Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ietsisme

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 4 jul 2012 om 22:27 (aanhalingstekens, krantenkop, verwijdering van zin over beredenerende manier van denken (in contrast met begrijpend denken) enz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Godsdienstfilosofie
Het goddelijke
Religies
Themata en concepten
Stromingen
Godsdienstfilosofen
Werken

Het ietsisme is de aanname, van het bestaan van een metafysische kracht.

Ietsisme is een algemene term voor uiteenlopende overtuigingen waarbij mensen „voor waar houden” dat er „iets” is „tussen hemel en aarde”, zonder een welbepaalde religie aan te hangen. Een ietser is iemand die gelooft, maar die orthodoxe goden links laat liggen, maar voor zijn zingeving behoefte houdt aan iets transcendents dan wel gelooft dat er aan al het bestaande een transcendente maar onbenoembare kracht ten grondslag ligt.

Zowel onder theïsten als bij atheïsten roept het ietsisme weerstand op, maar uit een opiniepeiling van dagblad Trouw uit oktober 2004 bleek dat 40% van de Nederlanders tot de ietsisten kunnen worden gerekend.[1]

Men veronderstelt dat het ietsisme eerst in de katholieke wereld postgevat heeft bij gelovigen die de geloofwaardigheid van een aantal katholieke dogma's in twijfel gingen trekken.

De term kreeg in Nederland bekendheid nadat hij in 1997 genoemd werd door columnist Ronald Plasterk in een column voor het televisieprogramma Buitenhof. Mogelijk is ook voor hem het Sociaal en Cultureel Rapport (1996), dat als eerste het fenomeen met cijfers documenteerde, de bron van de term ietsisme. Plasterk noemde ietsisme aanvankelijk een „religieus armzalig en irritant tijdsverschijnsel”, maar kwam hier later op terug.

Eerder omschreef Ad Verkuijlen hetzelfde fenomeen met het woord ’ietsers’[2] In een column met als titel ’Daar komen de Ietsers’ lezen we: „Steeds minder mensen voelen zich betrokken bij een kerk. Het aantal mensen dat gelooft ’aan een hogere macht die verder onbenoemd bleef’ stijgt echter gestaag; sinds 1991 met 2% naar 22%. Aldus het Sociaal en Cultureel Rapport 1996. Het is een nationale epidemie. Iedereen kent er wel een paar. Op de vraag of zij in een (christelijke) God geloven, antwoorden zij gewichtig: ’Nee, maar er moet wel iets zijn!’”

In tegenstelling tot het klassieke agnosticisme, dat eerder negatief staat tegenover religieuze overtuigingen (niet geloven wat men niet kan weten), blijft het ietsisme daar eerder positief tegenover staan (er is veel meer dan we kunnen weten). Het is een vorm van religieuze vrijzinnigheid of religieuze onkerkelijkheid. De invulling daarvan kan variëren van een christelijk godsbeeld van een „kracht” die buiten de wereld staat tot een boeddhistisch wereldbeeld met „krachten” die in de wereld bestaan. Het is ook een mogelijk om de keuze tussen beide open te laten.

Het woord ietsisme is opgenomen in de 14e editie van de Dikke Van Dale, die in oktober 2005 is uitgegeven.

Referenties

rel=nofollow

Externe link