Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Romeinse kalender

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 2 jan 2012 om 16:59 (poging tot helder en duidelijk formuleren)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De oude Romeinse of Latijnse kalender was een lunisolaire kalender. De week van zeven dagen was in de Romeinse tijd niet bekend, maar werd, samen met de samen van de weekdagen pas omstreeks 400 na Christus in Europa ingevoerd.

Maanden

Het oude Romeinse jaar begon niet met de maand januari, maar met de aan Mars) gewijdde maand maart. Dit hoort men nog steeds aan de namen van de maanden „september” (zevende maand), „oktober” (achtste maand), „november” (negende maand) en „december” (tiende maand) voortbestaat. Juli en augustus heetten vroeger Quintilis (vijfde maand) en Sextilis (zesde maand), maar werden later naar Julius Caesar en Augustus genoemd.

De Romeinse kalender bevatte voor de kalenderhervorming onder Julius Caesar de volgende maanden:

Data

In de Romeinse tijd werd een datum aangegeven door het aantal dagen te noemen dat nog restte voor de Calendae, de Nonae of de Idus.

  • de Calendae was de eerste dag van de maand
  • de Nonae was de vijfde dag van de maand of de zevende in de maanden maart, mei, juli en oktober)
  • de Idus was de 13e dag van de maand of de 15e in de maanden maart, mei, juli en oktober

Vanaf deze punten telde men de dagen terug. Ook de begin- en einddagen van de maand werden meegeteld. Zo werd bijvoorbeeld 13 oktober „ante diem III Id. Oct.” en 30 oktober „a.d. III Cal. Nov.” Maar de dag net voor een Calendae, een Nonae of een Idus werd niet a.d. II genoemd: hiervoor gebruikte men het woord „pridie” (voordag). 31 oktober werd bijvoorbeeld „pridie Cal. Nov.” (i.e. de dag voor de Calendae van november).

Tot de Juliaanse kalenderhervorming in 46/45 v. Chr. was de Romeinse kalender als volgt opgebouwd:

Dag Romeinse maand van voorbeeld Maius
29 dagen 28 dagen 31 dagen
Jan., Apr., Jun.,
Sext., Sept., Nov., Dec.
Feb. Mar., Mai.,
Quint., Oct.
korte vorm Latijnse lange vorm
(ablativus temporalis)
1 kalendae Kal. Mai. Kalendis Maiis
2 IV VI a. d. VI Non. Mai. ante diem VI (sextum) Nonas Maias
3 III V a. d. V Non. Mai. ante diem V (quintum) Nonas Maias
4 pridie IV a. d. IV Non. Mai. ante diem IV (quartum) Nonas Maias
5 nonae III a. d. III Non. Mai. ante diem III (tertium) Nonas Maias
6 VIII pridie prid. Non. Mai. pridie Nonas Maias
7 VII nonae Non. Mai. Nonis Maiis
8 VI VIII a. d. VIII Id. Mai. ante diem VIII (octavum) Idus Maias
9 V VII a. d. VII Id. Mai. ante diem VII (septimum) Idus Maias
10 IV VI a. d. VI Id. Mai. ante diem VI (sextum) Idus Maias
11 III V a. d. V Id. Mai. ante diem V (quintum) Idus Maias
12 pridie IV a. d. IV Id. Mai. ante diem IV (quartum) Idus Maias
13 idus III a. d. III Id. Mai. ante diem III (tertium) Idus Maias
14 XVII X pridie prid. Id. Mai. pridie Idus Maias
15 XVI IX idus Id. Mai. Idibus Maiis
16 XV VIII XVII a. d. XVII Kal. Iun. ante diem XVII (septimum decimum) Kalendas Iunias
17 XIV VII XVI a. d. XVI Kal. Iun. ante diem XVI (sextum decimum) Kalendas Iunias
18 XIII VI XV a. d. XV Kal. Iun. ante diem XV (quintum decimum) Kalendas Iunias
19 XII V XIV a. d. XIV Kal. Iun. ante diem XIV (quartum decimum) Kalendas Iunias
20 XI IV XIII a. d. XIII Kal. Iun. ante diem XIII (tertium decimum) Kalendas Iunias
21 X III XII a. d. XII Kal. Iun. ante diem XII (duodecimum) Kalendas Iunias
22 IX pridie XI a. d. XI Kal. Iun. ante diem XI (undecimum) Kalendas Iunias
23 VIII terminalia X a. d. X Kal. Iun. ante diem X (decimum) Kalendas Iunias
24 VII VI IX a. d. IX Kal. Iun. ante diem IX (nonum) Kalendas Iunias
25 VI V VIII a. d. VIII Kal. Iun. ante diem VIII (octavum) Kalendas Iunias
26 V IV VII a. d. VII Kal. Iun. ante diem VII (septimum) Kalendas Iunias
27 IV III VI a. d. VI Kal. Iun. ante diem VI (sixtmum) Kalendas Iunias
28 III pridie V a. d. V Kal. Iun. ante diem V (quintum) Kalendas Iunias
29 pridie IV a. d. IV Kal. Iun. ante diem IV (quartum) Kalendas Iunias
30 III a. d. III Kal. Iun. ante diem III (tertium) Kalendas Iunias
31 pridie prid. Kal. Iun. pridie Kalendas Iunias

Jaren

Jaren werden aangegeven door te vermelden wie dat jaar consul waren.

Fasti en nefasti

De Romeinse kalender bevatte een opsomming van fasti en nefasti, geluksdagen en ongeluksdagen. Ondernemingen werden bij voorkeur op een geluksdag begonnen en het gold als een stommiteit of zelfs een affront om een belangrijke onderneming op een nefastus te beginnen. Zo roept Aulus Vitellius bijvoorbeeld de toorn van Publius Cornelius Tacitus over zich af door op de dag van de nederlaag in Allia tegen de Galliërs zichzelf tot Pontifex Maximus uit te roepen.

Juliaanse kalenderhervorming

In de tijd van Gaius Julius Caesar was de discrepantie tussen de maankalender en de seizoenen zo groot geworden dat Caesar de kalender hervormde en het op de zon laat baseren. Op een correctie door Paus Gregorius XIII na, (bekend als de Gregoriaanse kalender), is deze kalender, de Juliaanse kalender, in principe tot op heden in gebruik.

rel=nofollow