Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Remonstranten
Remonstranten | ||
Indeling | ||
Hoofdstroming | Protestantisme | |
Voortgekomen uit | Nederd. Geref. Kerk in 1619 | |
Aard | ||
Locatie | 44 gemeenten in Nederland, 1 in Duitsland (Friedrichstadt) | |
Aantal leden | 18.355 (1970)[1] 12.166 (1980)[1] 8268 (1990)[1] 5925 (eind 2007)[2] 5780 (eind 2008)[2] | |
Karakter | vrijzinnig |
De remonstranten (of de Remonstrantse Broederschap) zijn een afsplitsing van de (Nederduits) Gereformeerde Kerk, ontstaan in het begin van de 17e eeuw.
Ontstaan
De Remonstrantse Broederschap heeft haar wortels in de 16e eeuw. De kerk is ontstaan uit de Nederlandse Erasmiaanse reformatie. Voorgangers van deze stroming zijn Desiderius Erasmus (1467-1536), J. Anastasius Veluanus, Hubert Duifhuis, Willem Gnapheüs, Angelus Merula, Corn. Cooltuyn en Gellius Snecanus. Zij staan voor een innerlijk christendom, en waarden van liefde, vrijheid en verdraagzaamheid.
In januari 1610 formuleerden 44 hervormde predikanten in Gouda in een ’verweerschrift’ of ’remonstrantie’ bezwaren tegen de leer van hun Nederduits Gereformeerde Kerk, de heersende kerk in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Daarna werden zij ’remonstranten’ genoemd.
De bezwaren in hun verweerschrift, dat ook bekendstaat als de Vijf artikelen van de remonstranten, golden de leerstellingen in de Heidelbergse Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis, met name over de vrije wil van de mens en zijn of haar voorbeschikking tot heil of verdoemenis door God, de predestinatie. Zij verzetten zich tegen bepaalde opvattingen van Calvijn. Onder hen waren Episcopius, Corvinus, Herbertz, Poppius, Grevinchoven en de hofpredikant Johannes Wtenbogaert.
De remonstranten waren (en zijn) tegen bindende belijdenisgeschriften. Deze door mensen opgestelde geschriften legden vast hoe de Heilige Schrift te begrijpen is en kregen daardoor een status die vergelijkbaar was met de Bijbel, het Woord van God. Voor de in de Erasmiaanse traditie geschoolde predikanten was dit niet aanvaardbaar. Ook stelden zij de predestinatieleer ter discussie. De strengste variant van deze leer gaat er vanuit dat alleen díe zielen eeuwig zalig worden (in de hemel komen) die door God al vóór de zondeval daartoe uitverkoren zijn (supralapsarisme).
Jacobus Arminius (1560-1609), een belangrijk theoloog aan het eind van de 16de en het begin van de 17de eeuw, verkondigde deze opvattingen van een tolerant christendom. Hij studeerde bij Beza in Genève, was predikant in Amsterdam en van 1603 tot zijn dood in 1609 was hij hoogleraar godgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Leiden. De volgelingen van Arminius werden Arminianen genoemd, ook wel de rekkelijken of remonstranten.
Contra-Remonstranten
De opponenten van de remonstranten, contra-remonstranten genoemd, vonden dat de mens geen invloed heeft op zijn of haar eeuwige bestemming. De remonstranten daarentegen stelden dat een strikte interpretatie van de leer van de predestinatie God tot auteur van de zonde zou maken. God heeft echter Jezus Christus aangesteld als Redder en Verlosser van zonde. Gelovigen zijn uitsluitend voorbestemd tot verlossing in Christus. Gods eerste en absolute decreet heeft daarom Christus alleen als object. Predestinatie mag alleen in de context van een leer over Christus (een christologie) besproken worden. De mens had bij de remonstranten dus een zekere invloed op zijn eeuwige bestemming, in die zin dat de mens om gered te worden toch ten minste de bereidheid moet hebben om deze redding te aanvaarden. Dit rook volgens de tegenstanders naar de ketterij van het pelagianisme. Franciscus Gomarus werd de leider van de contra-remonstranten, de gomaristen ofwel preciezen.
Tussen de remonstranten en hun tegenstanders ontstonden al snel felle discussies. De remonstranten vonden hun medestanders met name onder de regentenklasse, de contra-remonstranten vooral onder het gewone volk, de ’kleyne luyden’. Omdat het geschil de prille Republiek in tweeën dreigde te splitsen, organiseerde van Oldenbarnevelt in 1611 een conferentie in Den Haag. Deze werd bijgewoond door zes predikanten van remonstrantse en contra-remonstrantse zijde. Op deze conferentie formuleerden de contra-remonstranten in zeven stellingen hun verweer tegen de remonstrantie.
Stadhouder Maurits van Oranje, zelf voorheen eerder rekkelijk, koos om politieke redenen voor de contraremonstranten. In augustus 1617 werd door de Staten van Holland de Scherpe Resolutie aangenomen, welke de steden in Holland de mogelijkheid gaf om eigenhandig waardgelders aan te nemen om onlusten te voorkomen. In de praktijk was de resolutie gericht tegen de contraremonstranten, die een opstandige aanhang onder de bevolking van de steden hadden. Hiermee ondermijnde men echter het gezag van Maurits als opperbevelhebber van het leger. Mede hierdoor escaleerde zijn conflict met Van Oldenbarnevelt, met uiteindelijk gevolg dat de raadpensionaris op 13 mei 1619 op beschuldiging van landverraad werd onthoofd.
In 1618 werd een algemene kerkvergadering gehouden, de Synode van Dordrecht. De Synode steunde in grote lijnen de contra-remonstranten, al werd de leer van de dubbele predestinatie (tot heil én verdoemenis), zoals door Gomarus werd onderwezen, verworpen. Op 14 januari 1619 werden tijdens de Dordtse synode 200 ’rekkelijke’ predikanten uit hun ambt gezet. De standpunten tegen de remonstranten werden weergegeven in vijf punten, welke bekendstaan onder de naam Dordtse Leerregels.
De uit hun ambt gezette remonstrantse predikanten moesten een preekverbod ondertekenen, de zogenaamde ’Acte van Stilstand’. Zeker tachtig predikanten weigerden en gingen in ballingschap.[3] In 1619 stichtte een groep van 38 remonstrantse predikanten in ballingschap, onder leiding van Uytenbogaert, in Antwerpen de Remonstrantse Broederschap, géén kerk, want de hoop was gericht op een ‘reparatie van de grieven’, een terugkeer in de kerk.
In 1621 werden o.a. de pro-remonstrantse Jacob Dircksz de Graeff en Rombout Hogerbeets op instigatie van Maurits uit de regering van Amsterdam verwijderd.
Hertog Frederik III van Sleeswijk-Holstein-Gottorp nodigde de remonstrantse vluchtelingen uit zich aan de Eider te vestigen, waar zij in 1621 Frederikstad (Friedrichstadt) stichtten. In 1625 bouwden ze hun eerste kerk, die tijdens de Sleeswijk-Holsteinse Oorlog in 1850 volledig werd verwoest. Vier jaar later werd ze herbouwd.
Hugo de Groot heeft zich tijdens zijn ballingschap nooit met zoveel woorden tot de ene of andere richting bekend. Hij werd desondanks door de gomaristen tot arminiaan gerekend en ook door de arminianen tot de hunnen. Er waren er overigens ook die Hugo de Groot voor een rooms-katholiek hielden,[4] maar de publicaties van Hugo de Groot ademen zeer de sfeer van de remonstranten.[5]
Collegianten
Tijdens deze „remonstrantse twisten” waren er ook vrijzinnigen die iedere vorm van formaliseren – bijvoorbeeld door het stichten van kerkgenootschappen, dogma's of een statische theologie – afwezen. Zij stonden een universeel soort christendom voor, los van lidmaatschap van een kerk. Beleving en direct contact met God stonden centraal.
In plaats van kerkdiensten die werden geleid door predikanten (die namelijk uit hun ambt gezet waren door de Synode van Dordrecht), organiseerden vooral de voormalig remonstrantse ouderling Gijsbert van der Kodde en zijn broers Jan en Adriaan uit Warmond maandelijkse colleges waarop iedereen aan het woord kon komen die dat wilde. Hierdoor kregen zij de naam Collegianten.
Vooral Rijnburg was rond 1621 een centrum van collegianten waar jaarlijkse bijeenkomsten werden georganiseerd. Beroemde Rijnsburgse Collegianten waren Spinoza, Coenraad van Beuningen en Jarig Jelles. De liberale, ondogmatische houding van de collegianten wordt wel als bakermat beschouwd voor de Verlichting.
Einde van de Vervolging
De gevluchte remonstranten keerden na het overlijden van Maurits van Oranje in 1625 geleidelijk terug naar de Republiek. Daar was de remonstrantse kerk officieel verboden, maar werd in de praktijk gedoogd. De remonstranten stichtten vele schuilkerken. De eerste was De Rode Hoed, een voormalig pakhuis aan de Keizersgracht in Amsterdam, de grootste schuilkerk in Nederland.[6] Pas na de stichting van de Bataafse Republiek in 1795 werd de Remonstrantse Broederschap officieel als kerkgenootschap erkend.
In de 19e eeuw beleefde de Remonstrantse Broederschap haar grootste bloei. Veel vrijzinnigen die zich losmaakten van de Nederlandse Hervormde Kerk sloten zich bij de remonstranten aan.
In het laatste kwart van de 20e eeuw kwam er een poging van de grond om in Nederland tot één Protestantse Kerk in Nederland te komen, het zogenaamde Samen-op-Weg-proces. De remonstranten deden aanvankelijk hieraan mee, mede omdat de theologische verschillen met de Hervormde Kerk verzoend waren in een Hervormd-Remonstrants Gesprek. In 1973 werd de Concordie van Leuenberg opgesteld, waarin bepaald werd dat de verschillende belijdenisgeschriften samenwerking tussen afzonderlijke kerken niet in de weg mag staan. In 1993 bleek echter dat ook de Dordtse Leerregels van 1619 in de Kerkorde van de nieuwe kerk als belijdenisgeschrift erkend bleven. De Algemene Vergadering van Bestuur van de Remonstrantse Broederschap besloot zich hierop uit het Samen op Weg-proces terug te trekken. Er is nog wel samenwerking met de Protestantse Kerk Nederland op het terrein van werelddiakonaat, in Kerk-in-Actie en bij de opleiding van predikanten in Leiden. Ook zijn er plaatselijk samenwerkingsgemeenten met de vrijzinnige protestanten van de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten in Nederland, de VVP.
Tegenwoordig
In 2010 telde de Remonstrantse Broederschap 44[7] gemeenten in Nederland en 1 in Duitsland. Precies de helft van de Nederlandse gemeenten bevindt zich in de provincies Zuid- (16) en Noord-Holland (6). Het aantal leden en vrienden bedroeg per eind 2008: 5.780[2] waarvan een derde 'vrienden', hetgeen 145 minder is dan een jaar eerder.[2]
De Remonstrantse Broederschap bepleit een vrij en verdraagzaam christendom. Iedereen is vrij het geloof op zijn eigen manier te beleven. De Remonstranten kennen geen doopleden. De doop in een remonstrantse gemeente, waardoor men deel wordt van de „Kerk van Christus”, is erkend door de meeste andere kerkgenootschappen en ook door de Rooms-Katholieke Kerk. Het Avondmaal is open. Iedere aanwezige in de dienst die de wens heeft deel te nemen is daarvoor uitgenodigd, „of hij of zij lid is van de Remonstrantse Broederschap of enige andere kerk, al of niet.” Men wordt lid door in te stemmen met de Beginselverklaring. De kandidaat wordt gestimuleerd zijn of haar eigen geloofsbelijdenis te formuleren. De remonstranten kennen ook „vrienden”. Zij voelen zich betrokken bij de geloofsgemeenschap, maar willen niet overgaan tot het instemmen met de Beginselverklaring of met het doen van belijdenis. Zo’n 30% van de remonstranten heeft de status „vriend”. In 1920 stelde de Broederschap de eerste vrouwelijke predikant aan. In 2010 was ongeveer de helft van de gemeentepredikanten vrouw. In 1986 waren de Remonstranten het eerste kerkgenootschap dat de Kerkorde zodanig wijzigde dat relaties van paren van hetzelfde geslacht kerkelijk ingezegend konden worden.
De Remonstrantse Broederschap is aangesloten bij de Wereldraad van Kerken, de Raad van Kerken in Nederland, de World Alliance of Reformed Churches (WARC), de Nederlandse Zendingsraad (NZR), de IKON Interkerkelijke Omroep Nederland en de International Association for Religious Freedom (IARF).
Vernieuwende geloofsbelijdenis
In 2004-2005 heeft de Remonstrantse Broederschap uitgebreid gediscussieerd over de opstelling van een landelijke geloofsbelijdenis. Dit is opmerkelijk, omdat de belijdenissen die de remonstranten kennen vooral zijn de individuele geloofsbelijdenissen, die leden bij hun toetreding opstellen.
Driemaal in haar geschiedenis heeft de Broederschap een landelijke geloofsbelijdenis geformuleerd. De eerste is opgesteld in 1621 om de positie van de Broederschap ten opzichte van de heersende Hervormde of Gereformeerde Kerk duidelijk te maken. Een tweede belijdenis is opgesteld in 1940 als een geloofsgetuigenis tegen de geestelijke pretenties van het nationaalsocialisme aan het begin van de Duitse bezetting van Nederland (1940-1945).
In 2003 heeft het Convent van remonstrantse predikanten een voorstel geformuleerd voor een nieuwe „proeve van belijden”. Deze belijdenis is aanvaard op de Algemene Vergadering van Bestuur van de Remonstrantse Broederschap (de jaarvergadering) op 10 juni 2006.[8]. In de tekst wordt niet begonnen met God de Vader (zoals gebruikelijk is) maar met de mens die beseft en aanvaardt „dat het bestaan oneindig groter is dan wij kunnen bevatten”. Vervolgens wordt verwezen naar de inspiratie door de Heilige Geest; deze voert ons naar Jezus en Jezus verwijst naar God. Deze verandering in de klassieke volgorde van de christelijke belijdenis is opmerkelijk maar kenmerkt ook de remonstranten: geloof begint bij de mens. Belijdenissen worden in voorlopigheid opgesteld. Het zijn tijdelijke teksten, die voor verbetering vatbaar zijn.
Kerkvernieuwing
In 2008 stond het thema kerkvernieuwing op de inhoudelijke agenda van de Remonstranten. Op 8 maart 2008 vond in Amersfoort een beraadsdag plaats over de toekomst van de kerk. In 2009 besloot de Algemene Vergadering van de Remonstranten om naar buiten te treden met de boodschap „voor een vrij en verdraagzaam Christendom”. Het belang van nieuwe media werd onderkend. In 2008 was de website van de Remonstranten www.remonstranten.org vernieuwd. In 2009 wonnen de Remonstranten daarmee de zilveren webfish-award voor de beste kerkelijke website. Als eerste kerkgenootschap in Nederland kozen de Remonstranten ervoor om lidmaatschap van de kerk via de website mogelijk te maken. Op de website verscheen ook de test „de R-factor”. Spraakmakend waren de Remonstranten toen zij als eerste en vooralsnog enige kerk een debat organiseerde met filmregisseur Paul Verhoeven over zijn veelbesproken boek Jezus van Nazareth op 10 januari 2009.
Dubbele herdenking
- In 2009 stonden de remonstranten stil bij het begin van hun geschiedenis, ter gelegenheid van de 400ste sterfdag van Jacobus Arminius op 19 oktober 2009. Op 9 en 10 oktober 2009 organiseerden de Remonstranten twee conferenties in Leiden onder de noemer „Arminius herdacht”. Op 19 oktober 2009 ontvingen bevriende kerken en relaties van de remonstranten een taart met daarop de beeltenis van Arminius en werd de inhoud van de glossy Arminius bekend gemaakt.
- Op 14 januari 2010 verscheen deze glossy ter gelegenheid van 400 jaar Remonstrantie. Deze werd gepresenteerd tijdens een feestelijke bijeenkomst in Museum Catharijneconvent in Utrecht. Foto’s uit dit magazine werden tentoongesteld in dit museum.
Zie ook
Literatuur
- Aalders, W. en J. A. van Nieuwenhuizen. 1949. Hervormd-Remonstrants Gesprek, ’s Gravenhage: Boekencentrum
- Aken, Lucie J. N. K. van, 1947. De Remonstrantse Broederschap in Verleden en Heden. Historische Schets, Arnhem: Van Loghum Slaterus
- Alblas, A. en Chr. Berkvens-Stevelinck, 2010. Catechismus van de compassie – uit de kunst.
- Barnard, T., 2006. Van verstoten kind tot belijdende kerk: de Remonstrantse Broederschap tussen 1850 en 1940, Amsterdam: De Bataafsche Leeuw
- Barnard,T. en E. Cossee, 2007. Arminianen in de Maasstad: 375 jaar Remonstrantse Gemeente Rotterdam, Amsterdam: De Bataafsche Leeuw
- Berkvens-Stevelinck, Chr. en E. Cossee (zonder jaar). Pierre Bayle en de Remonstranten. Een intrigerende relatie, brochure.
- Brouwers, J. F. e.a. (redactie), 2005. Wat We Nog Weten. Amsterdamse Remonstranten in de 20ste eeuw. 375-jarig Bestaan Remonstrantse Gemeente Amsterdam, Amsterdam: Remonstrantse Gemeente Amsterdam
- Burger, C. B., 1942, Roessingh, in: Serie Getuigen van Christus, Deel 9, Amsterdam: W. ten Have
- Cossee, E., 1988. Abraham des Amorie van der Hoeven, 1798-1855: een Remonstrants theoloog in de Biedermeiertijd, Kampen: Kok
- Cossee, E., Th. M. van Leeuwen, M. A. Bosman-Huizinga, 2000. De remonstranten, Kampen: Kok
- Episcopius, Simon, 1627. Vrye godes-dienst, of t’Samen-spreeckinghe tusschen Remonstrant en Contra-Remonstrant, over de vrye godts-dienstighe vergaderinghen der Remonstranten.: Met wederlegginge van Douchers oproerighe predicatie: C. Dungani redeloose salvatien, &c.
- Goud, J. en K. Holtzapffel (red), 2004. Wij Geloven - Wat Geloven Wij?. Remonstrants Belijden in 1940 en Nu. Zoetermeer: Meinema
- Groenewegen, H. Y., 1909. Jacobus Arminius. Driehonderd-jarigen Gedenkdag van Zijnen Dood, Leiden: S. C. van Doesburgh
- Haentjens, A. H., 1899. Simon Episcopius als apologeet van het Remonstrantisme in zijn leven en werken geschetst, A. H. Adriani
- Heering, G. J. 1919. De Remonstranten. Gedenkboek bij het 300-jarig Bestaan van de Remonstrantse Broederschap, Leiden: A. W. Sijthoff
- Heering, G. J., L. J. van Holk en W. J. Wegerif, 1941. De Remonstrantsche Broederschap. Wat zij is en wat zij wil, Lochem: De Tijdstroom
- Heering, G. J. en J. J. Buskes Jr, 1940. De Roepstem van Christus en het Antwoord der Kerk. Het Evangelie in Oorlogstijd. Getuigenissen, Utrecht: Erven J. Bijleveld
- Heering G. J. en G. J. Sirks, 1934. Het Seminarium der Remonatranten Driehonderd Jaar. Zijn Beteekenis. Zijn Geschiedenis, Amsterdam: Lankamp en Brinkman
- Hofstede, 1769. Samenspraak tusschen den Gereformeerden Justus Vroomlief; en den Remonstrant Christiaan Regt-uit: gehouden in de roef van de trekschuit, tusschen Utrecht en Leyden op den … November 1769 over de verdediging van den beoordeelden Belisarius, Willem Langerak
- Keune, W. T., C. Ginjaar, J. Schaafstra, 1978. Doopsgezind en Remonstrant in Dokkum, Van der Helm
- Kleijn e.a. (red.) 1949. In Koninklijke Dienst. Opstellen aangeboden aan Professor Dr. G. J. Heering op zijn zeventigste verjaardag 15 maart 1949, Arnhem: Van Loghum Slaterus
- Reeven, J. van, 1980. Remonstrants Rotterdam: de kerktwisten in Rotterdam van 1609 tot 1618
- Rogge, H. C., 1865. Caspar Janszoon Coolhaes: de voorlooper van Arminius en der Remonstranten, Y. Rogge
- Sirks, G. J., 1955. Verantwoording en verantwoordelijkheid van ons Remonstrant-zijn, Lochum: De Tijdstroom
- Slis, P. L., 2006. De Remonstrantse Broederschap: Biografische Naamlijst, 1905-2005 : Gemeenten, Landelijke Organen, Predikanten en Proponenten, Publicaties, Eburon
- Tideman, B. 1887. De Remonstranten te Haarlem: herinneringen en wenken bij het verlaten der oude en het betrekken van de nieuwe kerk der Remonstranten te Haarlem, De Haan
- Tideman, J. e.a., 1905. De Remonstrantsche Broederschap. Biografische Naamlijst van hare Professoren, Predikanten en Proponenten, Amsterdam: Y. Rogge
- Triglandius, J., 1632. Den krachteloosen Remonstrant, vermorselt door de kracht vande leere der waerheydt die naë de godsaligheydt is: dat is, korte ende klare weder-legginge vande voornaemste lasteringen ende verkeerde argueringen, die de Remonstranten tegen de ware christelijcke gereformeerde religie uytwerpen, Marten Jansz Brandt
- Vuyk, Simon, 1995. De Verdraagzame Gemeente van Vrije Christenen. Remonstranten op de Bres voor de Bataafse Republiek (1780-1800), Amsterdam: De Bataafsche Leeuw
- Vuyk, Simon, 2002. De Dronken Arminiaanse Dominee. Over de Schaduwzijde der Verlichte Remonstranten, Amsterdam: De Bataafsche Leeuw
- Winkelman, P. H. Remonstranten en Katholieken in de Eeuw van Hugo de Groot, Nijmegen: De Koepel
Externe verwijzingen
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- ↑ 1,0 1,1 1,2 Sociaal en Cultureel Planbureau, Godsdienstige veranderingen in Nederland (2009) 30.
- ↑ 2,0 2,1 2,2 2,3 remonstranten.org
- º Synode van Dordrecht (1618-1619)
- º Hugo de Groot door Henk Nellen
- º Hugo Grotius, 1622. De Veritate Religionis Christianae, met een nieuwe theorie van de verzoening
- º Sinds 1990 is het gebouw onder dezelfde naam in gebruik als debat- en congrescentrum.
- º Remonstranten en al hun kerken
- º Dossier Remonstrantse Belijdenis van de Remonstrantse Broederschap