Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Basketbal

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Basketbal (Engels: basketball) is een wedstrijdsport die in 1891 door James Naismith in Springfield, (Verenigde Staten) (opnieuw) werd uitgevonden. Oorspronkelijk was het een Amerikaanse mannensport, maar het huidige basketbal wordt op elk continent en door zowel mannen als vrouwen beoefend. De sport wordt gespeeld door twee teams van elk vijf aan het spel deelnemende spelers en een aantal wisselspelers. Doel van het spel is de (ronde) bal te veroveren en deze door een ijzeren ring -de korf of in het Engels: basket- te werpen en te verhinderen dat de tegenstander hetzelfde doet. De korf hangt op een hoogte van 3,048 meter (tien feet), is bevestigd aan een backboard en voorzien van een net. Aan elk van de korte zijden van het rechthoekig basketbalveld bevindt zich een korf. Basketbal wordt zowel binnen als buiten (het zogenaamde streetbasketball of streetball) beoefend; binnen is de ondergrond doorgaans van hardhout en buiten wordt op asfalt gespeeld. Internationale basketbalwedstrijden wordt volgens de officiële regels van de FIBA gespeeld, de NBA heeft hier echter sinds jaar en dag een grote invloed op en neemt vaak het voortouw in spelregelwijzigingen, die later door de FIBA worden overgenomen.

Het spel

In aanvallend opzicht wordt basketbal gespeeld door de bal op de grond te doen stuiten (stilstaand, dan wel lopend met de bal (dribbelend)) of door deze aan een medestander toe te spelen (passen). Binnen de door de schotklok toegestane tijd dient een scoringspoging ondernomen te worden, dat wil zeggen dat de bal binnen een bepaalde tijd de korf dient te raken. De schotklok, die de duur van een aanval beperkt, is ingesteld om tegemoet te komen aan de snelheid en daarmee aan de aantrekkelijkheid van het basketbalspel. In het moderne basketbal wordt -afhankelijk van de afstand van waar wordt geschoten- met een goal twee of drie punten gescoord (de zogenaamde twee- en driepunters); een vrije worp levert één punt op. In de meeste gevallen krijgt de medespeler die de bal heeft toegespeeld aan een scorende speler een assist toegekend. De verschillende spelers in het veld nemen verschillende strategische posities in; de center en power forward in de nabijheid van de korf, de small forward en shooting guard rond de driepuntlijn en de point guard brengt de bal van de ene naar de andere zijde van het speelveld, om deze aan een van zijn medespelers toe te spelen. Het team dat aan het einde van een 40-60 minuten (verdeeld in vier gelijke kwarten) durende basketbalwedstrijd de meeste punten heeft gescoord wint; in het geval van een gelijkspel wordt de wedstrijd in één of meerdere verlengingen beslist.

Het verdedigende team probeert het aanvallend team van scoren te weerhouden en poogt zelf te bal te bemachtigen. Een aantal strategieën wordt toegepast om de tegenstander de bal te doen verliezen. Wanneer een aanvallend team het balbezit uit handen geeft, is er sprake van een turnover. Balverlies kan geleden worden als gevolg van een steal van een tegenstander, wanneer een speler met de bal buiten het speelveld geraakt of een loopfout begaat, wanneer hij een aanvallende fout begaat, als een schot door een tegenstander wordt geblokt, of wanneer de bal na een mislukte doelpoging door de tegenstander via een defensieve rebound wordt bemachtigd.

Bepaald fysiek contact, met name wanneer hier voordeel mee wordt behaald, wordt bestraft met een persoonlijke fout; onsportief gedrag wordt bestraft met een technische fout. Wanneer een speler een voor de wedstrijd bepaald aantal fouten begaat, wordt hij van het spel uitgesloten. Bij bepaalde niet-toegestane balbehandelingen, zoals lopen met de bal of tweemaal dribbelen (double dribble of second dribble), gaat het balbezit naar de tegenstander.

Het speelveld

In het basketbal heet het speelveld een basketbalveld. Het bestaat uit een rechthoekig oppervlak met aan elk uiteinde een korf. In het professioneel basketbal, met name wanneer het binnen wordt gespeeld, is de ondergrond van hardhout, meestal eiken. Wanneer basketbal buiten wordt gespeeld, is er meestal sprake van een asfalt ondergrond. Basketbalvelden hebben verschillende afmetingen. In de NBA is een veld 94 feet lang en 50 feet breed, een FIBA-veld is met 28x15 meter kleiner (vanaf 26x14 meter kan een veld ook goedgekeurd worden). De basket hangt altijd op een hoogte van 3,05 meter (behalve in jeugdcompetities, waar de basket doorgaans op een hoogte van 2,65 meter hangt) en het middelpunt van de basket ligt op 1,575 m vanaf de achterlijn. Het veld heeft twee zij- en achterlijnen, een middenlijn, een vrijeworplijn (op 5,80 meter van de achterlijn) en een driepuntlijn (op 6,25m vanaf het middelpunt van de basket; in 2010 wordt dat 6,75 m). Verder wordt er nog een middencirkel (waar elk spel aanvangt met een sprongbal) en een zogenaamde bucket, het gebied direct om de basket, onderscheiden. De bucket is een gebied dat bij de achterlijn 6 meter breed is en zich versmalt richting de vrijeworplijn, die het gebied begrenst. De korf bevindt zich op 1,2 meter van de achterlijn. De korf heeft een diameter van 0,45 meter, het backboard is 1,80 meter breed en 1,05 meter hoog. De onderkant van het bord bevindt zich op een hoogte van 2,90 meter, de basket is op een hoogte van 3,05 meter, op bord bevestigd. De afstand van de driepuntlijn is in de geschiedenis van het spel meermalen gewijzigd; in NBA-wedstrijden bevindt de driepuntlijn zich verder van de basket dan bij internationale wedstrijden het geval is, namelijk 7,24 meter.

De regels

Basket, backboard en bal

De originele basket was een rieten perzikmand, die bevestigd was aan de achterwand van een gymzaal. Het type korf en de positie ervan waren echter onpraktisch en in 1897 werd het backboard geïntroduceerd. In 1914 werd de bodem uit de mand verwijderd, opdat de bal na een score hier doorviel en niet na elke score uit de mand genomen moest worden. In 1921 werd de basket 60 cm van de muur geplaatst, om te voorkomen dat de muur als hulpmiddel gebruikt werd, in 1940 werd de basket nog eens 60 cm verder in het speelveld geplaatst, dit om meer beweging onder de basket mogelijk te maken. De originele bal had een omtrek van 81 cm, in 1931 werd dit 79 cm en in 1935 mat een basketbal tussen de 74,9 en 76,8 cm. de omtrek van het back board is 1,80 bij 1,05 m de zwarte/rode/oranje of groene vierkant zit precies in het midden van het board deze is 0,55 bij 0,50 m.

Spelers, wisselspelers en teams

De originele regelgeving van Naismith vermeldde niet het aantal spelers dat op het speelveld werd toegestaan. In 1900 werd een aantal van vijf spelers standaard, waarbij een speler steeds gewisseld mocht worden, behalve als hij 5 fouten maakte. Vanaf 1921 mocht een speler tweemaal gewisseld worden en in 1934 driemaal. In 1945 verdween de limiet op het aantal keer dat een speler gewisseld mocht worden. Coachen gedurende een wedstrijd was verboden, maar werd in 1949 gedurende time-outs toegestaan. Initieel werd een speler na twee fouten van het spel uitgesloten, in 1911 en 1945 veranderde dit in respectievelijk vier en vijf fouten. In de NBA wordt een speler na zes fouten uitgesloten, in de FIBA na vijf fouten.

Schotklok en tijdslimieten

De eerste tijdslimiet werd ingesteld in 1933, waarbij een team verplicht werd binnen een tiental seconden nadat balbezit verkregen was over de middenlijn te geraken. Deze regel werd tot 2000 in stand gehouden, waarna deze door de FIBA tot acht seconden werd gereduceerd, de NBA volgde een jaar later. De drie-secondenregel, die aanvallende spelers verbiedt om langer dan drie seconden in de bucket te verblijven, werd in 1936 ingesteld. De regel werd origineel geïnduceerd om grof spel tussen (grote) spelers onder de basket te voorkomen; nu wordt het vooral beschouwd als een regel om het voordeel dat verworven wordt door (te) dicht bij de basket te wachten op te heffen. De schotklok werd in 1954 in de NBA geïntroduceerd, om tegemoet te komen aan de snelheid van het spel. Een team werd verplicht binnen 24 seconden na verkregen balbezit een doelpoging ondernomen te hebben, waarbij de basket of het backboard wordt geraakt. Wanneer dit gebeurt, of wanneer de tegenstander de bal bemachtigt, wordt de schotklok gereset. In 1956 stelde de FIBA een soortgelijke 30-seconderegel in, waarbij de schotklok na een doelpoging gereset werd. De FIBA definieerde de term doelpoging minder strikt dan de NBA. De FIBA ging in 2000 over op de 24-seconderegel en adopteerde de strengere definitie van een schotpoging, waarbij de bal de basket of het backboard dient te raken, van de NBA. Een gemist schot, waarbij de 24 seconden verstrijken wanneer de bal nog in de lucht onderweg is, gold als een overtreding van deze regel; in 2003 werd dit opgeheven, mits de bal de ring raakte.

Fouten, vrije worpen en overtredingen

Dribbelen, het al lopend de bal op de grond doen stuiten, hoorde niet tot het originele basketbal en werd pas in 1901 geïntroduceerd. Destijds mocht een speler de bal slechts een keer stuiten en mocht bovendien niet schieten nadat hij dit gedaan had. In 1909 mocht een speler de bal, in stilstand, meer dan eens stuiten en bovendien een doelpoging mag ondernemen nadat hij dit gedaan had. Lopen met de bal werd sinds 1900 niet meer als een fout, maar als een overtreding aangemerkt, wat inhoudt dat als straf het balbezit naar de tegenstander ging. De bal met de vuist slaan werd ook een overtreding. Vanaf 1930 werd het spel stopgelegd en hervat met een sprongbal, wanneer een verdedigde speler in balbezit, de bal meer dan vijf seconden aan het spel onttrok. Sindsdien geldt dit als een overtreding. Goaltending werd een overtreding in 1946 en aanvallend goaltending in 1958. Goaltending is het beroeren van de bal nadat deze na een schotpoging een dalende lijn heeft ingezet. De vrije worp werd al snel na de uitvinding van basketbal geïntroduceerd. In 1895 werd de vrijeworplijn op 4,6 meter afstand van de basket vastgesteld, deze had zich tot dat moment op 6,1 meter van de basket bevonden. Vanaf 1924 moesten speler tegen wie een fout werd begaan zelf hun vrije worpen nemen. In 1998 introduceerde de NBA een boog met een diameter van 1,22 meter rond de basket, waarbinnen aanvallende fouten niet werden toegekend. Dit om te voorkomen dat verdedigende spelers onder de basket afwachten totdat een aanvallende fout tegen hen wordt begaan.

Scoren en veldmarkeringen

Oorspronkelijk werd alleen het aantal scores bijgehouden, zonder hieraan een weging mee te geven. Toen de vrije worp geïntroduceerd werd, was deze gelijk aan een velddoelpunt. In 1896 werd aan een velddoelpunt twee punten toegekend en aan een vrijeworp een punt. De American Basketball Associaton (ABA) introduceerde met haar oprichting in 1967 de driepunter, een velddoelpunt gescoord van achter de driepuntlijn. De FIBA introduceerde de driepuntlijn in 1984 op 6,25 meter vanaf het midden van de basket. De in de NBA rechthoekige bucket werd in 1951 verbreed 1,8 naar 3,7 meter. In 1956 introduceerde de FIBA haar trapezoïde bucket, 3.6 meter breed ter hoogte van de vrijeworplijn. De FIBA verbreedde dit in 1961 naar 6 meter en de NBA naar 4,9 meter, beide de huidige standaarden.

Wedstrijdleiding, formaliteiten en procedures

Oorspronkelijk was er een scheidsrechter ter beoordeling van fouten en een scheidsrechter ter beoordeling van balbehandelingen. Deze oorspronkelijke benamingen van referee en umpire gelden tot de dag van vandaag, ondanks het feit dat ze nu beiden alle aspecten van het spel controleren en gelijkwaardig zijn. De NBA introduceerde een derde leidsman in 1988, de FIBA volgde en paste het in 2006 voor het eerst in internationaal competitieverband toe. Scheidsrechterlijke beslissingen worden niet gesteund door videobeelden. Alleen wanneer onduidellijk is of een laatste schot van een wedstrijd binnen de tijd viel wordt een beroep gedaan op beeldmateriaal. De NBA maakt gebruik van deze uitzondering sinds 2002 de FIBA nam dit in 2006 over. Na een gescoord punt, wordt de bal weer in het spel gebracht van achter de achterlijn door het niet-scorende team. Tot 1938 werd het spel na elke score hervat met een sprongbal, hier werd ten faveure van het niet-scorende team vanaf gezien. De sprongbal werd nog wel gebruikt om elke wedstrijd en elke periode aan te vangen. Vanaf 1975 hanteert de NBA een ander balbezitsysteem en vangen het tweede tot en met het vierde kwart niet meer aan met een sprongbal, alleen het begin van een wedstrijd, het eerste kwart, begint met een sprongbal. De FIBA nam dit in 2003 over. In 1976 stelde de NBA een regel in die het teams toestaat om na een toegestane time-out de bal tot aan de middenlijn te brengen in de laatste twee minuten van een wedstrijd. De FIBA volgde in 2005.

Internationale regels

Op 31 maart 2006 werden de huidige regels door de FIBA goedgekeurd en per 1 oktober geëffectueerd.

De vijf standaardposities

Het moderne basketbal kent een vijftal standaardposities:

  • Center

De center (hieraan wordt gerefereerd als de 'nummer vijf'-positie) is doorgaans de langste speler van een basketbalteam, zijn lengte gaat vaak gepaard met een aanzienlijk gewicht en kracht. Een gemiddelde NBA-center is langer dan 2,08 meter. De traditionele rol van de center is om in de buurt van de basket te scoren en de tegenstander hiervan te weerhouden. Een center die lengte combineert met atletisch vermogen en technische vaardigheden kan van een onovertroffen toegevoegde waarde voor een team zijn. Er bestaat enige controverse over wat nu een 'echte center' is, vaak woedt de discussie of iemand nu een center of een power forward is. Huidige dominante centers in de NBA zijn Yao Ming, Ben Wallace, Jamaal Magloire, Amare Stoudemire, Brad Miller, Shaquille O'Neal, Alonzo Mourning, Žydrūnas Ilgauskas, Marcus Camby, Zaza Patsjoelia, Eddy Curry, Greg Oden en Nenad Krstic. Tot de beste center uit de historie van de NBA behoren George Mikan, Bill Russell, Wilt Chamberlain, Nate Thurmond, Willis Reed, Wes Unseld, Kareem Abdul-Jabbar, Bill Walton, Moses Malone, Robert Parish, David Robinson, Hakeem Olajuwon, Patrick Ewing en Dikembe Mutombo. Noemenswaardige Europese centers waren Vlade Divac, Rik Smits, Arvydas Sabonis and Dino Meneghin.

  • Power-forward

De power-forward (de 'nummer vier'-positie) deelt in zijn rol bepaalde taken met de center. De power-forward speelt in aanvallend opzicht met zijn rug naar de basket. In verdedigend opzicht speelt hij in een zoneverdediging, of tegen de power-forward van de tegenpartij in een man-tot-man verdediging. Een typische power-forward is een van de langste spelers op het veld, niet zo lang als de center, maar vaak steviger gebouwd. Een power-forward wordt verwacht rebounds te pakken en scoort de meeste van zijn punten binnen een tweetal meters van de basket, eerder dan via afstandsschoten. De power-forward vormt een indrukwekkende verschijning op het veld, maar het is de center die de meeste schoten blokt en de meer intimiderende rol op zich neemt. In de NBA is een gemiddelde power-forward 2,03-2,12 meter lang en weegt 100-120 kg. Vaak neemt de power-forward in bepaalde spelsituaties de rol van center op zich, in het bijzonder wanneer het een team ontbreekt aan een langere speler. Noemenswaardige power-forwards die momenteel in de NBA spelen zijn Pau Gasol, Chris Bosh, Rasheed Wallace, Kevin Garnett, Tim Duncan, Dirk Nowitzki, Carlos Boozer, en Elton Brand. Bekende power-forwards uit het verleden zijn Bob Pettit, Elgin Baylor, Jerry Lucas, Dave DeBusschere, Elvin Hayes, Kevin McHale, Charles Barkley, Dennis Rodman en Karl Malone. Rodman en Barkley voldeden met hun 1,98 m niet aan het stereotype van de power-forward, maar waren desalniettemin zeer succesvol op deze positie.

  • Small-forward

De small forward (de 'nummer drie'-positie) is doorgaans ietwat minder lang, minder zwaar en sneller en atletischer dan de power-forward. De small-forward positie wordt door de aard van zijn rol aangemerkt als waarschijnlijk de meest veelzijdige van de vijf standaard basketbalposities. De meeste small-forwards zijn 1,95-2,10 m lang. Zijn belangrijkste taak is het scoren van punten, na de center en de power-forward is hij als derde verantwoordelijk voor het rebounden. Enkele small-forwards beschikken over een meer dan uitstekende passing. De small-forward is de minst stereotiepe speler, sommige spelers op deze positie scoren hun punten veelal van afstand en anderen hebben meer de neiging om de basket op te zoeken. Een rol van de small-forward is het afdwingen van persoonlijke fouten van de tegenstander. Een onontbeerlijke kwaliteit van de small-forward is zijn schot, hij scoort veel van zijn punten vanaf de vrijeworplijn. De veelzijdige small-forward speelt een belangrijke rol in de verdediging, zij die tekortschieten op aanvallend vlak, compenseren dit vaak ruimschoots in verdedigend opzicht. Noemenswaardige NBA small-forwards die momenteel in de NBA actief zijn, zijn LeBron James,Ron Artest, Rashard Lewis, Carmelo Anthony, Grant Hill, Morris Peterson (die soms ook de rol van shooting-guard vervult), Lamar Odom, Peja Stojakovic, Bobby Simmons, Tayshaun Prince, Shawn Marion, Gerald Wallace, Paul Pierce,James Posey, Bruce Bowen, Andrei Kirilenko, Josh Howard, Richard Jefferson en Tracy McGrady. Tot de bekendste small-forwards uit het verleden behoren Elgin Baylor, Rick Barry, Julius Erving, Larry Bird, James Worthy, Dominique Wilkins en Scottie Pippen.

  • Shooting-guard

Shooting-guards (de 'nummer twee'-positie) zijn doorgaans minder lang, lichter, atletischer en sneller dan small-forwards. Zijn belangrijkste taak is het scoren van punten. Hoewel eigenlijk een taak van de point-guard, brengt de shooting-guard vaak de bal over de middenlijn. Deze guards combineren de taak van shooting en van point-guard en staan te boek als 'combo-guards'. Een speler die de rol van small-forward en shooting-guard afwisselt, is bekend als een 'swingman'. De shooting-guard is meestal langer dan de point-guard en meet om en nabij de 2 m. Minder lange spelers spelen vaak ook op deze positie, waaronder Allen Iverson. De shooting-guard is vaak de beste schutter van het team, iets dat hem niet belet om zich een weg richting de basket te banen. De bekendste shooting-guards uit de huidige NBA zijn Kobe Bryant, Vince Carter, Manu Ginobili, Richard Hamilton, Ray Allen, Michael Redd en Dwyane Wade. Clyde Drexler, George Gervin, Hal Greer, John Havlicek, Sam Jones, Pete Maravich, Earl Monroe, Mitch Richmond, Bill Sharman, Allan Houston, Michael Jordan, en Jerry West zijn bekende shooting-guards uit het verleden.

  • Point-guard

De point-guard (de 'nummer een'-positie) is veelal de kleinste speler op het veld, met als noemenswaardige uitzondering Earvin 'Magic' Johnson. De positie van point-guard is wellicht de meeste specialistische van de vijf. De point-guard vervult een spilfunctie en zet de lijnen uit. In essentie is zijn rol de aanval van zijn team te leiden door het controleren van de bal en deze op het juiste moment aan een teamspeler toe te spelen. Bovenal is hij een verlengstuk van zijn coach in het veld en dient diens strijdplan te begrijpen en uit te voeren. De point-guard is de speler met het meeste tactisch inzicht en vernuft en moet in alle situaties, met name in het geval van een 'fast-break', snel kunnen handelen. De rol van de point-guard is vergelijkbaar met die van de middenvelder bij het voetbal en de quarterback uit het American Football. De point-guard dient van zich te doen spreken, hij instrueert zijn teamspelers en gaat als eerste met de leidsmannen in discussie in het geval van een twijfelachtige beslissing. Hij moet te allen tijde op de hoogte zijn van de schotklok, de resterende wedstrijdtijd, de tussenstand, het aantal time-outs van beide teams en de foutenlast van zijn eigen team en de tegenspeler. Meer lengte wordt als een surplus beschouwd, maar is ondergeschikt aan spelinzicht en technische vaardigheid. Elke aanval begint bij de point-guard, hierom is zijn passing, balbehandeling en spelvisie cruciaal. De point-guard wordt veelal op het aantal assists beoordeeld, eerder dan op zijn scorend vermogen. Ondanks dit, dient een point-guard te beschikken over een redelijk (sprong)schot. Er zijn vele noemenswaardige point-guards actief in de NBA: Steve Nash, Gary Payton, Chris Paul, Smush Parker, Tony Parker, Jason Kidd, Jason Terry, Mike Bibby, Baron Davis, Chauncey Billups, Stephon Marbury, Steve Francis, Deron Williams, Kirk Hinrich en Gilbert Arenas zijn enkelen van hen. Point-guards uit het verleden zijn Bob Cousy, Lenny Wilkens, Walt Frazier, Nate Archibald, Magic Johnson, Isiah Thomas en John Stockton. Een andere groot point-guard uit het verleden, Oscar Robertson, combineerde de vaardigheden van een point-guard met die van een small forward, waarmee hij een van de eerste zogenaamde point forwards werd, een rol die ook Scottie Pippen vervulde.

Geschiedenis

Basketbal is één van de weinige sporten die uit het niets werden uitgevonden. Dat gebeurde in 1891 door James Naismith, die als sportleraar werkte aan de Young Men's Christian Association (YMCA) in Springfield, (Massachusetts). Zijn bedoeling was een intensieve sport uit te vinden die door buitensporters beoefend kon worden tijdens de wintermaanden. Het basketbal vond meteen een grote aanhang en verspreidde zich snel over de hele Verenigde Staten.

Gedurende de jaren '20 van de twintigste eeuw ontstonden over heel Amerika professionele ploegen. De organisatiegraad was echter niet hoog. Competities en ploegen verschenen en verdwenen, spelers veranderden op regelmatige basis van ploeg. De wedstrijden gingen meestal door in schuren of in danszalen. Het is pas in 1949 dat met de oprichting van de National Basketball Association (NBA) een eerste echt standvastige competitie ontstaat.

Basketbal werd voor het eerst opgenomen in het programma van de Olympische Spelen in 1936, hoewel het in 1904 al eens beoefend werd in het demonstratieprogramma. De Verenigde Staten zijn altijd de dominante ploeg geweest. Enkel in München (1972 Sovjet-Unie), Moskou (1980 Joegoslavië), Seoel (1988 Sovjet-Unie) en Athene (2004 Argentinië) slaagden ze er niet in de Olympische titel te behalen. Het Dream Team (1992) en zijn opvolgers herstelden het Amerikaanse overwicht, maar ondanks de vele NBA-spelers won de Verenigde Staten 'slechts' brons in 2004.

Sinds 1950 worden er voor de mannen wereldkampioenschappen georganiseerd. Ook hier zijn de dominante naties de Verenigde Staten, Joegoslavië en de Sovjet-Unie. Enkel in de beginperiode tot 1963 konden Zuid-Amerikaanse landen als Argentinië en vooral Brazilië daar iets aan wijzigen.

Ook in het vrouwenbasketbal zijn de Verenigde Staten (Olympische Spelen) en de Sovjet-Unie (wereldkampioenschappen) gedurende decennia de dominante ploegen geweest. Belangrijk voor de evolutie van het vrouwenbasketbal is de oprichting van de Women's National Basketball Association (WNBA) geweest. Profiterend van de professionele structuur van grote broer NBA werd het vrouwenbasketbal grondig geprofessionaliseerd.

Overzicht van basketbalterminologie

  • Fouten en overtredingen: Tijdens een basketbalwedstrijd kunnen zowel fouten als overtredingen worden gemaakt. Beide zijn het gevolg van een inbreuk op de regels. Het verschil tussen fouten en overtredingen is dat fouten op het wedstrijdformulier worden genoteerd op naam van een speler, coach of ploegbegeleider. Daarnaast is een fout een inbreuk op regels waarbij het gaat om ongeoorloofd persoonlijk contact of onsportief gedrag.
    • Voorbeelden van overtredingen zijn: een uitbal, 'second dribble', 'lopen', voetbal of bal stompen, terugspelen op eigen helft of 3-seconden in het beperkt gebied.
    • Voorbeelden van fouten zijn: duwen, ongeoorloofd gebruik van de handen, schelden of ongeoorloofd commentaar.
  • Loopovertreding. Een loopovertreding wordt gefloten wanneer een speler ofwel...
    • loopt zonder te dribbelen
    • Eerst één of meer stappen zet en dan begint te dribbelen.
    • Als er tijdens de lay- up drie of meer stappen zijn gezet.
  • Pivotvoet. Wanneer een speler met de bal in de hand één van beide voeten optilt/verplaatst, wordt automatisch de andere voet de pivotvoet. De pivotvoet moet de speler aan de grond houden zolang de bal in de handen wordt vastgehouden. Op deze pivotvoet mag de speler wel ronddraaien (pivoteren), zolang deze voet op dezelfde positie op het veld blijft.
    • De pivotvoet mag worden opgetild tijdens het passen of schieten, maar deze voet mag de grond niet raken voordat de bal de handen van de speler heeft verlaten. Nadat de bal bij het dribbelen de grond heeft geraakt of nadat een speler de bal kwijt is geraakt, zijn de beperkingen van de pivotvoet niet langer van toepassing.
    • Wanneer de beperkingen van de pivotvoet worden overtreden, is sprake van een loopovertreding.
  • Second dribble. Het is niet toegelaten om te dribbelen, te stoppen met dribbelen door de bal in een of twee handen te nemen, en dan nogmaals te dribbelen. Dit wordt second dribbel genoemd.
  • Charge (aanvallende fout). Een charge kan worden gefloten als de aanvaller fysiek contact veroorzaakt met de verdediger.
  • Block. De block is een beweging, maar kan ook als fout beschouwd worden
    • Een speler kan geblockt worden bij het schieten. Dit is GEEN fout zolang de verdediger op de bal slaat, en niet op de handen of armen.
    • Een speler kan tijdens Lay - Up worden tegengehouden. Dit is bijna altijd fout, tenzij je voor de speler staat. Dan geldt de zin hierboven.
  • Lay - Up. De Lay - Up is een beweging, en moet uitgevoerd worden door te dribbelen, twee stappen te zetten en de bal in de basket te gooien. Voor meer informatie, zie *loopfout.
  • Reverse Lay - Up. De Reverse Lay - Up is ook een beweging, maar een andere versie dan de Lay - Up. Een Reverse Lay - Up wordt uitgevoerd door één stap achter de basket te zetten, en dan een tweede, korte stap te zetten naar het veld. Met een korte stap kan de speler gemakkelijk omhoog, steekt zijn arm uit en draait zijn lichaam. In de volksmond wordt dit ook wel eens een ' Lay - Back ' genoemd, maar de 'officiële' naam is Reverse Lay - Up.
  • Shot. Het shot is een aparte beweging en moet heel erg precies uitgevoerd worden. Gooien zoals in het korfbal is helemaal fout. De bedoeling is dat je deze regels volgt, hoewel die niet altijd toegepast worden:
    • Als je rechts bent, zet je je rechterhand op de bal. Je houdt hem op de hoogte van je schouder, ongeveer 30 cm ervandaan. Je zorgt ervoor dat je arm een L - vorm heeft, dus een hoek van 90 graden vormt. Je brengt je linkerhand naar de zijkant van de bal, en vormt met de twee duimen een T. Je buigt door de knieën en je steekt het zitvlak naar achteren. Nu heb je een goede shotpocket en ben je klaar om je shot uit te voeren. Je strekt je rechterarm volledig uit, en naar het einde toe ga je je begeleidingshand wegtrekken. Bij een perfect shot moet de bal naar achteren spinnen in de lucht. Als hij op de grond valt en naar jou terug bounced, heb je ongeveer een perfect shot. Dit zijn nog maar enkele basisregels voor basketbal.
  • Backdoor. Hiervoor heb je meerdere spelers nodig. Jij hebt de bal, en je medespeler niet. Je medespeler loopt naar buiten maakt een schijnbeweging dat hij/zij de bal daar wilt krijgen. Versnelt dan naar binnen, achter de rug van de tegenstander, en krijgt een pass van degene die die bal heeft en maakt het af met een lay-up.
  • Pass. Een pas lijkt simpel te zijn, maar er zijn verschillende soorten passes. Er zijn de borstpasses, de bouncepasses, de bovenhandse passes, de onderhandse passes, de overheadpass, enz. Een bounce - en borstpass wordt uitgevoerd door beide handen aan de zijkanten van de bal te plaatsen. Je strekt de armen, en als de bal weg is moeten je twee polsen naar de buitenkant staat. Bovenhands passes en onderhandse passes gebeuren met één hand. Bij de overheadpass heb je beide handen aan de bal, boven je hoofd, en pass je de bal als een soort inworpbeweging, bij voetbal, naar je medespeler/ster.
  • Give 'n Go. De speler past naar een speler naast hem. Hij snijdt door naar het doel en vraagt om de bal. Hij krijgt de bal en maakt een Lay - Up. Deze hele beweging heeft men één naam gegeven: Give and Go. Wordt meestal uitgesproken Give 'n Go.
  • Bounce pass: is een bal via de grond naar de andere medespeler als je fanatiek verdedigd wordt.
  • dribbelen: beweging met de bal stuiteren en zo lopen met de bal
  • Persoonlijke fout: Dit type fout komt het meeste voor in een wedstrijd en wordt toegekend aan een veldspeler die zich schuldig maakt aan illegaal verdedigen, duwen, ongeoorloofd gebruik van de handen etc. Een persoonlijke fout wordt ook wel een 'P' genoemd. Een speler met 5 persoonlijke fouten moet worden gewisseld en wordt daarbij uitgesloten van deelname aan de rest van de wedstrijd.
  • Technische fout: Wanneer de spelers op of naast het veld, dan wel de coach onverantwoord gedrag vertoont tegenover het publiek, zijn tegenstanders, de jurytafel of de scheidsrechters. Onverantwoord gedrag kan worden uitgelegd als herhaald commentaar op de wedstrijdleiding of het gebruiken van obscene taal en/of gebaren.
  • Onsportieve fout: Een fout die zeer onsportief is en meestal wordt gemaakt op een speler die alleen op de basket afgaat. Wanneer men 2 onsportieve fouten heeft wordt men uitgesloten. Dan mag de speler de wedstrijd niet meer bijwonen en moet hij in de kleedkamer of buiten het gebouw wachten tot het eindsignaal van de wedstrijd. De straf na de wedstrijd bij twee onsportieve fouten is hetzelfde als bij een diskwalificerende fout: een boete en een schorsing.
  • Diskwalificerende fout: Deze fout komt maar heel zelden voor. Als je deze fout krijgt moet je direct het veld verlaten en mag je de rest van de wedstrijd ook niet meer meedoen ongeacht de hoeveelste fout het ook is. Hierbij volgt ook een boete en een schorsing. Deze duur van deze schorsing hangt af van de fout.
  • And1: van een And1 spreekt men in de Amerikaanse basketwereld wanneer iemand scoort, een fout meekrijgt, en vervolgens een vrijworp krijgt toegewezen. And1 is ook de naam van een basketbal kleding/schoenen merk.

Nederland

Pas in 1930 kreeg basketbal meer bekendheid in Nederland. Via Lew Lake, jeugd- en sportleider van de Londense YMCA, kwam het spel naar Nederland. De Nederlandse afdeling van de YMCA nodigde Lew Lake uit om een cursus te geven in Amsterdam. Dat sloeg enorm aan. In 1930 werd er al een toernooi georganiseerd, waaraan ook het Londense YMCA-team deelnam. In 1931 speelde men een demonstratiewedstrijd in het Amsterdamse concertgebouw! Het duurde echter tot na de oorlog voordat de Nederlandse Basketball Bond werd opgericht.

De AMVJ (Algemene Maatschappij voor Jongeren) is de eerste Nederlandse basketbalclub. De Engelsman Lew Lake van de Londense YMCA introduceert basketbal daar in 1930. Overigens was het een Nederlander, Hubert van Bleijenburg, de directeur van de Utrechtse Militaire Gymnastiek- en Sportschool, die in 1926 de sport meenam vanuit Springfield, de plaats waar Naismith de basis legde. Voor veel spelers was basketbal een beetje een tweede sport. Veel teams hoorden bij Amsterdamse korfbalverenigingen. In tegenstelling tot de Verenigde Staten waren er in Nederland nauwelijks sportzalen, iets wat de ontwikkeling van basketbal vertraagde. Het duurde tot 1956-1957 eer zich wat meer districten aanmeldden bij de NBB. Het gebrek aan sportzalen betekende dat er bijna geen competitiebasketbal werd gespeeld, met als gevolg dat het ledental in de eerste twintig jaar van het bestaan van de NBB groeide van duizend tot slechts 8.000.

Nederlandse Basketball Bond

Toen de Nederlandse Basketball Bond op 15 juli 1947 werd opgericht, begon de bond met iets minder dan duizend leden en waren 120 teams uit Amsterdam, Haarlem en Rotterdam aangesloten. Basketbal was een sport die op dat moment nog niet in het hele land werd beoefend. Vooral in Amsterdam werd basketbal gespeeld. Logisch is het dan ook dat de NBB voortkwam uit de in 1945 opgerichte Amsterdamse Basketball Bond. Pas in het seizoen ’49-’50 meldden zich de eerste andere steden aan, waaronder Den Helder, Haarlem en Rotterdam.

De Nederlandse Basketball Bond is gevestigd in het Huis van de Sport te Nieuwegein en is onderverdeeld in vijf rayons: West, Noord-Holland, Noord, Oost en Zuid.

Eredivisie

De sport zelf groeide echter snel en in 1951 vonden de eerste nationale kampioenschappen plaats. Bij de dames werd Westerkwartier eerste en bij de heren AMVJ, beide uit Amsterdam. Op 20 december 1955 verkreeg de NBB haar koninklijke goedkeuring, zij werd daarmee erkend als rechtspersoon. Hiermee werd tevens de weg vrijgemaakt om verder te gaan in de ontwikkeling van basketbal als volwaardige sport. Als voorbeelden daarvan kunnen genoemd worden het lidmaatschap van het Nederlands Olympisch Comité in 1956, het opstarten van een competitie tussen verschillende districten in 1956 en uiteindelijk het begin van een landelijke competitie in 1957-1958. Bij de start daarvan werd gespeeld met twee landelijke klassen, waarvan de winnaars speelden om de landstitel. In 1960 werd de eredivisie geïntroduceerd, met de twaalf beste ploegen in één competitie. Bij de dames duurde het twee jaar langer voor eredivisie een feit was. Dit alles nam overigens niet weg dat de Amsterdamse ploegen het nationale basketbal bleven domineren. Het duurde zelfs tot 1967 voor een niet-Amsterdamse ploeg de nationale titel pakte (SVE Utrecht).

Basketbalverenigingen

Amateurs

In Nederland en België bestaan veel basketbalclubs.

Professioneel

Er bestaan ook veel professionele basketbalverenigingen. Enkele voorbeelden:

België

Nederland

Overige landen

Internationaal

Verschillende organisaties zijn op internationaal vlak actief. Zo is er in de Verenigde Staten de gekende profcompetitie NBA. Daarnaast zijn er in de VS nog tal van kleinere competities : CBA, USBL, NBDL, ABA 2000... Ook mogen de universiteitscompetitie NCAA en de vrouwencompetitie WNBA niet vergeten worden.

Een overkoepelend orgaan op wereld vlak is de Fédération internationale du Basketball of FIBA. Deze organisatie werd op 18 juni 1932 opgericht in Genève (Zwitserland) door : Argentinië, Tsjecho-Slowakije, Griekenland, Italië, Letland, Portugal, Roemenië.

De FIBA

De FIBA vertegenwoordigt op dit ogenblik 208 verschillende basketbalfederaties uit de hele wereld. Het is het enige orgaan dat door het IOC erkend is. Het vaardigt de officiële regels uit in verband met het basketbal, organiseert internationale competities en reguleert transfers van spelers tussen verschillende landen. De FIBA is sinds 1956 gevestigd in München (Duitsland). Tussen 1932 en 1940 was dat Rome (Italië) en tussen 1940 en 1956 in Bern (Zwitserland).

De FIBA is opgebouwd uit 5 zoneorganisaties:

Huidig voorzitter is de Senegalees Abdoulaye Seye Moreau, de huidige secretaris-generaal de Joegoslaaf Boris Stankovic.

Overzicht voorzitters:

  • Léon Bouffard (Zwitserland) : 1932–1948
  • Willard N. Greim (Verenigde Staten) : 1948–1960
  • Antonio dos Reis Carneiro (Brazilië) : 1960–1968
  • Abdel Moneim Wahby (Egypte) : 1968–1976
  • Gonzalo G. Puyat II (Filipijnen) : 1976–1984
  • Robert Busnel (Frankrijk) : 1984–1990
  • George E. Killian (Verenigde Staten) : 1990–1998
  • Abdoulaye Seye Moreau (Senegal) : 1998–nu

Overzicht secretarissen-generaal:

  • R. William Jones (Verenigd Koninkrijk) : 1932–1976
  • Mr. Borislav Stankovic (Joegoslavië) : 1976–nu

Kampioenschappen

Wereldkampioenschappen (mannen)

Zie Wereldkampioenschap basketbal
jaar goud zilver brons
2006 Spanje Griekenland Verenigde Staten
2002 Joegoslavië Argentinië Duitsland
1998 Joegoslavië Rusland Verenigde Staten
1994 Verenigde Staten Rusland Kroatië
1990 Joegoslavië Sovjet-Unie Verenigde Staten
1986 Verenigde Staten Sovjet-Unie Joegoslavië
1982 Sovjet-Unie Verenigde Staten Joegoslavië
1978 Joegoslavië Sovjet-Unie Brazilië
1974 Sovjet-Unie Joegoslavië Verenigde Staten
1970 Joegoslavië Brazilië Sovjet-Unie
1963 Brazilië Joegoslavië Sovjet-Unie
1959 Brazilië Verenigde Staten Chili
1954 Verenigde Staten Brazilië Filipijnen
1950 Argentinië Verenigde Staten Chili

Wereldkampioenschappen (vrouwen)

jaar goud zilver brons
2006 Australië Rusland Verenigde Staten
2002 Verenigde Staten Rusland Australië
1998 Verenigde Staten Rusland Australië
1994 Brazilië China Verenigde Staten
1990 Verenigde Staten Joegoslavië Cuba
1986 Verenigde Staten Sovjet-Unie Canada
1983 Sovjet-Unie Verenigde Staten China
1979 Verenigde Staten Korea Canada
1975 Sovjet-Unie Japan Tsjecho-Slowakije
1971 Sovjet-Unie Tsjecho-Slowakije Brazilië
1967 Sovjet-Unie Korea Tsjecho-Slowakije
1964 Sovjet-Unie Tsjecho-Slowakije Bulgarije
1959 Sovjet-Unie Bulgarije Tsjecho-Slowakije
1957 Verenigde Staten Sovjet-Unie Tsjecho-Slowakije
1953 Verenigde Staten Chili Frankrijk

Afrika (Mannen)

jaar goud zilver brons
2007 Angola Kameroen Kaapverdië
2005 Angola Senegal Nigeria
2003 Angola Nigeria Egypte
2001 Angola Algerije Egypte
1999 Angola Nigeria Egypte
1997 Senegal Angola Nigeria
1995 Angola Senegal Nigeria
1993 Angola Egypte Senegal
1992 Angola Senegal Egypte
1989 Angola Egypte Senegal
1987 Centraal-Afrikaanse Republiek Egypte Angola
1985 Ivoorkust Angola Egypte
1983 Egypte Angola Senegal
1981 Ivoorkust Egypte Somalië
1980 Senegal Ivoorkust Marokko
1978 Senegal Ivoorkust Egypte
1975 Egypte Senegal Soedan
1974 Centraal-Afrikaanse Republiek Senegal Tunesië
1972 Senegal Egypte Mali
1970 Verenigde Arabische Republiek (Egypte) Senegal Tunesië
1968 Senegal Marokko Centraal-Afrikaanse Republiek
1965 Marokko Tunesië Algerije
1964 Verenigde Arabische Republiek (Egypte) Marokko Palestina
1962 Verenigde Arabische Republiek (Egypte) Soedan Marokko

Afrika (Vrouwen)

jaar goud zilver brons
2007 Mali Senegal Angola
2005 Nigeria Senegal Mozambique
2003 Nigeria Mozambique Senegal
2001 Senegal Tunesië Dem. Rep. Congo
1997 Senegal Dem. Rep. Congo Nigeria
1994 Zaïre Senegal Angola
1993 Senegal Kenia Mozambique
1990 Senegal Zaïre Mozambique
1986 Zaïre Mozambique Angola
1984 Senegal Zaïre Kameroen
1983 Angola Senegal Kameroen
1981 Senegal Zaïre Angola
1979 Senegal Somalië Ghana
1977 Senegal Egypte Togo
1974 Senegal Tunesië Egypte
1970 Madagaskar Verenigde Arabische Republiek (Egypte) Senegal
1968 Verenigde Arabische Republiek (Egypte) Senegal Mali
1966 Verenigde Arabische Republiek (Egypte) Guinea Centraal-Afrikaanse Republiek

Amerika's (Mannen)

jaar goud zilver brons
2001 Argentinië Brazilië Canada
1999 Verenigde Staten Canada Argentinië
1997 Verenigde Staten Puerto Rico Brazilië

Amerika's (Vrouwen)

jaar goud zilver brons
2001 Brazilië Cuba Argentinië
1997 Brazilië Verenigde Staten Cuba

Azië

jaar goud zilver brons
2001 China Libanon Zuid-Korea
1999 China Zuid-Korea Saoedi-Arabië
1997 Zuid-Korea Japan China
1995 China Zuid-Korea Japan
1993 China Zuid-Korea Noord-Korea
1991 China Zuid-Korea Japan
1989 China Zuid-Korea Taipei
1987 China Zuid-Korea Japan
1986 Filipijnen Zuid-Korea China
1983 China Japan Zuid-Korea
1981 China Zuid-Korea Japan
1979 China Japan Zuid-Korea
1977 China Zuid-Korea Japan
1975 China Japan Zuid-Korea
1973 Filipijnen Zuid-Korea Taiwan
1971 Japan Filipijnen Zuid-Korea
1969 Zuid-Korea Japan Filipijnen
1967 Filipijnen Zuid-Korea Japan
1965 Japan Filipijnen Zuid-Korea
1963 Filipijnen Taiwan Zuid-Korea
1960 Filipijnen Taiwan Japan

Externe links

Basketbal
Olympische spelen
Olympische zomersporten
Atletiek · Badminton · Basketbal · Boksen · Boogschieten · Gewichtheffen · Gymnastiek ·
Handbal · Hockey · Judo · Kanovaren · Moderne vijfkamp · Paardensport · Roeien · Schermen ·
Schietsport · Schoonspringen · Synchroonzwemmen · Taekwondo · Tafeltennis · Tennis ·
Triatlon · Voetbal · Volleybal · Waterpolo · Wielersport · Worstelen · Zeilen · Zwemmen
Olympische wintersporten
Alpineskiën · Biatlon · Bobsleeën · Curling · Freestyleskiën · IJshockey · Kunstrijden · Langlaufen · Noordse combinatie ·
Rodelen · Schaatsen · Schansspringen · Shorttrack · Skeleton · Snowboarden
Voormalige Olympische sporten
Cricket · Croquet · Golf · Honkbal · Jeu de paume · Lacrosse · Motorbootracen ·
Pelota · Polo · Rackets · Roque · Rugby · Softbal · Touwtrekken