Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Lijst van valse vrienden
Valse vrienden zijn woorden die in hun vorm of klank op een woord uit een andere taal lijken, maar niet dezelfde betekenis hebben.
Dit kan zodanig zijn dat er bij de taalgebruiker verwarring ontstaat. Die verwarring uit zich in versprekingen, in vertaalfouten of in verkeerd begrijpen. Ze kan ook bewust gebruikt worden om een humoristisch effect te verkrijgen.
Hieronder een lijst van valse vrienden.
Nederlands en andere talen
Afrikaans
- aardig en parmantig
- hebben beide een negatieve betekenis.
- amper
- niet "nauwelijks" maar "bijna".
- applikasie
- niet alleen "applicatie" maar ook "sollicitatie" (anglicisme).
- bediener
- kan ook "server" betekenen.
- bees
- niet "beest" maar "koe".
- bloeiend
- zowel bloeiend als bloedend.
- bloot
- niet "naakt" maar "slechts" (vgl. Duits bloß).
- braai
- niet "braden" maar "barbecueën". Verwant hieraan is braaivleis (niet "braadvlees" maar "barbecuevlees").
- dadelik
- niet "straks" maar "onmiddellijk" (deze betekenis wordt soms ook in het Nederlands gebruikt).
- dam
- niet de "dam" van een stuwmeer, maar het meer zelf.
- deur
- niet alleen "deur" maar ook "door".
- die
- niet "die" maar "de" of "het".
- dié
- "die" of "dat".
- dis
- niet "dis(sen)" maar "dit is"
- dit
- niet "dit" maar "het" (persoonlijk voornaamwoord, 3e persoon enkelvoud, onzijdig)
- fok
- niet de stam van "fokken" maar een scheldwoord (van het Engelse fuck) of "neuken".
- fokken
- niet het werkwoord "fokken", maar een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord "fucking".
- gas
- niet alleen "gas" (meervoud is dan gasse), maar ook "gast" (meervoud is dan gaste).
- hê
- niet "hè" of "hé", maar "hebben".
- het
- niet "het" (lidwoord of persoonlijk voornaamwoord), maar tegenwoordige tijd van werkwoord "hê" (hebben) voor alle personen.
- hoof
- niet alleen hoofd van een mens of een paard, maar ook van andere dieren.
- hy
- slaat alleen op mannelijke personen en geëerbiedigde voorwerpen. Het Afrikaans kent geen grammaticaal geslacht.
- klaarkom
- "goed met iemand op kunnen schieten".
- kliënt
- kan ook "client" betekenis in de zin van communicatie(software) met een server.
- kombuis
- de "keuken", niet alleen op een schip, maar ook in huis of een restaurant (letterlijk en figuurlijk).
- kop
- niet alleen hoofd van een dier, maar ook van een mens.
- kophou
- niet "zijn kop houden", "zwijgen", maar "kalm blijven", "zich niet van de wijs laten brengen", "zijn kop erbij houden".
- lemoen
- niet "limoen" maar "sinaasappel".
- na
- niet "na" maar "naar" (ná is na).
- naai
- zelden "naald en draad hanteren", meestal "neuken".
- net
- niet "zojuist" maar "slechts".
- neuk
- niet "geslachtsgemeenschap hebben" maar
- Ek gaan jou neuk! - een klap verkopen
- Hou op om met die stoel te neuk en eet jou kos! - hou op met klieren met die stoel en eet je bord leeg
- Jy neuk al weer stroomop, knapie. - je gaat al weer de verkeerde kant op, joh.
- ons
- niet alleen "ons" (persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord), maar ook "wij".
- rekenaar
- niet iemand die iets uitrekent, maar "computer".
- seekoei
- niet "zeekoe" maar "nijlpaard".
- seun
- niet alleen "zoon", maar ook "makker", "kerel" (vergelijkbaar met "zeun").
- sig
- betekende vroeger "zich", nu verouderd, en wordt vervangen door "haar" of "hom".
- oor
- niet alleen "oor" maar ook "over".
- skarminkel
- niet "mager, verlopen" maar onbetrouwbaar, onguur persoon.
- stadig
- niet "statig" maar "langzaam" (verkorting van gestadig).
- sy
- niet alleen "zij" (persoonlijk voornaamwoord, 3e persoon enkelvoud, vrouwelijk, slaat alleen op vrouwen), maar ook bezittelijk voornaamwoord "zijn", bezitter is een man of een geëerbiedigd voorwerp.
- verloor
- niet "verloor" (stam verleden tijd van "verliezen"), en niet alleen "verloren", maar ook "verliezen" (ook infinitief en tegenwoordige tijd)
- verskoon
- niet "verschonen" als in "reinigen", maar als in "excuseren".
- vinnig
- niet "vinnig" maar "snel".
- varke
- niet "varken" maar "varkens" (enkelvoud: vark).
- voël
- niet de stam van "voelen" maar "vogel" (uitspraak: "voël").
- wees
- niet (alleen) "wees", maar (ook) "zijn" (werkwoord).
- woonbuurt
- niet plaats om te wonen, maar "township". Tegenwoordig wordt ook in het Afrikaans het Engelse woord "township" gebruikt.
Albanees
- banjë
- niet "banjo" maar "bad".
- dyzet
- niet "duizend" maar "veertig".
- emër
- niet "emmer" maar "naam".
- gjelbër
- niet "geel" maar "groen".
- hapje
- niet "hapje" maar "opening".
- jo
- niet "ja" maar "nee".
- kur
- niet "koer" maar "wanneer".
- letër
- niet "letter" maar "brief".
- mal
- niet "gek" maar "berg".
- mokër
- niet "mokerhamer" maar "molensteen".
- pjepër
- niet "peper" maar "meloen".
Arabisch
- rabbi
- niet een "rabbi" maar "mijn Heer" (doorgaans God).
Deens
|
|
Duits
|
|
Engels
|
|
- Notatie van getallen
Ook verschilt het gebruik van de leestekens "." en "," in getallen: in het Engels wordt de punt gebruikt als decimaalteken en de komma voor cijfergroepering. In het Nederlands zijn de functies omgekeerd.
Esperanto
- afrika
- niet "Afrika", maar "Afrikaans" (van of uit Afrika, niet de taal. De taal heet afrikansa).
- al
- niet "al" of "reeds", maar "naar" (voorzetsel).
- arbo
- niet "ARBO" (wetgeving) maar "boom".
- balo
- alleen (het) "bal" als dansgelegenheid, niet een rond voorwerp.
- bela
- niet "bel" maar "mooi".
- caro
- niet "kar" maar "tsaar". Alleen geschreven valse vriend, aangezien c in het Esperanto als [ts] klinkt.
- cent
- niet "cent" (als € 0,01) maar "honderd".
- de
- niet "de" maar "van", "door" (een voorzetsel).
- dek
- niet "dek" maar "tien".
- diri
- niet "dier" (woord is immers werkwoord) maar "zeggen".
- du
- niet "doe(n)" maar "twee".
- el
- niet "el" (zekere lentemaat) maar "uit".
- en
- niet "en" maar "in".
- esti
- niet "Ests" of "Estisch" (van Estland) maar "zijn" (werkwoord).
- fari
- niet "varen" maar "maken" of "doen".
- fremda
- alleen "vreemd" in betekenis van buitenlands.
- futo
- alleen "voet" in betekenis van lengte, ongeveer 30 cm.
- futbalo
- niet "(de) voetbal" (rond voorwerp) maar "(het) voetbal(spel)"
- gaja
- niet "gay" maar "blij". "Geja" betekent wel "gay", dus homoseksueel.
- ge-
- drukt niet een verzameling uit (zoals in gebergte, geboefte, gebroeders, gezusters, etc.) maar geeft aan minstens één man en minstens één vrouw er deel van uitmaakt: gesinjoroj = dames en heren, geamikoj = vrienden (en vriendinnen) (zowel mannen als vrouwen), gefratoj (broer(s) en zus(sen)).
- generalo
- niet "generaal" (bnw), maar "generaal" (zelfstandig naamwoord).
- ĝenerala
- niet "generaal" (zelfstandig naamwoord), maar "generaal" of "algemeen" als bnw.
- haroj/hararo
- niet "haar" (bezvnw of persvnw), maar "haar"/"haren" (zelfstandig naamwoord)
- homo
- niet "homo" (homoseksueel) maar "mens".
- horo
- niet "hoor" of "horen" maar "uur" (zowel tijdsduur als tijdstip).
- italo
- niet "italo" (muziekgenre) maar "Italiaan".
- ja
- niet "ja" om een vraag te bevestigen, maar "immers".
- jam
- niet "jam" (confiture) maar "al" of "reeds".
- kaco
- niet "kaatsen" maar "lul".
- kolera
- niet "cholera" maar "boos".
- koro
- niet "koor" maar "hart".
- Kubo
- niet "kubus" maar "Cuba".
- kuri
- niet "koeren" maar "rennen".
- la
- niet "la(de)", maar "de" of "het" (lidwoord).
- lango
- niet "lang", maar "tong" (lichaamsdeel).
- leki
- niet "lekken", maar "likken".
- lerni
- uitsluitend lesnemen, in de betekenis van studeren (vergelijk Engels learn en Duits lernen).
- letero
- niet "letter" maar "brief".
- liki
- niet "likken" maar "lekken".
- litero
- niet "liter" maar "letter".
- longa
- niet "long" (lichaamsdeel), maar "lang".
- lupo
- niet "loep" maar "wolf".
- mal-
- niet "mal" (gek of dwaas of vorm), maar voorvoegsel dat tegenstelling uitdrukt.
- mamo
- niet "mamma" maar "borst" (van een vrouw).
- mano
- niet "maan" of "manus" maar "hand".
- maro
- niet "maar", maar "meer" (water).
- mil
- niet "mille" (€ 1.000,-) maar "duizend".
- milono
- niet "miljoen", maar 1/1000. "Miljoen" is "miliono".
- naŭ
- niet "nou" maar "negen".
- nu
- uitsluitend een tussenwerspel: (wel)nu!
- pano
- niet "pan" maar "brood".
- papo
- niet "pappa" maar "paus".
- peno
- niet "peen" of "pijn" maar "moeite".
- pico
- niet "pica" (eetstoornis) maar "pizza". Alleen geschreven vale vriend.
- piĉo
- niet "pica" (geschreven valse vriend) of "pizza" (uitgesproken valse vriend), maar "kut".
- post
- niet "post" maar "na".
- pupo
- niet "poep" maar "pop".
- riĉa
- alleen "rijk" als bijvoeglijk naamwoord.
- roko
- niet "rok" maar "rots" of "rock" (muziekgenre).
- roma
- niet "Roma" (zigeuners) maar "Romeins" in betekenis van "van, uit Rome".
- Romo
- niet "room" maar "Rome".
- ruza
- niet "Rus" maar "sluw".
- sabato
- niet alleen "sabbat" maar ook "zaterdag". Niet-joodse Esperantisten gebruiken dit woord ook.
- sama
- niet "samen" maar "(de/het)zelfde".
- sed
- niet "zet", "zetten" of "setting", maar "maar" (voegwoord).
- servo
- niet "Serviër" maar "dienst".
- stato
- alleen "staat" (toestand) of "status".
- sub
- niet "soep" maar "onder". Verwarring ontstaat als "sub" uitgesproken wordt als [soep] i.p.v. [soeb].
- super
- niet "super" (zeer goed) maar "boven" (vaak letterlijk).
- ŝtato
- alleen "staat" in betekenis van land (let op de ^ boven de s!).
- trans
- niet een afkorting van "transseksueel" maar "aan de andere kant van".
- unu
- alleen "één" als telwoord, niet als lidwoord.
- verki
- niet "werken" maar "door schrijven iets scheppen, bijv. een boek, een artikel".
- vorto
- niet "worden" of "wording" maar "woord".
Estisch
|
|
Fins
- dokumentti
- niet "document" maar "documentaire".
- he
- niet "hij" maar "zij" (meervoud).
- kastike
- niet afschrift bij de supermarkt (kasticket, Vl.) maar saus
- kudos
- niet "kudos/waardering" maar "weefsel".
- me
- niet "mij" maar "wij".
- oven
- niet "oven" maar "deur" (genitief of accusatief).
- ruis
- niet "ruis" maar "rogge".
- viina
- niet "wijn" maar "vloeistof".
Frans
|
|
Fries
- besykje
- niet "bezoeken" maar "proberen".
- brea
- niet "brood" (vgl. Engels "bread") maar "roggebrood".
- bil
- niet alleen "bil" maar ook "dij".
- del
- niet "slons" maar "(naar) beneden".
- dyk
- niet alleen "dijk" maar ook "weg"
- fier
- niet "trots" maar "ver".
- grûn
- niet "groen" maar "grond".
- hier
- niet "hier" maar "haar" (zelfstandig naamwoord).
- hoeden
- niet "hoofddeksels" maar "voorzichtig" (behoedzaam).
- jaar
- niet "jaar" maar "uier".
- kij
- niet "kei" maar "koeien".
- mich
- geen "mug" maar "vlieg".
- neef
- niet alleen "zoon van je zus/broer/oom/tante" maar ook "mug"
- net
- niet "ternauwernood" maar "niet".
- panne
- niet "kookgerei" maar "eetbord".
- plak
- niet "plak" maar "plek".
- selskip
- niet "zeilschip" maar "gezelschap".
- sletten
- niet "hoeren" maar "gesloten" en ook "sloten", het meervoud van sloot.
- slim
- niet "intelligent" maar "erg".
- stikken
- niet "stikken" maar "kapot".
- streekrjocht
- niet "streek(ge)recht" maar "rechtstreeks".
- wei
- niet "weide" maar "weg".
- wiet
- niet "cannabisbloem" maar "nat".
Nieuwgrieks
- nai
- uitgesproken als nè: niet "nee" maar "ja".
- ochi
- niet "ach ja", maar "nee".
- stoma
- niet "stoma" maar "mond".
Hebreeuws
- keen
- niet "geen" maar "ja".
- regel
- niet "regel" maar "been" of "voet".
Hindi
- teen, tiin (fonetisch)
- niet "10" maar "3".
Hongaars
- bor
- niet "bier" maar "wijn"
- orr
- niet "oor" maar "neus"
IJslands
- fullur
- niet "vol" maar "dronken".
- kaka
- niet "uitwerpselen" maar "cake".
- kind
- niet "kind" maar "schaap".
- strax
- niet "straks" maar "onmiddellijk".
- svangur
- niet "zwanger" maar "hongerig".
- vin
- niet alleen "wijn" maar ook "sterkedrank".
Indonesisch
- air
- niet "arrogante houding", "aura" of "lucht" maar "water".
- ampir of hampir
- niet "amper" maar "bijna".
- dan
- niet "dan" maar "en".
- es
- niet "een soort loofboom" maar "ijs".
- hal
- niet "ruimte" maar "feit".
- jus
- niet een soort saus maar "sap".
- kadar
- niet "kader" maar "norm", "waarde", "gehalte".
- koper
- niet "iemand die koopt" of het metaal, maar "koffer".
- koran
- niet alleen het heilige boek voor moslims maar (zeker zonder hoofdletter): "krant".
- mobil
- niet een 'mobieltje' maar een automobiel.
- pak
- niet alleen "pak" maar ook "vader" of "meneer".
- sop
- niet bijvoorbeeld "afwaswater" maar "soep".
- tong
- niet lichaamsdeel maar "vat" (ton).
Italiaans
- caldo
- niet "koud" maar "heet".
- scampi
- geen zoetwaterreuzengarnaal (Macrobrachium rosenbergii) of andere grote garnaal maar Noorse kreeften (Nephrops norvegicus)
- snello
- niet "snel"' maar "slank"
Japans
- rampu
- niet "ramp" maar "lamp".
Latijn
(Geldig voor het Klassiek Latijn)
- anus
- niet alleen "aars" maar ook "ring" en "oude vrouw".
- bolus
- niet "gebak" of "drol" maar "worp met dobbelstenen".
- canis
- niet "smoel" maar "hond".
- coma
- niet "langdurige bewusteloosheid" maar "haar".
- conditio
- niet "voorwaarde" (condicio) of "gesteldheid" maar "het kruiden of inmaken van eten".
- crapula
- niet "geboefte" maar "kater (van drank)".
- crocus
- niet "krokus" maar "saffraan" (wordt gewonnen uit saffraankrokus).
- cultus en cultura
- niet "cultuur" maar "bebouwing van het land" of "verering van een god(in)".
- cunnilingus
- niet "het oraal bevredigen van een vrouw" maar "man die een vrouw oraal bevredigt".
- cursus
- niet "opleiding" maar "loop".
- debattuere
- niet "debatteren" maar "tegen elkaar stoten".
- debilis
- niet "debiel" maar "verlamd" of "zwak".
- dictator
- niet "(absolute) alleenheerser" maar "tijdelijke bevelhebber".
- faeces
- niet "uitwerpselen" maar "stukken droesem (depot) in wijn"
- fax
- niet "communicatiemiddel" maar "fakkel".
- focus
- niet "brandpunt" maar "haard".
- frater
- niet "kloosterbroeder" maar "broer".
- genitalia
- niet alleen "geslachtsorganen" maar ook "atomen" of "elementen".
- homo
- niet "homoseksueel" maar "mens".
- imbecillus
- niet "imbeciel" maar "zwak", "onzelfstandig" (letterlijk: "stokloos", dus niet in staat te staan)
- incestum
- niet alleen "incest" maar ook "onkuisheid in het algemeen".
- larva
- niet "larve" maar "monster" of "masker".
- lector
- niet "docent zonder professorstitel" maar "lezer".
- mamma
- niet "moeder" maar "vrouwenborst".
- mens
- niet "mens" maar "geest".
- mensa
- niet "eetzaal" maar "tafel".
- mus
- niet "mus" maar "muis".
- os
- niet "os" maar "mond" of "bot".
- passer
- niet "passer" maar "mus".
- pater
- niet "priester" maar "vader".
- penna
- gewoonlijk niet "pen" maar "veer".
- persona
- niet "persoon" maar "masker".
- pilum
- niet "pijl" maar "speer".
- princeps
- niet "prins" maar "legeraanvoerder".
- qua
- niet "wat betreft" maar "waarheen" of "als", "in hoedanigheid van".
- sinus
- niet "verhouding tussen overstaande en schuine zijde" maar "plooi".
- solarium
- niet "zonnebank" maar "dakterras" of "zonnewijzer".
- stadium
- niet "stadium" maar "stadion".
- stola
- niet "exclusieve sjerp" maar "jurkachtig gewaad".
- tabula
- niet "tafel" maar "plankje".
- testis
- niet alleen "teelbal" maar ook "getuige".
- toga
- niet "zwart uniform voor juristen en geestelijken" maar "gedrapeerde witte bovenkleding voor mannen".
- urinari
- niet "urineren" maar "duiken".
- vagina
- niet "vrouwelijk schaamdeel" maar "schede (zwaardhouder)".
Limburgs
- aaftrèkke
- vanouds niet "een man stimuleren" maar "fotograferen".
- bäöke
- niet "rammen" maar "huilen".
- beer
- niet "beer" (op enkele dialecten na) maar "bier".
- brölle
- niet alleen "brullen" maar ook "loeien".
- duje
- niet "duiden" maar "duwen".
- het
- niet alleen "het" maar ook "zij" (vrouwelijk enkelvoud).
- houwe
- niet "houden" maar "slaan".
- kaetel
- niet alleen "ketel" maar ook "kookpan".
- käöre
- niet alleen "keuren" maar ook "strelen".
- kapel
- niet alleen "kapel" maar soms ook "vlinder".
- lekke
- niet "lekken" maar "likken".
- póppe
- niet alleen "poppen" maar ook "neuken".
- reet
- niet "achterste" maar "riet".
- rieje
- gewoonlijk niet "rijden op wielen" maar "paardrijden".
- riete
- niet "rieten" maar "rukken" of "scheuren".
- s(j)lók
- vaak niet "slok" maar "snoep" (afhankelijk van dialect).
- s(j)nóp
- vaak niet "snoep" maar "verkoudheid" (afhankelijk van dialect).
- sjoew
- niet "schuw" maar "bang" of "lelijk", en niet "schouw" maar (de hele) "schoorsteen".
- taas
- niet "tas" maar "kop".
- vare
- niet alleen "varen" maar ook "autorijden".
- vaege
- niet alleen "vegen" maar ook "(weg)rennen".
- wie
- niet "wie" maar "hoe", bovendien "als" (in vergelijkende betekenis).
- zeim
- niet "zeem" maar "appelstroop" (N.B. evenmin "honing", zoals in het Vlaams).
Nedersaksisch
- goud
- (Gronings): niet "goud" maar "goed".
- hai (doorgaans 2x) (Gronings)
- niet "hai" of "hoi" maar "o jee" of "vreselijk!"
- houwn
- niet "houden" maar "slaan" (houwen).
- tied
- niet "tiet" maar "tijd".
Noors
- agurk
- niet "augurk" maar "komkommer"
- aldri
- niet "altijd", "aldra" of "alle drie" maar "nooit"
- bil
- niet "bil" maar "auto"
- bom
- niet "bom" of "boom" maar "slagboom"
- bord
- niet "bord" maar "tafel"
- gaffel
- niet "gaffel", maar "vork"
- gammel
- niet "gammel", maar "oud"
- gate
- niet "gat", maar "straat"
- hage
- niet "haag", maar "tuin"
- hav
- niet "haven" maar "zee"
- høvel
- niet "heuvel" maar "schaaf"
- hun
- niet "hun" maar "zij"
- jeg (uitgesproken als "jij")
- niet "jij" maar "ik"
- kaffe
- niet "café" maar "koffie"
- kake
- niet "cake" maar "koek"
- kappe
- niet "kap" maar "jurk"
- kinn
- niet "kin" maar "wang"
- lydløs
- niet "liefdeloos", maar "stil" (vgl. geluidloos)
- løk
- niet "leuk" maar "ui" (vgl. look)
- nedrig
- niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen"
- ost
- niet "oost" maar "kaas"
- overbevisning
- niet "overbevissing" maar "overtuiging"
- pannelapp
- niet "pannenlap" maar "voorhoofdskwab"
- regne
- niet "regen" maar "tellen"
- singel
- niet "singel" maar "enkel"
- skap
- niet "schaap" maar "kast"
- skat
- niet "schat" maar "belasting"
- skjerf
- niet "scherf" maar "sjaal"
- skulder
- niet "schulden" maar "schouder"
- sletten
- niet "sletten" maar "vlakte"
- slikke
- niet "slikken" maar "likken"
- smør
- niet "smeer" maar "boter"
- sopp
- niet "sop" maar "paddestoel"
- søt
- niet "zout" of "zot" maar "zoet"
- speil
- niet "spijl" maar "spiegel"
- spise
- niet "spies" maar "eten" (vgl.: spijzen)
- straks
- niet "straks" maar "nu meteen"
- sykkel
- niet "sikkel" of "sukkel" maar "fiets"
- teller
- niet "teller" maar "rekenen"
- tre
- niet "tree" maar "boom"
- åpenbar
- niet "openbaar" of "apenbar", maar "duidelijk, klaarblijkelijk, onmiskenbaar"
Oud-Engels
- bān
- niet "baan" maar "been" of "bot"
- fisc
- niet "fiscus" maar "vis"
- stān
- niet "staan" maar "steen"
Papiaments
- gastu
- niet "gast" maar "onkosten".
- kandela
- niet "kandelaar" maar "vuur" of "brand".
- kaya
- niet "kade" maar "straat".
Pools
- biały [biaauwi]
- niet "blauw", maar "wit".
- chujy
- niet "goeie" maar "penissen".
- dom
- niet "dom" maar "huis".
- kantor
- niet "kantoor" maar "wisselkantoor" (valuta).
- kat
- niet "kat" maar "beul".
- kąt [kont]
- niet "kat" of "kont" maar "hoek".
- koc [kots]
- niet "kots" of "kok" maar "deken".
- kot
- niet "kot" (kamer) maar "kat".
- ja
- niet "ja" maar "ik".
- lat
- niet "lat" maar "jaar" (periode van twaalf maanden).
- list [liest]
- niet "list" (iemand beetnemen), maar "brief".
- pan [paan]
- niet "pan", maar "heer/meneer".
- pet
- niet "pet", maar "peuk".
- pilot
- niet alleen "piloot", maar ook "afstandsbediening".
- post
- niet "post" maar "vastentijd".
- pupa [poepa]
- niet "poep" (ontlasting) maar "bil".
- rok
- niet "rok" (kledingstuk) maar "jaar" (volgens jaartelling, periode van 1 januari tot 31 december).
- sok
- niet "sok" (kledingstuk), maar "sap" en "siroop".
- stół [stoeuw]
- niet "stoel", maar "tafel".
- syrop [sirop]
- niet "siroop" maar "hoestdrank".
- tak
- niet "tak" of "taak" maar "ja".
- traktować [traaktowaatsj]
- niet "trakteren", maar "behandelen" (gedrag tegen personen).
Portugees
- besta
- niet "(ik) besta" maar "beest".
- cu
- niet "koe" maar "kont".
- conto
- niet "kont" maar "verhaal, vertelling".
- fel
- niet "fel" maar "bitterheid".
- ler
- niet "leren" maar "lezen".
- mal
- niet "mal" maar "kwaad".
- mês
- niet "mes" maar "maand".
- misto
- niet "mist" maar "gemengd".
- mole
- niet "molen" maar "slap, zacht".
- nu
- niet "nu" maar "naakt".
- pardo
- niet "paard" maar "bruin".
- estrela
- niet "strelen" maar "ster".
Roemeens
- cald
- niet "koud" maar "warm".
- chuie
- (spreek uit: koeié) niet "koeien" maar spijkers.
- curvă
- (spreek uit: koerve) niet "curve" maar "hoer".
- strand
- geen "strand" (aan zee) maar zwembad.
Russisch
- bystro
- niet "bistro" maar "snel".
- choej
- (Roesski mat), niet "goed(e)" of "goeie", maar "lul".
- da
- niet "dat" maar "ja".
- den'
- niet "den" maar "dag".
- dom
- niet "dom" maar "huis".
- familija
- niet "familie" maar "achternaam" of "familienaam".
- ja
- niet "ja" maar "ik".
- limon
- niet "limoen" maar "citroen".
- list
- niet "lijst" maar "blad".
- magazin
- niet "magazijn" maar "winkel".
- mat
- niet "mat" (voor op de vloer) maar "Roesski mat", Russische slang.
- mat'
- niet "mat" maar "moeder".
- moeltiplikatsija
- niet "vermenigvuldiging" maar "tekenfilm".
- moj
- niet "mooi" maar "mijn" (bezvnw), mannelijk.
- moja [maja]
- niet "Maja" maar "mijn" (bezvnw), vrouwelijk.
- mojo [majó]
- niet "maillot" maar "mijn" (bezvnw), onzijdig.
- nomenklatoera
- niet "nomenclatuur" maar "communistische elite in de Sovjet-Unie".
- pisat'
- niet "pissen" maar "schrijven".
- pot
- niet "pot" maar "zweet".
- sok
- niet "sok" maar "sap".
- stol
- niet "stol" maar "tafel".
- syr
- niet "sier" of "sire" maar "kaas".
- vakansija
- niet "vakantie" maar "vacature".
- volk
- niet "volk" maar "wolf".
- vy
- (klinkt als het Engelse 'we' of Franse 'oui') niet "wij" maar "u".
- zoed
- niet "zoet" maar "jeuk".
Schots-Gaelisch
- bòrd
- niet "bord" maar "tafel".
- clann
- (klinkt als 'clown') niet "clown" maar "kinderen".
- cù
- niet "koe" maar "hond".
- fìor
- niet "fier" maar "zeer, erg, aanzienlijk".
- leibh
- (klinkt als 'lief') niet "lief" maar "met u, met jullie".
- uisge
- niet "whisky" maar "water" of "regen".
Soendanees
- paria
- niet een verschoppeling, maar de groente Momordica charantia.
Spaans
Tsjechisch
- komplexní
- niet "ingewikkeld" maar "geïntegreerd" of "totaal-".
- stůl
- niet "stoel" maar "tafel".
Turks
- tabak
- niet "tabak" maar "bord"
- trilyon
- niet "triljoen" maar "biljoen".
Zweeds
|
|
Taalvariëteiten onderling
West-Vlaams en Standaardnederlands
- aardig
- niet "aardig, sympathiek" maar "eigenaardig, raar".
- droef
- niet "verdrietig, droevig" maar "stout" (ondeugend).
- dijk
- niet alleen "dijk", maar ook "gracht".
- je
- niet overal "je", maar ook "hij".
- knecht
- niet "knecht", maar jongen (ook soms knechtejongen of knechtebrok).
- preus/preuts
- niet "preuts" maar "fier/trots".
- snel
- niet "vlug" maar "mooi, knap of ook slim" (van personen).
- stoet
- geen "stoet", niet "stout" maar "dapper".
- stute
- geen "stut" maar "boterham".
- vies
- niet "vies, vuil" maar "boos".
- wijf
- niet noodzakelijk negatief bedoeld, maar soms ook neutraal "vrouw".
- zeuren
- niet "drenzen", maar "vals spelen".
Oost-Vlaams en Standaardnederlands
- wezen
- niet alleen "schepsel" maar ook "gezicht/smoel" ("iemand een slag op zijn wezen geven").
- wijs
- niet "verstandig", maar "leuk, geweldig".
Brabants en Standaardnederlands
- aorig
- niet "aardig", maar "raar".
- manne
- niet alleen "mannen", maar ook "kinderen".
- mens
- niet alleen "mens", maar ook "man" ("m'ne mens" = "mijn man").
- poetse
- niet alleen "glimmend boenen", maar ook "schoonmaken".
- schoon
- niet "proper", maar "mooi".
- slaoge
- niet "lukken", maar "slaan".
- tuin
- vanouds niet "gaarde", maar "omheining".
- zuiver
- niet (alleen) "zuiver", maar ook "proper".
Hollands en Standaardnederlands
- aars
- niet alleen "anus" maar ook "anders" (minimaalpaar aers - aors is mogelijk).
- bakkie
- soms niet "kopje" maar "schoteltje".
- been
- vaak ook "voet".
- bil
- vaak ook "dijbeen".
- dodelijk
- niet alleen "levensgevaarlijk" maar ook "doods", "inactief".
- fijn
- niet alleen "uit kleine stukken bestaand" maar ook "kapot", "aan stukken".
- galge
- niet alleen "executiepalen" maar ook "bretels".
- gruizig
- niet alleen "vol gruis" maar ook "gulzig", "hongerig" of "geil".
- hak
- niet alleen "hak" maar ook "hiel".
- jaar
- niet alleen "jaar" maar ook "uier" (in West-Friesland).
- kapel
- niet alleen "katholiek gebedshuisje" maar ook "vlinder".
- kauwe
- niet alleen "kauwen" maar ook "afkoelen".
- kenne
- niet alleen "kennen" maar ook "kunnen".
- klant
- niet alleen "koper" maar ook "vriend" of "jongen".
- klucht
- soms niet "blijspel" maar "heuvel" of "helling".
- knol
- niet alleen "ondergronds gewas" en "paard" maar ook "kleine karper".
- kreuke
- eerder "opvouwen" dan "verfrommelen".
- legge
- niet alleen "leggen" maar ook "liggen".
- leuk
- soms niet "aardig" maar "lauw" (enclaves in Zuid-Holland) of "vreemd" (West-Friesland).
- maakbaar
- niet "vormbaar" maar "niet onherstelbaar kapot".
- moei
- niet "moeder" maar "tante".
- molenaar
- soms ook "meikever".
- over (twee weke)
- soms niet "na (twee weken)" maar "(twee weken) geleden".
- pet
- niet alleen "hoofddeksel" maar soms ook "put" of "kuil".
- rechtbank
- soms niet "tribunaal" maar "aanrecht".
- schaloos
- soms niet "schadeloos" maar "beschadigd".
- schrikke
- niet alleen "schrikken" maar ook "aan een touw rukken".
- slachte
- niet alleen "doden om te eten" maar ook "lijken op", "aarden naar" (een ouder familielid).
- snaar
- niet alleen "trillend koord" maar ook "schoonzuster".
- stekelvarke
- meestal niet "stekelvarken" maar "egel".
- striem
- soms niet "oppervlakkige slag- of snijwond" maar "snee (brood, kaas etc.)".
- strooie
- niet alleen "korrelig goed uitspreiden" maar ook "verliezen".
- stug
- soms niet "onbuigzaam" maar "rauw", "niet goed gaar".
- tijelijk
- soms niet "tijdelijk" maar "op tijd".
- varig
- niet "vaardig" maar "spoedig", "onverwijld".
- weerbaar
- niet "in staat om te vechten" maar "efficiënt werkend".
- wisselvallig
- niet alleen "wisselvallig" maar ook "toevallig".
- zwart
- soms ook "donker van vuil" (van textiel gezegd).
Zeeuws en Standaardnederlands
- aors
- niet "anus" maar "anders".
- beleid
- eerder "handigheid" dan "bestuur".
- bescheid
- niet "bewijsstuk" maar "met het oog zichtbaar voorwerp".
- gezeggelijk
- niet alleen "inschikkelijk" maar ook "aangenaam" (van weer gezegd).
- 'aeveloôs
- niet alleen "haveloos" maar ook "slordig" (in andere betekenissen).
- kachel
- niet "kachel" maar "veulen".
- keutele(n)
- niet "kakken" maar "rondscharrelen".
- oprieze(n)
- niet "opdoemen (uit)" maar "opstaan".
- rufte
- niet "buikwind" maar "rapalje".
- schoef
- niet "schuw" maar "wild", "onbeheerst".
- stuitje
- niet "stuitje" maar "tijdje".
Nederlands in Vlaanderen en Nederland
N.B.: veel van de onderstaande woorden gelden in Vlaanderen als substandaard.
Zie ook: Lijst van verschillen tussen Nederlands in Nederland en Vlaanderen |
- bank (meubelstuk)
- in Nederland heet ieder zitmeubel voor twee of meer personen een bank, in Vlaanderen is een bank altijd hard.
- bediende
- "knecht" of "butler" in Nederland, "employé" (iemand die hoofdwerk in loondienst verricht) in Vlaanderen.
- botten
- "beenderen" in Nederland, zowel "beenderen" als "laarzen" in Vlaanderen
- deftig
- "chic" in Nederland, "fatsoenlijk" in Vlaanderen.
- dooddoen
- alleen overdrachtelijk (van ideeën e.d. gezegd) in Nederland, letterlijk "doden" in Vlaanderen.
- gerief
- "gemak, comfort" in Nederland, "gerei, gereedschap" in Vlaanderen.
- goede morgen/goede dag
- in Nederland zegt men "goede dag" wanneer men ’s ochtend in de treincoupé, in de lift, enz. stapt en "goede morgen" wanneer men uitstapt, in Vlaanderen precies omgekeerd (omdat de dag 24 uur duurt en de "morgen" bij het uitstappen ongeveer voorbij is).
- kabinet
- betekent in Vlaanderen "het geheel van de persoonlijke medewerkers van een minister", in Nederland "het geheel van regeringsministers en staatssecretarissen"
- klappen
- kan in Vlaanderen behalve "de handen tegen elkaar slaan", "barsten", "het geluid geven van een explosie of iets dat breekt" ook "spreken", "praten", "babbelen" betekenen.
- kous
- in Nederland wordt alleen beenbedekking tot aan de knie of hoger kous genoemd, in Vlaanderen elke beenbedekker.
- kunstacademie
- hogeschoolopleiding (HBO) in Nederland, volksschool (met name voor kinderen) in Vlaanderen.
- lopen
- in Nederland "te voet gaan" (meestal wandelen, soms rennen), in Vlaanderen "rennen".
- middag
- in Nederland verstaat men onder middag de periode van ca. 12 uur tot 's avonds, in Vlaanderen duurt "middag" slechts tot 13 of 14 uur.
- morgen
- in Nederland verstaat men onder morgen de periode tot ca. 12 uur, in Vlaanderen verstaat men onder morgen de periode tot ca. 9 uur, daarna is het voormiddag tot ca. 12 uur.
- muntje
- klein muntstuk (vaak kleine coupure) of "token" in Nederland, meestal "pepermuntje" in Vlaanderen.
- namiddag
- begint in Nederland pas rond vier uur, maar in Vlaanderen al kort na het middaguur.
- pan (kookgerei)
- in Nederland betekent "pan" alles waarin voedsel gekookt of gebraden wordt, in Vlaanderen wordt alleen een koekenpan pan genoemd.
- patat
- "frieten" in Nederland, "aardappel" in Vlaanderen.
- poep
- "ontlasting" in Nederland, in Vlaanderen ook "achterwerk".
- poepen
- "ontlasten" in Nederland, "vrijen" in Vlaanderen.
- regent
- "bestuurder" (historisch of met negatieve bijklank) in Nederland, "leraar voortgezet onderwijs" in Vlaanderen.
- schoon
- in Vlaanderen meestal "mooi" (cf. het Duitse schön), in Nederland meestal "proper" of "netjes".
- vlieger
- kan in Vlaanderen naast het object om mee te vliegeren en "vliegenier" ook "vliegtuig" betekenen.
- voormiddag
- in Nederland loopt de morgen tot ca. 12 uur, in Vlaanderen verstaat men onder voormiddag de periode van ca. 9 uur tot ca. 12 uur.
- zagen
- kan in Vlaanderen naast "met een zaag bewerken" ook "zaniken, zeuren" betekenen.
Frans in Wallonië en Frankrijk
- déjeuner
- "ontbijt" in Wallonië, "middagmaal" in Frankrijk.
Brits en Amerikaans Engels
- apartment
- Br. "kamer", Am. "woning in een flat"
- ass
- Br. "ezel", Am. meestal "kont".
- boot
- Am. uitsluitend "laars", Br. ook "achterbak".
- chips
- (voedsel) Br. "friet", Am. "chips".
- college
- Br. "deelinstituut aan universiteit", Am. "universiteit / faculteit".
- elk
- Br. "eland", Am. "wapiti".
- to knock up
- Br. "door kloppen wekken", Am. "zwanger maken".
- sparrow
- Br. "mus", Am. "gors".
- to table [a motion]
- Br. "ter tafel brengen", Am. "onder de tafel schuiven".
- trunk
- Br. uitsluitend "slurf" (van een dier), Am. ook "achterbak" of "hutkoffer".
- yard
- Br. "erf", Am. "tuin".
Castiliaans en Latijns-Amerikaans Spaans
- bestia
- "beest" in Spanje, vaak "paard" in L-A
- camión
- Sp. "vrachtwagen", Mex. "autobus".
- coger
- L-A: "nemen", "pakken" in de zin van "seks hebben", "neuken", Spanje: "(de bus) nemen", "(iemand) oppikken", "grijpen", "plukken".
- chingada
- L-A, Spanje: "getijde", Mexico: van chingar, "verknoeien", letterlijk: "verneukt".
- guagua
- Col. "autobus", Chili "baby".
- luego
- Sp. "later", Mex. "onmiddellijk".
- papa
- Cast. enkel "paus", L-A., Canarisch en And. ook "aardappel".
- pisar
- L-A: zowel "trappen op/betreden" als "treden" in de zin van "seks hebben".
- tomar
- Sp. meestal "nemen", L-A. "zuipen".
Klassiek en Middeleeuws Latijn
- adjutare, cantare, natare, spectare etc.
- hebben in het KL een intensitief aspect ("voortdurend helpen, zingen etc."), in het ML vaak niet.
- animositas
- "opgewondenheid" in het KL, "toorn" in het ML.
- basilica
- "markthal" in het KL, "basiliek" in het ML.
- bulla
- "(zeep)bel" in het KL, ook "bul" in het ML.
- causa
- enkel "rechtszaak" en "oorzaak" in het KL, ook "zaak", "ding" in het ML.
- civitas
- "burgerij" in het KL, "stad" in het ML.
- comes
- "metgezel" in het KL, "graaf" in het ML.
- convertere
- enkel "omzetten" in het KL, tevens "intreden (in een klooster)" in het ML.
- corpus
- enkel "lichaam" in het KL, ook "hostie" in het ML.
- dux
- "(leger)aanvoerder" in het KL, "hertog" in het ML.
- imperator
- "legeraanvoerder" in het KL (tot 27 v.Chr.), "keizer (van het Heilige Roomse Rijk)" in het ML.
- plebs
- "lager volk" in het KL, "(kerkelijke) gemeente" in het ML.
- pontifex maximus
- "opperpriester" in het KL, "paus" in het ML.
- princeps
- "(leger)aanvoerder" in het KL, "prins" in het ML.
Vreemde talen onderling
N.B.: als er twee woorden staan betekent het dat het eerste woord voorkomt in de eerstgenoemde taal, en het tweede woord in de als tweede genoemde taal.
Albanees en Duits
- gjelbër/gelb
- "groen" in het Albanees, "geel" in het Duits.
Albanees en Romaanse talen
- verdhë / verd, verdi, vert, verde (respectievelijk Catalaans/Reto-Romaans, Corsicaans, Frans en Galicisch/Italiaans/Portugees/Roemeens/Spaans)
- "geel" in het Albanees, "groen" in Romaanse talen.
Arabisch en Duits
- Milch
- "zout" in het Arabisch, "melk" in het Duits.
Arabisch en Hebreeuws
- medina
- eerder "stad" in het Arabisch, en eerder "staat" in het Hebreeuws.
- lahm/lechem
- "vlees" in het Arabisch, "brood" in het Hebreeuws.
Arabisch en Indonesisch
- ayam
- "dagen" in het Arabisch, "kip" in het Indonesisch.
- kalimat
- "woorden" in het Arabisch, "zinnen" in het Indonesisch.
Balinees en Indonesisch
- ulat
- "vlecht" in het Balinees, "rups" in het Indonesisch.
Deens en Duits
- blød/blöd
- "zacht" in het Deens, "stom" in het Duits.
- hose/Hose
- "kous" in het Deens, "broek" in het Duits.
- stund/Stunde
- "poosje" in het Deens, "uur" in het Duits.
- øl/öl
- "bier" in het Deens, "olie" in het Duits.
Engels en Deens
- flask/flæsk
- "fles" of "flacon" in het Engels, "varkensvlees" in het Deens.
Engels en Duits
- become/bekommen
- "worden" in het Engels, "krijgen" in het Duits.
- Deutsch/Dutch
- "Duits" in het Duits, "Nederlands" in het Engels (van "Diets") (wel een cognaat).
Engels en Esperanto
- animal/animalo
- "dier" in het Engels, "dieren en mensen" in het Esperanto (alleen in de biologie).
- curious/kurioza
- "nieuwsgierig" in het Engels, "curieus" in het Esperanto.
- demand/demandi
- "eisen" in het Engels, "vragen" in het Esperanto.
- forest/foresto
- "bos" in het Engels, "afwezigheid" in het Esperanto.
- me/mi
- "mij" in het Engels, naast "mij" ook "ik" in het Esperanto.
- mean/min
- "gemeen" (doortrapt) in het Engels, "mij" (akuzativo) in het Esperanto.
- sane/sana
- "gezond" (m.b.t. verstand) in het Engels, "gezond" (in algemene zin) in het Esperanto.
- she/ŝi
- "zij", verwijzend naar vrouwelijke personen. In bepaalde nuances ook naar huisdieren, landen en schepen. In het Esperanto uitsluitend naar vrouwelijke personen.
- we/vi
- "wij" in het Engels, "u/jullie/jij" in het Esperanto.
- you/ju
- "jij/jullie/u" in het Engels. "Ju" wordt gebruikt in een constructie als: "ju pli... des pli..." (hoe (meer)... des te (meer))
Frans en Engels
- car
- "bus" in het Frans, "auto" in het Engels.
- coin
- "hoek" in het Frans, "munt" in het Engels.
- douche
- "stortbad" in het Frans, "irrigator" of "vaginale douche" in het Engels.
- large
- "breed" in het Frans, "groot(schalig)" in het Engels.
- librairie/library
- "boekwinkel" in het Frans, "bibliotheek" in het Engels.
- location
- "huur" in het Frans, "locatie" in het Engels.
- pain
- "brood" in het Frans, "pijn" in het Engels.
- porc/pork
- "varken" in het Frans, "varkensvlees" in het Engels.
- sensible
- "gevoelig" in het Frans, "verstandig" in het Engels.
Frans en Italiaans
- assez/assai
- "genoeg" of "tamelijk" in het Frans, "zeer" in het Italiaans
Frans en Spaans/Deens
- cadenas
- "hangslot" in het Frans, "kettingen" in het Spaans.
- sol
- "bodem" in het Frans, "zon" in het Spaans en het Deens.
Fries en Gronings
- nuver
- "raar", "vreemd" in het Fries, "leuk" of "mooi" in het Gronings.
Fries en Engels
- freonlike
- "vriendelijke" in het Fries, "lijkend op freon" in het Engels.
Indonesisch en Duits
- Salat
- gebed in het Indonesisch, salade in het Duits.
Indonesisch en Grieks
- derma
- "gift, aalmoes" in het Indonesisch, "huid" in het Grieks.
Italiaans en Spaans
- burro
- "boter" in het Italiaans maar "ezel" in het Spaans.
Pools en Tsjechisch
- jagoda/jahoda
- "bes" in het Pools maar "aardbei" in het Tsjechisch.
- kwiecień/květen
- "april" in het Pools maar "mei" in het Tsjechisch.
- szukać/šukat
- "zoeken" in het Pools maar een vulgaire uitdrukking voor "geslachtsgemeenschap hebben" in het Tsjechisch. Pools szukam = ik zoek, Tsjechisch šukat = ik neuk.
Kodisch en andere talen van Soemba
- rara
- "geel" in het Kodisch maar "rood" in andere Soembanese talen.