Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Joodse kalender
2 Cheshvan 5785 op de Joodse kalender (of in het Hebreeuws: ב׳ חשון ה״ןפה׳) komt overeen met
van zaterdagavond 2 november 2024 bij zonsondergang
tot zondagavond 3 november 2024 bij zonsondergang
volgens de gregoriaanse kalender.
De joodse kalender of Hebreeuwse kalender (Hebreeuws: הלוח העברי / ha’loeach ha‘iwri) is een lunisolaire kalender. De nu gebruikelijke joodse jaartelling rekent vanaf het jaar waarvan het jodendom volgens de rabbijnse chronologie aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden.
Lunisolaire kalender
In het jodendom gebruikt men een lunisolaire kalender: een maankalender die in het juiste seizoen wordt gehouden door het invoegen van schrikkelmaanden. Een 'synodische' maand of lunatie duurt ca. 29,5 dagen waarbij de ene maand 29 en de andere maand weer 30 dagen duurt. Omdat er 12 joodse maanden zijn, komt men hierdoor uit op 354 dagen. Een maanjaar is dus ongeveer 11 korter dan een jaar van een zonnekalender met 365 of 366 dagen.
Dit lost men op door een schrikkelmaand in te voegen. De naam van de schrikkelmaand is ve-adar of adar sjeni (in het Nederlands ook wel tweede adar of kortweg adar 2).
Geschiedenis
Vóór de Exodus
Het Bijbelverslag geeft te kennen dat vóór de Israëlieten uittrokken uit Egypte, het jaar van herfst tot herfst werd gerekend. Joden gaan er nog steeds van uit dat de schepping van Adam plaatsvond in de herfst.
Ten tijde van de uittocht uit Egypte droeg God in de Thora door aan Mosje (Mozes) en Aharon (Aäron) op dat het jaar in de lente diende te beginnen met de maand Abib (of Nisan) (Exodus 12:1-2; Exodus 13:4). In Sjemot (Exodus) 12:1-2 staat: „JHWH zei tegen Mosje en Aharon, terwijl zij nog in Egypte waren: ’Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn.’” Dit had betrekking op de uittocht uit Egypte door de Israëlieten die in de lente plaatsvond. De “redding” (uit Egypte) werd zo op een belangrijkere plaats gesteld dan de schepping. Voor burgerlijke doeleinden en voor de landbouw, bleef ook de van herfst-tot-herfst-kalender in gebruik.
De meeste maandnamen van vóór de Babylonische ballingschap zijn niet meer bekend. De maanden werden meestal met hun rangnummer aangeduid, (vb.: ’de derde maand’.) Van de oude maandnamen zijn enkel nog Abib, Ziv, Ethanim en Bul bekend. Deze namen hebben ook alle betrekking op de jaargetijden. Abib betekent, naar men aanneemt, „groene aren”. Ziv komt van „schittering; glans”, omdat in die tijd van het jaar de aarde schitterde van de bloesems;[1] Ethanim betekent waarschijnlijk „voortdurend vloeiende stromen”, en Bul komt van een grondwoord dat „opbrengst; voortbrengsel” betekent.
Na de Babylonische gevangenschap
Tijdens de ballingschap in Babylon kwam het gebruik van de Babylonische maandnamen in zwang, die tot op heden in de Joodse kalender worden gebruikt.
In de „mondelinge leer”, die in de Misjna werd opgetekend, werden vier verschillende beginpunten van het nieuwe jaar beschreven. Het bekendste ervan is Rosj Hasjana (het hoofd van het jaar) en begint op 1 tisjri. De overige in de Misjna beschreven beginpunten van het nieuwe jaar zijn Toe Biesjwat, het nieuwe jaar van de bomen, op 15 sjewat. Op die dag bloeit de amandelboom in Israël reeds. Het nieuwe jaar voor het brengen van de tienden van het vee dat begon op 1 eloel, en het van de koningen en pelgrims, dat begon met nisan zijn in onbruik geraakt. Wanneer een koning begon te regeren, beschouwde men de maanden tot nisan als zijn troonbestijgingsjaar. Zijn eerste regeringsjaar begon vanaf nisan.
Standaardisering
In vroegere tijden liet men de maand beginnen „op basis van puur empirische observatie”: de nieuwe-maansikkel moest zichtbaar worden te Jeruzalem. Evenzo voegde men op basis van observatie een schrikkelmaand toe wanneer dit nodig was. „Als . . . tegen het eind van het jaar werd opgemerkt dat het Pesach vóór de lente-equinox [omstreeks 21 maart] zou vallen, werd er verordend dat er vóór nisan een maand ingelast moest worden.”[3]
In het jaar 4108 (Joodse jaartelling) (358-359 (gregoriaanse jaartelling) werd de kalender gestandaardiseerd door Hillel II met behulp van de cyclus van Meton: in een telkens terugkerende periode van negentien jaar wordt zeven keer een schrikkelmaand toegevoegd. Het nummer van het jaar in deze periode van negentien jaar heet het gulden getal. De jaren met als gulden getal 3, 6, 8, 11, 14, 17 en 19 zijn schrikkeljaren. De schrikkelmaand heeft in de regel 30 dagen (op één na die 29 dagen telt) waardoor men na 19 jaar in de pas loopt met de zonnekalender.
In 4681 (920 n. Chr.) deed Aharon ben Meir van Palestina een voorstel voor een kalenderherziening om een paar inconsequenties op te lossen. Saadia ben Jozef van Babylon (Saadia Gaon) verschilde hierover van mening met hem. Het voorstel van Aharon ben Meir werd afgewezen. De huidige rabbijns-joodse kalender is daarom praktisch nog hetzelfde als het systeem dat door Hillel II werd ingevoerd. Rabbijnse joden gaan ervan uit dat dit de laatste kalenderhervorming was voor de komst van de Messias.
Maimonides (Rambam) schreef hoe eenvoudig hij het systeem van deze kalender wel vond: „zelfs gewone schoolkinderen zijn er in een paar dagen mee weg”.[4]
De kalenderhervorming van Hillel II werd niet gevolgd door de karaïtische joden.
Heden
Vandaag de dag begint het jaar met de maand tisjri (de zevende maand volgens de Thora).
Hedendaagse Israëlische kalenders bevatten gewoonlijk de herfst-tot-herfst-kalender. Er zijn vele dubbele kalenders in omloop: ofwel de Gregoriaanse kalender met de joodse maanden in het klein aangegeven, ofwel de joodse kalender met de data van de Gregoriaanse kalender.
Jaartelling
De nu gebruikelijke joodse jaartelling rekent vanaf het jaar waarvan de rabbijnse chronologie aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden, (de Anno Mundi).
„In verscheidene rabbijnse berekeningen begon het ’Tijdperk van de Schepping’ in de herfst van een van de jaren tussen 3762 en 3758 vóór de gangbare jaartelling [voor Christus]. Sinds de twaalfde eeuw werd het aanvaard dat dit tijdperk in 3761 begon (om exact te zijn, op 7 oktober van dat jaar).”[5](juliaans)(Dit komt overeen met 6 september(Gregoriaans), juliaanse dag 347998.)
Het joodse jaar 5785 komt zodoende overeen met het algemene of Gregoriaanse jaar (sept./okt., tisjrie) 2024 - 2025.
„godsdienstig” | „burgerlijk” | Hebreeuws | maandnaam | Oude Hebreeuwse naam (vóór de Babylonische ballingschap) |
Gregoriaanse maandnaam |
1 | 7 | נִיסָן | nisan,[a] | abib,[b] awiew,[c] | maart/april |
2 | 8 | אִיָּר / אייר | ijar,[a] iar,[a] ijjar | ziw,[b] ziew,[c] ziv | april/mei |
3 | 9 | סִיוָן / סיוון | sivan,[b] siwan,[c] | mei/juni | |
4 | 10 | תַּמּוּז | tammuz,[b] tammoez[c] | juni/juli | |
5 | 11 | אָב | ab,[b] av[c] | juli/augustus | |
6 | 12 | אֱלוּל | elul,[b] eloel[c] | augustus/september | |
7 | 1 | תִּשׁרִי | tisjri[a] | etanim,[b] etaniem,[c] ethanim | september/oktober |
8 | 2 | מַרְחֶשְׁוָן / מרחשוון | chesjvan,[a] chesvan,[a] ook: marchesjvan[a] |
bul,[b] boel,[c] | oktober/november |
9 | 3 | כִּסְלֵו / כסליו | kislew,[b] kislev[c] | november/december | |
10 | 4 | טֵבֵת | tebet,[b] tewet[c] | december/januari | |
11 | 5 | שְׁבָט | sebat,[b]sjevat,[c] sjebath | januari/februari | |
12 | 6 | אֲדָר (enkel in schrikkeljaren: אֲדָר א׳ ’eerste adar’) |
adar[a] | februari/maart | |
13 | (13) | אֲדָר ב׳ | adar sjeni,[a] tweede adar,[a] ve-adar, adar 2 | (in schrikkeljaren) in maart/april |
jaarlengte | Nederlandse benaming |
---|---|
353 dagen | onvolledig gewoon jaar |
354 | regelmatig gewoon jaar |
355 | volledig gewoon jaar |
383 | onvolledig schrikkeljaar |
384 | regelmatig schrikkeljaar |
385 | volledig schrikkeljaar |
Jaarlengte
Volgens de regels van de rabbijns-joodse kalender kan het jaar verschillende lengtes hebben. De gewone jaren hebben 353, 354 of 355 dagen. De schrikkeljaren (ook: ’empolische jaren’) hebben 383, 384 of 385 dagen.[6][7]
Dagindeling
Een dag begint bij zonsondergang op de vooravond ervan. De zonsondergang werd door Maimonides gedefinieerd als het tijdstip wanneer drie sterren van gemiddelde glans zichtbaar worden. Een moderne definitie luidt: wanneer het middelpunt van de zon 7° onder de geometrische horizon staat. Dat is iets later dan de burgerlijke schemering, wanneer het middelpunt van de zon 6° onder de horizon staat.
Voor kalenderberekeningen gebruikt men vaste uren die de lengte hebben van 1/24 van een etmaal, en neemt men 18:00 uur voor het begin van een dag.
Een dag is ingedeeld in 24 uur, elk met 1080 delen (chalakim). Elke minuut bevat bijgevolg 18 chalakim (enkelvoud chelek). Een chelek is 3⅓ seconden.
In de oudheid stond de lengte van de uren niet vast, aangezien de zonsondergang niet constant op het zelfde uur plaatsvindt. Zo is ook nu nog de plaatselijke tijd van de zonsondergang bepalend voor het begin van de halachische dag. (De dag volgens de joodse geboden.) Dit heeft invloed op de gebedstijden. De tijdsinterval tussen de zonsopgang en de zonsondergang wordt gemeten en in 12 gelijke delen verdeeld: dit zijn de sjaot zemanijot, de halachische uren.
Molad
Het jaarbegin werd vroeger bepaald werd door het zichtbaar worden van de nieuwe maansikkel te Jeruzalem; de rabbijns-joodse kalender maakt in de plaats daarvan gebruik van de berekende joodse nieuwe maan of ’molad’.
Nauwkeurigheid
De rabbijns-joodse kalender rekent 2913753⁄25920 dagen of 29 dagen 12 uur en 793 ’delen’ (chalakim) als lengte van een synodale maand en neemt aan dat deze even lang zijn. Omgerekend zijn dit (bij benadering) 29,5305941235 dagen. Het verschil met de moderne wetenschappelijke schatting bedraagt minder dan een halve seconde.
In het kalendersysteem wordt ook aangenomen dat een tropisch jaar de exacte lengte heeft van 127⁄19, dat is ongeveer 365,2468 dagen. Het tropische jaar (365,2422 dagen) wordt dus ongeveer 0,0046 dagen overschat, wat neerkomt op ongeveer zeven minuten per jaar. Dit betekent één dag in 216 jaar. De afwijking is kleiner dan die van de juliaanse kalender, waarin een jaar van 365,2500 dagen gebruikt wordt, wat een verschil is van 0,0078 dagen per jaar, of een dag per 128 jaar. Maar de afwijking is heel wat groter dan die van de gregoriaanse kalender, waarin het jaar van 365,2425 dagen een verschil uitmaakt van 0,0003 dagen per jaar, wat pas na 3333 jaar een dag verschil maakt.
Zie ook
Weblinks
(en) Calendar, History of, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: ) (en) Jewish Calendar, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: ) (en) Wikibooks: Computer programming: Hebrew calendar
1↑ Commentaar op 1 Koningen 6:1 in de Soncino Books of the Bible, onder redactie van A. Cohen, Londen, 1950. 2↑ Walter Zanger in: Biblical Archaeology Review, Jewish Worship, Pagan Symbols 3↑ Emil Schürer, The History of the Jewish People in the Age of Jesus Christ, Volume 1, 1973, blz. 590. 4↑ Mozes ben Maimon (Maimonides), Hilchot Kiddoesj Hachodesj 11.4. Citaat: אפילו תינוקות של בית רבן מגיעין עד סופו בשלושה וארבעה ימים 5↑ (en) Encyclopaedia Judaica, second edition, 1971, volume 4. 6↑ Kalender op sterrenkunde.nl 7↑ Moderne kalenders op Astronomie Antwoorden (http://aa.quae.nl)
a↑ Volgens de woordenlijst van de Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands. b↑ Hebreeuws-Nederlands, gangbare versie volgens de woordenlijst van de Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands. c↑ Hebreeuws-Nederlands, transcriptieversie volgens de woordenlijst van de Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands. |
Kalendersystemen |
---|
In gebruik: Armeens • Assyrisch • Bahá'í • Berbers • Chinees • Ethiopisch • Georgisch • Gregoriaans • Hindoe • IJslands • Indiaas • Iraans • Islamitisch • Joods • Juliaans • Koptisch • Liturgisch • Maçonniek • Samaritaans • Thai • Tibetaans Oude kalenders: Attisch • Azteeks • Egyptisch • Georgisch • IJslands • Maya • Macedonisch • Quakers • (Frans) Republikeins • Romeins • Runen • Tabotkalender (rasta) Voorgestelde kalenders of kalenderhervormingen: Darische kalender • Maréchal-kalender • New Earth Calendar • Positivistenkalender • Sovjetisch Kalenderberekening: epacta • cyclus van Meton • gulden getal • indictie • martelaarsboekletter • zondagsletter • zonnecirkel Jaartelling: Ab Urbe Condita • Anno Diocletiani • Anno Mundi (Byzantijns) • Boeddhistisch • Christelijke jaartelling • Olympiade • Seleucidische jaartelling Verwante thema’s: Dionysische Paasperiode • juliaanse dag • oude Nederlandse maandnamen • schrikkeljaar |
Jodendom |
---|
Algemeen: Joden • Geschriften: Thora • Tenach • Misjna • Talmoed • Tosefta • Literatuur • Halacha • Ketoeba • Religieuze plichten en gebruiken: Kasjroet • Briet • Gebed • Mitswa • Sjabbat • Tsedaka • Tijd en kalender: Feestdagen • Maanden • Jaartelling • Geschiedenis • Gebouwen: Tempel • Synagoge • Personen: Rabbijn • Chazan • Andere: Mystiek • Kabbala • Mythologie • A tot Z |