Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Willem II der Nederlanden
Willem II | ||
1792–1849 | ||
Portret door Jan Adam Kruseman, Amsterdam Museum[1] | ||
Portret door Jan Adam Kruseman, Amsterdam Museum[1] | ||
Prins van Oranje | ||
Periode | 1815–1840 | |
Voorganger | Willem I | |
Opvolger | Willem III | |
Koning der Nederlanden Groothertog van Luxemburg Hertog van Limburg | ||
Periode | 1840–1849 | |
Voorganger | Willem I | |
Opvolger | Willem III | |
Vader | Willem I | |
Moeder | Wilhelmina van Pruisen | |
Dynastie | Oranje-Nassau |
Willem Frederik George Lodewijk (Den Haag, 6 december 1792 – Tilburg, 17 maart 1849), prins van Oranje-Nassau, was van 7 oktober 1840 tot aan zijn dood in 1849 koning der Nederlanden, groothertog van Luxemburg en hertog van Limburg.[2]
Eerste levensjaren
Willem (roepnaam Guillot) werd in 1792 geboren in Den Haag. Zijn ouders waren de latere koning Willem I der Nederlanden en Wilhelmina van Pruisen. Zijn grootvaders waren de heersende stadhouder Willem V en de Pruisische koning Frederik Willem II van Pruisen. Hij had een jongere broer: Frederik (1797-1881), en twee jongere zusters: Paulina (1800-1806) en Marianne (1810-1883). Na de uitroeping van de Bataafse Republiek in januari 1795 vluchtte de gehele stadhouderlijke familie, waaronder de toen tweejarige Willem naar Engeland. Vanaf 1797 verbleef Willem samen met zijn ouders aan het hof van de koning van Pruisen in Berlijn. Hier werd hij van 1803 tot 1809 opgeleid aan de militaire academie. Een van de leraren verbonden aan deze academie was Carl von Clausewitz. Willem raakte hier goed bevriend met de Pruisische prinsen.
Vanaf 1809 tot 1811 studeerde hij in Oxford. In deze periode maakte hij in gezelschap van zijn gouverneur de Constant Rebecque twee lange reizen. Eerst door het zuidwesten van Engeland, later een reis van ruim vier maanden door het noorden van Engeland, Schotland en Ierland. Daarna diende hij op het Iberisch schiereiland drie jaar lang in het Engelse leger als een van de aides-de camp van Arthur Wellesley, de bevelhebber van het Engelse expeditieleger op het Iberisch schiereiland. Hier maakte hij in 1812 onder andere de zeer bloedige bestorming van het fort van Badajoz en de succesvolle Slag bij Salamanca mee. Hij ontsnapte meermalen maar nipt aan de dood. De reden dat zijn vader zulke ongebruikelijk grote risico's met het leven van de troonopvolger nam, was gelegen in het feit dat Willem de laatste troefkaart was, waar de Oranje-dynastie nog over kon beschikken in een poging om weer een vooraanstaande rol op het Europees toneel te gaan spelen. Het plan was om Willem te laten trouwen met de Engelse kroonprinses Charlotte.
Nadat zijn vader in november 1813 met Engelse steun (met name van de minister van buitenlandse zaken Castlereagh) soeverein vorst van de Nederlanden was geworden, zette Willem enige weken later voet op Nederlandse bodem. Toen zijn vader zich in 1815 in de aanloop naar de Slag bij Waterloo uitriep tot koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd Willem officieel troonopvolger. In die periode was hij tot de komst van Wellesley (sinds 1814 ook bekend als de hertog van Wellington) opperbevelhebber van de aanwezige geallieerde Engelse, Nederlandse, Belgische en Duitse troepen. Zijn rol, met name in de voorbereiding op de Slag bij Quatre-Bras was cruciaal. Hij zag de strategische waarde van Quatre-Bras en had van tevoren goede afspraken gemaakt met de generaals de Constant Rebecque (zijn vroegere gouverneur) en de Perponcher over hoe te handelen in het geval van een Franse aanval langs deze route. Vooral daardoor wist zijn leger van Belgische, Nederlandse, Duitse en Engelse troepen hier onverwachts stand te houden tegen een Franse overmacht onder maarschalk Ney. Zonder dit succes was er geen Slag bij Waterloo geweest. In de Slag bij Waterloo raakte Willem II zwaar gewond aan zijn schouder. De rest van zijn leven werd hij zowel in binnen- als buitenland gezien als een van de grote helden die Napoleon definitief hadden verslagen.
Huwelijk en gezin
Van december 1813 tot in mei 1814 was Willem verloofd met de Britse kroonprinses Charlotte Augusta, dochter van de latere koning George IV. Zij verbrak de verloving en huwde uiteindelijk met Leopold van Saksen-Coburg, de latere koning Leopold I van België. Willem II trad op 21 februari 1816 in het huwelijk met Anna Paulowna, een dochter van tsaar Paul I van Rusland.
Uit het huwelijk werden vijf kinderen geboren:
De homoseksuele relaties die Willem II als kroonprins en koning onderhield, werden door onder anderen Eillert Meeter beschreven. De koning zou zich hebben omringd met dienaren die hij niet kon ontslaan vanwege wat Meeter de "afschuwelijke motieven" noemde, waarvoor hij hen had aangenomen. Historici hebben Meeter meer dan een eeuw voor leugenaar uitgemaakt, maar in 2004 bleek uit documenten in het Koninklijk Huisarchief dat hij de waarheid heeft geschreven.[3][4][5]
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Na de hereniging van de Nederlanden werd hij onder andere minister van defensie in de regering van zijn vader. Hij verbleef echter meestal in de Zuidelijke Nederlanden in Brussel, ook in de zes maanden per jaar dat de regering zetelde in Den Haag (er werd gewisseld met Brussel). Daar kwam hij in 1816 in contact met Franse revolutionairen die de Bourbonmonarchie wilden afzetten, een burgerlijk bestuur wilden invoeren en Zuid-Nederland bij Frankrijk wilden voegen. Willem werd de kandidaat van deze rattachisten om koning Lodewijk XVIII op te volgen. Willems zwager, tsaar Alexander I, kwam via zijn zuster het plan te weten en lichtte koning Willem I in. Die werd razend en vader en zoon leefden vervolgens in onmin.
Willem had zijn les niet geleerd. In 1820 ontdekte de Franse regering weer een complot tegen Lodewijk XVIII, waar Willem eveneens een rol in speelde. Met diplomatie kon zijn vader een rel vermijden.
In 1829 werd Willem benoemd tot vicepresident van de Raad van State en voorzitter van de ministerraad, wat hij zou blijven tot zijn troonsbestijging in 1840. In deze functies was hij formeel de belangrijkste adviseur van zijn vader.
Koning Willem II
Op 7 oktober 1840 besteeg hij de troon als Willem II. De inhuldigingsplechtigheid vond plaats op 28 november 1840 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Daarmee is hij tot op heden bij aantreden het oudste Nederlandse staatshoofd. Onder zijn koningschap was de macht van de vorst al minder dan voordien. De revoluties van 1848 en 1849, waarin Lodewijk Filips I van Frankrijk werd afgezet en andere Europese vorsten met geweld tot concessies werden gedwongen, deden hem vrezen voor zijn troon. Als grap zei de koning tegenover diplomaten, dat hij in één nacht van conservatief verworden was tot liberaal. Dat was vooral de verdienste van de liberaal Thorbecke, die de Grondwetsherziening van 1848 bijna volledig had geschreven.
Willem II hield van bouwen. In Engeland had hij tijdens zijn studie aan de Universiteit van Oxford belangstelling gekregen voor de 'Gothic revival'. Hij liet de voorgevel van Paleis Kneuterdijk van Daniël Marot naar een ontwerp van De Greef vervangen door de huidige classicistische voorpui en bouwde een groot neogotisch gebouwencomplex achter zijn paleis aan de Kneuterdijk in 's-Gravenhage.
Het te bouwen paleis, kasteel Vaeshartelt in Nederlands Limburg, werd nooit voltooid en van een nieuw paleis in Tilburg werd alleen de kern gebouwd, die nu onderdeel is van het stadhuis. Rheeburg en Zionsburg in Vught werden aangekocht, maar niet verbouwd of uitgebreid. Er was ook een voor de koning gebouwd gotisch jachthuis in Gorp.[6] In Paleis Het Loo liet de koning weinig sporen na. Hij woonde op het nabijgelegen jachtslot, het Kasteel Het Oude Loo, dat meer aan zijn voorkeur voor de neogotiek beantwoordde.
De dood van de koning
Willem II regeerde korte tijd als constitutioneel vorst. Na het overlijden van zijn lievelingszoon Alexander ging zijn gezondheid achteruit. Ook de problemen met zijn oudste zoon, de latere koning Willem III, gingen hem niet in de koude kleren zitten. Kroonprins Willem was het oneens met de grondwetswijziging van 1848, waarmee zijn vader had ingestemd. Hij deed zelfs schriftelijk afstand van zijn rechten op de troon, wat hij later introk.
Toen Willem II op 13 februari 1849 voor het eerst de nieuwe Tweede Kamer toesprak, werd opgemerkt dat hij er slecht uitzag en zijn stem zwak was. Begin maart wenste de koning zich voor korte tijd terug te trekken in het door hem geliefde Tilburg. Zijn lijfarts raadde hem dit af, maar hij zette zijn wil door. Op 13 maart nam hij afscheid van zijn vrouw en reed per koets naar Rotterdam.
In Rotterdam was Willem II gekleed in een lange mantel met als hoofddeksel zijn typische Russische muts. In de haven wilde hij een in zijn opdracht in aanbouw zijnd stoomjacht bezichtigen. Bij het aflopen van de trap raakte hij met zijn laars verward in zijn mantel en viel van zes treden af. Onmiddellijk daarna stond hij weer op en op de ontstelde vragen reageerde hij met een geruststellend: "Het is niets."
Toen de koning via Geertruidenberg naar Tilburg reisde, werd hij door de menigte toegejuicht. Maar tegen de gewoonte in werd er vanuit het rijtuig niet gereageerd. Het slechte weer deed de koning geen goed en hij had de mantel dicht om zich heen geslagen.
In Tilburg werden de gezondheidsproblemen erger. Willem II was niet meer in staat om staatsstukken te bestuderen. Twee dagen lang was de koning ernstig kortademig. Op 16 maart kwam zijn zoon Hendrik op bezoek, waardoor zijn zin enigszins verbeterde. Toen koningin Anna Paulowna kort daarna ook arriveerde, werd zij niet meer toegelaten. Zij luisterde van achter de deur gespannen of zij zijn dierbare stem hoorde. Op 17 maart werd zijn toestand zeer kritiek. Rond drie uur kreeg Willem II een ernstige aanval van kortademigheid, waarbij hij zijn arts in de armen vloog. Deze zette hem terug in zijn stoel, waarna hij stierf. Koningin Anna Paulowna was zo geschrokken dat zij zich gillend op zijn levenloze lichaam wierp. Enkele dagen heeft zij urenlang geknield bij zijn lijk gezeten.
Willem II wenste na zijn dood niet gebalsemd te worden en had in zijn testament opgenomen dat de 'houten kist, die zijn gebeente bevatten moest' de vorm moest krijgen van 'zijn lijk' en hij 'gekleed in de gewoone tenue, die hij bij zijn leven droeg' moest worden bijgezet: 'De kist is dus aan het hoofd smal, aan de schouders breed en aan de voeten smal toeloopende. Van ’t fijnste hout gemaakt, werd ze aldus in de vierkante looden kist geplaatst'. Op 3 april werd Willem II opgehaald om de volgende dag bijgezet te worden in de grafkelder van de Oranjes in Delft.
De erfenis
Zijn tijdelijk in Engeland verblijvende zoon, de Prins van Oranje, volgde als koning Willem III zijn vader op. De drie wettige kinderen Willem, Hendrik en Sophie vreesden grote schulden en weigerden aanvankelijk de erfenis te accepteren toen tsaar Nicolaas I, zwager van de overleden koning, zich als schuldeiser meldde. Willem II bleek niet lang voor zijn dood een persoonlijke lening van een miljoen gulden te hebben ontvangen ter vergroting van zijn kunstcollectie, met diezelfde collectie als onderpand. Zijn broer Frederik bleek bereid die schuld onmiddellijk te delgen, met inbegrip van de rente, op voorwaarde dat de befaamde kunstverzameling zou worden geveild. Deze verkoop in 1850 bracht in eerste instantie 771.059 gulden op. Een verkoop van de schilderijen waarvoor op de eerste veiling geen kopers gevonden waren, leverde nog eens 60.694 gulden op. De tsaar ging ermee akkoord om het restbedrag kwijt te schelden in ruil voor een aantal van de overgebleven schilderijen. Toen de daartoe belaste commissie in 1856 uiteindelijk de administratie van Willem II op orde had, bleek hij zoveel grond en huizen te bezitten dat de schulden afbetaald hadden kunnen worden zonder de kunstcollectie te verkopen.
De grote uitbreiding achter Paleis Kneuterdijk bleef jarenlang leegstaan, zodat de galerij en de torens in de loop van de jaren zestig gesloopt moesten worden. Wegens onoordeelkundige bouw moest de zogeheten Marmerzaal die bedoeld was voor de moderne kunst, al eerder afgebroken worden. De wintertuin werd verkocht. Van al deze gebouwen rest nu alleen de Gotische zaal.
Trivia
- Een groot portret van koning Willem II hangt sinds 1848 in de vergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal aan het Binnenhof in Den Haag. In dat jaar verloor de koning het grondwettelijk recht de leden van de Eerste Kamer te benoemen. Hij zou het portret geschonken hebben met de woorden: "Opdat ik toch altijd bij u ben."
- Willem II is de laatste regerende Oranje van wie geen fotoportret bekend is. Desondanks werd al met succes tijdens zijn leven met fotografie geëxperimenteerd. Foto's van zijn weduwe, zoon Alexander en stiefmoeder bestaan wel.
- Met de homoseksuele verhoudingen die hij aanging, werd hij al in 1819 gechanteerd.[7]
- Willem II was vrijmetselaar.
- De Tilburgse voetbalclub Willem II is vernoemd naar de koning. Hij zei frank en vrij te kunnen ademen in de Brabantse stad.
Portretten
-
Jean-Baptiste van der Hulst (1790-1862). Willem II der Nederlanden in 1848.
-
Nicolaas Pieneman (1809-1860). Willem II der Nederlanden.
-
Nicolaas Pieneman (1809-1860). Willem II der Nederlanden.
-
Koning Willem II der Nederlanden.
-
William Salter (1804-1875). William II der Nederlanden.
Voorouders
Koning Willem II der Nederlanden (1792-1849) |
Vader: Koning Willem I der Nederlanden (1772-1843) |
Grootvader: Stadhouder Willem V (1748-1806) |
Overgrootvader: Stadhouder Willem IV (1711-1751) |
Overgrootmoeder: Anna van Hannover (1709-1759) | |||
Grootmoeder: Prinses Wihelmina van Pruisen (1751-1820) |
Overgrootvader: Prins August Willem van Pruisen (1722-1758) | ||
Overgrootmoeder: Amalia van Brunswijk-Wolfenbüttel (1722-1780) | |||
Moeder: Prinses Wilhelmina van Pruisen (1774-1837) |
Grootvader: Koning Frederik Willem II van Pruisen (1744-1797) |
Overgrootvader: Prins August Willem van Pruisen (1722-1758) | |
Overgrootmoeder: Amalia van Brunswijk-Wolfenbüttel (1722-1780) | |||
Grootmoeder: Prinses Frederika van Hessen-Darmstadt (1751-1805) |
Overgrootvader: Landgraaf Lodewijk IX van Hessen-Darmstadt (1719-1790) | ||
Overgrootmoeder: Henriëtte Caroline van Palts-Zweibrücken (1721-1774) |
Literatuur
- Jeroen van Zanten, Koning Willem II 1792-1849. Amsterdam, 2013.
Zie ook
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met William II of the Netherlands op Wikimedia Commons.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Koningen en koninginnen van Nederland |
---|
|
Groothertogen van Luxemburg |
---|
|
Voorganger: Willem I |
Prins van Oranje 1815-1840 |
Opvolger: Willem (III) |
Voorganger: Johan Hendrik Mollerus |
Vicepresident van de Raad van State 1829-1840 |
Opvolger: Hendrik Jacob van Doorn van Westcapelle |
- Pagina's met onjuiste bestandskoppelingen
- Grootkruis in de Militaire Willems-Orde
- Groothertog van Luxemburg
- Hertog van Limburg
- Koning der Nederlanden
- Nederlands staatsraad
- Nederlands vrijmetselaar
- Prins van Oranje
- Persoon in de napoleontische oorlogen
- Nederlands militair in Quatre-Bras en Waterloo
- Nederlands persoon in de 19e eeuw
- Huis Oranje-Nassau