Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Tibetaanse kalender

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 16 nov 2014 om 21:43
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Tibetaanse kalender (Tibetaans: བོད་ཀྱི་ལོ་ཐོ; Wylie: bod kyi lo tho, ook: le'u-tho) is een lunisolaire kalender, een kalendersysteem waarin men rekening houdt met de lengte van de maanmaanden zowel als met het zonnejaar. Deze kalender is in Tibet in gebruik sinds het jaar 1027. De feestdagen van het Tibetaans boeddhisme worden vastgesteld aan de hand van deze kalender.

Opbouw

Het jaar van de Tibetaanse kalender bestaat uit 12 of 13 maanmaanden (tshes-tib), die, grof genomen, steeds beginnen met de eerste dag na de astronomische nieuwe maan.

Omdat een periode van 65 maanden van het zonnejaar (khyim-zla) overeenkomt met 67 synodische of lunaire maanden, werd regelmatig, om de 32,5 maanden, een schrikkelmaand (zla-bshol) ingevoegd, zodat het gemiddelde jaar van de Tibetaanse kalender overeenkomt met het zonnejaar.

Jaren

Jaarbegin

Het jaar van de huidige Tibetaanse kalender begint met de eerste dag van de eerste maand Hor (Mongoolse maand). De nieuwjaarsdag, Lo-gsar (Losar), valt in februari of in maart.

Jaartelling

De Tibetaanse jaren krijgen over het algemeen een naam, die een combinatie is van een dier uit de Oost-Aziatische dierenriem en de naam van een van de vijf elementen, naargelang de plaats die dit jaar inneemt in een cyclus van twaalf of van zestig jaar. Een naam voor een jaar luidt bijvoorbeeld hout-muis (shing byi).

Twaalfjarige cyclus

In een cyclus van twaalf jaar (lo-'khor bcu-gnyis) werden de jaren aangeduid met de Oost-Aziatische namen van de tekens van de dierenriem. Voor zover aantoonbaar is, is dit in Tibet het oudste jaartellingssysteem.

De dieren van de Oost-Aziatische dierenriem hebben deze volgorde:

haas
yos
draak
'brug
slang
sbrul
paard
rta
schaap
lug
aap
spre'u
vogel
bya
hond
khyi
varken
phat
rat
byi
rund
glang
tijger
stag

Zestigjarige cyclus

De „zestigjarige cyclus” werd drug-cu-skor genoemd.

In de cyclus van zestig jaar worden de dierennamen van de Oost-Aziatische dierenriemcyclus, die de basis vormen voor twaalfjarige cyclus vormen, worden gecombineerd met de namen van de vijf elementen. Dit resulteert in een cyclus van (5 × 12 = ) 60 jaar.

De elementen staan in deze volgorde:

vuur
me
aarde
sa
ijzer
lcags
water
chu
hout
shing

Elk element staat in verband met twee opeenvolgende jaren, het eerste jaar wordt gezien als mannelijk; het volgende jaar vrouwelijk. De aanduiding of het jaar mannelijk of vrouwelijk is, wordt vaak weglaten, omdat deze kan worden afgeleid van de diernamen

Een andere cyclus van zestig jaar is de rab-byung-cyclus. Deze is van Indische oorsprong en heet in het Sanskriet Brhaspaticakra. De cycli zelf worden geteld (eerste rab-byung, tweede rab-byung, enz.), maar de jaren in een cyclus hebben elk een naam.

Deze cyclus kwam in Tibet in voege toen men de Indische Telinga-jaartelling overnam en jaar 1 van de 70e Telinga-cyclus (1027 n.Chr.) in Tibet begon te tellen als jaar 1 van de eerste cyclus.

Genummerde jaren

Sinds het begin van de twintigste eeuw kwam het in gebruik om de jaren ook met een rangtelwoord in een jaartelling te nummeren.

Een eerste systeem werd ingevoerd nadat de 13e dalai lama in 1912 de onafhankelijkheid van Tibet uitriep. Het neemt het vermoedelijke geboortejaar van koning Thothori Nyantsen (Rylie: tho ris gnyan btsan) in het jaar 255 n. Chr. als het eerste jaar van deze jaartelling. Een jaar van deze jaartelling ’sinds de stichting van de Tibetaanse monarchie’ kan men omrekenen naar een jaar van de westerse jaartelling door er 254 bij te tellen.

In een tweede systeem, dat pas in de tweede helft van de twintigste eeuw werd gebruikt, rekent men eveneens sinds het begin van de Tibetaanse monarchie, maar stelt dat deze begon in het jaar 127 v. Chr., het jaar waarvan men aanneemt dat koning Nyakhri Tsenpo (gnya khri btsan po) in Tibet aankwam. Deze jaartelling wordt aangeduid als „Bot Gyalo”; nauwkeuriger zou zijn: „Bö Gyello”, (rgyal lo).

Op Tibetaanse kalenders en munten vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw vindt men tenslotte de rab lo-jaartelling, waarin de jaren worden doorgeteld sinds de ingebruikname van de zestigjarige rab-byung-cyclus in het jaar 1027.

gregoriaans/westers
beginjaar 127 v. Chr.
rgyal lo
beginjaar 255 n. Chr.
rab lo
beginjaar 1027 n. Chr.
Vanaf ca. februari/maart 2023 2149 1769 997
Vanaf ca. februari/maart 2024 2150 1770 998
Vanaf ca. februari/maart 2025 2151 1771 999
Vanaf ca. februari/maart 2026 2152 1772 1000
Vanaf ca. februari/maart 2027 2153 1773 1001
Vanaf ca. februari/maart 2028 2154 1774 1002

Maanden

Een maand (zla ba) in de Tibetaanse kalender is gebaseerd op de periode tussen twee nieuwe manen (synodische maand (tshes)).

In de Tibetaanse astronomie en kalenderberekening begint een maand met het begin van de natuurlijke dag waarop de eerste lunaire dag eindigt.

Dagen

Natuurlijke dag

De dag begint bij de ochtendschemering. Een ’natuurlijke dag’ (nyin-zhag) betekent in Tibet de tijdspanne tussen twee opeenvolgende ochtendschemeringen.

Lunaire dag

De tijd die de maan nodig heeft voor een elongatie van 12 graden heet een ’lunaire dag’ (tshes-zhag). De lente van een lunaire dag schommelt sterk wegens de zogenaamde anomalie in de beweging van de maan rond de aarde en van de aarde rond de zon. In een synodische maand heeft de maan een elongatie van 360 graden.

Zodiakale dag

De tijd die de middelbare zon erover zou doen om een teken van de dierenriem te doorlopen, heet khyim-zla (zonnemaand). Een dertigste deel van een zonnemaand is een khyim-zhag. Men zou dit zodiakale dag (zodiakdag, dierenriemdag) kunnen noemen. Dit begrip is niet bekend in de gebruikelijke wetenschappelijke terminologie.

De dagen van de week

Weken bestaan uit zeven dagen. De namen van de weekdagen (gza') zijn gebaseerd op de hemellichamen.

Dag Tibetaans Wylie Uitspraak Hemellichaam
zondag གཟའ་ཉི་མ་ gza' nyi ma Sa nyima Zon
maandag གཟའ་ཟླ་བ་ gza' zla ba Sa dawa Maan
dinsdag གཟའ་མིག་དབར་ gza' mig dmar Sa migmar Mars
woensdag གཟའ་ལྷག་པ་ gza' lhak pa Sa lhakpa Mercurius
donderdag གཟའ་ཕུར་པུ་ gza' phur bu Sa phurbu Jupiter
vrijdag གཟའ་པ་སངས་ gza' pa sangs Sa pasang Venus
zaterdag གཟའ་སྤེན་པ་ gza' spen pa Sa pemba Saturnus

De namen Nyima, „Zon”, Dawa, „Maan”, Lhakpa, „Mercurius” en Pasang, „Venus” worden vak gegeven aan kinderen die respectievelijk op een zondag, maandag, woensdag of vrijdag geboren werden.|

Weblinks

rel=nofollow
rel=nofollow