15 maart en 8 mei gevierd.[12] Op deze synode riep Karel de Grote de aartsengel Michaël uit tot de beschermheilige van het Karolingische rijk.[13] De aartsengel Michaël moest op die manier als vervanging dienen voor Wodan, die men gewoonlijk om die tijd offers bracht.[14] Volgens de huidige katholieke heiligenkalender is 29 september de feestdag van de aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël.[15]

Andere betekenis

In de (nu niet meer bestaande) kleine geloofsgemeenschap, genaamd de Katholiek Apostolische Kerk van rond 1900, was ’aartsengel’ de benaming voor een ambt dat ongeveer vergelijkbaar was met dat van aartsbisschop in de Rooms-Katholieke Kerk.

Zie ook

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Archangels op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º William Wilberforce Rand, Edward Robinson, A Dictionary of the Holy Bible, American Tract Society Dictionary, 1859, lemma „Archangel”:
    Originele tekst: „This word is only twice used in the Bible, 1Th 4:16; Jude 1:9. In this last passage it is applied to Michael, who, in Da 10:13, 21; 12:1, is described as having a special charge of the Jewish nation, and in Re 12:7-9 as the leader of an angelic army. So exalted are the position and offices ascribed to Michael, that many think the Messiah is meant.
  2. º Geciteerd in „Volksbibel2000” (Katholieke Duitstalige Bijbelsoftware, freeware): (de) »Dem ältesten und Erzengel, dem Wort (logos), hat der Vater, der Schöpfer des Alls, das auserlesene Ehrenamt übertragen, daß es, auf der Grenze des Schaffenden und Geschaffenen stehend, beides scheiden solle. Das Wort selbst aber ist immer der Fürsprecher des geängsteten sterblichen Wesens bei dem Unvergänglichen und der Bote des Herrschers an den Untertan; es ist weder ungeworden wie Gott noch geworden wie wir, sondern steht in der Mitte zwischen den Extremen, ein Bürge für beide« (Quis rer. div. her. 205).
  3. 3,0 3,1 Prof. Dr. J. J. M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie, De Haan, Houten, 1978
  4. º Jewish Encyclopedia 1906  (en) Angelologie, onderkopje „A Heavenly Hierarchy”, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: Vertaal via Google translate)
  5. º Dion Fortune, Mystical Qabalah, Red Wheel/Weiser, San Francisco, revised edition, 2000
  6. 6,0 6,1 6,2 6,3 6,4 The Catholic Encyclopedia (1917)  (en) Angels, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: Vertaal via Google translate)
  7. º Dit woord uit de Latijnse Vulgata is echter niet te beschouwen als een letterlijke naam van Satan, noch wordt het in de Vulgata exclusief voor Satan gebruikt.
  8. º Koran, soera 2 (Al Baqarah / De Koe), vers 34.
  9. º Philip Schaff, History of the Christian Church, Volume VI, Hoofdstuk 10, §99
  10. º (de) Joseph Aschbach, Allgemeines Kirchen-Lexikon, deel 47, Mainz, 1850, blz. 238.
  11. º Árni Björnsson, Origin and history of holidays celebrated by Icelanders over the centuries, Iceland Review, 1980, blz. 64
  12. º Zie o.a. (de) Heinrich Friedrich Otto Abel, Die deutschen Personen-Namen, 1853, blz. 47
  13. º (en) Lothart Wendel, An essay on the history of German civilisation: its European and universal meaning, Birla Institute of Technology and Science, 1968, blz. 22.
  14. º Zie o.a. (de) Heinrich Friedrich Otto Abel, Die deutschen Personen-Namen, 1853, blz. 47 op google books
    (de) J. W. Wolf, Beiträge zur deutschen Mythologie, blz. 36
  15. º Johannes Paulus II, (en) Angelus, 29 september 2002, §4.
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
 
rel=nofollow