Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hindoeïsme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Godsdienstfilosofie
Het goddelijke
Religies
Themata en concepten
Stromingen
Godsdienstfilosofen
Werken

hindoeïsme is een dharmische religie, een groep van religieuze opvattingen en praktijken, of een groep van religieuze tradities, die zijn oorsprong heeft of hebben op het Indische subcontinent.

Naam

Hindoeïsme dankt zijn naam aan de Perzische uitspraak van het volk dat aan de rivier Sindu van de Indusvallei woonde zo'n 3000 tot 4000 jaar geleden. De benaming is afgeleid van het Perzisch woord hindoe, dat "rivier" betekent. Sindu is Hindoe geworden doordat de letter S klank van het Perzische alfabet van toentertijd werd gearticuleerd naar H.

De oude Grieken noemden de Indus valei, omgeving van Sindu, Indos. Later na de verovering door Alexander de Grote werd het land aan het oosten van de Indusvallei door de Macedonïers India genoemd en de bevolking Indiërs. Door de historici van Griekse komaf die over Alexander de Grote schreven, werd de Arabische uitspraak gehanteerd wat Al-Hind was voor het volk aan de Sindu. Tijdens de Mogoeloverheersing werd het gebied Hindoestan en de bevolking Hindoe genoemd. In de Sanskrietliteratuur zijn er geen verwijzingen die het woord Hindoe verklaren, wel Sindu. Hindi en Sanskrit: सिन्धु ; Perzisch: حندو.

Vanaf de 19e eeuw is Hindoeïsme de verzamelnaam die wordt gegeven aan alle godsdiensten van Indiase oorsprong die verhalen over de Sanatandharma, de Vedas en andere historische sanskriet geloofsgeschriften.

Hindoeïsme in de wereld

Van de 1 miljard tellende bevolking van India wordt ruim 80% gerekend tot hindoe. In de rest van de wereld leven nog bijna 50 miljoen hindoes. Al vertonen hun religieuze handelingen grote overeenkomsten, toch is geen enkele omschrijving van het begrip 'hindoeïsme' voor alle hindoes van toepassing. Zo verschilt de plattelandsgodsdienst grondig van de meer filosofisch onderbouwde godsdienstbeoefening. Het hindoeïsme is de oudste nog levende religieuze "godsdienst" ter wereld; er zijn verscheidene heilige geschriften, die niet nauwkeurig gedateerd kunnen worden, wanneer die op schrift zijn gezet en waar al van meerdere geen auteur van bekend is. Er is geen sprake van een enkele hoofdstichter, zoals een profeet. Door de tijd heen zijn Arische en Dravidische elementen versmolten. Het Jaïnisme en het Boeddhisme worden door hindoes wel beschouwd als stromingen van het hindoeïsme. Boeddha heeft zelfs de status van negende incarnatie van Vishnu verworven. Een bij hindoes bekende metafoor is die van het hindoeïsme als stam van een boom, waar alle andere godsdiensten als bladeren aan groeien. Dit verklaart zowel hun tolerantie ten aanzien van andersdenkenden als hun vaak heftige afwijzing van proselitisme.

Volgens de Arische invasietheorie vielen mensen uit Centraal-Azië, Ariërs genoemd, vanaf circa 1500 v.Chr. Noordwest-India binnen. Zij brachten hun eigen vedische religie mee en hun religieuze praktijken vermengden zich met die van de mensen uit de Indusvallei. Zo zouden de Veda's voor veel hindoes de meest gezaghebbende geschriften, ten dele door hen geschreven zijn buiten India. De theorie wordt sinds enige tijd betwist en er bestaan tegenwoordig ook andere theorieën over het ontstaan en de oorsprong van de religies van India. Hoe dan ook, de godsdiensten van het hindoeïsme gaan zonder twijfel het verst terug in de tijd van alle religies met een heilig schrift.

Buiten India bevinden zich grote hindoegemeenschappen in Nepal (22 mln), Bangladesh (16 mln), Sri Lanka (3 mln) en Bali (3 mln). Kleinere hindoegemeenschappen komen voor in Groot-Brittannië (1 mln), Noord-Amerika (1 mln), het Midden-Oosten (725.000), Mauritius (600.000), (Zuid-)Afrika (500.000), Rusland (500.000), Fiji (300.000), Nederland (200.000), Zuidoost-Azië en het Caraïbisch gebied. Nadat Nepal in 2006 tot seculiere staat werd uitgeroepen, heeft geen enkel land ter wereld meer het hindoeïsme als staatsgodsdienst.

Symbolen

Er komen tal van symbolen voor in hindoekunst. Elk symbool heeft een speciale betekenis.

  • De swastika is een eeuwenoud universeel symbool met een diep spirituele betekenis van voorspoed en geluk; in India is het een vanzelfsprekend element van het straatbeeld, vooral op tempels en vrachtwagens.
  • Ohm staat voor perfectie (zie het heilige geluid hieronder).
  • De lotusbloem is een symbool voor Vishnu.
  • Het Shri-symbool is een teken van welvaart en welzijn.
  • Het heilige geluid. Dit is het geluid ‘Ohm’. Hindoes geloven dat het een symbool is van geestelijke volmaaktheid en dat dit geluid aan de vorming van het universum vooraf ging. Het wordt uitgesproken aan het begin van gebeden, zegeningen, ceremonies en lezingen uit de heilige boeken en wordt ook wel eens gebruikt tijdens meditatie.

God/goden en filosofie

Binnen het hindoeïsme bestaan veel verschillende stromingen. Er zijn hindoes die monotheïstisch zijn, hindoes die polytheïstisch zijn en hindoes die monistisch zijn. De monotheïsten zien elke 'god' als facet van de ene God. De monisten geloven dat God en de ziel één zijn.

Er zijn diverse filosofieën te vinden binnen het hindoeïsme. Zo vallen te onderscheiden:

  • Aprapattivada: afwijzing van filosofische speculatie door Heer Shiva. Geen ondersteuning van viprapattivada, noch van prapattivada.
  • Samkhya : oudste filosofie van Maharshi Kapila vlak voor de komst van Krishna; God is Janya Ishvara, maar Prakrti (Uitvoerend Principe) bestuurt de schepping; Purusha (Bewustzijn) is slechts de katalysator (passief); de vele individuele purusha's zijn geen reflectie van de Kosmische Purusha (dualisme).
  • Prapattivada: onuitgesproken, maar gesteund door de acties en het gedrag van Heer Krishna en te vinden in de veel latere Bhagavata Shastra; prapatti betekent volledige overgave aan de Kosmische wil, zoals gevonden in het Vaishnavisme.
  • Viprapattivada: tegenovergestelde these van prapattivada.
  • Vishuddha Advaetavada (non-dualisme) of Uttara Miimamsa Darshana: van Vadarayana Vyasa (lang na Krishna) en later verder ontwikkeld door Shankaracharya met zijn Mayavada (90%): alleen Brahma is werkelijkheid; de schepping (jagat) is vals of illusionair; alle jiiva's (microcosmossen) zijn Brahma; het lijkt of dingen gebeuren, maar in werkelijkheid is dit alles (het spel van) Maya. De Shunyavada (de ultieme werkelijkheid is leegte) van het boeddhisme lijkt hier wel wat op.
  • Vishishtadvaetavada: de wereld is niet gelijk aan Maya en Parama Purusha is het centrum van het universum. Mahavishnuvada: Godheid Mahavishnu zit in het centrum van en bestuurt de Kosmos; de jiivas zijn Zijn "vonk-uitdrukkingen", als vonken komen zij uit Hem voort, maar de vonken keren niet terug naar hun oorsprong.
  • Dvaetavada (dualisme): er zijn jiiva's (microkosmossen) en er is een Hoogste Controlerende Kern (Macrokosmos); jiiva's kunnen alleen door devotie richting Macrokosmos gaan (niet door daden of kennis); hoe dichter bij die Kern, hoe meer de jiiva daar op gaat lijken (radha gaat op Krishna lijken); daden of kennis dienen slechts om de devotie groter te maken, maar de jiiva blijft altijd gescheiden van Parama Purusha (Krishna).
  • Dvaetadvaetavada (dualistisch non-dualisme): door sadhana komt de aanvankelijk gescheiden jiiva zo dicht bij Parama Purusha dat hij er in opgaat als suiker in water; de wereld is een relatieve werkelijkheid die niet ontkend kan worden; onduidelijk blijft waar de jiiva's vandaan komen.
  • Advaetadvaetadvaetavada (non-dualistisch dualistisch non-dualisme): zelfde als Dvaetadvaetavada maar de jiiva's (individuen) komen nu ook voort uit Parama Purusha (Kosmisch Bewustzijn).

Schepper God in het hindoeïsme

De meeste hindoes geloven in de absolute eenheid van een transcendente en immanente God, het oneindige Kosmische Bewustzijn (Parama Purusha), die de schepper is van het universum en waar alle wezens ten innigste mee verbonden zijn. De meeste hindoes geloven ook dat God op bepaalde momenten in de geschiedenis in een menselijke vorm (Ishvara) kan verschijnen. Een deel van de hindoes (vooral vaishnavieten en smartisten) gelooft zelfs dat God in een persoonlijk lichaam kan incarneren (avatarisme). Sommige van die (al of niet mythische) goddelijke persoonlijkheden werden in de loop der tijden geassocieerd met bepaalde deelaspecten van de ene ondeelbare God (Brahman) en werden verwerkt in de mythologieën en spirituele filosofieën van het hindoeïsme.

De meeste Hindoes vereren maar één God, zoals de shaivieten (Shiva) en de vaishnavieten (Vishnu), die geloven dat andere goden doordrongen zijn van die Ene God. De shaktisten geloven dat je via de verering van de Moedergod Devi tot het oneindige aspect van God (Shiva) kunt komen en de smartisten geloven dat diverse goden de verschillende aspecten van de Ene God vertegenwoordigen en dat derhalve iedere god afzonderlijk verering verdient. Ook de smartisten en shaktisten geloven echter dat er maar één absolute, Hoogste God is.

Enkele van de belangrijkste aspecten van God maken deel uit van de hindoeïstische Drie-eenheid: Brahma (God als Schepper), Vishnu (God als Onderhouder), Shiva (God als Transformerende Entiteit). De meeste Hindoes zijn in feite panentheïsten of monistische theïsten.

Lijst van goden

Een aantal van de bekendste goden zijn:

Brahma

Brahma vertegenwoordigt het genererende of scheppende aspect van G-O-D in de drie-eenheid Generator (Schepper)/Onderhouder/Destructor (Vernietiger). Het onderhoudende aspect van God wordt vertegenwoordigd door Vishnu en het vernietigende aspect door Maheshvara (Shiva). Hindoegoden en –godinnen worden vaak afgebeeld of gebeeldhouwd met verscheidene hoofden of armen om hun speciale kwaliteiten te laten zien. Zo wil een Brahma met vier gezichten tonen dat Brahma regeert over de vier windrichtingen. Brahma wordt ook afgebeeld met vier armen, waarin hij de heilige boeken, de rozenkrans en de veldfles water van een heilige man vasthoudt. Brahma is de schepper van het heelal en god van de wijsheid. Zijn vrouw Saraswati is de godin van de kunst, muziek en literatuur. Ze staat meestal afgebeeld met een boek en een vina, een soort muziekinstrument, in haar handen.

Vishnu

Vishnu is het onderhoudende (beschermende) aspect van God en doordringt alles in dit universum. Hij wordt verbeeld als rijdend op een adelaar, Garuda, met zijn vrouw Lakshmi, de godin van schoonheid en geluk. Vishnu wordt afgebeeld met vier armen, waarin hij een trompetschelp, een lotusbloem, een discus en een knuppel vasthoudt.

Avatara's: Volgens de hindoes die in avatara's (incarnaties van God) geloven, komt Vishnu tien keer op aarde, in tien vormen of avatara's, om de wereld te redden. Negen avatara's hebben al plaatsgevonden, de tiende moet nog komen:

  1. Matsya, de vis
  2. Kurma, de schildpad
  3. Varaha, het everzwijn
  4. Narasimha, de man-leeuw
  5. Vamana, de dwerg
  6. Parasurama, de krijger
  7. Rama, de ideale man
  8. Krishna, de blauwe god
  9. Boeddha
  10. Kalki, de ruiter op het witte paard, die nog moet komen

Shiva

Shiva vertegenwoordigt het transmuterende of vernietigende aspect van God. Alles in de schepping bestaat maar tijdelijk en zal vroeg of laat getransmuteerd of vernietigd worden. Shiva wordt vaak afgebeeld met acht armen, een drietand (trishul), een cobra (naga) en als rijdier een stier (Nandi). Op afbeeldingen en als beeld staat Shiva tevens dikwijls dansend afgebeeld. Deze zogenaamde tandava dans wordt wel gezien als de uitbeelding van de energie die door het universum stroomt en die dag en nacht, de seizoenen, geboorte en dood veroorzaakt. Als Shiva danst, vertrapt hij als het ware de dwerg van onwetendheid. Ook wordt hij gezien als 'Koning van yoga' (Yogeshwar) en wordt dan ook vaak in yogahouding afgebeeld. De verering vindt vaak plaats door een Shiva-'linga', een fallus-symbool. Zijn vrouw is Parvati.

In de tantra wordt Hij gezien als de eerste grote Goeroe in de geschiedenis van de mensheid. Hij leefde ongeveer 5000 jaar v.Chr.. De tandava-dans onderwees Hij als onderdeel van de spirituele oefeningen aan zijn volgelingen.


Krishna

Krishna wordt wel de God van de bhakti of devotie genoemd. Maar Hij is tevens de koning die aan de zijde van Arjuna de strijd aanvoerde in de Mahabharata oorlog. Ook Krishna wordt wel gezien als een grote historische Goeroe die geassocieerd wordt met Yoga. Zijn leringen rond dit thema in de dialogen met Arjuna vonden hun neerslag in de populaire Bhagavad gita (Lied van God), een onderdeel van het Mahabharata epos. Mahabharata betekent Groot India en de door Krishna geleide campagne was dan ook bedoeld om India te verenigen. Je ziet Krishna vaak uitgebeeld in Zijn jongere jaren met Zijn magische fluit (als de toegankelijke, zoete Vraja Krishna van Vrindavan zoals in de Srimad bhagavatam), maar ook wel als de taaie koning (minder toegankelijke) Parthasarathi Krishna op het slagveld in een strijdwagen aan de zijde van Arjuna (zoals in de Mahabharata). De echtgenote van Krishna in de Mahabharata heet Satyabhama (Mahalakshmii). In de Srimad bhagavatam wordt hij geassocieerd met Radha. Krishna is de achtste incarnatie van Vishnu.

Rama

Rama is de held van het prachtige heldenepos de Ramayana, dat het verhaal vertelt van zijn overwinning op de boosaardige koning Ravana. Rama wordt aanbeden als de ideale mens: dapper, knap, trouw en vriendelijk. Hij is een grote held, een goede echtgenoot en een rechtvaardige koning. De apengod Hanuman, die Rama helpt om Ravana te verslaan, wordt zelf ook als een god vereerd. Rama is de zevende incarnatie van Vishnu.

Durga

Durga wordt gezien als één van de vormen van Devi (de Godin). Ze belichaamt het centrum van de kracht (Shakti), waarmee het universum is gecreëerd. Ze wordt vaak afgebeeld met veel armen met wapens en rijdend op een tijger. Hiermee zou zij vele demonen verslagen hebben.

Ganesha

Ganesha, de god met het "olifantenhoofd", neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers. Hindoes bidden tot Ganesha voor ze aan iets nieuws beginnen, zoals een nieuwe baan of wanneer ze verhuizen. Ganesha wordt wel gezien als de zoon van Shiva en Parvati. Hij rijdt op een muis. Hij werd geboren uit Parvati, zonder dat Parvati dit had verteld aan Shiva, de vader van het kind. Shiva wilde toen Parvati's kamer betreden waarop Ganesha aan hem meldde dat dit niet mocht. Parvati had hem de opdracht gegeven dat niemand haar kamer mocht betreden. Er ontstond een discussie, die Shiva enerzijds boos maakte en anderzijds kon hij wel waarderen dat een kind zo trouw is aan zijn moeder. Nadat Shiva boos weg was gegaan had hij zijn trouwe volgelingen waaronder Nandi gestuurd om Ganesha te verwijderen. Zij kwamen echter terug van een pak slaag. Shiva ging er toen naar toe en ging toen in gevecht met Ganesha. Dit gedonder en weerklank tussen deze twee goden ging heer Brahma en Vishnu niet ongemerkt. Zij kwamen toen eraan en maande dat zij ophielde en elkaar vergaven. Dit ging echter niet waarop Shiva Ganesha onthoofdde, gedurende dit proces riep hij om zijn moeder Parvati. Shiva ging weer naar zijn plek om verder te mediteren. Mata Parvati kwam snel aangerend en zag haar zoon onthoofd. Ze werd hierdoor furieus en vroeg aan heer Brahma en Vishnu wie dit had gedaan. De negen devi's verschenen toen uit haar waaronder Kali. Zij kreeg de opdracht alles te vernietigen. Immers als haar zoon niet zou leven zou niets het overleven!

Brahma en Vishnu haastten zich naar heer Shiva en vroegen aan hem snel wat te doen. Hierop antwoordde hij dat dit alles het spel (lila) van Shri Maha Ganesha was. En dat Ganesha zelf niet overleden was, maar slechts onbewust. Hij vroeg Shri Vishnu naar het noorden te gaan en het hoofd van de eerste wezen die hij tegen zou komen terug te nemen. Shri Vishnu kwam als eerste een olifant tegen. Het rijdier van Indra die uit de hemel was vervloekt omdat hij boos was geworden om de belediging dat hij een 'wild dier' zou zijn.

De olifant vond het een eer om zo het hoofd te worden van Ganesha en Shri Vishnu onthoofdde hem met de Chakra waarop de olifant bevrijd werd van zijn vloek. Het hoofd ging naar Ganesha. Zodoende heeft Ganesha in de lila van Maha Ganesha zijn olifantenhoofd gekregen.

Een ander verhaal is dit:

Parvati ging baden en Shiva stond er op wacht, Parvati had hem opgedragen iedereen die langskwam te onthoofden. Even later kwam Ganesha langs. Shiva wist niet dat Ganesha de zoon van Parvati was, dus Shiva onthoofde hem. Zodra Parvati weer terugkwam was ze furieus, hoe durfde Shiva haar zoon te onthoofden? Doordat Shiva niet wilde dat Parvati boos op hem was, gaf hij Shri Vishnu de opdracht om naar het noorden te gaan en het hoofd van de eerste wezen die hij tegen zou komen terug te nemen. Shri Vishnu kwam als eerste een olifant tegen. Daardoor kreeg Ganesha een olifantenhoofd.

Stromingen en nieuwe religieuze bewegingen

Zie ook: Lijst van religies.

Monniken en asceten in het hindoeïsme heten sadhus of sanyasi.

Feesten

Door de veelheid van goden en godinnen en hun verschijningsvormen, de grote regionale verschillen en het feit dat bepaalde feesten alleen binnen bepaalde kasten gevierd worden, is het moeilijk, zo niet onmogelijk, aan te geven wat de belangrijkste feesten zijn. Toch hier enkele voorbeelden:

  • Holi, uitbundig voorjaarsfeest, houdt verband met Vishnu.
  • Diwali of Lichtfeest, wordt wel door alle kasten gevierd op de donkerste nacht van het jaar (nieuwe maan van eind oktober/begin november).
  • Nawratam Puja, feest ter ere van de godin Durga. Nawratam betekent negen nachten

Eredienst vindt plaats in tempels of gewoon thuis. De meest gebruikelijke manieren van aanbidden zijn het zingen van gebeden of mantra's, het doen van offeringen of het gebruiken van beelden.

Het kastenstelsel

De hindoemaatschappij is traditioneel verdeeld in vier groepen, kasten (Hindi: jati) geheten. Het zijn de:

  • Brahmanen (priesters)
  • Kshatriya’s (edelen en soldaten)
  • Vaishya’s (kooplieden)
  • Sudra’s (dienaren)
  • (Paria's)' (onaanraakbaren of Dalits, deze is niet behorend tot het kastensysteem, maar is veeleer een persoon die de Veda's niet mogen en/of kunnen bestuderen)

Deze vier maatschappelijke lagen zijn niet per definitie permanent volgens de leer van Heer Caitany Mahaprabhu, voor iemand die erin is geboren. Al zal het diens latere beroep en partnerkeuze kunnen bepalen, men kan alsnog opstijgen naar een hogere spirituele positie alsmede naar een hogere sociale klasse al naar gelang van de zegeningen van de geestelijk leraar. De vier groepen vullen elkaar aan in de maatschappelijke belangen, maar er is toch een hiërarchie.

Deze hiërarchie vind z'n volmaaktheid in het 'varna-asrama' stelsel waarin deze vier maatschappelijke orden in zijn opgenomen. Ze bestaan echter uit acht namelijk de samenvoeging van de vier spirituele geldingen; 'brahmacari'; grihasta; vanaprasta; en sannyasa.'. Dit heeft als doelstelling om elk lid van die samenleving waar het varna-asrama stelsel wordt toegepast vanuit z'n eigen positie omhoog kan via spirituele gewaarwording naar spirituele perfectie. Wanneer een sudra een dienaar een sannyasa dient en een grihasta een vanaprasta, dan wordt de sudra als meer gevorderd beschouwd. Niet omdat hij trotser is geworden, maar omdat een Sannyasi dienen van een ander niveau is. De sannyasi wordt dan ook als de meest gevorderd erkend vanwege de zegeningen van zijn geestelijk leraar, die zelf een sannyasi is. Sannyasin nemen betekent in feite de rug toe keren naar de materiële natuur. Zodoende wordt de sannyasi in staat gesteld mits een bevoegd geestelijk leraar aangesloten bij een geestelijke erfopvolging de overige geestelijke en maatschappelijk geldingen te bevrijden van het materiële bestaan. In vroegere tijden waar de koningen nog de scepter zwaaiden waren er zeer voldane en vertrouwelijke relaties met de brahmana's, die de koningen van goddelijke adviezen voorzagen in overeenstemming met de heilige schriften. De brahmana ontvangt zijn positie door de Veda's te bestuderen onder leiding van een guru, die tevens een sannyasi behoort te zijn en naar schriftelijke believen, de menselijke samenleving poogt te dienen. Hedendaags is een van de religieuze stromen die deze vorm van kultuur vorm geeft terug te vinden in bij bijvoorbeeld de Hare krsna gemeenschap. Mocht een van de maaschappelijke of spirituele geldingen in contact komen met een bonifide sannyasi of geestelijk leraar, dan kan elk van individueel het allerhoogste peil van eeuwige zelfrealisatie bereiken en zo terugkeren terug naar huis terug naar God.

De paria's, onaanraakbaren, of Dalits vallen eigenlijk buiten het kastensysteem. Zij staan onderaan de maatschappelijke ladder, hebben het vuilste en hardste leven en krijgen de minste waardering. De groepen leven permanent gescheiden van hogere kasten en (lichamelijk)contact met mensen uit hogere klassen is uit den boze. Ook binnen de 'outcasts' bestaat er een hiërarchie, gebaseerd op de religie. Hierin staan de Hindoes bovenaan, gevolgd door Moslims en Christenen. Het geloof in de karma werd bij de instandhouding van het kastesysteem 'misbruik' door de hogere klassen; het was volgens de oude geschriften ieders eigen schuld waar hij of zij uitkwam door het principe van karma.

Hoewel het kastensysteem in de vorige eeuw officieel is afgeschaft in India, wordt het in de praktijk nog vaak toegepast. De verschillende groepen blijven gescheiden leven en de discriminatie blijft in stand. Hoewel de invloed van de kasten op iemands leven steeds minder wordt, blijven de regels toch behoorlijk strikt. Bij Hindoestanen in Suriname en in Nederland speelt het kastenstelsel een veel kleinere rol dan bij hindoes in India.

Er zijn nieuwe stromingen die het kastenstelsel verwerpen of ouderen die het nooit gekend hebben. De zwakke sociale positie van personen uit de lagere kasten leidt in India vaak tot spanningen en onrust.

Vegetarisch eten

Hindoes hebben respect voor alles wat leeft. Veel hindoes zijn vegetariër, omdat ze geen dieren willen doden om te eten, maar ook omdat ze hun geest "zuiver" (sattvisch) willen houden. Een typisch Indiase maaltijd bestaat uit verschillende kruidige groentegerechten met dahl (peulvruchtensaus) en chapati's (platte volkoren koekenpan-broodjes) of rijst, gegeten uit bananenbladeren of van grote metalen dienbladen. Veel hindoes eten met hun vingers en gebruiken daarvoor alleen hun rechterhand. Ze drinken water, zoete thee of een verkoelende yoghurtdrank die lassi heet en die zoet of zout bereid kan zijn.

Tempels

Hindoes houden hun erediensten in gebouwen, die ze mandir of tempels noemen. Overal in India staan tempels en ook in andere plaatsen waar hindoes zich hebben gevestigd zijn tempels gebouwd. Deze tempels zijn meestal opgedragen aan een bepaalde god, godin of heilige man. Ze worden gezien als het aardse huis van de godheid wiens aanwezigheid wordt getoond door een afbeelding of een beeld in het binnenste, heiligste deel van het tempelgebouw. Veel hindoes vereren hun goden ook thuis, in een bepaalde kamer of een deel van een kamer. Er bestaan geen vastomlijnde regels voor het eren van de goden. Sommige mensen gaan elke dag naar de tempel; anderen komen alleen op speciale dagen, zoals feestdagen naar de tempel. Weer anderen kennen geen tempels maar gaan regelmatig naar groepsmeditaties in speciale meditatiecentra (jagrti's).

Tempelbel

Hindoetempels zijn luidruchtige, levendige plaatsen gevuld met geluiden van mensen die bidden, zingen en op zangerige toon voorlezen uit de heilige geschriften. Gelovigen trekken aan de tempelbel als ze de tempel betreden en als ze weer weggaan.

Nog meer tempels

De enige tempel in India die is gewijd aan Brahma staat in de stad Pushkar in Rajasthan, het westen van India. Bij de ingang staat een gans, Brahma’s persoonlijke dier, waarvan gezegd wordt dat hij deze plek voor de tempel heeft uitgekozen.

Een groep prachtige stenen tempels staat langs de kust bij Mahabalipuram in Zuid-India. Ze werden gebouwd in de 7e eeuw. De stad is nog altijd beroemd om de bedrevenheid van haar beeld- en steenhouwers.

Geschriften

Er zijn veel verschillende geschriften die voor hindoes belangrijk zijn. De Veda's hebben het meeste aanzien, maar worden slechts door weinigen gelezen. De verhalen, zoals de Ramayana en de Mahabharata, worden veel meer gelezen. De meeste geschriften zijn in de loop der tijd aangepast. De datering is moeilijk en veel data worden nog steeds aangepast. Alle geschriften zijn geschreven in het Sanskriet.

Veda's

De Veda's zijn de oudste religieuze geschriften ter wereld. Er staan geen wetten of regels in, maar hoofdzakelijk zaken m.b.t. God. Tevens worden zaken als filosofie,astrologie, wiskunde, geneeskunde, het universum, de natuur en de juiste levenswijze vermeldt. De Veda's zijn 6000-8000 jaar oud.

Bhagavad gita

De Bhagavad gita is een dialoog tussen Krishna en prins Arjuna voor aanvang van een grote strijd. Het gaat vooral over het vinden van God en het juiste handelen. Het is onderdeel van de Mahabharata.

Upanishads

Er zijn meer dan 100 Upanishads die verschillende onderwerpen behandelen. De eerste Upanishads werden geschreven ver voor 1000 v.Chr. maar tot 1500 n.C. kwamen er nieuwe bij. Belangrijke onderwerpen zijn de ziel en de relatie daarvan met God

Ramayana

De Ramayana vertelt het verhaal van de kroonprins Rama en zijn vrouw Sita. Rama wordt verbannen en dwaalt samen met Sita een tijd rond in het bos. Na de ontvoering van Sita maakt Rama een einde aan het bewind van de slechte koning Ravana. Rama en Sita worden gezien als voorbeeldpersonen.

Mahabharata

De Mahabharata vertelt het verhaal over de strijd tussen de Pandava's en de Kaurava's. Het staat vol met verhalen over zelfopoffering en het juist handelen. Het is ongeveer 100.000 verzen lang.

Purana's

De Purana's zijn 'godenverhalen'. Ze bestaan uit verschillende verhalen over Vishnu, Shiva, Ganesha en anderen. De belangrijkste Purana is de Srimad bhagavatam die over Krishna gaat. De eerste Purana's worden gedateerd op 300 n.C.

Geneeskunst

Traditionele hindoegeneeskunst wordt Ayurveda genoemd, wat ‘de wetenschap van een lang leven’ betekent. Ayurveda wordt in India al duizenden jaren uitgeoefend.. De Ayurvedische geneeskunst die tegenwoordig wordt toegepast, is weinig veranderd sinds die tijd. Ayurvedische artsen worden vaidya’s genoemd. Ze geloven dat het menselijk lichaam beheerst wordt door drie basiskrachten: vayu (beweging), pitta (verbranding) en kapha (evenwicht). Een juiste balans van deze "trigunas" zorgt voor een goede gezondheid. Als je ziek wordt, komt dat doordat je van de ene guna meer hebt dan van een ander en dus richt de behandeling zich erop om het evenwicht te herstellen. Je kunt de juiste balans bereiken door (o.a.) de juiste voeding/voedingssupplementen, yoga/meditatie en reinigingskuren (panchakarma). De zorg voor een gezonde geest is even belangrijk als die voor een gezond lichaam.

Heilige planten

Tulsi is een soort kruid. Het is een heilige plant, verbonden met Vishnu, waarvan gezegd wordt dat deze grote geneeskracht bezit. Veel hindoes zetten tulsistruiken neer in huis om geluk te brengen en besteden veel aandacht aan de zorg voor de plant. Andere heilige planten zijn de bodhiboom (pipalbomen; Ficus religiosa) en Saraca asoca-bomen (’Ashoka tree’). Bladeren van de ashoka worden vaak naast de deur van het huis opgehangen.

Natuurlijke geneesmiddelen

De kruiden en specerijen die hierboven en rechts staan afgebeeld worden allemaal in de Ayurvedische geneeskunde gebruikt. Hieronder volgen enkele van hun geneeskrachtige eigenschappen:

  • Kardemom – goed voor hart en longen; verlicht de pijn
  • Kaneel – verwijdert gif uit het lichaam; goed voor de spijsvertering
  • Kruidnagel – olie van kruidnagels verzacht kiespijn en verkoudheden
  • Koriander – goed voor de spijsvertering en goed tegen huidproblemen
  • Knoflook – goed tegen reuma en oorproblemen
  • Gember – goed tegen hoofdpijn, keelpijn en verkoudheden
  • Honing – goed voor de ogen en Helpt wonden genezen.

Gezonde gewoonten

Hieronder staan Ayurvedische tips voor een gezonder, gelukkiger bestaan.

- Sta voor zonsopgang op
- Ga regelmatig naar het toilet
- Neem elke dag een bad
- Ontbijt voor acht uur ’s ochtends
- Was je handen voor en na het eten
- Poets je tanden na elke maaltijd
- Ga een kwartiertje wandelen na elke maaltijd
- Eet zwijgend en concentreer je op het eten
- Eet langzaam
- Masseer je tandvlees elke dag met je vingers
- Drink veel water
- Ga voor tien uur ’s avonds slapen

Heilige koeien

Waar je ook heen gaat in India, overal zie je koeien door de straten zwerven, een hindoe zal een koe nooit kwaad doen of doden, evenmin zal hij rundvlees eten. Dit vanwege de bijzondere aandacht, die het dier aan haar kalf besteedt. Veel hindoes herkennen ook een vrouwenfiguur (= moederfiguur) in de tekening op de kop van het dier.

De geboorte

Het hindoeïsme heeft zestien sanskara’s (rituelen) waaraan veel hindoes zich proberen te houden. Maar liefst elf van de zestien sanskara’s hebben met de geboorte te maken. De gebruiken verschillen per hindoe en hier wordt één bepaalde situatie omschreven.

De ouders moeten voordat ze een kind willen verwekken een priester raadplegen over het tijdstip waarop de bevruchting plaatsvindt. De hindoes geloven namelijk dat het kind dan een zo goed mogelijk karma krijgt.

Tijdens de zwangerschap van de aanstaande moeder dient zij allerlei heilige teksten voor te lezen, zodat de baby door hun gunstige invloed kan worden beschermd. Ook wordt tijdens de 8e maand van de zwangerschap rijst aan Vishnu geofferd zodat de krachten van Vishnu op het ongeboren kind kunnen worden overgedragen.

Tijdens de geboorte moet de vader van het kind de navelstreng doorknippen en vervolgens het kind aannemen.

Als het kind een naam gegeven wordt (dit gebeurt meestal op de tiende of twaalfde dag na de geboorte) moet eerst zeer nauwkeurig het tijdstip van de geboorte worden vastgesteld, zodat de priester kan zeggen welke lettergrepen de naam moet krijgen. De lettergrepen zijn namelijk verbonden met goden en natuurkrachten.

Tijdens de naamgeving komt de baby voor het eerst buiten. De baby wordt dan gewassen en in nieuwe kleren gestoken. De meeste hindoes brengen dan meestal ook nog een bezoek aan de plaatselijke tempel.

Als het kind een, drie, vijf of zeven maanden oud wordt, wordt bij hem of haar het hoofd kaalgeschoren. Ook wordt op deze dag het oorlelletje van de meisjes doorboord, om zo het eerste verschil tussen jongens en meisjes te tonen.

Voordat de dienst voor de geboorte afgelopen is, mag het kind door een telescoop naar de sterren kijken.

Het huwelijk

Bij hindoes zijn de ouders sterk betrokken bij de zoektocht naar een huwelijkspartner. De ouders van de bruid geven de bruidegom aan het begin van de ceremonie allerlei geschenken, om zo de bruidegom welkom te heten. Als de liederen ter inzegening zijn begonnen, staat haar vader haar officieel af. Vervolgens worden de rechterhanden vastgebonden aan elkaar en wordt het bruidspaar besprenkeld, om zo de vereniging te versterken. Nadat ze zeven passen hebben gedaan in noordoosterlijke richting (richting van de poolster), waarbij bij elke pas een gelofte wordt uitgesproken, is het paar officieel in de echt verbonden.

1. De eerste stap is de stap voor voedsel,
2. De tweede stap is de stap voor kracht,
3. De derde stap is de stap voor voorspoed,
4. De vierde stap is de stap voor geluk,
5. De vijfde stap is de stap voor kinderen,
6. De zesde stap is de stap voor het genieten van genoegens,
7. De laatste stap is de stap voor levenslange vriendschap.

Dood

Een van de 16 sanskara’s vindt plaats tijdens het overlijden van een persoon. Zoals bij alle gebruiken verschilt dit ook weer per hindoe. Hier wordt weer één bepaalde situatie omschreven. De zoon van de overledene moet dan een druppel van de rivier de Ganges in de mond van de stervende doen. (De oudste zoon moet dit doen in het geval van de vader die is overleden. De jongste zoon moet dit doen als de moeder is overleden.) Water staat namelijk symbool voor het leven, de vergankelijkheid en de oneindigheid. Als vervolgens ook de anderen de persoon water in de mond hebben gedaan, leest de priester de stervende voor en bidt met hem en zijn familie.

Omdat de hindoes geloven in een vergankelijk lichaam en een onsterfelijke ziel cremeren zij de doden zo snel mogelijk, omdat zij geloven dat de ziel zo snel mogelijk terug moet naar de oerbron. Nadat het lichaam in een doodskleed gewikkeld is, wordt het naar een crematorium gedragen, waar eerst enkele rituelen worden uitgevoerd en het waar het dan vervolgens gecremeerd wordt.

Voor de crematie legt de zoon van de overledene kleine stukjes brandend hout in de mond van de overledene waarbij de volgende woorden uitgesproken worden: “Dit stuk voedsel wordt aan u opgediend, o overledene. Moge dit u tot genoegen zijn en moge dit uw bevrijding van alle banden inhouden.” Tijdens het ontsteken van de brandstapel spreekt men gebeden uit de heilige teksten uit om de ziel vrede te schenken.

Na de crematie worden de as, bloemen en botten verzameld, om deze vervolgens in de rivier de Ganges te verstrooien.

Hindoeïsme in Nederland

De hindoeïstische gemeenschap in Nederland bestaat uit ca. 250.000 personen en is (dus) minder gevarieerd dan in India. De grootste groep hindoes in Nederland zijn de Hindoestaanse Surinamers die van Indiase oorsprong zijn. De Hindoestanen kunnen weer onderverdeeld worden in twee stromingen: Sanatana Dharma (75%) en Arya Samaj (25%).

De taal Sarnami Hindoestani is de moedertaal van circa 500.000 mensen die tijdens de gouden eeuw van de Britse Rijk van India naar Britse Kolonies en andere landen in Caraïbische gebied werden verplaatst.


Externe links

rel=nofollow