Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Mens
De mens of (wetenschappelijke naam) Homo sapiens (Latijn: wetende mens) is een tweevoetige primatensoort uit de familie Hominidae. Onderzoek naar DNA wijst erop dat de moderne mens ongeveer 200.000 jaar geleden in Afrika ontstaan is als soort. Mensen hebben zeer goed ontwikkelde hersenen, waarmee ze in staat zijn tot abstract nadenken, taal, introspectie, probleemoplossing en emotie. Dankzij zijn intelligentie en rechtopstaande houding, waardoor de armen vrij zijn om voorwerpen op te pakken en te bewerken, is de mens veel meer dan andere soorten in staat gereedschappen te gebruiken. De mens is over de hele wereld verspreid en op alle continenten behalve Antarctica komen grote populaties voor. In juli 2008 was het totale aantal mensen op Aarde groter dan 6,7 miljard. Er is slechts een nog levende ondersoort: Homo sapiens sapiens.
Mensen zijn, evenals de meeste andere apen, sociaal van aard. Ze zijn bijzonder bedreven in het gebruik van communicatiemiddelen voor zelfexpressie, uitwisseling van ideeën, en organisatie. Mensen creëren complexe sociale structuren, die bestaan uit talrijke samenwerkende en concurrerende groepen, die uiteenlopen van families tot naties. Sociale interacties tussen mensen hebben een grote variëteit aan tradities, rituelen, ethiek, normen, waarden, en wetten tot stand gebracht, die samen de basis vormen voor de menselijke samenleving.
Etymologie
Het woord "mens" (Duits Mensch, Zweeds människa, Deens menneske) is een variant van "man" (Duits Mann, Engels man), die uiteindelijk teruggaat op een Indo-Europese stam *man-: "denken" of *ma-: "meten". Deze stam treft men aan in Latijn mens, mentis: "geest, verstand" (vergelijk Engels mind), memoria: "geheugen, herinnering", Grieks menos: "geest", mnèmè: "geheugen", Sanskriet man-: "denken, geest", Russisch mnit' "menen, denken". In het Oud-Indisch bestaat tevens Manu: "(oer-)mens", modern Hindi manusha: "mens, man".
Deze oerbetekenis kreeg de wetenschappelijke naam Homo sapiens (Latijn: "verstandige" of "denkende" mens). Het woord homo, hominis is mogelijk verwant met humus: "aarde, bodem". Het Franse homme wordt zowel gebruikt voor "mens" als voor "man", hetgeen het bekende woordenspel "Madame, vous êtes un homme" mogelijk maakt. Het Hebreeuwse adam: "mens" wordt wel verbonden met adamah: "aarde", hetgeen een parallel met homo oplevert. Dit alles kan verwijzen naar de oude mythe dat de mens uit klei is gekneed. De etymologie van het Griekse woord voor "mens" (άνθρωπος, anthrôpos, dat reeds in het Myceens als a-to-ro-qo wordt aangetroffen) is niet duidelijk[feit?]. De wetenschappelijke naam Homo sapiens bestaat uit de geslachtsnaam Homo, die in het Latijn "mens" betekent, en de eveneens Latijnse soortnaam sapiens, die "verstandig" of "wijs" betekent.
In de filosofie en het recht wordt onderscheid gemaakt tussen de begrippen "mens" of "menselijk wezen" en "persoon". Het eerstgenoemde verwijst naar iemand die tot de soort behoort, terwijl het laatstgenoemde naar een rationele geest verwijst.
Evolutionaire geschiedenis van de mens
Zie Evolutie van de mens voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Vergeleken met andere diersoorten omvat de bestaansgeschiedenis van de mens een relatief korte periode.
De moderne mens kwam als Cro-Magnonmens circa 40.000 jaar geleden naar Europa, maar bestond in Afrika al langer. Deze 'Afrikanen' worden wel gezien als voorlopers van de Cro-Magnonmens. Met de vondst van de twee schedels bij de Omo-rivier in 1967 werd deze theorie onderbouwd. Wetenschappers hadden deze twee schedels op 130.000 jaar gedateerd. Nieuw onderzoek lijkt aan te tonen dat twee schedels van Homo sapiens mogelijk veel ouder (195.000 jaar) zijn. Dit is te lezen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature van 17 februari 2005.
Sommigen beweren, naar aanleiding van enkele vondsten in China, dat Homo sapiens op verschillende plaatsen in de wereld tot ontwikkeling is gekomen. Niet alleen in Afrika, zoals tot nu toe werd gedacht, maar ook in China.
Taxonomisch gezien behoort de mens tot de primaten, een geslacht uit de superfamilie der mensapen (Hominoidea). waartoe ook de gibbons, orang-oetans, gorilla's en chimpansees behoren. De mens is de enige nog levende soort uit het Homo (geslacht), hoewel er wel stemmen op zijn gegaan om de mens met de twee soorten chimpansees in één geslacht te plaatsen.
Geschat wordt dat sinds het ontstaan van de mens er zo'n 107,5 miljard mensen zijn geboren.
Gerelateerde onderwerpen
Anatomie
- Zie ook: Menselijke anatomie
Een mens behoort tot de gewervelden en beschikt onder meer over twee benen, twee armen en een hoofd. Het geraamte van de mens is inwendig. Voorziening van de cellen van het menselijk lichaam van de juiste voedingsstoffen geschiedt door een apart stelsel, de bloedsomloop, dat wordt 'aangedreven' door het hart. Via de longen wordt het bloed voorzien van zuurstof, en via de maag en darmen van andere noodzakelijke stoffen. Afvoer van afvalstoffen vindt plaats door de nieren.
Behalve als een ontwikkeld biologisch systeem wordt de mens door velen ook beschouwd als een wezen met een zeker geestelijk leven. De mens wordt door zichzelf gezien als de meest intelligente levensvorm op aarde. Echter hebben mensen ook stoornissen, fobieën en ziekten zoals kanker.
Voortplanting
De manier waarop mensen elkaar benaderen tijdens geslachtsgemeenschap is voor het grootste gedeelte uniek in de dierenwereld. Behalve de bonobo zijn mensen de enige primaten die elkaar van de voorkant ontvangen. Na een zwangerschap van ongeveer 40 weken (9 maanden) wordt doorgaans één baby geboren.
Mensheid
De mensheid is een verzamelnaam voor alle mensen ter wereld met al hun onderlinge sociale relaties. De mens is in staat over zichzelf na te denken en zich in anderen te kunnen verplaatsen. Ook kan de mensheid technologieën ontwikkelen en nadenken over en oplossingen vinden voor economische en wetenschappelijke vraagstukken. De mens is meer dan enig andere diersoort in staat om zijn leefomgeving te veranderen, ten goede van zichzelf, maar zeker ook ten kwade. Met dammen en dijken controleert de mens de loop van het water, en met de bouw van woningen, die vaak in groten getale bij elkaar te vinden zijn en zo dorpen of steden vormen, weet de mens zich te beschermen tegen het klimaat. Landbouw stelt mensen in staat de voedselproductie te beheersen. De geneeskunde stelt mensen in staat om zware ziekten te boven te komen. Een ziekte als pokken is door vaccinatie uitgeroeid.
Mensen kennen een cultuur, die te herkennen is aan uiterlijk, bestuur, tradities, gebruiken, taal, religie, rijkdom en eetgewoonten. Culturen verschillen over het algemeen per regio, alhoewel verscheidene culturen ook naast elkaar voorkomen. Een cultuur kan een aantal subculturen bevatten, die elk hun eigen gewoontes, etc. hebben. Sommige culturen botsen met elkaar vanwege onverenigbare ideeën. Vele oorlogen hebben dan ook hun oorzaak in het verschil tussen enkele culturen. Dit heeft in sommige gevallen zelfs geleid tot genocide.
Een van de belangrijkste eigenschappen van de mens is de ontwikkeling van een taal voor communicatie. Door middel van ontwikkelingen in de twintigste eeuw is de mens in staat om wereldwijd met andere mensen te communiceren, alhoewel dit nog niet beschikbaar is voor ieder mens. De welvaart is namelijk niet overal gelijk verdeeld.
Mede door de ontwikkeling van technologie is de menselijke populatie zeer groot. In 2004 leefden er zo'n 6,3 miljard mensen op aarde. Dit heeft echter ook nadelige gevolgen voor de natuur. Natuurgebieden moeten plaats maken voor landbouwgebieden, steden, wegen en andere menselijke bouwsels. Lucht, grond en water raken vervuild en veel planten- en diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Andere diersoorten weten echter weer van de mens te profiteren. Cultuurvolgers als de bruine rat, huismuis, huismus en stadsduif en huis- en gedomesticeerde dieren als hond, rund en kip hebben zich mede dankzij de mens over de aarde weten te verspreiden.
Menselijke beschaving
Zie geschiedenis van de wereld voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Meer dan 90% van de tijd dat de moderne mens bestaat, leefde hij in kleine groepen jager-verzamelaars. Doordat mensen de mogelijkheid hadden informatie (bijvoorbeeld in de vorm van memes) aan de volgende generatie door te geven ging de culturele evolutie steeds sneller. Rond 10.000 jaar geleden begonnen de bewoners van de Vruchtbare Sikkel de domesticatie van dieren en planten, wat leidde tot een grote verandering in levensstijl, die de Neolithische revolutie wordt genoemd. Met zijn nieuwe levensstijl kreeg de mens een enorme invloed op andere soorten en door het grootschalig ontbossen om nieuw landbouwgebied te krijgen zelfs op het klimaat. Zo is het aandeel broeikasgassen (vooral methaan, maar ook koolstofdioxide) met hun grote invloed op het klimaat al rond de introductie van de landbouw (in afwijking met eerdere interglacialen) gaan stijgen. Hoewel de mens in geïsoleerde gebieden waar weinig domesticeerbare planten konden groeien nomadisch bleef, ontstonden elders permanente woonplaatsen. Dankzij steeds effectievere landbouwmethoden konden steeds meer mensen samenleven op kleine oppervlakten, waardoor georganiseerdere vormen van samenleving nodig werden waarin arbeidsdeling optrad. Het overschot aan voedsel maakte een heersende klasse mogelijk, en de eerste beschavingen ontstonden in Egypte, de Indusvallei en Mesopotamië rond 6000 jaar geleden.
Door de ontwikkeling van het schrift kon informatie nog effectiever worden doorgegeven. Omdat de mens niet langer al zijn tijd in het verzamelen van voedsel hoefde te steken kon hij zich gaan bezighouden met ontwikkeling van religie, technologie en de eerste wetenschap. Doordat mensen zich aangeleerd hebben om met woorden alles te beredeneren, heeft zich eveneens een beredenerend denken, met bijbehorende (losstaande) begrippen, ontwikkeld. Sommige mensen welke beelddenkend zijn denken op een begrijpende manier (= niet-beredenerend, maar (eerst) begrijpend). Verder ontstonden overal ter wereld beschavingen en dreven onderling handel of voerden oorlogen. De groei van de menselijke kennis en technologie ging gestaag door, maar raakte in Europa in een stroomversnelling met de wetenschappelijke revolutie en later de industriële revolutie, maar deze dominantie verdween weer tijdens de 20e eeuw hoewel de culturele invloed van de Europese beschaving, beter bekend als de Westerse cultuur, alleen maar groter lijkt te worden. Tegelijkertijd zorgden de nieuwe westerse technologieën voor een explosieve bevolkingsgroei, waardoor de wereldbevolking tussen 1750 en 2000 toenam van nog geen 800 miljoen tot 6 miljard. De mens krijgt door bevolkingsgroei en nieuwe technologieën een steeds grotere invloed op de chemische, klimatologische en ecologische processen op Aarde. Door de globalisering en toegenomen internationale samenwerking raken verschillende menselijke culturen over de hele wereld tegelijkertijd steeds afhankelijker van elkaar en is ook, ondanks soms gewelddadig verzet van enkele conservatieve en fundamentalistische groeperingen, een toenemende versmelting van deze culturen waar te nemen.
De mens heeft meerdere negatieve eigenschappen waarvan ze zich over het algemeen niet bewust van zijn, of het anders inzien :
- Te vasthoudend aan gewoonten die (ver)beter(d) kunnen.
- Door gewoonten soms naïef, met negatieve / vernietigende gevolgen voor de natuur en daarmee ook zichzelf.
- Afgaande op tijdelijke natuurverschijnselen de negatieve gevolgen van het vervuilen van de atmosfeer onderschatten.
- Te weinig maatregelen treffend (naïef) om natuurrampen door eigen toedoen te voorkomen.
- Te weinig gericht op het vinden van duurzame technologieën.
- Te ongevoelig voor het vernietigen / uitroeien van dieren, danwel te ongevoelig voor het aanbrengen van leed bij dieren.
- Te grote bevolkingsgroei, waardoor de zogenoemde Moeder Natuur door bepaalde reacties (gevolgen of tot gevolg brengend) de overheersende aanwezigheid terug zal dringen, bijvoorbeeld door het eerder uitbreken van ziekten en vergroten van het ontstaan van dodelijke virussen (meestal samengaand met te grote concentraties dieren).
- Door het aanleren van een woordelijke taal (bedoeld ter communicatie) en daardoor beredenerend denken, worden losstaande (niet-samenhangende) begrippen gevormd, met gevolg dat er geen geheel van het begrip (over alles) wordt gevormd. Dat is dan ook de reden van menig onzekerheid en onbegrip over aardse vraagstukken.
- Afgaande op de egocentrische aard en de veelheid aan verschillende meningen en visies, kan afgeleid worden dat het bewustzijn in meer of mindere mate een tunnelvisie veroorzaakt. Dit wordt versterkt (dieper ingeprent) doordat de afzonderlijke beredeneringen en gevolgelijke begrippen erover merendeels een perspectief en overtuiging teweeg brengen die niet realistisch is.
- Te weinig ontwikkeling van de intuïtie waardoor men zich onvoldoende bewust is/wordt van onbewust gedane acties, danwel die van anderen. Het gevolg is ook dat geen onbewuste alertheid ontwikkeld wordt.
- Te weinig preventief aangaande psychische problemen op latere leeftijd, die al tijdens de kinderjaren te herkennen zijn, en daarmee te voorkomen of in goede banen te leiden.
- Te veel waarde hechtend (= eveneens egocentrisch) aan de eigen bevolkingen, culturen en groeperingen, en daardoor te ongevoelig voor het leed of overlijden van andere bevolkingen die minder bevoordeeld zijn. Bepaalde prioriteiten die veelal niet op kunnen wegen tegen mensenlevens hebben hierbij toch voorrang.