Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Leopold I van België
Leopold I | ||
1790-1865 | ||
Koning der Belgen | ||
Periode | 1831-1865 | |
Voorganger | ... | |
Opvolger | Leopold II | |
Vader | Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld | |
Moeder | Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein | |
Dynastie | Saksen-Coburg en Gotha |
Leopold Joris Christiaan Frederik van Saksen-Coburg en Gotha[1] (Coburg, 16 december 1790 – Laken, 10 december 1865), prins van Saksen-Coburg-Saalfeld (later van Saksen-Coburg en Gotha), hertog van Saksen, was van 1831 tot aan zijn dood de eerste koning der Belgen.
Jeugd
Leopold werd geboren in Schloss Ehrenburg in Coburg als derde zoon en achtste kind van hertog Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld en Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein. Zijn volledige naam was Leopold Joris Christiaan Frederik van Saksen-Coburg Gotha.
In 1795 werd hij, nauwelijks vijf jaar oud, door Catharina de Grote benoemd tot kolonel in het Keizerlijk Regiment Izmailovski. Tot zijn elfde kreeg hij les van zijn grootmoeder Sofie Antoinette van Brunswijk-Wolfenbüttel, waarna de rest van zijn opleiding werd toevertrouwd aan dominee Gottlieb Scheler. Eén jaar later werd hij benoemd tot generaal. In 1805 sloot de 15-jarige Leopold zich aan bij het leger van Moravië, maar al snel keerde hij daarvan terug zonder ooit de vuurlinie gezien te hebben. Hij besloot om rechten te gaan studeren en toen het hertogdom Saksen-Coburg-Saalfeld in 1806 door de troepen van Napoleon bezet werd, vertrok hij naar Parijs. Napoleon bood hem de positie van adjudant aan, maar Leopold weigerde. Leopolds broer had voordien hetzelfde aanbod afgeslagen. Nadien nam hij met het Russische leger deel aan acties tegen Napoleon en in 1815 werd hij benoemd tot veldmaarschalk.
Leopold pendelde tussen Duitsland en Rusland en ook in Parijs was hij bekend. Leopold was een van de meest invloedrijke diplomaten uit zijn tijd. Hij nam ook deel aan het Weense Congres, waar hij samen met anderen geschiedenis schreef. Hortense de Beauharnais liet zich ontvallen nog nooit zo een mooie man te hebben ontmoet. Uit bronnen is bekend dat Leopold een van de meest aantrekkelijke partijen was en deze natuurlijke voorsprong werd uitgebuit door zijn moeder.
Eerste huwelijk
Op 2 mei 1816 trouwde hij met kroonprinses Charlotte Augusta, de enige dochter van de latere koning George IV van Engeland. Leopold kreeg de Britse nationaliteit. De pasgehuwden namen hun intrek in Claremont House bij Windsor. Op 5 november 1817 baarde Charlotte een doodgeboren zoon, na een zware bevalling. Zijzelf stierf de volgende dag. Leopold was in shock en kwam de klap nooit meer te boven. In het paviljoen van Claremont House, waar hij veel mooie momenten met Charlotte had beleefd, liet hij een monument oprichten. Hij verbleef als weduwnaar verder aan het Britse hof en kreeg een dotatie. De banden met het Verenigd Koninkrijk bleven zeer hartelijk. Via zijn zus, Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld, werd hij oom van de in 1819 geboren Victoria. Nadat zijn schoonbroer, hertog Eduard van Kent en broer van koning George IV, in 1820 overleed, zorgde hij ook mee voor de opvoeding van zijn nicht.
In 1829 ging hij een verhouding aan met de jonge Duitse actrice Karoline Bauer, die hij naar Engeland deed overkomen. Volgens sommige bronnen, met inbegrip van Bauers memoires, sloten ze in het geheim een morganatisch huwelijk.[2] Na korte tijd was de liefde over en keerde Bauer terug naar Pruisen.
De Griekse Troon
In 1830 keerden de kansen. Leopold kreeg het aanbod om koning van Griekenland te worden. Net als vele andere Europese edelen was Leopold in de ban van het filhellenisme, en steunde hij de Griekse opstand tegen het Ottomaanse Rijk. Toen hem door de ad interim-president, Graaf Ioannis Kapodistrias de troon werd aangeboden, wilde hij deze dan ook maar al te graag aanvaarden, alhoewel hij de Griekse taal niet sprak. Leopold was echter verstandig genoeg om voorzichtig te zijn en stelde strikte voorwaarden. Na de troon eerst aanvaard te hebben moest hij deze tot zijn grote spijt opgeven nadat duidelijk werd dat de Europese grote mogendheden niet zouden toegeven aan de Griekse eisen betreffende de landsgrenzen (betreffende het Noorden en de Ionische Eilanden). Aangezien er geen akkoord was en Leopold weigerde om te regeren in een onstabiel land (er dreigde een burgeroorlog uit te breken), zonder grenzen en zonder een welwillende bevolking, betekende dit het einde van zijn Griekse ambities. Kapodistrias werd vervolgens in 1831 door misnoegde clanleden vermoord in de toenmalige hoofdstad Nauplion. De troon ging uiteindelijk in 1832 naar de zeventienjarige Prins Otto van Beieren, zoon van koning Lodewijk I van Beieren.
Koning der Belgen
Na de Belgische Revolutie van 1830 legde het Belgische Nationaal Congres op 24 november 1830 per decreet vast dat het Huis Oranje-Nassau voor eeuwig uitgesloten was van de Belgische troon. Dit terwijl prins Willem Frederik van Oranje (de latere Willem II) voor de Europese mogendheden aanvankelijk de topkandidaat was. De Belgen wilden echter wel een monarchie, in constitutionele en representatieve vorm.
Door het Nationaal Congres werd op 24 januari 1831 de rooms-katholieke edelman Erasme Louis Surlet de Chokier tot tijdelijk regent benoemd, in afwachting van de beëdiging van een koning.[3] Op 3 februari had het Nationaal Congres Lodewijk van Orleans, de hertog van Nemours en zoon van koning Louis-Phillipe van Frankrijk als toekomstige vorst verkozen boven August van Leuchtenberg en aartshertog Karel van Oostenrijk-Teschen. De hertog van Nemours werd echter niet aanvaard door de Europese grote mogendheden wegens zijn te hechte connecties met Frankrijk. Bovendien vond zelfs zijn eigen vader het te gevaarlijk, waardoor hij de troon weigerde.
Het Nationaal Congres ging op zoek naar een bondgenootschap met Engeland, aangezien de angst begon te heersen dat België door Pruisen, Frankrijk en Nederland langs de taalgrenzen zou worden opgedeeld. Engeland wilde dat wel aangaan en stelde in ruil daarvoor Leopold als koning voor.[3] Vervolgens werd Leopold op 4 juni 1831 door het Nationaal Congres verkozen met een grote meerderheid van 152 op 196 stemmen. Leopold had wat het congres dacht nodig te hebben, namelijk de steun van Engeland, dat het nog het best meende met de Belgische onafhankelijkheid, en internationale ervaring en prestige. Ook bij de Franse koninklijke familie stond hij in een goed blaadje, zij hadden zijn bruiloft met prinses Charlotte bijgewoond en waren op bezoek gekomen in Claremount House. Leopold sprak vloeiend Duits, Engels, Frans en een mondje Russisch en hij had goede relaties met de bankiersfamilie Rothschild. Het Nederlands was hij niet machtig. Het enige bezwaar (voor de katholieken althans) was dat de nieuwe koning lutheraans was. Daarom moest hij de verzekering geven dat hij met een katholieke prinses zou trouwen en zijn kinderen katholiek zou opvoeden.
Leopold aanvaardde de uitnodiging, maar wilde wel eerst een duidelijk grensverdrag met Nederland. Hiertoe werd het Verdrag der XVIII artikelen opgesteld, dat de grens tussen Nederland en België teruglegde op die van 1790. Het verdrag werd ondertekend door de grote mogendheden Frankrijk, Groot-Brittannië, Pruisen en Rusland. Na behoorlijk wat discussie stemde het Belgische Nationaal Congres op 9 juli 1831 in met het verdrag, met 126 stemmen tegen 70.[4] Nederland weigerde het traktaat echter te ondertekenen en stuurde aan op de Tiendaagse Veldtocht. Na de instemming had Leopold geen bezwaren meer. De koning had het wel moeilijk met de beperkte politieke macht van de monarch. Later sprak hij zelfs van een politieke dwangbuis.
De koning kwam per boot van Engeland en kwam aan in Calais. Vanuit Calais werd hij met de koets naar De Panne gebracht, waarna hij in Veurne een maaltijd kreeg. Via Oostende, Brugge en Gent trok hij naar Laken. Op 21 juli 1831 legde hij op het Koningsplein in Brussel de eed af.
Zie Intrede van Leopold I in België voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Nog geen twee weken later, op 2 augustus 1831, vielen Nederlandse troepen België binnen. Gedurende een periode van acht jaar waren er schermutselingen, maar in 1839 werd de Belgische onafhankelijkheid onder grote internationale druk officieel erkend door Nederland. Willem I, koning van Nederland, verklaarde zich pas in 1839 akkoord met het Verdrag der XXIV artikelen na een gebiedsafstand van Nederlands Limburg door het jonge koninkrijk België ten voordele van Nederland. In dat verdrag aanvaardden de grote mogendheden de Belgische onafhankelijkheid in ruil voor zijn neutraliteit.
Tweede huwelijk
Op 9 augustus 1832 trad Leopold te Compiègne voor de tweede maal in het huwelijk, met prinses Louise van Orléans, dochter van koning Lodewijk Filips van Frankrijk. Deze verbintenis was een zuiver politieke zet, om Nederland ver weg te houden.
Zij kregen vier kinderen:
- Lodewijk Filips (24 juli 1833 - 16 mei 1834)
- Leopold (II) (9 april 1835 - 17 december 1909)
- Filips (24 maart 1837 - 17 november 1905), vader van Albert I
- Charlotte (7 juni 1840 - 19 januari 1927), huwde op 27 juli 1857 met keizer aartshertog Maximiliaan en werd keizerin van Mexico.
In 1840 regelde Leopold het huwelijk tussen koningin Victoria van Engeland en Albert van Saksen-Coburg en Gotha; hij was van beiden de oom. Ook voerde hij een intense briefwisseling met hen. In 1842 deed Leopold een mislukte poging om wetten betreffende kinder- en vrouwenarbeid in te voeren. Onder zijn bewind werd ook een mislukte kolonisatiepoging ondernomen in Santo Tomas (Guatemala) door de Compagnie Belge de Colonisation.
Leopolds diplomatie slaagde erin België neutraal te houden in de revoluties van 1848. De koning - zelf protestant - was medeverantwoordelijk voor het feit dat de ca. 7.000 protestanten van het land hun wettelijke gelijkstelling (daterend van 1802) voortgezet zagen.
Koningin Louise-Marie stierf op 11 oktober 1850. Naarmate Leopold ouder werd, begon zijn gezondheid af te takelen. Hij kreeg last van galstenen en jichtaanvallen en stond permanent onder doktersbehandeling. In 1865 kreeg hij een hersenbloeding en na een bezoek aan zijn nicht Victoria kreeg hij ook nog bronchitis. Uiteindelijk stierf koning Leopold op 10 december 1865 in Laken. Zijn laatste woord was duidelijk, "Charlotte". Het is wel niet bekend of Leopold hiermee zijn eerste vrouw of zijn dochter bedoelde. De eerste koning der Belgen ligt begraven in de kerk van Laken. Hij rust er in de koninklijke crypte tussen al zijn opvolgers en familie.
Andere vrouwen
Ook al bleef Leopold met zijn vrouw goede betrekkingen onderhouden, op het intieme vlak vervreemdde hij na de geboorte van de kinderen en hij hield er verschillende minnaressen op na.
Hij had vooral een meer dan twintig jaar durende relatie met Arcadie Claret, die een aanvang nam in de laatste levensjaren van de koningin maar vooral het sentimentele leven van de weduwnaar beheerste. Met haar kreeg hij twee zonen: Georg (1849-1904) en Arthur (1852-1940). De koning liet aan zijn buitenechtelijke zoons de Coburgse titel geven van "Baron von Eppinghoven".
Vrijmetselaar?
Er is vaak beweerd dat Leopold I vrijmetselaar was.
De mogelijkheid bestaat dat hij in 1813 geïnitieerd werd in de loge Zur Hoffnung (L'Espérance) in Bern. Dat jaar bevond Leopold zich echter in Rusland waar hij generaal was in het tsaristisch leger. Het kan dan ook hoogstens een schriftelijke inwijding geweest zijn, op afstand. De documenten hierover zijn schaars en niet doorslaggevend. De nog steeds actieve werkplaats vernoemt de koning niet onder zijn voorname aangeslotenen. Deze loge behoorde in 1813 tot de zeer Napoleongezinde Grand Orient de France, wat de aansluiting van een tsaristisch (in dat jaar vijandig) officier des te minder waarschijnlijk maakt.
Eerder verwonderlijk lijkt hij geen enkel contact te hebben onderhouden met de vrijmetselarij in Engeland, hoewel heel wat leden van de koninklijke familie hierin hoge functies bekleedden. Zijn schoonvader koning George IV van het Verenigd Koninkrijk (1762-1830) was als prince of Wales meer dan twintig jaar grootmeester van United Grand Lodge of England geweest. Diens broer, Eduard August, hertog van Kent (1767-1820), vader van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk was de laatste grootmeester van de Antients en een andere broer, hertog August Frederik van Sussex Sussex (1773-1843) werd in 1813 de eerste grootmeester van United Grand Lodge of England, hetgeen hij tot zijn dood bleef.
Toen Leopold koning der Belgen werd, ging hij niet in op verzoeken om grootmeester van de Grand Orient de Belgique te worden, maar wel moedigde hij één van zijn vertrouwensmannen, Goswin de Stassart, aan om deze functie te aanvaarden. Hij bleef de vrijmetselarij gunstig gezind tot ze een instelling werd die, onder liberale invloed, geen verdere steun meer verleende aan zijn unionistische politiek.[5]
Eretekens
Leopold werd gedurende zijn leven reeds voor zijn koningschap verschillende keren lid gemaakt van oude ordes. Door zijn verwantschap met de Britse vorstin, was hij ridder in de Kousenband. Ook in Rusland werd hij lid gemaakt van belangrijke Russische ordes.
Monumenten
- Een standbeeld in de badplaats De Panne herinnert aan de intrede van Leopold I in België.
- Boven de Congreskolom staat een standbeeld van Leopold I.
- Een neogotisch monument van Leopold I beëindigt de as die vertrekt aan het portaal van het kasteel van Laken.
- Op de Leopoldplaats in Antwerpen staat een ruiterstandbeeld van Leopold I.
- Op het Leopold I-plein in Oostende bevindt eveneens een ruiterstandbeeld van Leopold I door Jacques de Lalaing. Het werd onthuld in 1901.
Voorouders
Voorouders van Leopold I van België | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overgrootouders | Frans Jozias van Saksen-Coburg-Saalfeld (1697–1764) ∞ 1723 Anna Sophia van Schwarzburg-Rudolstadt (1700–1780) |
Ferdinand Albrecht II van Brunswijk-Wolfenbüttel (1680–1735) ∞ 1712 Antoinette Amalia van Brunswijk-Wolfenbüttel (1696–1762) |
Hendrik XXIX van Reuss-Ebersdorf (1699-1749) ∞ Sophie Theodora van Castell-Remlingen (-) |
Georg August van Erbach-Schönberg (-) ∞ Ferdinande Henriette van Stolberg-Gedern (–) | ||||
Grootouders | Ernst Frederik van Saksen-Coburg-Saalfeld (1724-1800) ∞ 1749 Sofie Antoinette van Brunswijk-Wolfenbüttel (1724-1802) |
Hendrik XXIV van Reuss-Ebersdorf (1724-1779) ∞ 1754 Caroline Ernestine van Erbach-Schönberg (1727-1796) | ||||||
Ouders | Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld (1750-1806) ∞ 1777 Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein (1757-1831) | |||||||
Leopold I van België (1790-1865) |
Literatuur
- J. L. THONISSEN, La Belgique sous le règne de Leopold Ier, 3 Vol., Leuven, 1861.
- Theodore JUSTE, Léopold Ier, roi des Belges, 2 vol., Brussel, 1868.
- Erich von STOCKMAR, Denkwürdigkeiten aus den Papieren des Freihern Christian Friedrich von Stockmar, Brunswick, 1872.
- SAINT-RENE TAILLANDIER, Le roi Léopold et la reine Victoria. Récits d'histoire contemporaine, Parijs, 1878.
- C. BUFFIN, La jeunesse de Léopold Ier, Brussel, 1914
- E. C. CORTI & C. BUFFIN, Léopold Ier, oracle politique de l'Europe, Brussel, 1927.
- Graaf Louis de LICHTERVELDE, Léopold Ier et la formation de la Belgique contemporaine, Brussel, 1929
- Hippolyte D'URSEL, La cour de Belgique et la cour de France de 1832 à 1850, Parijs, 1933.
- Carlo BRONNE, Leopold Ier et son Temps, Brussel, 1942.
- Carlo BRONNE, Jules Van Praet, Ministre de la Maison du Roi, Brussel, 1943
- Carlo BRONNE, Lettres de Léopold Ier, Brussel, 1943.
- A. SIMON, Lorsque mourut Leopold Ier, in: Revue Générale Belge, 1947.
- A. SIMON, La politique religieuse de Léopold Ier, Bruxelles, 1853.
- L. DE GUCHTENEERE, Leopold Ier et la démocratie, Leuven, 1955.
- A. SIMON, Leopold Ier et les partis en Belgique, 1961.
- Theo LUYKX, Politieke geschiedenis van België, Brussel, 1964.
- A. SIMON, Leopold 1er, in: Biographie nationale de Belgique, T. XXXII, Brussel, 1964, col. 364-430.
- P. VERMEIR, Leopold I. Mens, Vorst, Diplomaat, Dendermonde, Deerl I, 1965 - Deel II, 1967.
- Theo ARONSON, De Coburgs van België, geschiedenis van een vorstenhuis, Diogenes, 1970.
- Carlo BRONNE, Leopold I en zijn tijd, 1971.
- Jean STENGERS, De koningen der Belgen. Macht en invloed van 1831 tot nu, Brussel - Leuven, 1992
- Gerty COLIN, Rois et reines de Belgique, 1993.
- Alphonse VANDENPEEREBOOM, La fin d'un règne. Notes et souvenirs, Gent, 1994.
- Gustaaf JANSSENS & Jean STENGERS (dir.), Nieuw licht op Leopold I en Leopold II. Het Archief Goffinet, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 1997.
- G. LACAMBRE, in: Catalogus tentoonstelling Parijs-Brussel, Brussel-Parijs, Brussel, Mercatorfonds, 1998
- G. KIRSCHEN, Léopold avant Léopold Ier, Brussel, 1998, (ISBN 2-87106-200-5)
- Henriette CLAESSENS, Leven en liefdes van Leopold I, Lannoo, 2002.
- Marleen BODEN, De opvoeding van Belgische prinsen en prinsessen in de negentiende eeuw, licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, 2001
- Olivier DEFRANCE, Léopold Ier et le clan Cobourg, Éditions Racine, Bruxelles, 2004 (ISBN 978-2-87386-335-7)
- Marion SCHMITZ-REINERS, Belgien für Deutsche – Einblicke in ein unauffälliges Land, Berlin, 2006.
- Victor CAPRON, Sur les traces d'Arcadie Claret: le Grand Amour de Léopold Ier, Brussel, 2006
- Frédéric MARCHESANI, Léopold Ier, roi diplomate (1850-1865), Éditions Luc Pire, Brussel, 2007 (ISBN 978-287415-852-0)
- Gita DENECKERE, Leopold I. De eerste koning van Europa, De Bezige Bij, Antwerpen, 2011
Zie ook
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Leopold I of Belgium op Wikimedia Commons.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Koningen der Belgen |
---|
Leopold I · Leopold II · Albert I · Leopold III · Boudewijn · Albert II · Filip |