Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Taal

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Er is een doorverwijspagina over Taal met mogelijke andere betekenissen.

Taal is een systeem dat betekenis weergeeft door middel van een alfabet van arbitraire symbolen, zoals spraakklanken, gebaren of schrifttekens. Deze symbolen vormen de bouwstenen die door middel van een taalspecifiek regelsysteem (de grammatica) tot betekenisvolle eenheden (bijvoorbeeld woorden, zinsdelen en zinnen) worden gerangschikt.

Taal is waarschijnlijk de eigenschap die de mens het wezenlijkst onderscheidt van andere diersoorten: terwijl ieder mens die onder enigszins normale omstandigheden opgroeit in de loop van zijn eerste levensjaren spelenderwijs een taal leert, is het tot nu toe niet gelukt om diersoorten als bijvoorbeeld chimpansees op hetzelfde niveau een taal te laten gebruiken als een zesjarig kind.

Het gangbare onderscheid tussen enerzijds taal (met een hoge waardering) en anderzijds dialect (met een lage waardering) wordt in de taalkunde niet gemaakt, omdat het willekeurig en politiek bepaald is: de dialecten van het Chinees verschillen evenveel van elkaar als de Romaanse talen. Taalkundigen geven doorgaans de voorkeur aan maatschappelijk minder beladen begrippen als variëteit en streektaal. Zie hiervoor ook: Taalgebruik.

Daar lang niet alle talen beschikken over gestandaardiseerde vormen en het vaak niet uit te maken is of twee groepen sprekers dezelfde variëteit spreken, of varianten van één variëteit, is het aantal talen op de wereld niet te bepalen. Om toch een handvat te hebben wordt het aantal talen vaak op vier à zesduizend gehouden.

Taal en hersenen

Er is veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen taal en hersenfuncties, ook wel samengevat als neurolinguïstiek. Het gaat daarbij om de vraag welke gebieden in de hersenen gespecialiseerd zijn in het verwerken (begrijpen en spreken) van woorden en zinnen. Er zijn aanwijzingen dat betekenis en grammatica van zinnen met verschillende netwerken in de hersenen zijn verbonden. Doorgaans wordt aangenomen dat het gebied van Wernicke en het gebied van Broca in de linker hersenhelft een belangrijke functie hebben wat betreft het begrijpen en spreken van taal. Beschadigingen in deze gebieden gaat vaak gepaard met stoornissen in het begrijpen en spreken van taal, ook wel aangeduid als afasie.

Taal en evolutie

Hoewel het taalvermogen, inclusief het begrijpen en kunnen toepassen van regels van grammatica en syntaxis, uniek lijkt voor mensen, is het moeilijk te doorgronden volgens welk scenario dit zich in de loop van de evolutie heeft ontwikkeld. Grofweg staan hier twee standpunten tegenover elkaar. Het eerst standpunt is dat ontwikkeling van taal een gevolg was van een taalmodule, een gespecialiseerd gebiedje in de hersenen. Een tweede standpunt is dat de ontwikkeling van taal het resultaat was van een geleidelijke toename van hersenmassa en intelligentie (ook wel encefalisatie genoemd). De laatste verklaring lijkt beter te rijmen met het feit dat de mens zich in cognitief opzicht in meerdere opzichten van andere mensapen zoals chimpansees onderscheidt. Dus niet alleen wat betreft taalvermogen maar ook wat betreft vermogens als bewuste reflectie, mentaal voorstellingsvermogen en abstract denken. Het lijkt bovendien onwaarschijnlijk dat dergelijke vermogens aan een specifiek gebiedje of module in de hersenen zijn toe te schrijven.

Natuurlijke talen

De natuurlijke talen zijn de verschillende talen die in de loop van de geschiedenis door de grote afstanden tussen de verschillende groepen mensen ontstaan zijn. Deze talen worden doorgaans op grond van hun historische ontwikkeling ingedeeld naar taalfamilie, maar andere indelingen zijn ook mogelijk, bijvoorbeeld naar hun morfologische type (zie taaltypologie). We onderscheiden naar het type bouwsteen (klanken dan wel gebaren) twee typen natuurlijke talen: gesproken talen en gebarentalen.

Gesproken talen

Gesproken talen gebruiken spraakklanken als bouwstenen. Zij beschikken over een woordenschat of lexicon en een regelsysteem (de grammatica) om de elementen uit de woordenschat tot welgevormde zinnen te verenigen. De meeste gesproken talen hebben tevens een systeem van schrifttekens (een alfabet), waarmee taaluitingen kunnen worden vastgelegd.

Gebarentalen

Gebarentalen worden vooral gebruikt door dove mensen. Gebarentalen zijn, anders dan veelal wordt aangenomen, volledige communicatiesystemen, met een even arbitraire relatie tussen de gebruikte symbolen en de betekenis als bij gesproken talen. In Vlaanderen gebruikt men de Vlaamse Gebarentaal en in Nederland de Nederlandse Gebarentaal. Gebarentalen dienen onderscheiden te worden van andere gebarensystemen, zoals pantomime en de ook door doven gebruikte spraakondersteunende systemen zoals Nederlands met Gebaren. Er bestaan gebarenschriften om gebarentalen neer te schrijven.

Levende en dode talen

Bij de categorisering van natuurlijke talen kan men ook nog onderscheiden in dode talen en levende talen.

Kunsttalen

In de afgelopen eeuwen zijn er ook talen geconstrueerd. Deze worden kunsttalen genoemd.

Talen als Esperanto, Ido en Interlingua zijn voorbeelden van een hulptaal — een taal die de internationale communicatie moet vergemakkelijken. Deze talen worden ook wel auxlang genoemd, wat staat voor auxiliary language (hulptaal). Ook de term IAL wordt wel gebruikt, wat staat voor international auxiliary language (internationale hulptaal). Het Esperanto heeft moedertaalsprekers en daarmee een van de kenmerkende eigenschappen van een natuurlijke taal. Als een kunsttaal door kinderen als moedertaal zijn verworven, zijn ze in die zin niet van natuurlijke talen te onderscheiden.

Als overkoepelende benaming voor kunsttalen is de term conlang gangbaar, constructed language. Onder de conlangs die geen auxlang zijn vallen de kunsttalen die ontworpen zijn voor gebruik in fictiewerken, zoals de elfentalen van Tolkien en het Klingon uit de televisieserie Star Trek.

Ook de standaardtalen zijn tot op zekere hoogte geconstrueerde talen: vaak zijn hun grammatica en hun woordenschat door enkele autoriteiten vastgesteld.

In veel talen worden er kunstmatig woorden en morfemen uit het Latijn en Oudgrieks gebruikt als neologisme, vaak omdat dit "wetenschappelijk" klinkt. Denk bijvoorbeeld aan "televisie" (Grieks "tele" = ver, Latijn "visio"= zicht). Dit soort woorden wordt neoconstructies genoemd.

Het begrip 'taal' in een ruimere definitie

Het begrip taal wordt ook gebruikt om naar regelsystemen te verwijzen die niet dienen voor menselijke communicatie. Zo wordt het geheel aan commando's waarmee een machine kan worden bediend, wel 'machinetaal' genoemd. Sommige machinetalen, vooral computertalen, gebruiken zo veel mogelijk woorden uit gesproken talen, zodat ze voor mensen gemakkelijker te begrijpen zijn. Alfabetten als Morse en Braille zijn geen talen op zich. Ze hebben geen eigen woordenschat, maar bestaan slechts uit alternatieve symbolen waarmee een taal op een voor de meeste taalgebruikers niet in de dagelijkse praktijk zichtbare manier genoteerd wordt.

Ook communicatiesystemen van dieren (bijen, dolfijnen, walvissen) worden wel als taal beschouwd. Deze systemen verschillen wel van menselijke taal. In de eerste plaats kan met de 'talen' van dieren anders dan met mensentalen niet over ieder willekeurig onderwerp gesproken worden: in bijentalen kan bijvoorbeeld waarschijnlijk alleen gecommuniceerd worden over de plaats waar zich nectar bevindt.

Referenties

  • Chomsky, N. (1993). Language and thought. Wakefield, R.I.
  • Deacon, T.W. The symbolic species (1997). W.W. Norton Company, New York.
  • Pinker, S. (1997). How the mind works. W.W. Norton Company, New York.

Zie ook

Externe links