Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Papiaments
Papiaments (Papiamentu) | ||
Gesproken in | Curaçao, Bonaire, Aruba | |
Sprekers | 250.000 | |
Taalfamilie |
| |
Dialecten |
| |
Alfabet | Latijns | |
Officiële status | ||
Officieel in | Aruba, Curaçao en Bonaire | |
Taalcodes | ||
ISO 639-1 | geen | |
ISO 639-2(B) | pap | |
SIL | pap |
Papiaments (Curaçao: Papiamentu; Aruba: Papiamento; Bonaire: Papiamen) is een taal die wordt gesproken op de eilanden Curaçao, Bonaire en Aruba. De naam Papiaments is afgeleid van de Portugese termen voor brabbelen (papia en papear).
Status
Sinds 6 maart 2007 is het Papiaments een officiële taal op de Nederlandse Antillen, naast het Nederlands en het Engels. De taal wordt gesproken door een groot deel van de bevolking op de Benedenwindse Eilanden. Op de Bovenwindse Eilanden (Sint Eustatius, Sint Maarten en Saba) is Engels de meest gesproken taal.
Op Aruba heeft de taal al sinds 2003 de status van officiële taal naast het Nederlands, hoewel ook daar het Nederlands de meest gebruikte taal is door de overheid.
Er bestaan twee hoofdvormen van het Papiaments, die vooral in spelling van elkaar verschillen. Het Papiaments dat wordt gesproken op Aruba heeft een etymologisch georiënteerde spelling, terwijl Papiamentu, dat gesproken wordt op Curaçao en Bonaire, fonetisch gespeld wordt. Op Bonaire is de spelling vastgelegd in de "Eilandsverordening spelling Papiamentu".
Sprekers
In de hele wereld zijn de eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire de enige gebieden waar Papiaments de moedertaal is.
In 2000, bij de Vierde algemene volks- en woningtelling op Aruba, gaven 59.984 mensen (69,4% van de totale bevolking) aan dat Papiaments voor hen de meest gesproken thuistaal is. Bij eenzelfde volkstelling op de Nederlandse Antillen in 2001 bleek dat Papiaments de meest gesproken thuistaal is voor 106.054 mensen op Curaçao (81,2% van de totale bevolking) en 8.059 mensen op Bonaire (74,7% van de totale bevolking). Op de drie eilanden samen spreken dus 174.097 mensen thuis Papiaments als belangrijkste taal, 75,1% van de totale bevolking van de drie eilanden samen.
Behalve deze eilanden is Nederland het enige land met een significante Papiamentstalige minderheid. Voor Nederland bestaan geen exacte cijfers over het aantal mensen dat thuis Papiaments spreekt. Volgens het CBS waren er op 1 januari 2007 in totaal 129.590 Antilliaanse en Arubaanse allochtonen, waarvan 78.683 tot de eerste generatie en 50.907 tot de tweede generatie behoren. Rekening houdend met Bovenwindse Antillianen en een vernederlandsing door integratie, zullen ongeveer 50.000 tot 60.000 mensen in Nederland (buiten Bonaire) thuis Papiaments als belangrijkste taal gebruiken.
Als bij deze groepen de Papiamentstaligen elders in de wereld (waaronder de Bovenwindse Antillen en Venezuela) en mensen in gemengde huishoudens die zelf wel van huis uit Papiamentstalig zijn, worden opgeteld, bedraagt het totaal aantal Papiamentstaligen in de wereld naar ruwe schatting ongeveer 250.000 mensen.
Papiaments en Nederlands in de praktijk
Het grote aantal huishoudens waar Papiaments wordt gesproken heeft een directe invloed op het taalgebruik op school en in de thuissituatie. Een onderzoek uit 1986 onder leerlingen uit de 2e en 6e klas van het basisonderwijs op Curaçao, gaf de volgende resultaten met betrekking tot hun voertaal.
|
| |||||||||||||||||||||||||
|
|
De uiteenlopende uitkomsten (maximaal en minimaal) zijn terug te vinden in de verschillende scholen, schooltypen en milieus waar de onderzoeken gedaan zijn.
Kinderen die thuis van jongs af aan opgroeien met het Papiaments ontvangen op school lessen gegeven in het Nederlands. Een taal die sowieso niet één-op-één staat met het Papiaments. Zo kennen beide talen woorden en uitdrukkingen, die eigenlijk niet te vertalen zijn. De leerlingen moeten dus tijdens hun schoolse leven continu een omschakeling maken tussen Papiaments denken, Nederlands horen, vertalen, denken en vervolgens weer in het Nederlands antwoorden. Zo kan het dus voorkomen dat leerlingen meer problemen hebben met de vraagstelling dan met de stof zelf. Zo stelde Mevr. N. Winkel tijdens één van haar onderzoeken, de volgende vraag: Hoe luidt de wet der communicerende vaten? Het antwoord van de zesdejaars was: Ting-tong, ting-tong. Dit was geen vorm van brutaliteit, maar het antwoord op de vraag; Hoe luidt...... De leerling kende immers maar één manier van 'luiden' en dat is het luiden van een klok.
Vanwege de taalproblemen van veel leerlingen op de lagere school, vooral in de lagere klassen, staat de onderwijstaal al geruime tijd ter discussie. Lange tijd stonden in het debat ideologisch geïnspireerde politici, die voor invoering van het Papiaments als onderwijstaal zijn, tegenover pragmatisch ingestelde ouders, die een goede beheersing van het Nederlands als essentieel zien voor de algemene ontwikkeling en de ontplooiingskansen van hun kinderen, in het bijzonder als zij willen gaan studeren en werken in Nederland. In 2005 heeft de Nederlands-Antilliaanse overheid besloten in de lagere scholen van Curaçao en Bonaire het Nederlands als onderwijstaal te vervangen door Papiaments. Dit in navolging van de Bovenwindse eilanden, waar enkele jaren eerder al het Engels als onderwijstaal op de lagere scholen was ingevoerd. Slechts enkele scholen kregen toestemming om Nederlandstalig te blijven. Het gevolg was een massale toestroom van kinderen naar die enig overgebleven Nederlandstalige lagere scholen, zodat die ze niet aankonden. Gevolg was lange wachtlijsten en een sterke groei van (dure) privescholen. Sinds 2008 besloot de Rooms Katholiek Centraal Schoolbestuur (RKCS) het Nederlands als onderwijstaal te herinvoeren op de lagere scholen, waardoor er meer spreiding is.
Ook moet nog afgewacht worden hoe de overgang naar het Nederlandstalig gebleven middelbaar onderwijs verloopt vanuit de scholen die Papiaments als onderwijstaal blijven gebruiken. Het debat over de onderwijstaal blijft daardoor actueel. Inmiddels wordt steeds vaker het idee van tweetalige scholen als alternatief genoemd, onder meer omdat leerlingen dan kunnen doorstromen naar hoger vervolgonderwijs. Op de Bovenwindse eilanden bestaat dat probleem niet, omdat Engels vervolgonderwijs elders in de regio of in de Verenigde Staten mogelijk is.
Het ontstaan van de taal
Ondanks de vele onderzoeken die gedaan zijn naar de oorsprong van het Papiaments is nog niemand in staat gebleken de exacte bron te verklaren. Bekend is dat de taal is ontstaan omstreeks de zeventiende eeuw; een tijd waarin de slavernij hoogtijdagen vierde op het eiland Curaçao. De West-Indische Compagnie had in die tijd een slavendepot op Curaçao, vanwaaruit slaven gekocht en verkocht werden aan landen over de hele wereld. Een groot deel van deze slaven kwam uit Zuid-Amerika of Afrika. Deze slaven werden, behalve voor de handel, ook gebruikt om te werken op de plantages of zoutmijnen van de Nederlandse koloniën.
De meest waarschijnlijke theorie over het ontstaan van het Papiaments is dan ook dat de taal gegroeid is uit de wil van de slaven om met elkaar te kunnen communiceren. Papiaments is een pidgin-taal ontstaan uit de Portugese taal. Taalkundigen zijn er echter nog niet uit welke taal de grootste invloed heeft gehad, en hoe de taal precies verder ontwikkeld is. Sommige onderzoeken wijzen uit dat het Portugees de grootste invloed op de taal heeft gehad (gezien het groot aantal overeenkomstige werkwoorden). Andere onderzoeken houden het op een Braziliaanse/Creoolse invloed. Het meest recente onderzoek gaat er echter van uit dat er een grote Proto-Afro-Portugese invloed is, en zoekt dus verbanden met de verschillende landen in Afrika. Ook heeft men ontdekt dat een kleine groep op het schiereiland van Venezuela een variant van het Papiaments spreekt. Hierdoor is het onderzoek naar de ontwikkeling van het Papiaments weer op losse schroeven komen te staan. Sommige onderzoekers beweren dat het Papiamentu dat ontstaan is op Curaçao via Venezuela op Aruba terecht is gekomen. Reden waarom het Arubaanse Papiaments qua klank en woordenschat meer op het Spaans lijkt. Net als alle talen is ook het Papiaments onderhevig aan evoluties. Zo heeft het huidige Papiaments veel nieuwe woorden uit het Engels en het Spaans. Kenmerkend zijn ook de vele onvertaalde woorden uit het Nederlands.
Toen de Nederlanders in 1634 Curaçao op de Spanjaarden veroverden, bestond er geen uitgebreid onderwijssysteem op de ABC-eilanden. De West-Indische Compagnie zag het echter als haar plicht om goed onderwijs te verzorgen en stuurde dus een Nederlandse schoolmeester naar Curaçao. Deze docent verzorgde lessen in het lezen, schrijven, rekenen en de Nederduitse taal. Terwijl op de plantages en de zoutmijnen het Papiaments verrees als een echte taal, verzette een klein deel van de bewoners (voornamelijk Nederlandse Protestante kolonisten) zich tegen het gebruik van deze ongewenste (voor hen onverstaanbare) taal. Zo werd in 1818 een boekje uitgegeven (Beschrijving van het eiland Curaçao en onderhoorige eilanden) waarin de vooroordelen tegen het Papiaments onvervalst tot uitdrukking werden gebracht, getuige bijvoorbeeld het volgende citaat:
- De vorige bewoners van dit eiland Indianen zijnde, onder Spaansche overheersing geraakt, heeft zulk een mengelmoes of jargon doen geboren worden, hetwelk door de komst der Hollanders nog veranderd is. Het papiament (van pappiar, spreken) bestaat uit bedorven Spaansch, Indiaansch en Hollansch, arm in woorden, zonder buiging, voeging of geslacht onderscheiden, maar rijk in hevig door de keel uitgesproken wordende schelle klanken, en vooral in scheldwoorden. Onverdragelijk is dit gekakel voor het fijnere oor van den Europeaan bij zijnde eerste aankomst, en moeijelijk kan men zich aan dit kalkoenen geluid wennen. Niet alleen de Negers, Mulatten en andere kleurlingen spreken dit jargon, maar ook de blanken, vooral de Creolen, wier kinderen, door Negerinnen gezoogd, door dezelfde eerste indrukselen ontvangende, niets dan Creoolsch of Papiament spreken, en dan naderhand het Hollandsch of Nederduitsch doorgaans gebrekkig en onvolkomen leeren, hetzelve nog gebrekkiger lezende en schrijvende. Deze kwade gewoonte, vooral onder de schoone kunne is zoo ingeworteld, dat daaraan geen verbeteren schijnt te zijn. In verscheiden huisgezinnen, is het Nederduitsch zoo bekend als het Arabisch; en echter rekenen zij zich van Nederlandsche afkomst. Van daar dan ook de verbazende moeite voor den onderwijzer, om zijne leerlingen met de Hollandsche taal gemeenzaam te maken, daar zij Nederduitsch Papiament met moeite sprekende, telkens de geslachten verwarren, het toekomende, tegenwoordige en voorledene dooreen haspelen, en alzoo dikwijls onverstaanbaar worden.
Voor Sefardisch-Joodse kolonialen was Papiamentu geen bezwaar. Integendeel, ze waren direct betrokken bij het ontwikkelen van Papiamentu. De eerste vermelding van geschreven Papiamentu betreft een Joods schip (1769) met de naam "Awa pasa Harina". Het oudste nog steeds bestaande document in Papiamentu (van 1775) is een brief van een Joodse vrouw aan haar man (Emmanuel, 1970). Dit is ouder dan de publicatie van Pater Schabel, wiens omschrijving van Papiamentu door velen onterecht als oudste vermelding wordt beschouwd.
Het onderwijsstelsel was aan het begin van de negentiende eeuw behoorlijk uitgebreid en er werd op sommige scholen les in het Papiaments gegeven, aangezien de bevolking van de plattelandsgebieden uitsluitend het Papiamentu beheerste. Vooral de recent uit Nederland aangekomen kolonisten verzetten zich hier fel tegen. Onder aandringen van deze bewoners werd in 1838 besloten dat Papiamentu geen instructietaal mocht zijn. Het was echter niet zo dat hierdoor Nederlands de enige instructietaal in het onderwijs werd. Tijdens de achttiende en negentiende eeuw waren Spaans en Frans namelijk zeer belangrijke talen voor de koloniale elites, die zich voor het merendeel niet van de Nederlandse taal bedienden. Aangezien er sprake was van een voortdurende latiniseringsproces (Hoetink, 1987), ging zelfs de koloniale elite van Nederlands-Protestantse afkomst zich op den duur beter bedienen in het Spaans dan in het Nederlands. Een rijkdom aan lokale Spaanstalige publicaties in de negentiende eeuw getuigt hiervan.
Pas na de komst van de Koninklijke Shell kreeg het Nederlands de status van dominante instructietaal in het onderwijs. Dit was belangrijk voor de Nederlandse Shell-employees, wier kinderen een verdere opleiding in Nederland moesten volgen.
Het verplicht stellen van het Nederlands als onderwijstaal had echter geen gunstig effect op het onderwijs. De prestaties van studenten bleven ver achter bij de prestaties van leeftijdgenoten in Nederland. De toenmalige secretaris van de schoolcommissie, de heer A.M. Chumaceiro, wees als belangrijkste oorzaak van de slechte prestaties het taalprobleem aan. Hij vond het onaanvaardbaar dat de leerlingen een vreemde taal dienden te leren, zonder dat zij de moedertaal goed machtig waren. Hij omschreef dat treffend in de volgende zinsnede uit 1884:
- Is men er overal tegen, kinderen iets te doen leren, dat zij niet verstaan, hen als papegaaien lessen te doen opdreunen, waarvan de woorden, zoals zij die wedergeven, voor anderen moeijelijk te verstaan zijn, men kan het den Curaçaoschen onderwijzer niet euvel duiden, dat hij dit beginsel dikwijls opoffert, en zich met uitkomsten vergenoegt, die uit een opvoedkundig oogpunt als hoogst onvoldoende moeten beschouwd worden.
Ondanks de adviezen van de schoolcommissie en tal van deskundigen, hielden de Staten vast aan de in de zeventiende eeuw gezette toon. Onder druk van de Shell-employés in de vroege twintigste eeuw vond er een verschuiving plaats van zoveel mogelijk Nederlands naar uitsluitend Nederlands.
In 1935 vond echter een kleine verandering plaats. De onderwijsverordening ten aanzien van het Papiaments in het onderwijs werd in één artikel aangepast:
- ... in de eilandgebieden Aruba, Bonaire en Curaçao kan, met toestemming van de gouverneur, op bepaalde scholen of in bepaalde klassen de Papiamentse taal als voertaal bij het onderwijs worden gebezigd.
Dit was een stap in de richting van het Papiaments als lestaal, ware het niet dat nimmer een beroep op de gouverneur gedaan werd. Een ware mijlpaal in de geschiedenis van het Papiaments werd in 1950 bereikt. De Staten spraken toen de wens uit om het Papiaments te maken tot voertaal in de laagste klassen van het basisonderwijs. Deze wens was niet te realiseren zonder een juiste leermethode, een goede grammatica en een officiële spelling. Daarom werd nog in het zelfde jaar een taalcommissie opgericht. Deze door de staat aangestelde groep onderzoekers kreeg de opdracht een meertalig woordenboek (Curaçao: dikshonario, Aruba: diccionario) te ontwikkelen, waarin ook het Papiaments opgenomen werd. Dit boek zou tevens een vaste spelling en grammatica moeten vaststellen, zodat men uiteindelijk aan de hand van dit boek het Papiaments als instructietaal kon invoeren. Dat is inmiddels ruim 50 jaar geleden. Toen men het niet eens kon worden over de vraag of de spelling fonetische of etymologisch moest zijn, hebben Curaçao en Bonaire gekozen voor de fonetische spelling en koos Aruba voor de etymologische. Overigens is het een feit dat in de woordenschat van het Arubaanse Papiaments meer woorden afkomstig uit de Arawakse taal aanwezig zijn. Dit ziet men onder andere in de toponiemen en namen voor flora en fauna van Aruba.
Onder invloed van een stijgende werkloosheid en een groeiend gevoel van politiek onbehagen werd veel kritiek geuit op het sociaal-economisch en politiek beleid van de regering. Dit leidde tot acties en demonstraties van de bevolking, die uiteindelijk de arbeidersopstand van 30 mei 1969 tot gevolg hadden. Op deze 30e mei van 1969 werden grote delen van Willemstad geplunderd en platgebrand. Een zwarte dag in de geschiedenis van Curaçao, een dag waarvan men de gevolgen heden ten dage nog zo duidelijk kan zien. De onlusten van '69 hebben het proces van culturele bewustwording versneld en drastische veranderingen op sociaal en politiek gebied ingeluid. Bij het zoeken naar de eigen identiteit dat deze processen begeleidde, kwam de nadruk sterk te liggen op het gebruik van de volkstaal. Begin jaren zeventig is er weer een voorzichtig begin gemaakt met Papiaments in het onderwijs. Hoewel de officiële spelling- en grammaticawijze nog steeds niet vaststaat, werd er begonnen met de ontwikkeling van lesmateriaal in het Papiaments voor de laagste klassen van het basisonderwijs. Na tal van studies en afgewezen spelmethodes werd in 1976 de spelling-Römer-Maduro-Jonis door het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao aangewezen voor algemeen en educatief gebruik. Doordat deze beslissing er één was van de individuele eilandgebieden, kon Aruba kiezen voor een spelling die gebaseerd was op de etymologie. Er bestaat sinds kort een leermethode voor Papiaments voor de eerste drie jaren van de middelbare school.
Voorbeeld van de grammatica
Hieronder staat een voorbeeld van de grammatica.
- In het Papiaments worden werkwoorden niet vervoegd (vergelijk: Engels, Noors, Deens en Zweeds).
- De lidwoorden zijn un (een), e (de/die)
- Het meervoud van een zelfstandig naamwoord wordt gemaakt door er -nan, bijv. Makamba, Makambanan (Nederlander, Nederlanders) aan toe te voegen. (net zoals het Nederlandse -en)
Ta (zijn)
(A)mi ta | ik ben |
(A)bo ta | jij bent |
E ta | hij is, zij is, het is |
Nos ta | wij zijn |
Bosonan ta | jullie zijn |
Nan ta | zij/ze zijn |
Traha (werken)
(A)mi ta traha | ik werk |
(A)bo tabata traha | jij werkte |
El a traha (kaba) | hij heeft (al) gewerkt |
Nos a traha | wij hebben gewerkt |
Bosonan lo traha | jullie zullen werken |
Nan lo a traha | zij zouden hebben gewerkt |
Nos ta trahando | Wij zijn aan het werken |
Woordenschatvergelijking
Deze sectie verstrekt een vergelijking van de woordenschat van het Portugees, Papiaments en de taal van Portugese creolen van Guinee-Bissau en Kaapverdië.
Nederlands | Portugees | Papiaments | Guinee-Bissau | Kaapverdië |
---|---|---|---|---|
Welkom | Bem-vindo | Bonbiní | Bô bim drito | Bem-vindo |
Goedendag | Bom Dia | Bon dia | bon dia | bon dia |
Dank u | Obrigado | Danki | Obrigado | Obrigado |
Hoe gaat het met u? | Como vai? | Kon ta bai? Kumbai? | Kuma ku bu na bai? | Mô ku bu stá bai? |
Zeer goed | Muito bom | Hopi bon | I bon dimás | Ê mut bom |
Het gaat goed met me | Eu estou bem | Mi ta bon | Ami n´stá bon | Mi n´stá bon |
Ik, Ik ben | Eu, Eu sou | Mi | Ami | Mi |
Een prettige dag verder | Tenha um bom dia | Pasa un bon dia | Pasa un bon dia | Pasa un bon dia |
Tot ziens | Vejo você depois, Até logo | Te aworó | N´ta odjau dipus | Tê log |
Voedsel | Comida | Kuminda | Bianda | Cumida |
Brood | Pão | Pan | Pon | Pon |
Sap | Suco, Refresco, Sumo | Djus | Sumo | Sumo |
Ik houd van Curaçao/ Aruba/Bonaire | Eu amo Curaçao/ Aruba/Bonaire | Mi stima Kòrsou/ Aruba/Boneiru | N´gosta di Curaçao/ Aruba/Bonaire | ´Mi n´gosta di Curaçao/ Aruba/Bonaire |
Zie ook
Literatuur
- Maritza Coomans-Eustatia, Bibliography of the Papiaments language. Henny E. Coomans, Ronald Severing (ed.) van de Stichting Libri Antilliani/Fundashon pa Planifikashon di Idioma (Bloemendaal/Willemstad, 2005), ISBN 90-75238-17-7.
- Frank Efraim Martinus, The Kiss of a Slave. Papiamentu's West-African Connections. Academisch proefschrift. (Amsterdam, 1996).
- H. Hoetink, Het Patroon van de Oude Curaçaose Samenleving. Emmering (Amsterdam, 1987).
- Emmanuel, I.S, History of the Jews of the Netherlands Antilles, (Cincinnati, 1970).
- Broek, Aart G., De kleur van mijn eiland, Leiden 2006, KITLV
Referenties
Externe link
- Links over het leren van Papiamento en algemene informatie
- Introductie Papiaments van Kennisnet
- Aanbevelingen van het genootschap Nederland-Aruba
- Michiel van Kempen, 'De flonkering van het Papiamentu', in: Tijdschrift voor Neerlandistiek in Scandinavië en ommelanden, marts 2007, pp. 1-4.
- www.papiamento.aw
- Wikibooks Papiamento