Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Joodse kalender

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 24 jan 2012 om 10:29 (+foto Gezer kalender)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De Gezer kalender: de oudste archeologische vondst waarop de Hebreeuwse maanden staan vermeld, mogelijk als schrijfoefening.

De joodse kalender of Hebreeuwse kalender (Hebreeuws: הלוח העברי / ha’loeach ha‘iwri) is een lunisolaire kalender. De nu gebruikelijke joodse jaartelling rekent vanaf het jaar waarvan het jodendom aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden.

De datum van vandaag: zondag, 3 november 2024, komt overeen met 2 Cheshvan 5785 op de Joodse kalender.

Maankalender

In het jodendom hanteert men een lunisolaire kalender: een maankalender die in het juiste seizoen wordt gehouden door het invoegen van schrikkelmaanden. Een 'synodische' maand of lunatie duurt ca. 29,5 dagen waarbij de ene maand 29 en de andere maand weer 30 dagen duurt. Omdat er 12 joodse maanden zijn, komt men hierdoor uit op 354 dagen. Een maanjaar is dus ongeveer 11 korter dan een jaar van een zonnekalender met 365 of 366 dagen.

Dit lost men op door een schrikkelmaand in te voegen. De naam van de schrikkelmaand is ve-adar of adar sjeni (in het Nederlands ook wel tweede adar of kortweg adar 2).

Geschiedenis

Vóór de Exodus

Het Bijbelverslag geeft te kennen dat vóór de Israëlieten uittrokken uit Egypte, het jaar van herfst tot herfst werd gerekend. Joden gaan er nog steeds van uit dat de schepping van Adam plaatsvond in de herfst.

Ten tijde van de uittocht uit Egypte droeg God in de Thora door aan Mosje (Mozes) en Aharon (Aäron) op dat het jaar in de lente diende te beginnen met de maand Abib (of Nisan) (Exodus 12:1-2; Exodus 13:4). In Sjemot (Exodus) 12:1-2 staat: „JHWH zei tegen Mosje en Aharon, terwijl zij nog in Egypte waren: ’Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn.’” Dit had betrekking op de uittocht uit Egypte door de Israëlieten die in de lente plaatsvond. De “redding” (uit Egypte) werd zo op een belangrijkere plaats gesteld dan de schepping. Voor burgerlijke doeleinden en voor de landbouw, bleef ook de van herfst-tot-herfst-kalender in gebruik.

De meeste maandnamen van vóór de Babylonische ballingschap zijn niet meer bekend. De maanden werden meestal met hun rangnummer aangeduid, (vb.: ’de derde maand’.) Van de oude maandnamen zijn enkel nog Abib, Ziv, Ethanim en Bul bekend.

Een mozaïek in een synagoge in Israël (5e eeuw), met de 12 maanden en de symbolen van de dierenriem.

Na de Babylonische gevangenschap

Tijdens de ballingschap in Babylon kwam het gebruik van de Babylonische maandnamen in zwang, die tot op heden in de Joodse kalender worden gebruikt.

In de „mondelinge leer”, die in de Misjna werd opgetekend, werden vier verschillende beginpunten van het nieuwe jaar beschreven. Het bekendste ervan is Rosj Hasjana (het hoofd van het jaar) en begint op 1 tisjrie. De overige in de Misjna beschreven beginpunten van het nieuwe jaar zijn Toe Biesjwat (het nieuwe jaar van de bomen, op 15 sjewat), het nieuwe jaar voor het brengen van de tienden van het vee, en het in onbruik geraakte nieuwe jaar van de koningen en pelgrims, dat begon met niesan. Wanneer een koning begon te regeren, beschouwde men de maanden tot niesan als zijn troonbestijgingsjaar. Zijn eerste regeringsjaar begon vanaf niesan.

Standaardisering

In vroegere tijden liet men de maand beginnen „op basis van puur empirische observatie”: de nieuwe-maansikkel moest zichtbaar worden te Jeruzalem. Evenzo voegde men op basis van observatie een schrikkelmaand toe wanneer dit nodig was. „Als . . . tegen het eind van het jaar werd opgemerkt dat het Pesach vóór de lente-equinox [omstreeks 21 maart] zou vallen, werd er verordend dat er vóór niesan een maand ingelast moest worden.”[1]

Omstreeks het jaar 359 (gregoriaanse jaartelling) werd de kalender gestandaardiseerd door Hillel II met behulp van de cyclus van Meton: in een telkens terugkerende periode van 19 jaar wordt zeven keer een schrikkelmaand toegevoegd en wel in het 3e, 6e, 8e, 11e, 14e, 17e en 19e jaar. Deze schrikkelmaand heeft in de regel 30 dagen (op één na die 29 dagen telt) waardoor men na 19 jaar in de pas loopt met de zonnekalender. Rabbijnse joden gaan ervan uit dat dit de laatste kalenderhervorming was voor de komst van de Messias.

De kalenderhervorming van Hillel II werd niet gevolgd door de karaïtische joden.

Heden

Vandaag de dag begint het jaar met de maand tisjrie (de zevende maand volgens de Thora).

Hedendaagse Israëlische kalenders bevatten gewoonlijk de herfst-tot-herfst-kalender. Er zijn vele dubbele kalenders in omloop: ofwel de Gregoriaanse kalender met de joodse maanden in het klein aangegeven, ofwel de joodse kalender met de data van de Gregoriaanse kalender.

Jaartelling

De nu gebruikelijke joodse jaartelling rekent vanaf het jaar waarvan het jodendom aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden, (de Anno Mundi).

„In verscheidene rabbijnse berekeningen begon het ’Tijdperk van de Schepping’ in de herfst van een van de jaren tussen 3762 en 3758 vóór de gangbare jaartelling [voor Christus]. Sinds de twaalfde eeuw werd het aanvaard dat dit tijdperk in 3761 begon (om exact te zijn, op 7 oktober van dat jaar).”[2]

Het joodse jaar 5785 komt zodoende overeen met het algemene of Gregoriaanse jaar (sept./okt., tisjrie) 2024 - 2025.

„godsdienstig” „burgerlijk” Joodse maandnaam (alternatieve spelling) Oude Hebreeuwse naam
(vóór de Babylonische
ballingschap)
Gregoriaanse maandnaam
1 7 niesan Nisan Abib maart/april
2 8 ijar Ijjar Ziv april/mei
3 9 siewan Sivan mei/juni
4 10 tammoez Tammuz juni/juli
5 11 aaw Ab juli/augustus
6 12 elloel Elul augustus/september
7 1 tisjrie Tisjri Ethanim september/oktober
8 2 chesjwan Chesvan Bul oktober/november
9 3 kisleew Kislev november/december
10 4 teweet Tebet december/januari
11 5 sjewat Sjebath januari/februari
12 6 adar Adar februari/maart
13 (13) adar 2 Ve-Adar (in schrikkeljaren) in maart/april

Zie ook

Weblinks


Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Emil Schürer, The History of the Jewish People in the Age of Jesus Christ, Volume 1, 1973, blz. 590.
  2. º Encyclopaedia Judaica, 1971
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow