Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Zevendedagsadventisten
De Zevende-dags Adventisten (ook: zevendedagsadventisten) zijn wereldwijd de grootste adventistische denominatie. In 2016 telt Nederland 64 en België samen met Groot-Hertogdom Luxemburg 35 adventistische gemeenten.[1] Over de hele wereld waren er in 2013 ongeveer 17,2 miljoengedoopte leden,[2] waar sindsdien elk jaar een miljoen bijkwam.[3]
De Adventkerk heeft naar eigen schatting meer dan 5.000 gedoopte leden in Nederland.[3] Zij zien uit naar de spoedige wederkomst van Jezus en houden de sabbat. In Nederland staan zij geregistreerd als het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten, in België als Kerk der Zevendedags Adventisten.
Geschiedenis
Het hedendaagse Kerkgenootschap van de Zevende-dags Adventisten is geworteld in de adventistische beweging die in de negentiende eeuw in de Verenigde Staten opkwam. Deze beweging was in de jaren veertig van de negentiende eeuw dieper gericht op de profetische teksten in de bijbel over de wederkomst van Jezus. De belangstelling werd vooral veroorzaakt door de baptistische lekenpredikant William Miller, die uit zijn studie van de Bijbel had afgeleid dat Jezus tussen 1843 en 1844 zou terugkomen op aarde.[4] Later werd de datum gepreciseerd op 22 oktober 1844.
Toen deze datum voorbijging en uitliep op een Grote Teleurstelling (Great Disappointment), gingen verschillende adventisten eigen wegen bewandelen. Sommigen keken uit daar andere datums, die ook uitluepen op teleurstellingen. Een sleutelfiguur werd Ellen White (1827–1915). Zij kreeg in december 1844 een visioen waardoor het vertrouwen gesterkt werd dat de datum van 22 oktober 1844 correct was, maar dat er iets anders was gebeurd dan zij hadden verwacht. Vanaf die dag zou een nieuw tijdperk zijn begonnen, waarin Jezus het verslag over het leven van alle belijdende gelovigen (eerst van de doden, vervolgens van de levenden) onderzoekt om te bepalen of zij eeuwig leven verdienen. Deze tijdsperiode wordt „het onderzoekend oordeel” genoemd.
Door toedoen van zevendedagsbaptisten, met name Rachel Oakes Preston uit New Hampshire, aanvaardde een aantal vroege adventisten de argumenten dat volgens de Bijbel de sabbat op zaterdag[5] (de Zevende Dag) gevierd moet worden. Thomas M. Preble schreef als gevolg hiervan een traktaat over dit thema. Toen Joseph Bates dit in handen kreeg werd hij een fervente verdediger van deze zienswijze. Langzaam vond deze zienswijze meer gehoor. De sabbat werd het thema van de eerste uitgave van het tijdschrift The Present Truth dat in juli 1849 verscheen. Dit tijdschrift heet nu Adventist Review. Diegenen die deze zienswijze over de sabbat niet deelden, vormden later (o.a.) de Advent Christian Church.
Tijdens een vergadering van 28 september tot 1 oktober in 1860 in Battle Creek, Michigan, werd de naam „Seventh-Day Adventists” aangenomen. In 1860 werd het kerkgenootschap van de Zevende-dags Adventisten gesticht in Washington[6], en drie jaar later (1863) volgde de wettelijke registratie.[7] John Byington werd de eerste president. Door een krachtige zendingsactiviteit vanuit het hart van de organisatie in de Verenigde Staten, wist het kerkgenootschap binnen ruim een eeuw uit te groeien tot een groepering met enkele miljoenen aanhangers.[7] John Nevins Andrews, de eerste officiële zendeling van de zevendedagsadventisten, vertrok in 1874 naar Europa. Nog voor het begin van de twintigste eeuw ontstonden kleine groepen adventisten, verspreid over vele Europese landen. Enkele decennia later zouden ook andere werelddelen volgen.
In Nederland ontstond de beweging in 1887 en bestond uit leden die afkomstig waren uit een kleine groep zevendedagsbaptisten in Oost-Groningen.[7] In België werd de beweging tien jaar later opgericht.[8]
Principes
Een punt waarin de zevendedagsadventisten zich onderscheiden van vele andere kerken, is de zienswijze dat Gods wetten uit het Oude Testament, die geldig waren voor de Israëlieten, (en die in rabbijnse vorm nog steeds onderhouden worden door orthodoxe joden) ook nu nog geldig blijven voor christenen.
De wetten van God uit het Oude Testament, met name de Tien geboden, zijn door Jezus nooit afgeschaft, maar gelden nog steeds voor alle mensen die geloven in God, behalve wanneer deze wetten wijzen op het offer van Christus Jezus (het dagelijks offer, de Grote Verzoendag, enzovoort). De uitwerkingen hiervan hebben betrekking op velerlei gebied, zoals ethiek, seksualiteit en gezondheid. Als onderbouwing voor het zich houden aan deze voorschriften, wordt onder meer verwezen naar 1 Korintiërs 6:19-20. Daarin wordt beschreven dat het lichaam een tempel is van de Heilige Geest, dat God eigenaar is van dit lichaam en dat mensen God met dit lichaam eer moeten bewijzen. Waar dit door veel andere kerken vooral op geestelijk en seksueel gebied geïnterpreteerd wordt (ook met inachtneming van de verzen 12-18 uit hetzelfde hoofdstuk), streven de adventisten ernaar om deze tempel ook wat betreft voeding zo zuiver mogelijk te houden en zo de Schepper te verhogen.
Sabbatsrust
De wekelijkse rustdag van God (sabbat) wordt gevierd op de zevende dag van de week (zaterdag[5]) en niet, zoals door de meeste andere christenen op de eerste dag (zondag). Het vierde van de ’Tien Geboden’, waarin de sabbat als rustdag wordt genoemd, ligt hieraan ten grondslag. (Exodus 20:8 (NBG); Deuteronomium 5:12 (NBG))
Voeding en gezondheid
Ellen White zou in een visioen allerlei adviezen voor een goede gezondheid ontvangen hebben die een belangrijke rol in het kerkgenootschap zouden gaan spelen. De zevendedagsadventisten houden zich aan de spijswetten zoals die beschreven staan in het bijbelboek Leviticus 11. Dit houdt onder andere in dat zij geen paarden- en varkensvlees, geen garnalen en geen ongeschubde vis eten. Dit vertoont grote gelijkenis met kosjer eten. Het is niet verplicht zich vegetarisch te voeden, maar dit wordt sterk aanbevolen. Een grote meerderheid van de adventisten is vegetariër.
Daarnaast gebruiken zevendedagsadventisten ook geen alcoholische drank, stimulerende dranken als koffie en thee, tabak en drugs.[9] De cornflakes, die door de zevendedagsadventist John Harvey Kellogg (1852–1943) op de markt werden gebracht, werden over de hele wereld bekend en pasten in de gerichtheid op gezonde voeding. Kellogg was ook de eigenaar van een adventistisch sanatorium.
Ethiek en seksualiteit
Zevendedagsadventisten staan sceptisch tegenover het dragen van sieraden, cosmetica, tegenover dansen, kaartenspelen, bioscoop- en theaterbezoek.[10]
De officiële leer van de kerk met betrekking tot abortus is dat het niet is toegestaan om abortus te plegen ten behoeve van geboortebeperking, vanwege het geslacht van het kind, of uit gemakzucht. In de uitzonderingsgevallen waarbij morele of medische dilemma’s een rol spelen, zoals een levensbedreigende situatie voor de aanstaande moeder, of zwangerschap ten gevolge van verkrachting of incest, wordt iedere situatie individueel begeleid om een keuze te kunnen maken.[11]
Seksuele intimiteit is enkel aanvaardbaar in een huwelijk tussen een man en een vrouw. Een buitenechtelijke relatie van de partner is een geldige reden voor het aanvragen van een echtscheiding.[12] Homohuwelijken zijn bij de zevendedagsadventisten niet mogelijk.[13][14] In 1976 werd (buiten de officiële kerk van de Zevendedags-Adventisten) een organisatie opgericht met de naam Zevende-dags Adventisten Kinship Internationaal (ZDA Kinship), die zich ten doel stelde het geestelijke, emotionele, sociale en fysieke welzijn van homo- en biseksuele en transgender (ex-)zevendedagsadventisten te ondersteunen.[15]
Wederkomst van Christus
De kerk legt nadruk op de „wederkomst van Jezus Christus”. Profetieën, met name uit de Bijbelboeken Daniël en Openbaring, vormen voor zevendedagsadventisten een sleutel om te weten dat het huidige tijdperk de eindgeschiedenis zou inluiden van het menselijk leven op aarde.
Zieleslaap
Zevendedagsadventisten verwerpen de idee dat de ziel inherent onsterfelijk is als een onbijbelse leer. Wanneer men dood is, is men volledig onbewust tot bij de opstanding. Goddelozen zullen geen eeuwige pijniging ondergaan in een letterlijk hellevuur, maar worden voor eeuwig vernietigd (annihilationisme).
Eredienst en gebruiken
Om de drie maanden vieren de zevendedagsadventisten het avondmaal ter nagedachtenis van het offer van Christus. Zij gebruiken hierbij ongedesemd brood en alcoholvrij druivensap. De viering wordt voorafgegaan door een ceremoniële voetwassing. De gemeente komt elke sabbat (ca. zaterdag[5]) samen voor studie en aanbidding.
De traditionele kerkelijke feesten worden over het algemeen niet gevierd.
De doop door onderdompeling wordt volstrekt aan volwassenen.
Organisatiestructuur
De plaatselijke gemeenten van zevendedagsadventisten kiezen zelf hun diakenen en ouderlingen. Ze zijn georganiseerd in lokale kerkgenootschappen met jaarlijks verkozen leiders. Deze lokale kerkgenootschappen zijn gegroepeerd in federaties (bijvoorbeeld de Belgisch-Luxemburgse federatie), unies en divisies. Deze houden om de drie jaar verkiezingen.
Het administratieve hoofd is de General Conference, die om vijf jaar wordt vernieuwd.
Bemerkingen vanuit andere kerken
In andere kerkgemeenschappen is men het er niet mee eens dat het strikt naleven van joodse wetten zoals de sabbat of de voedselwetten voor christenen noodzakelijk is. Deze vraag kwam reeds op onder de eerste christenen. In de gemeente Antiochië rees er een meningsverschil over de besnijding. De vraag werd uiteindelijk bijgelegd op het Apostelconvent in Jeruzalem, waar de apostelen en oudere mannen besloten dat de christenen niet meer gebonden waren aan de meeste joodse geboden, op enkele uitzonderingen na (zie verder in het boek Handelingen 15).
Vooral onder Amerikaanse adventisten bestond het idee dat Ellen White geïnspireerd zou zijn geweest zoals de oudtestamentische profeten. Andere protestanten kunnen niet instemmen met een dergelijke zienswijze. Hoewel de waardering voor Ellen White doorgaans sterk is, zijn de meningen hierover onder adventisten in Europa vaak wat terughoudender dan in de Verenigde Staten.[16] De adventistische predikant Walter T. Rea ontwikkelde zich tot een bestrijder van de voorstelling dat Ellen White geïnspireerd was.
Ook de sterke antivakbondshouding wordt door anderen niet begrepen. Deze houding gaat terug op Ellen Whites stelling dat een echte christen geen lid van een vakbond kan zijn. Een geval dat de pers haalde, was een rechtsgeding in 1998, toen Ukiah Valley Medical Centre, dat eigendom is van de Adventkerk, een uitzondering vroeg van de federale arbeidswetgeving omtrent syndicalisering. Het hospitaal argumenteerde dat de wettelijke plicht om het personeel toe te laten een vakbond te vormen, een schending was van de godsdienstvrijheid.[17][18]
Oecumene en evangelische beweging
Het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten is geïnteresseerd in oecumenisme, maar is geen lid van de Wereldraad van Kerken (WRK).
In 1957 gaf de kerkleiding het boek Questions on Doctrine uit, na een serie contacten met andere denominaties, van wie zij verschillende vragen hadden gekregen. Het boek behandelde de antwoorden op die vragen. In het evangelicale tijdschrift Eternity werden deze vervolgens behandeld en kwam men tot de conclusie dat de zevendedagsadventisten ook echte christenen zijn. Dit choqueerde een deel van het lezerspubliek, en wel 6000 evangelicalen zegden hun abonnement op. Intussen zorgden de antwoorden in Questions on Doctrine ook in de adventkerk voor debatten tussen verschillende strekkingen.
In 2006 en 2007 zochten de zevendedagsadventisten en de WEA (World Evangelical Alliance, een koepelorganisatie van verschillende evangelische kerken en organisaties, zoals de Nederlandse en Vlaamse Evangelische Alliantie) opnieuw toenadering. In een gemeenschappelijke persverklaring, naar aanleiding van deze bijeenkomsten, meldden beide partijen dat de grote theologische overeenstemming ruimte biedt voor een samenwerkingsverband. Tevens verklaarden zij geen formeel samengaan, dan wel lidmaatschap van de zevendedagsadventisten, te hebben besproken.[19] Rolf Hille, een WEA-theoloog zei in 2007 dat de zevendedagsadventisten op weg waren een ’gewoon’ evangelisch kerkgenootschap te worden, waardoor ze lid van de Evangelische Wereldalliantie zouden kunnen worden.[20]
Namen
|
Zie ook
Weblinks
- Website van het kerkgenootschap in Nederland
- Website van de kerk in België en Luxemburg (’Belgisch-Luxemburgse Federatie’)
- Internationale website
- General Conference — Office of Archives, Statistics, and Research
- Het ontstaan van de kerk der Zevende-Dags Adventisten, op de website van de ZDA-gemeente Almelo.
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Seventh-day Adventist Church op Wikimedia Commons.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Protestantisme |
---|
Geloofsrichtingen:
Adventisme • Anabaptisme • Anglicanisme • Baptisme • Calvinisme • Congregationalisme • Doopsgezinden • Episcopalisme • Evangelischen • Gereformeerden • Genootschap der Vrienden (Quakers) • Nederlandse Hervormde Kerk • Lutheranisme • Methodisme • Pinksterbeweging • Presbyterianisme • Vergadering van gelovigen • Vrijzinnig protestantisme • Zevendedagsadventisten
|