Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Franse republikeinse kalender

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 13 feb 2012 om 20:04
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Charles-Gilbert Romme zou de kalender hebben ontwikkeld tijdens zijn gevangenschap
Fabre d’Églantine
zondag
3 november 2024
18:56:33
7:89:27
Tridi
13
Brumaire
233   CCXXXIII

De Franse republikeinse kalender, ontworpen door de wiskundige Charles-Gilbert Romme en de schrijver, acteur en dichter Fabre d’Églantine, werd ingevoerd tijdens de Franse Revolutie als gevolg van de scheiding van Kerk en Staat. De tijd werd niet langer vanaf de geboorte van Christus gerekend, maar vanaf 22 september 1792, de geboorte van de Franse Republiek.

De kalender, ook aangeduid met de termen Franse revolutionaire kalender en Jakobijnse kalender, was officieel in gebruik van 5 oktober of 24 oktober 1793 tot 1 januari 1806.[1]

Na de val van Robespierre in juli 1794 ging er stemmen op om de kalender af te schaffen, maar in 1795 werd de kalender in de nieuwe grondwet opgenomen. Ondertussen waren de beide makers slachtoffers geworden van het Schrikbewind. De strijd tussen de zondag en de decadi zou Frankrijk zes jaar lang in twee kampen verdelen.

In april 1798 werd de vermelding van de Gregoriaanse kalender officieel verboden. In 1800 nam de druk op het weer toelaten van de Gregoriaanse kalender toe. In 1802 werd de tiendaagse week door de zevendaagse vervangen. Deze hybride vorm bleef nog drie jaar bestaan.[2]

Op 10 Nivôse van het jaar XIV (31 december 1805) werd het systeem afgeschaft. Op 1 januari 1806 ging men opnieuw over op de gregoriaanse kalender. Gedurende de commune van Parijs in 1871 is de revolutionaire kalender sporadisch gebruikt.

Achtergrond

Bij de republikeinse kalender hoorde ook een decimale urenindeling van de dag.
Tridi
13
Brumaire
CCXXXIII
7:89

De revolutie had van Frankrijk een seculiere staat gemaakt die zich afzette tegen alles wat kerks was, de gregoriaanse kalender inbegrepen.

De kalender was ook een uiting van een technocratische denkwijze die met het verleden wilde breken. Bij de decimaal verdeelde kalender behoorde sinds het decreet van 4 Frimaire van het jaar II (24 november 1793) ook een nieuwe decimale urenindeling van de dag. Tien uren van ieder 100 minuten van elk honderd seconden zouden het dagritme moeten gaan bepalen. Dit nieuwe systeem vond weinig weerklank, vooral omdat er bij de kwart voor en kwart na geen cijfers stonden (immers 7,5 en 2,5). Tijd werd voornamelijk als tijdstip gebruikt; men rekende nog niet met tijdsduur, waardoor de decimale opbouw geen voordeel bood. De klokken die deze tijdsindeling moesten weergeven werden bovendien gecompliceerd, aangezien men ook de oude tijd wilde aangeven. Daardoor was de productie gering en klokken met een tienuren-wijzerplaat zijn uiterst zeldzaam.[3]

De week werd vervangen door de decade, een periode van 10 dagen. Dat betekende dat er nog maar een op tien dagen vrij was in plaats van een op zeven, en dat heeft de acceptatie bepaald niet geholpen. Scholen en veel openbare gebouwen waren gesloten. Het houden van verkopingen was verboden. Het vieren van de mis en het sluiten van huwelijken op deze rustdag werd aangemoedigd. Er werden hardloopwedstrijden georganiseerd, waarbij de Franse lelie moest worden vertrapt. Het gezamenlijk zingen van liederen werd bevorderd. Ambtenaren waren verplicht de festiviteiten en lezingen over de landbouw te bezoeken.[4]

Het bijbehorende decimale stelsel van maten en gewichten had meer succes. Hoewel ook dit tijdelijk weer werd afgeschaft, veroverde het bijna de hele wereld; de meeste wetenschapsgebieden gingen volledig over op het decimale matenstelsel.

Huidige maand

Indien de republikeinse kalender nog geldig zou zijn, zou het vandaag, (volgens het systeem van Romme) Tridi, 13 Brumaire CCXXXIII zijn (Tridi, 13 Brumaire 233). De huidige maand zou er als volgt uit zien:

233 Brumaire CCXXXIII
 
Primidi
Duodi
Tridi
Quartidi
Quintidi
Sextidi
Septidi
Octidi
Nonidi
Décadi
décade 4
1 dinsdag
22 oktober 2024
2 woensdag
23 oktober 2024
3 donderdag
24 oktober 2024
4 vrijdag
25 oktober 2024
5 zaterdag
26 oktober 2024
6 zondag
27 oktober 2024
7 maandag
28 oktober 2024
8 dinsdag
29 oktober 2024
9 woensdag
30 oktober 2024
10 donderdag
31 oktober 2024
décade 5
11 vrijdag
1 november 2024
12 zaterdag
2 november 2024
13 zondag
3 november 2024
14 maandag
4 november 2024
15 dinsdag
5 november 2024
16 woensdag
6 november 2024
17 donderdag
7 november 2024
18 vrijdag
8 november 2024
19 zaterdag
9 november 2024
20 zondag
10 november 2024
décade 6
21 maandag
11 november 2024
22 dinsdag
12 november 2024
23 woensdag
13 november 2024
24 donderdag
14 november 2024
25 vrijdag
15 november 2024
26 zaterdag
16 november 2024
27 zondag
17 november 2024
28 maandag
18 november 2024
29 dinsdag
19 november 2024
30 woensdag
20 november 2024
10 h
7:89:27

18:56:33
24 h

Franse republikeinse kalender - I - II - III - IV - V - VI - VII - VIII - IX - XII - XIII - XIV - CCXXXII - CCXXXIII - CCXXXIV - (Romme)
Klik op een jaarcijfer voor een kalender van het hele jaar.

Wijzigingen

In de korte tijd van het bestaan van de kalender is er een aantal varianten van kracht geweest.

  • 22 september 1792: Invoering, maar met behoud van de gregoriaanse jaarindeling. Het jaartal werd I.
  • 5 oktober 1793: Invoering van decaden, en 12 maanden van 30 dagen. De maanden, de dagen van de decade, en de aanvullende dagen worden genummerd.
  • 24 oktober 1793: De maanden en de dagen van de decade krijgen namen.
  • 24 november 1793: Er wordt een aantal naamswijzigingen doorgevoerd. Het jaar I, dat op 31 december 1792 geëindigd was, wordt met terugwerkende kracht opgerekt tot 21 september 1793.
  • Na de bezetting van de Oostenrijkse Nederlanden door Franse troepen (1794), werd ook daar de Republikeinse kalender ingevoerd; in de Burgerlijke Stand vanaf 17 juni 1796, en algemeen verplicht vanaf 3 april 1798.
  • 22 september 1794: De dag wordt decimaal verdeeld.
  • 7 april 1795: De decimale dagindeling wordt (na een half jaar) weer afgeschaft. Bij dezelfde wet waarin de decimale maten en gewichten juist werden ingevoerd.
  • 24 augustus 1795: De sanscullottiden worden hernoemd in aanvullende dagen.
  • 26 juli 1800: Alleen ambtenaren zijn nog onderworpen aan de decade. Anderen mogen de week weer gebruiken.
  • 8 april 1802: De decade wordt ook voor ambtenaren afgeschaft. Ook zij herkrijgen de wekelijkse rustdag.
  • 1 januari 1806: De kalender wordt geheel afgeschaft.

In dit artikel wordt de uitgebreidste vorm, die van 24 november 1793, beschreven.

De jaartallen werden met Romeinse cijfers geschreven. Het is twijfelachtig of men dit met latere, dus hogere, jaartallen had kunnen volhouden, want Arabische cijfers zijn veel gemakkelijker te gebruiken.

Jaren

De Republikeinse kalender werd met terugwerkende kracht ingevoerd vanaf 22 september 1792. Deze datum is de eerste dag, de eerste vendémiaire, van de eerste maand van het jaar I van de Franse revolutionaire jaartelling. Dit eerste jaar liep natuurlijk ook door in 1793. De laatste dag van het eerste jaar is vervolgens 21 september 1793.

De astronomie geldt als ijkpunt van de kalender. Het nieuwe jaar begint om middernacht van het etmaal waarin de zon de herfstequinox bereikt, zoals waargenomen vanuit Parijs. Dus als op 24 september om 00h32 Parijse tijd de herfst begint, is 24 september nieuwjaarsdag. Dit betekent dat er geen hanteerbare regels zijn voor schrikkeljaren. Het idee hierachter is dat de Kalender nooit uit de pas kan lopen, maar het ontbreken van een duidelijke regelmaat voor schrikkeljaren is een groot manco. Men weet zonder kennis van de volgende herfstequinox immers nooit hoeveel dagen een jaar heeft, of wanneer een jaar begint en eindigt. De eerste vendémiaire kan vallen op 22, 23 of 24 september. Wegens niet-synchroon lopen van de schrikkeljaren zijn er twee begindata, de derde komt doordat de gregoriaanse kalender net een schrikkeljaar (eeuwjaar) oversloeg.

Jaar I 22 sep 1792 - sep 1793 Jaar VI 22 sep 1797 - sep 1798 Jaar XI 23 sep 1802 - sep 1803
Jaar II 22 sep 1793 - sep 1794 Jaar VII 22 sep 1798 - sep 1799 Jaar XII 24 sep 1803 - sep 1804
Jaar III 22 sep 1794 - sep 1795 Jaar VIII 23 sep 1799 - sep 1800 Jaar XIII 23 sep 1804 - sep 1805
Jaar IV 23 sep 1795 - sep 1796 Jaar IX 23 sep 1800 - sep 1801 Jaar XIV 23 sep 1805 - dec 1805
Jaar V 22 sep 1796 - sep 1797 Jaar X 23 sep 1801 - sep 1802 jan 1806 herinvoering Greg.kal.

De aanvangsdata in onze tijd staan in een aparte tabel.

Schrikkeljaren

Zie Schrikkeljaar (Franse republikeinse kalender) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De wet bevat niet alleen een regeling voor het begin van het jaar maar ook voor de schrikkeljaren. Men realiseerde zich niet dat die regelingen strijdig waren. Niet lang na de afschaffing zou 23 september 1811 tot twee jaren hebben behoord, en 22 september 1812 tot geen enkel jaar. Vanaf dan zou dit probleem zich elke vier jaar voordoen. De wet zou dus noodzakelijkerwijs aangepast moeten worden.

Dit levert een probleem op wanneer men de kalender in de huidige tijd wil plaatsen. Wettelijk is de kalender afgeschaft. De wettelijke regeling ongewijzigd gebruiken kan ook niet. Er bestaan verschillende opvattingen over hoe deze kalender vandaag zou moeten lopen.

De hier getoonde kalenders geven de datumomrekening naar de gregoriaanse kalender, waarbij de jaaraanvang alleen voor de jaren I t/m XVI de oorspronkelijke regeling volgt. Daarbuiten wordt de regelmatige regeling van de commissie Romme toegepast. De herfstequinox wordt dus globaal gevolgd, niet exact.

Maanden

In de nieuwe kalender was het jaar, zoals dat ook in het Oude Egypte gebruikelijk was, opgedeeld in 12 maanden van 30 dagen plus 5 (of 6) aanvullende dagen aan het eind van het jaar. Deze laatste dagen zijn nodig om met het tropisch jaar (~365¼ dagen) in de pas te blijven. De namen van de maanden waren bedacht door de dichter Fabre d'Églantine. Iedere maand herinnert aan een kenmerk van het klimaat in Frankrijk. In de winter bijvoorbeeld was er nivôse, de sneeuwmaand.

Het verband met de traditionele gregoriaanse kalender is hieronder bij benadering gegeven, waarbij opgemerkt moet worden dat er van jaar tot jaar enige kleine verschuivingen konden plaatsvinden.

Herfstmaanden
(uitgang -aire)
Wintermaanden
(uitgang -ôse)
Lentemaanden
(uitgang -al)
Zomermaanden
(uitgang -idor)
Vendémiaire Wijnmaand
(22 september ~ 21 oktober)
Nivôse Sneeuwmaand
(21 december ~ 19 januari)
Germinal Kiemmaand
(21 maart ~ 19 april)
Messidor Oogstmaand
(19 juni ~ 18 juli)
Brumaire Mistmaand
(22 oktober ~ 20 november)
Pluviôse Regenmaand
(20 januari ~ 18 februari)
Floréal Bloemmaand
(20 april ~ 19 mei)
Thermidor Hittemaand
(19 juli ~ 17 augustus)
Frimaire Koudemaand
(21 november ~ 20 december)
Ventôse Windmaand
(19 februari ~ 20 maart)
Prairial Weidemaand
(20 mei ~ 18 juni)
Fructidor Fruitmaand
(18 augustus ~ 16 september)

De vijf of zes aanvullende dagen, of sansculottiden, behoren niet tot een maand (17 september ~ 21 september)

De wintermaanden worden meestal met de uitgang -ôse geschreven. Dit was de spelling van de wet van 24 oktober 1793. Een maand later, in de wet van 24 november 1793, is dit echter veranderd in -ose.

Dagen van de decade

In plaats van in weken, die bijbels van oorsprong zijn, werd elke maand opgedeeld in drie perioden van 10 dagen (decades). De weekdagen (zondag, maandag, enz.) werden vervangen door tien namen die gebaseerd waren op de telwoorden in het Latijn:

Primidi, Duodi, Tridi, Quartidi, Quintidi,
Sextidi, Septidi, Octidi, Nonidi,
Decadi, een vrije dag die de zondag moest vervangen.

De zevendaagse weekindeling werd in april 1802 weer ingevoerd, terwijl het 10-dagenritme al sinds juli 1800 alleen nog maar voor ambtenaren van kracht was. Zo werd het stelsel al ruim voor de definitieve afschaffing op 1 januari 1806 langzaam gesloopt.

De vijf of zes aanvullende dagen aan het eind van het jaar noemt men de sansculottiden:

1e dag: I t/m VII ----- 2e dag: VIII t/m XIII

Dagen van het jaar

Om de naamdagen van de rooms-katholieke heiligen te vervangen, werd iedere reguliere dag van het jaar (dus niet de sansculottiden) gewijd aan een dier (iedere quintidi), een werktuig (iedere rustdag, decadi) of een plant, boom, mineraal of delfstof (iedere andere dag).

Sjabloon:FrRepKalender

Herfst

1e aanvangsdag: I t/m III, V t/m VII ----- 2e: IV, VIII t/m XI, XIII t/m XIV ----- 3e: XII

Vendémiaire (22, 23 of 24 september ~ 21, 22 of 23 oktober) Brumaire (22, 23 of 24 oktober ~ 20, 21 of 22 november) Frimaire (21, 22, 23 november ~ 20, 21 of 22 december)
  1. Raisin (Druif)
  2. Safran (Saffraan)
  3. Châtaigne (Kastanje)
  4. Colchique (Krokus)
  5. Cheval (Paard)
  6. Balsamine (Springbalsemien)
  7. Carotte (Wortel)
  8. Amarante (Amarant)
  9. Panais (Pastinaak)
  10. Cuve (Wijnvat)
  11. Pomme de terre (Aardappel)
  12. Immortelle (Strobloem)
  13. Potiron (Kalebas)
  14. Réséda (Mignonette)
  15. Âne (Ezel)
  16. Belle de nuit (Wonderbloem)
  17. Citrouille (Pompoen)
  18. Sarrasin (Boekweit)
  19. Tournesol (Zonnebloem)
  20. Pressoir (Wijnpers)
  21. Chanvre (Hennep, Marihuana)
  22. Pêche (Perzik)
  23. Navet (Knolraap)
  24. Amaryllis (Amaryllis)
  25. Boeuf (Rund)
  26. Aubergine (Aubergine)
  27. Piment (Chilipeper)
  28. Tomate (Tomaat)
  29. Orge (Gerst)
  30. Tonneau (Wijnton)
  1. Pomme (Appel)
  2. Céleri (Snijselderij)
  3. Poire (Peer)
  4. Betterave (Biet)
  5. Oie (Gans)
  6. Héliotrope (Heliotroop)
  7. Figue (Vijg)
  8. Scorsonère (Schorseneer)
  9. Alisier (Elsbes)
  10. Charrue (Ploeg)
  11. Salsifis (Morgenster)
  12. Macre (Waternoot)
  13. Topinambour (Aardpeer)
  14. Endive (Witlof)
  15. Dindon (Kalkoen)
  16. Chervis (Suikerwortel)
  17. Cresson (Waterkers)
  18. Dentelaire (Mannentrouw)
  19. Grenade (Granaatappel)
  20. Herse (Eg)
  21. Bacchante (Asarum baccharis)
  22. Azarole (Azarooldoorn)
  23. Garance (Meekrap)
  24. Orange (Sinaasappel)
  25. Faisan (Fazant)
  26. Pistache
  27. Macjonc (Aardaker)
  28. Coing (Kweepeer)
  29. Cormier (Peervormige lijsterbes)
  30. Rouleau (Wals)
  1. Raiponce (Rapunzel)
  2. Turneps (Raapstelen)
  3. Chicorée (Cichorei)
  4. Nèfle (Mispel)
  5. Cochon (Varken)
  6. Mâche (Veldsla)
  7. Chou-fleur (Bloemkool)
  8. Miel (Honing)
  9. Genièvre (Jeneverbesstruik)
  10. Pioche (Houweel)
  11. Cire (Bijenwas)
  12. Raifort (Mierikswortel)
  13. Cèdre (Ceder)
  14. Sapin (Zilverspar)
  15. Chevreuil (Ree)
  16. Ajonc (Gaspeldoorn)
  17. Cyprès (Cipres)
  18. Lierre (Hedera, klimop)
  19. Sabine (Jeneverbes (vrucht))
  20. Hoyau (Schoffel)
  21. Erable sucré (Esdoorn)
  22. Bruyère (Struikhei)
  23. Roseau (Riet)
  24. Oseille (Veldzuring)
  25. Grillon (Krekel)
  26. Pignon (Pijnboompit)
  27. Liège (Kurk)
  28. Truffe (Truffel)
  29. Olive (Olijf)
  30. Pelle (Schep)

Winter

1e aanvangsdag: I t/m III, V t/m VII ----- 2e: IV, VIII t/m XI, XIII t/m XIV ----- 3e: XII

Nivôse (21, 22 of 23 december ~ 19, 20 of 21 januari) Pluviôse (20, 21 of 22 januari ~ 18, 19 of 20 februari) Ventôse (19, 20 of 21 februari ~ 20 of 21 maart)
  1. Tourbe (Turf)
  2. Houille (Steenkool)
  3. Bitume (Bitumen)
  4. Soufre (Zwavel)
  5. Chien (Hond)
  6. Lave (Lava)
  7. Terre végétale (Humus)
  8. Fumier (Mest)
  9. Salpêtre (Salpeter)
  10. Fléau (Dorsvlegel)
  11. Granit (Graniet)
  12. Argile (Klei)
  13. Ardoise (Leisteen)
  14. Grès (Zandsteen)
  15. Lapin (Konijn)
  16. Silex (Vuursteen)
  17. Marne (Mergel)
  18. Pierre à chaux (Kalksteen)
  19. Marbre (Marmer)
  20. Van (Wan)
  21. Pierre à plâtre (Gips)
  22. Sel (Zout)
  23. Fer (IJzer)
  24. Cuivre (Koper)
  25. Chat (Kat)
  26. Étain (Tin)
  27. Plomb (Lood)
  28. Zinc (Zink)
  29. Mercure (Kwik)
  30. Crible (Zeef)
  1. Lauréole (Zijdebast)
  2. Mousse (Mos)
  3. Fragon (Ruscaceae)
  4. Perce-neige (Sneeuwklokje)
  5. Taureau (Stier)
  6. Laurier-thym (Viburnum tinus)
  7. Amadouvier (echte tonderzwam)
  8. Mézéréon (Rood peperboompje)
  9. Peuplier (Populier)
  10. Coignée (Bijl)
  11. Ellébore (Nieskruid)
  12. Brocoli (Broccoli)
  13. Laurier (Laurier)
  14. Avelinier (Hazelaar)
  15. Vache (Koe)
  16. Buis (Buxus)
  17. Lichen (Korstmos)
  18. If (Venijnboom, Taxus)
  19. Pulmonaire (Longkruid)
  20. Serpette (Hakmes)
  21. Thlaspi (Witte krodde)
  22. Thimelé (Plantengeslacht Daphne)
  23. Chiendent (Kweek)
  24. Trainasse (Duizendknoop)
  25. Lièvre (Haas)
  26. Guède (Wede)
  27. Noisetier (Hazelaar)
  28. Cyclamen (Cyclaam)
  29. Chélidoine (Stinkende gouwe)
  30. Traîneau (Slee)
  1. Tussilage (Klein hoefblad)
  2. Cornouiller (Kornoelje)
  3. Violier (Steenraket)
  4. Troène (Liguster)
  5. Bouc (Bok)
  6. Asaret (Hazelwortel, Aristolochiales)
  7. Alaterne (Sporkehout)
  8. Violette (Viooltje)
  9. Marceau (Boswilg)
  10. Bêche (Spade)
  11. Narcisse (Narcis)
  12. Orme (Iep)
  13. Fumeterre (Gewone Duivenkervel)
  14. Vélar (Gewone raket)
  15. Chèvre (Geit)
  16. Épinard (Spinazie)
  17. Doronic (Composiet)
  18. Mouron (Guichelheil)
  19. Cerfeuil (Echte kervel)
  20. Cordeau (Touw)
  21. Mandragore (Alruin)
  22. Persil (Peterselie)
  23. Cochléaria (Echt lepelblad)
  24. Pâquerette (Madeliefje)
  25. Thon (Tonijn)
  26. Pissenlit (Paardenbloem)
  27. Sylve (Bosanemoon)
  28. Capillaire (Soort Varen)
  29. Frêne (Es)
  30. Plantoir (Pootijzer, werktuig om bollen te planten)

Lente

1e aanvangsdag: I t/m VII ----- 2e: VIII t/m XIII

Germinal (21 of 22 maart ~ 19 of 20 april) Floréal (20 of 21 april ~ 19 of 20 mei) Prairial (20 of 21 mei ~ 18 of 19 juni)
  1. Primevère (Stengelloze sleutelbloem)
  2. Platane (Plataan)
  3. Asperge
  4. Tulipe (Tulp)
  5. Poule (Hen, Kip)
  6. Bette (Snijbiet)
  7. Bouleau (Berk)
  8. Jonquille (Narcis)
  9. Aulne (Els)
  10. Couvoir (Broedstoof)
  11. Pervenche (Maagdenpalm)
  12. Charme (Haagbeuk)
  13. Morille (Morielje)
  14. Hêtre (Beuk)
  15. Abeille (Honingbij)
  16. Laitue (Sla)
  17. Mélèze (Lariks)
  18. Ciguë (Gevlekte scheerling)
  19. Radis (Radijs)
  20. Ruche (Bijenkorf)
  21. Gainier (Judasboom)
  22. Romaine (Slasoort)
  23. Marronnier (Tamme kastanje)
  24. Roquette (Rucola)
  25. Pigeon (Duif)
  26. Lilas (Sering)
  27. Anémone (Anemoon)
  28. Pensée (Viooltjessoort)
  29. Myrtille (Blauwe bes)
  30. Greffoir (Mes)
  1. Rose (Roos)
  2. Chêne (Eik)
  3. Fougère (Varen)
  4. Aubépine (Meidoorn)
  5. Rossignol (Nachtegaal)
  6. Ancolie (Akelei)
  7. Muguet (Lelietje-van-dalen)
  8. Champignon (Paddestoel)
  9. Hyacinthe (Hyacint)
  10. Râteau (Hark)
  11. Rhubarbe (Rabarber)
  12. Sainfoin (Esparcette)
  13. Bâton-d’or (Steenraket)
  14. Chamérops (Palm)
  15. Ver à soie (Zijderups)
  16. Consoude (Smeerwortel)
  17. Pimprenelle (Kleine pimpernel)
  18. Corbeille d’or (Schildzaad)
  19. Arroche (Tuinmelde)
  20. Sarcloir (Schoffel)
  21. Statice (Engels gras)
  22. Fritillaire (Kievitsbloem)
  23. Bourrache (Komkommerkruid)
  24. Valériane (Echte valeriaan)
  25. Carpe (Karper)
  26. Fusain (Kardinaalsmuts)
  27. Civette (Bieslook)
  28. Buglosse (Ossentong)
  29. Sénevé (Mosterdzaad)
  30. Houlette (Schaapherdersstaf)
  1. Luzerne
  2. Hémérocalle (Lelie)
  3. Trèfle (Klaver)
  4. Angélique (Grote engelwortel)
  5. Canard (Eend)
  6. Mélisse (Citroenmelisse)
  7. Fromental (Glanshaver)
  8. Martagon (Martagonlelie)
  9. Serpolet (Tijm)
  10. Faux (Zeis)
  11. Fraise (Aardbei)
  12. Bétoine (Andoorn)
  13. Pois (Erwt)
  14. Acacia
  15. Caille (Kwartel)
  16. Oeillet (Anjer)
  17. Sureau (Vlierbes)
  18. Pavot (Papaver)
  19. Tilleul (Lindeboom)
  20. Fourche (Mestvork, Riek)
  21. Barbeau (Korenbloem)
  22. Camomille (Kamille)
  23. Chèvrefeuille (Kamperfoelie)
  24. caille-lait (Walstro)
  25. Tanche (Zeelt)
  26. Jasmin (Jasmijn)
  27. Verveine (Verbena geslacht uit de IJzerhardfamilie)
  28. Thym (Tijm)
  29. Pivoine (Pioenroos)
  30. Chariot (Handkar)

Zomer

1e aanvangsdag: I t/m VII ----- 2e: VIII t/m XIII

Messidor (19 of 20 juni ~ 18 of 19 juli) Thermidor (19 of 20 juli ~ 17 of 18 augustus) Fructidor (18 of 19 augustus ~ 16 of 17 september)
  1. Seigle (Rogge)
  2. Avoine (Haver)
  3. Oignon (Ui)
  4. Véronique (Ereprijs)
  5. Mulet (Muildier/muilezel)
  6. Romarin (Rozemarijn)
  7. Concombre (Komkommer)
  8. Echalote (Sjalot)
  9. Absinthe (Absintalsem)
  10. Faucille (Sikkel)
  11. Coriandre (Koriander)
  12. Artichaut (Artisjok)
  13. Girofle (Kruidnagel)
  14. Lavande (Lavendel)
  15. Chamois (Gems)
  16. Tabac (Tabaksplant)
  17. Groseille (Rode bes)
  18. Gesse (Lathyrus)
  19. Cerise (Kers)
  20. Parc (Park)
  21. Menthe (Munt)
  22. Cumin (Komijn)
  23. Haricot (Boon)
  24. Orcanète (Alkanna)
  25. Pintade (Parelhoen)
  26. Sauge (Salie)
  27. Ail (Knoflook)
  28. Vesce (Voederwikke)
  29. Blé (Tarwe)
  30. Chalémie (Schalmei)
  1. Epeautre (Eenkoorn)
  2. Bouillon blanc (Koningskaars)
  3. Melon (Suikermeloen)
  4. Ivraie (Raaigras)
  5. Bélier (Ram)
  6. Prêle (Paardenstaart)
  7. Armoise (Bijvoet)
  8. Carthame (Saffloer)
  9. Mûre (Braamstruik)
  10. Arrosoir (Gieter)
  11. Panis (Vingergras, Siergras)
  12. Salicorne (Kortarige zeekraal)
  13. Abricot (Abrikoos)
  14. Basilic (Basilicum)
  15. Brebis (Ooi)
  16. Guimauve (Heemst)
  17. Lin (Vlas)
  18. Amande (Amandel)
  19. Gentiane (Gentiaan)
  20. Ecluse (Sluis)
  21. Carline (Carlina)
  22. Câprier (Kappertjes)
  23. Lentille (Linzen)
  24. Aunée (Alant)
  25. Loutre (Otter)
  26. Myrte (Mirte)
  27. Colza (Koolzaad)
  28. Lupin (Lupine)
  29. Coton (Katoen)
  30. Moulin (Molen)
  1. Prune (Pruim)
  2. Millet (Gierst)
  3. Lycoperdon (een boleet)
  4. Escourgeon (zesrijïge gerst)
  5. Saumon (Zalm)
  6. Tubéreuse (Tuberose, nachthyacint)
  7. Sucrion (Wintergerst)
  8. Apocyn (Maagdenpalm)
  9. Réglisse (Zoethout)
  10. Echelle (Ladder)
  11. Pastèque (Watermeloen)
  12. Fenouil (Venkel)
  13. Epine vinette (Zuurbes)
  14. Noix (Walnoot)
  15. Truite (Forel)
  16. Citron (Citroen)
  17. Cardère (Kaardenbol)
  18. Nerprun (Vuiboom)
  19. Tagette (Afrikaantje)
  20. Hotte (Tas)
  21. Eglantine (Eglantier)
  22. Noisette (Hazelnoot)
  23. Houblon (Hop)
  24. Sorgho (Sorgo)
  25. Ecrevisse (Rivierkreeft)
  26. Bigarade (Pommerans)
  27. Verge d’or (Guldenroede)
  28. Maïs
  29. Marron (Tamme kastanje)
  30. Panier (Mand)

Voetnoten

  1. º De nieuwe namen voor de maanden werden op 30 oktober 1793 gepubliceerd. Op het einde van 1793 was de kalenderhervorming rond.
  2. º Elchardus, M., (1989) De Republikeinse kalender. . . ’niets minder dan een verandering van religie’, p. 102-139. In: De opstand van de intellectuelen. De Franse revolutie als avant-première van de moderne cultuur.
  3. º Bron: Catalogus van de Frick-collectie in New York
  4. º Enhus, E., (1989) En de tiende dag vierden zij feest, p. 141-156. In: De opstand van de intellectuelen. De Franse revolutie als avant-première van de moderne cultuur.

Weblink

rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met French Republican Calendar op Wikimedia Commons.

rel=nofollow