Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Leo XIII
Leo XIII | ||
Gioacchino Pecci 2 maart 1810 – 20 juli 1903 | ||
Paus nummer 256 volgens de officiële Pausenlijst | ||
Periode | 1878–1903 | |
Voorganger | Pius IX | |
Opvolger | Pius X | |
Handtekening Bestand:Autograph-LeonXIII.png |
Paus Leo XIII (Carpineto Romano, 2 maart 1810 – Rome, 20 juli 1903), geboren als Vincenzo Gioacchino Raffaele Luigi Pecci in een Italiaanse grafelijke familie, was paus van de Rooms-Katholieke Kerk van 1878 tot 1903. Volgens de officiële pausenlijst van het Vaticaan wordt hij als 265e paus gerekend. Hij leidde de kerk tot hij 93 was en is daarmee tot heden de paus die de hoogste leeftijd behaalde, en had het op twee na langste pontificaat, na zijn onmiddellijke voorganger Pius IX en Johannes Paulus II.
Hij staat bekend om zijn intellectualisme, de ontwikkeling van de sociale leer met zijn encycliek Rerum Novarum en zijn pogingen om de positie van de Kerk te bepalen ten opzichte van het moderne denken. Hij beïnvloedde de rooms-katholieke mariologie en promootte zowel de rozenkrans als het scapulier. Hij vaardigde een recordaantal van elf encyclieken over de rozenkrans uit, gaf zijn goedkeuring aan twee nieuwe mariale scapulieren en was de eerste paus die het volledig eens was met het concept van Maria als middelares.
Levensloop
Pecci werd geboren in Carpineto Romano in Italië ten zuiden van Rome, als zesde kind in een familie van kleine landadel. Hij studeerde onder andere aan de Accademia dei Nobili te Rome.
Priester en nuntius in België
Hij werd in 1837 tot priester gewijd. Ambitieus en eigenlijk te laag in rang voor de pauselijke academie voor de adel trad hij in dienst van de pausen.
In 1843 werd hij door Gregorius XVI tot titulair bisschop van Tamiathis benoemd en als nuntius naar België gestuurd, waar sinds twaalf jaar de lutherse koning Leopold I regeerde.
Met de hulp van bisschop Pecci werd in 1844 het Belgisch Pauselijk College in Rome opgericht. Mgr. Pecci kwam in conflict met de liberalen en mengde zich in de Schoolstrijd. Omdat hij de bisschoppen hierbij steunde, werd hij op verzoek van Leopold I in 1846 teruggeroepen uit België.
Aartsbisschop van Perugia
Hij werd in 1846 benoemd tot aartsbisschop van Perugia, waar hij de kathedraal liet vernieuwen in neogotische stijl. Hij werd er bekend door zijn bestrijding van de antiklerikale wetgeving in Italië en zijn bevordering van de studie van het neothomisme.
Kardinaal
Tijdens het consistorie van 19 december 1853 werd hij verheven tot kardinaal. De Basiliek van San Crisogono in Trastevere werd zijn titelkerk.
In de overgangsperiode waarin Umbrië zich losmaakte van de Kerkelijke Staat (1860) leidde Pecci de bisschoppen tegen de Italiaanse Staatskerk. In het midden van de jaren 1870 begon hij zich te openen tegenover de moderne cultuur en techniek. Na het overlijden van pauselijk kamerheer Filippo de Angelis, werd Pecci in 1877 tot opvolger benoemd. In deze functie nam hij in 1878 in de periode van sedisvacatie de pauselijke ambtshandelingen over. Tegen het toenmalige gebruik in, werd hij op 20 februari 1878 als een kandidaat van de gematigde strekking na een conclaaf van twee dagen – het eerste conclaaf in de Sixtijnse Kapel – tot opvolger van Pius IX verkozen.
Paus
Als paus en nam hij de naam Leo aan. Deze naam verwees naar zijn respect voor paus Leo XII en toonde ook de richting die hij met het pausdom zou inslaan. De kroning volgde op 3 maart 1878 in de Sixtijnse Kapel. Zijn zwakke gezondheid liet een eerder kort pontificaat verwachten.
In 1888 stelde Leo XIII, ter gelegenheid van zijn vijftigjarig priesterjubileum, het onderscheidingskruis Pro Ecclesia et Pontifice in.
Herstelprogramma
Zonder te breken met de politiek van zijn voorgangers, streefde hij naar herstel van de hoge middeleeuwse orde van kerk en staat, die hij als voorbeeldig beschouwde, als antwoord op de behoeften van zijn tijd. De hervorming van de theologiestudie met haar oriëntatie op Thomas van Aquino was de eerste prioriteit. Zijn persoonlijke rolmodel was Innocentius III (1198–1216). In 1891 liet hij diens lichaam naar Rome overbrengen en in San Giovanni in Laterano begraven.
De omslag naar de Middeleeuwen vond zijn symbolische uitdrukking in de kerkopbouw van die tijd; voornamelijk neogotische kerken werden opgericht. Dit nogal achterhaalde programma van Leo XIII was gedoemd te mislukken omdat het voorbijging aan de onherroepelijke gevolgen van de sociale verandering in de 19e eeuw. Door een ontkenning van de Europese revoluties van 1848/49 konden de gevolgen daarvan niet worden weggecijferd. Het post-revolutionaire Europa veroordeelde ook zijn concept van een universeel pausdom met aanspraak op algemeen spiritueel leiderschap.
Versterking van de katholieke sociale leer
De beroemde encycliek Rerum Novarum (’Nieuwe Dingen’) vestigde in 1891 de reputatie van Leo XIII als ’Paus van de Arbeiders’. Hij veroordeelde de uitbuiting van de werknemers en wees op hun verarming als gevolg van de industrialisatie. Hij beschreef ook hun negatieve effecten op de economie en de staat en toonde een manier om de situatie te verbeteren. Tegelijkertijd keerde hij zich tegen het socialisme als uitweg uit de ellende en bepleitte hij privé-eigendom. Met deze encycliek ontwikkelde de paus een doctrine van de mens en zijn rechten, van de orde van de economie, van de vrijheid van werknemers om een coalitie te vormen en van de maatschappelijke betrokkenheid van de staat. De veiligheid op het werk is een overheidstaak, net als het wettelijk kader voor de rechten van werknemers. Sindsdien kan men spreken van een kerkelijke sociale leer gebaseerd op het onderwijs. Deze encycliek wordt beschouwd als de ’moeder van alle sociale encyclieken’; de volgende pausen verwezen ernaar als ’ontwikkelings-encycliek’.
Verhouding tot andere kerken (oecumene)
Zijn engagement om een einde te maken aan de schisma’s met de orthodoxe kerken en de anglicanen had geen succes, omdat hij van hen verwachtte dat zij zijn primaatschap (voorrang in geestelijke leiding) zouden erkennen en dat de anglicanen hun wijdingsriten ongeldig zouden verklaren.
In de apostolische brief Orientalium dignitas (1894) riep Leo XIII de andere kerken op om zich aan de paus te onderwerpen over het vraagstuk van het primaatschap.
In de apostolische bul Apostolica Curae verklaarde hij de wijding van diakenen, bisschoppen en priesters in de anglicaanse kerken (met inbegrip van de kerk van Engeland) voor ongeldig. Tegelijkertijd erkende hij de wijdingen van de orthodoxe en oosterse kerken. In hetzelfde document veroordeelde hij de vrijmetselarij.
Relatie met de plaatselijke kerken en wereldmissie
Bewust van de universele positie van het pausdom, versterkte Leo XIII het Romeinse centralisme. De bisschoppen kregen vaak nauwkeurige instructies en pauselijke interventies in de afzonderlijke landen werden steeds frequenter. De positie van de religieuzen ten opzichte van de bisschoppen werd versterkt. Het toenemend aantal pelgrimstochten naar Rome en de hervorming van de organisatiestructuur van de ordes (zoals de franciscanen en de benedictijnen) versterkten de band van de geestelijkheid en de leken met de Heilige Stoel.
Onder Leo XIII werd de wereldmissie op een nieuwe organisatorische basis geplaatst en uitgebreid. Er was als het ware een golf van globalisering in de kerkelijke structuren: 48 apostolische vicariaten en 248 bisdommen werden nieuw opgericht.
Te midden van de democratiseringsgolf van de tweede helft van 19e eeuw hield Leo XIII wel stevig vast aan God en de Kerk, niet het volk of de natie, als bron van macht (Immortale Dei (1885), Sapientiae Christianae (1890)) en bestreed hij opvattingen als vrijheid van woord en pers, en de gelijkheid onder de kerken. Hij droomde van het geestelijk leiderschap over alle christelijke volken en van de restauratie van de Pauselijke Staten. Samen met Mariano Rampolla, zijn staatssecretaris van 1887 tot 1903, maakte hij ook een eind aan de gespannen verhouding met Bismarck, die tijdens de Kulturkampf de invloed van de Katholieke Kerk in Duitsland wilde terugdringen. Leo XIII was de eerste paus die openlijk de Franse Republiek steunde (het ralliement, Au milieu des sollicitudes van 1892), hetgeen vele Franse monarchisten tegen hem deed keren. In Zuid-Amerika legde hij goede contacten met de nieuw ontstane republieken.
Intussen leefde hij in de vrijwillige gevangenschap van de paus op het Vaticaanse grondgebied en riep hij Italiaanse katholieken op om niet te stemmen bij Italiaanse verkiezingen en zich niet verkiesbaar te stellen.
In de encycliek Aeterni Patris (1879) beval hij de studie van het thomisme aan, waardoor hij een nieuwe impuls gaf aan de bestudering van de werken van de dominicaanse theoloog Thomas van Aquino. Meer in het algemeen pleitte hij voor een katholieke wetenschapsbeoefening, ook van de tot dan toe zo gewantrouwde natuurwetenschappen. Mede daarom werd hij gewantrouwd door de ultramontanen.
Leo XIII opende in 1883 de deuren van de Vaticaanse archieven voor alle wetenschappers zonder onderscheid naar hun geloof, waarbij documenten globaal pas 75 jaar na hun ontstaan mogen worden ingekeken.
Leo XIII probeerde het verlies van de wereldlijke macht van de pauselijke staat in Italië te herstellen. Internationaal streefde hij concordaten na om de verhouding tussen Kerk en staat te verbeteren. Door zijn veelzijdige activiteit slaagde hij erin de functie van paus veel meer aanzien te geven dan in de eeuwen ervoor.
Leo XIII stierf op 20 juli 1903, 93 jaar oud – voor zover bekend de oudste paus in de geschiedenis – en werd opgevolgd door Pius X. Zijn grafmonument, vervaardigd door Giulio Tadolini, is te vinden in de op Leo’s initiatief gerestaureerde Sint-Jan van Lateranen.
Varia
Leo XIII is de eerste paus van wie filmbeelden beschikbaar zijn en wiens stem is vastgelegd. Deze beelden zijn opgenomen in 1896, toen Leo XIII 86 jaar oud was (zie externe link). De filmbeelden zijn gemaakt door William Kennedy Laurie Dickson, samen met Thomas Edison, een van de uitvinders van de film.
Enkele Encyclieken
Zie ook: Lijst van encyclieken van paus Leo XIII
- Supremi Apostolatus Officio over de verbreiding en versterking van de Rozenkransdevotie (1 september 1883)
- Humanum Genus over de vrijmetselarij (20 april 1884)
- Libertas Praestantissimum over de menselijke vrijheid (20 juni 1888)
- Rerum Novarum over kapitaal en arbeid (eerste ’sociale encycliek’) (15 mei 1891)
- Octobre Mense over het bidden van de Rozenkrans in de oktobermaand (22 september 1891)
- Providentissimus Deus Over de studie van de Heilige Schrift (18 november 1893)
Geschriften
- Leonis XIII Carmina, Inscriptiones, Numismata, ed. Joseph Bach (1903)
Externe links
(en) Pope Leo XIII, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: )
Korte documentaire over paus Leo XIII, de eerste bewegende beelden van een paus (1896) op YouTube
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Leo XIII op Wikimedia Commons.
Namen van de in het „Annuario Pontifico” als tegenpaus genoemde pausen staan cursief tussen haakjes.
Petrus • Linus • Anacletus I • Clemens I • Evaristus • Alexander I • Sixtus I • Telesforus • Hyginus • Pius I • Anicetus • Soter • Eleutherus • Victor I • Zefyrinus • Calixtus I • (Hippolytus) • Urbanus I • Pontianus • Anterus • Fabianus • Cornelius • (Novatianus) • Lucius I • Stefanus I • Sixtus II • Dionysius • Felix I • Eutychianus • Cajus • Marcellinus • Marcellus I • Eusebius • Miltiades • Silvester I • Marcus • Julius I • Liberius • (Felix (II)) • Damasus I • (Ursinus) • Siricius • Anastasius I • Innocentius I • Zosimus • Bonifatius I • (Eulalius) • Celestinus I • Sixtus III • Leo I • Hilarius • Simplicius • Felix II • Gelasius I • Anastasius II • Symmachus • (Laurentius) • Hormisdas • Johannes I • Felix III • Bonifatius II • (Dioscurus) • Johannes II • Agapetus I • Silverius • Vigilius • Pelagius I • Johannes III • Benedictus I • Pelagius II • Gregorius I • Sabinianus • Bonifatius III • Bonifatius IV • Deusdedit (Adeodatus I) • Bonifatius V • Honorius I • Severinus • Johannes IV • Theodorus I • Martinus I • (Eugenius I) • Eugenius I • Vitalianus • Adeodatus II • Donus • Agatho • Leo II • Benedictus II • Johannes V • Conon • (Theodorus (II)) • (Paschalis (I)) • Sergius I • Johannes VI • Johannes VII • Sisinnius • Constantinus I • Gregorius II • Gregorius III • Zacharias • Stefanus (II) • Stefanus II (III) • Paulus I • (Constantinus II) • (Filippus) • Stefanus III (IV) • Hadrianus I • Leo III • Stefanus IV (V) • Paschalis I • Eugenius II • Valentinus • Gregorius IV • (Johannes (VIII)) • Sergius II • Leo IV • Benedictus III • (Anastasius (III)) • Nicolaas I • Hadrianus II • Johannes VIII • Marinus I • Hadrianus III • Stefanus V (VI) • Formosus • Bonifatius VI • Stefanus VI (VII) • Romanus • Theodorus II • Johannes IX • Benedictus IV • Leo V • (Christoforus) • (Sergius III) • Sergius III • Anastasius III • Lando • Johannes X • Leo VI • Stefanus VII (VIII) • Johannes XI • Leo VII • Stefanus VIII (IX) • Marinus II • Agapetus II • Johannes XII • Leo VIII • (Benedictus V) • Johannes XIII • Benedictus VI • (Bonifatius VII) • Benedictus VII • Johannes XIV • Johannes XV • Gregorius V • (Johannes XVI) • Silvester II • Johannes XVII • Johannes XVIII • Sergius IV • Benedictus VIII • (Gregorius (VI)) • Johannes XIX • Benedictus IX • Silvester III • Benedictus IX • Gregorius VI • Clemens II • Benedictus IX • Damasus II • Leo IX • Victor II • Stefanus IX • (Benedictus X) • Nicolaas II • Alexander II • (Honorius II) • Gregorius VII • (Clemens (III)) • Victor III • Urbanus II • Paschalis II • (Theodoricus) • (Albertus) • (Silvester (IV)) • Gelasius II • (Gregorius (VIII)) • Calixtus II • Honorius II • (Celestinus (II)) • Innocentius II • (Anacletus II) • (Victor (IV) (Gregorius)) • Celestinus II • Lucius II • Eugenius III • Anastasius IV • Hadrianus IV • Alexander III • (Victor (IV) (Octavianus)) • (Paschalis (III)) • (Calixtus (III)) • (Innocentius (III)) • Lucius III • Urbanus III • Gregorius VIII • Clemens III • Celestinus III • Innocentius III • Honorius III • Gregorius IX • Celestinus IV • Innocentius IV • Alexander IV • Urbanus IV • Clemens IV • Gregorius X • Innocentius V • Hadrianus V • Johannes XXI • Nicolaas III • Martinus IV • Honorius IV • Nicolaas IV • Celestinus V • Bonifatius VIII • Benedictus XI • Clemens V • Johannes XXII • (Nicolaas (V)) • Benedictus XII • Clemens VI • Innocentius VI • Urbanus V • Gregorius XI • Urbanus VI • (Clemens VII van Avignon) • Bonifatius IX • (Benedictus XIII van Avignon) • Innocentius VII • Gregorius XII • (Alexander V) • (Johannes (XXIII)) • Martinus V • (Clemens VIII van Avignon) • (Benedictus XIV van Avignon) • Eugenius IV • (Felix V) • Nicolaas V • Calixtus III • Pius II • Paulus II • Sixtus IV • Innocentius VIII • Alexander VI • Pius III • Julius II • Leo X • Hadrianus VI • Clemens VII • Paulus III • Julius III • Marcellus II • Paulus IV • Pius IV • Pius V • Gregorius XIII • Sixtus V • Urbanus VII • Gregorius XIV • Innocentius IX • Clemens VIII • Leo XI • Paulus V • Gregorius XV • Urbanus VIII • Innocentius X • Alexander VII • Clemens IX • Clemens X • Innocentius XI • Alexander VIII • Innocentius XII • Clemens XI • Innocentius XIII • Benedictus XIII • Clemens XII • Benedictus XIV • Clemens XIII • Clemens XIV • Pius VI • Pius VII • Leo XII • Pius VIII • Gregorius XVI • Pius IX • Leo XIII • Pius X • Benedictus XV • Pius XI • Pius XII • Johannes XXIII • Paulus VI • Johannes Paulus I • Johannes Paulus II • Benedictus XVI • Franciscus I