Schep

Een schep oftewel schop oftewel bats is naast een spade het stuk tuingereedschap dat gebruikt wordt voor graafwerk, en voor het verplaatsen van zand, grind of grond. De schep heeft in hoofdzaak twee delen: het blad en de steel. Een schep met een holling, waardoor grond er goed op blijft liggen, wordt gebruikt voor het opscheppen. Men kan er prima grond mee verplaatsen. Om een stuk grond af te steken of om het begin van een kuil te maken is een spade of een schep met een recht blad echter beter geschikt. Ook de steel van deze twee scheppen is verschillend. Voor het makkelijk opscheppen is een kortere steel nodig dan bij het spitten. De bats is wat korter en breder dan een schop of schep.

Er zijn ook scheppen voor specialistisch werk, zoals (diepe) gleuven graven. Deze scheppen hebben een extra lang en smaller schepblad.

Speelgoed

Het schepje, dat deel uitmaakt van zandbakspeelgoed, is een kleine variant van de schep, die bedoeld is voor gebruik door kinderen bij het spelen in de zandbak of op het strand. Het wordt vooral door kinderen gebruikt om in een zandbak putten te graven, vormen te vullen en zandkastelen te bouwen.

Schepjes worden vandaag de dag vooral van plastic vervaardigd en zijn vaak gekleurd in een van de primaire kleuren omdat dat past bij de smaak die kinderen in het algemeen hebben.

Maatschep

Een schep of maatlepel wordt gebruikt voor het verplaatsen of afmeten van een los product, zoals meel, suiker of zout.