Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Emma van Waldeck-Pyrmont
Emma | ||
1858–1934 | ||
Koningin-moeder Emma der Nederlanden | ||
Koningin-moeder Emma der Nederlanden | ||
Echtgenote van de koning der Nederlanden | ||
Periode | 1879–1890 | |
Voorganger | Sophie van Wurtemberg | |
Opvolger | Máxima Zorreguieta | |
Groothertogin van Luxemburg | ||
Periode | 1879–1890 | |
Voorganger | Sophie van Wurtemberg | |
Opvolger | Adelheid Marie van Anhalt-Dessau | |
Koningin-regentes der Nederlanden | ||
Periode | 1890-1898 | |
Voorganger | Willem III (koning) | |
Opvolger | Wilhelmina (koningin) | |
Vader | George Victor | |
Moeder | Helena van Nassau | |
Dynastie | Waldeck en Pyrmont |
Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, Prinses van Waldeck en Pyrmont, geboren als Adelaïde Emma Wilhelmina Therèse Prinzessin zu Waldeck und Pyrmont (Arolsen, 2 augustus 1858 – Den Haag, 20 maart 1934), was de tweede echtgenote van koning Willem III der Nederlanden van 7 januari 1879 tot zijn dood op 23 november 1890 en koningin-regentes der Nederlanden van 1890 tot 1898. Als regentes nam zij het koninklijk gezag waar; eerst enkele dagen voor de dood van haar echtgenoot, de daarop volgende jaren voor haar minderjarige dochter Wilhelmina, de koningin.
Emma
Emma was een telg uit de vorstelijke tak van het geslacht Zu Waldeck und Pyrmont en dochter van George Victor, vorst van Waldeck en Pyrmont, en Helena prinses van Nassau. Zij was het vierde kind, ze had vijf zusters en een broer. Haar grootmoeder van vaderszijde, Emma van Anhalt-Bernburg-Schaumburg-Hoym, naar wie ze was genoemd, was een kleindochter van prinses Carolina van Oranje-Nassau en Karel Christiaan van Nassau-Weilburg, een prins uit de Walramse linie van het Huis Nassau. Haar grootvader van moederszijde, Willem van Nassau, was een kleinzoon van hetzelfde echtpaar. Emma stamde dus via twee lijnen van het Huis Oranje-Nassau af.
De prinses groeide op in Schloss Arolsen. Zij kreeg thuis een gedegen, brede, christelijke opvoeding en kreeg les in handwerken, tekenen en Franse literatuur. Thuis werd Frans gesproken.[1] Ze was leergierig en sociaal bewogen. Haar Engelse gouvernante had haar goed op de hoogte gebracht van de arbeidsverhoudingen in die dagen. In haar jonge jaren bezocht zij met haar familie onder meer Zuid-Frankrijk, Engeland, Italië en Scandinavië. Wilhelmina schrijft in haar autobiografie Eenzaam maar niet alleen over haar moeders afkomst: "Haar ouderlijk huis was bepaald verlicht te noemen. Vooral, als men rekening houdt met het feit, dat de kleine hoven in Duitsland toen een halve eeuw of meer ten achter waren bij de gewone maatschappij." Emma vertelde in een interview uit 1929 dat haar moeder de spil van alles was en dat bij haar de praktijk van de opvoeding berustte.
Emma's moeder overleed in 1888, waarna haar vader in 1891 hertrouwde met Louise van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, die zeven maanden ouder was dan Emma. Met haar kreeg George Victor van Waldeck-Pyrmont nog één zoon.
Voordat ze naar Nederland verhuisde kreeg Emma les in Nederlandse taal en geschiedenis, want ze wilde een Nederlandse worden en blijven.
Koning Willem III
Willem III was oud genoeg om Emma's vader of zelfs haar grootvader te zijn. Bij hun verlovingsfeest op 29 september 1878 in Bad Arolsen was Emma twintig en Willem eenenzestig jaar oud. Ze trouwden op 7 januari 1879 in Schloss Arolsen en op 31 augustus 1880 werd er een dochter, Wilhelmina geboren. Zoals gezegd was Emma een verre verwante van haar echtgenoot, haar betovergrootmoeder Carolina van Oranje-Nassau was een zus van Willems overgrootvader Willem V van Oranje-Nassau. Emma's betovergrootvader Frederik I van Württemberg was ook nog een broer van Willems grootmoeder Sophia Dorothea Augusta Louisa van Württemberg.
Eerder was de koning getrouwd met zijn volle nicht Sophie van Wurtemberg. Toen Sophie in 1877 overleed en de zoons niet in het huwelijk leken te gaan treden, zag Willem III zich genoodzaakt om voor een tweede maal te trouwen om zo de Oranje-dynastie voor uitsterven te behoeden.
De keuze voor Emma kwam tot stand nadat Willems ministers een huwelijk met de Parijse operazangeres Émilie Ambre resoluut hadden afgewezen en vervolgens drie vrouwen die wel in aanmerking kwamen weigerden met hem te trouwen. Op verzoek van zijn enige zuster nam hij contact op met het vorstenpaar van Waldeck-Pyrmont, dat meerdere huwbare dochters had. Op 28 juli 1878 maakte hij in de zomerresidentie van het echtpaar in Pyrmont tegelijkertijd kennis met Emma en haar drie jaar oudere zuster Pauline. Zijn oog viel eerst op Pauline, maar al snel koos hij voor Emma.
Bij het vaststellen van de huwelijksvoorwaarden kreeg Emma als bruidsschat van haar ouders voor 40.000 gulden effecten mee. Van haar echtgenoot zou zij jaarlijks eenzelfde bedrag ontvangen. Voor elk kind dat uit het huwelijk geboren ging worden, zou Willem 50.000 gulden vastzetten in het Nederlands Grootboek Nationale Schuld. Het kind zou dat geld bij haar achttiende verjaardag ontvangen. Emma zou tot dan jaarlijks de rente krijgen.[2]
Het huwelijk
Willem sprak geen Duits en tot zijn dood sprak Emma Frans met hem, wat ook in Nederland de hoftaal was. Al snel werd een kind geboren, een dochter. Maar de toekomst tekende zich al spoedig anders af dan verwacht. In 1884 stierf de nog maar 32 jaar oude prins Alexander, de ongehuwde en enig overgebleven zoon van Willem III. De andere zonen waren al eerder overleden.
Krachtens de grondwet werd nu prinses Wilhelmina de 'vermoedelijke troonopvolgster'. De prinses was pas drie jaar en de koning vijfenzestig. Derhalve diende wegens de hoge leeftijd van de koning een regent aangewezen te worden om eventueel namens de prinses tot aan haar meerderjarigheid het koninklijk gezag waar te nemen. De Verenigde Vergadering van de beide Kamers der Staten Generaal stemde op 29 juli 1884 in met de benoeming van koningin Emma als regentes.
In hetzelfde jaar werden in een nieuw familieverdrag de afspraken bevestigd van de personele unie van Nederland met Luxemburg. Die hielden onder meer in dat alleen een mannelijke nakomeling groothertog van Luxemburg kon zijn. Willem wilde het verdrag aanpassen, zodat Wilhelmina het groothertogdom kon erven, maar Emma overtuigde hem om de oude afspraak na te komen. Daardoor werd na Willems overlijden een oom van Emma, een lid van de Weilburgse tak van het Huis Nassau, de nieuwe groothertog.[3][4]
Regentes
Vier jaar later werd Emma tevens benoemd tot voogdes over de minderjarige troonopvolgster. Dit gebeurde omdat de gezondheid van de koning in oktober 1888 sterk achteruit ging. In mei van dat jaar liet het koninklijk gezin de drukte van Den Haag achter zich en trok zich terug in Het Loo. De koning was niet meer in staat om te regeren; daarom werd koningin Emma op 14 november 1890 met algemene stemmen door de Staten-Generaal benoemd tot regentes van haar man en op 20 november in Den Haag beëdigd. Zij nam de koning slechts enkele dagen waar want op 23 november 1890 overleed de vorst, drieënzeventig jaar oud, en werd het koningschap overgedragen aan de tienjarige prinses Wilhelmina. Emma nam als regentes voor haar dochter "gedurende haren weduwelijken staat" – op 8 december 1890 daartoe beëdigd – tot aan Wilhelmina's achttiende verjaardag in 1898 de regeringstaak waar.
Emma zette zo veel mogelijk de lijn van koning Willem III voort. Al direct trof zij maatregelen om elke minister eenmaal in de veertien dagen persoonlijk te ontmoeten. Anders dan haar overleden man hield zij zich nauwgezet aan de regels van het constitutionele koningschap. Ze stelde zich open voor iedereen die haar wilde spreken en stond erop zelf zo veel mogelijk post te openen en af te handelen, ook als zij op Het Loo of in Soestdijk vertoefde. In de periode van koningin-weduwe-regentes kreeg Emma onder meer driemaal te maken met een kabinetsformatie die haar zorg gaf.
Naast haar bestuurlijke taken besteedde koningin-moeder Emma grote aandacht aan de opvoeding van haar dochter. In haar ogen diende de jeugd van de nieuwe koningin op haar zestiende voorbij te zijn, om dan nog twee jaar "klaargestoomd" te worden voor haar taak als regerende koningin die op 31 augustus 1898 zou beginnen. Tot 1896 werd Wilhelmina dan ook omringd door oude en wijze mensen, leden van de hofhouding en een gouvernante.
Emma was vroeg oud; de dertigjarige vorstin zag er veel ouder uit dan haar jaren rechtvaardigden en haar gezondheid was broos.
Koningin-moeder
Als regerend koningin koos de jonge Wilhelmina al snel haar eigen weg. Zij probeerde onder de druk van haar moeder uit te komen, maar ze moest toch vaak terugvallen op de grote kennis van Emma in protocollaire kwesties. Aanvankelijk woonden de beide vorstinnen samen in Paleis Noordeinde, maar in 1901, toen Wilhelmina trouwde, trok Emma zich terug in het Paleis Lange Voorhout. Zij was niet meer zo gesteld op het society-leven aan het hof maar hield desondanks grote ontvangsten en ook audiënties voor diplomaten. Ook al leefde ze vrij teruggetrokken met haar eigen koninklijke huishouding, als weduwe van de oude koning voerde zij een grote staat.
Emma zette zich volledig in voor de bestrijding van tuberculose, destijds volksziekte nummer 1, en deed veel aan liefdadigheid. Zelf had ze een van haar zusters, Sophie, verloren aan tbc.
Toen in 1909 een troonopvolger (Juliana) was geboren, moest opnieuw worden voorzien in een onverhoopt regentschap gedurende de minderjarigheid van Juliana. Wilhelmina's echtgenoot, Hendrik, werd door de regering minder geschikt gevonden, terwijl politiek Nederland goede herinneringen bewaarde aan het regentschap van Emma. Wilhelmina stemde toe en Emma was opnieuw de beoogde regentes van 1909 tot aan de staatsrechtelijke meerderjarigheid van prinses Juliana in 1927.
Emma overleed op 20 maart 1934 op 75-jarige leeftijd aan de gevolgen van een longontsteking. Zij was eerst verkouden geworden en doordat er nog geen antibioticum bestond, verergerde de ziekte tot bronchitis en uiteindelijk tot de fatale longontsteking.[5] Haar stoffelijk overschot werd op 27 maart bijgezet in de grafkelder van de Oranjes in de Nieuwe Kerk te Delft.
Na haar overlijden werden in opdracht van koningin Wilhelmina twee Nederlandsch-Indische bankbiljetten van 10 en 20 gulden uitgegeven met de afbeelding van koningin Emma.
Monumenten
- In het midden van het Regentesseplein in Den Haag staat de 'naald' van koningin Emma. Het is een natuurstenen obelisk uit 1905, opgericht ter ere van de populaire koningin-moeder. De obelisk is versierd met een allegorisch vrouwenbeeld en een portretbuste en profil in brons van Emma, vervaardigd door prof. A.W.M. Arend Odé en A.F. Gips.
- In 1936 werd in het rosarium op het Jozef Israëlsplein in Den Haag een beeld van de Belgisch-Nederlandse beeldhouwer Toon Dupuis onthuld door koningin Wilhelmina. Oorspronkelijk was het van de Franse kalksteen Vaurion, maar na beschadigingen is het in 2001 in brons gegoten. Het staat in Den Haag bekend als het Monument voor koningin Emma.
- Op 6 september 1937 wordt op de Dam in Middelburg een monument onthuld van Henk Etienne.
- Op het Lange Voorhout staat een monument in de vorm van een soort zitbank. Op de voorkant staat: "In dankbare herinnering aan, en ter vererende nagedachtenis van H.M. Koningin Emma". Op de achterkant staat: "Aangeboden door de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden in het jaar 1938, vernield in 1940, heropgericht in 1959".
- In het plantsoen van het Emmaplein in Amsterdam Oud-zuid staat een monumentaal kalkstenen beeld van koningin Emma met op het voetstuk de wapens van Nederland en van Waldeck-Pyrmont. De zes vrouwen in reliëf laten zien dat de vorstin op handen werd gedragen. Links op het voetstuk staat een reliëf van een vrouw als symbool voor bescherming, rechts een vrouw met weegschaal en boek, symbool voor gerechtigheid. Het standbeeld van Lambertus Zijl, dat eerst voor Den Haag bestemd was, werd door koningin Wilhelmina in 1938 onthuld.
- In Schiedam werd in 1935 een speciale Emmabank onthuld, in het Julianapark.
- In Medemblik werd in de dertiger jaren in het kader van de werkverschaffing een park aangelegd dat de naam van Emma ging dragen. Er staat ook een klein monument van haar. In 2007 is bij de ingang van dit park een entreepartij gemaakt waarbij Emma in een kunstwerk herkenbaar is verbeeld.
Literatuur
- Marcel E. Verburg, Koningin Emma, regentes van het koninkrijk. Baarn, 1989.
- C.A. Tamse [redactie], Koningin Emma. Opstellen over haar regentschap en voogdij. Baarn, 1990.
- Irène Diependaal, Emma. Hoedster van Wilhelmina's erfenis. 2013.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Koningen en koninginnen van Nederland |
---|
|
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Emma of Waldeck and Pyrmont op Wikimedia Commons.