Uitklappen
Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
rel=nofollow

Eulalius

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 27 mei 2016 om 17:21 (+)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Na het overlijden van bisschop Zosimus van Rome, sloten de diakens en een aantal presbyters van Rome zich op in de basiliek van het Lateraan en kozen op 27 december 418 Eulalius als opvolger.

De volgende dag kozen de meerderheid van de presbyters samen met velen uit het volk voor Bonifatius I. Eulalius en Bonifatius werden de dag daarop gelijktijdig tot bisschop van Rome gewijd (later paus genoemd).

Eulalius werd gewijd in de basiliek van het Lateraan door de bisschop van Ostia, die volgens de traditie de bisschop van Rome wijdde.

Bonifatius werd gewijd in de San Marcello in het bijzijn van negen bisschoppen. Aangezien het Lateraan bezet was door de sympathisanten van Eulalius, werd Bonifatius in de Sint-Pieter geïnstalleerd.

De stadsprefect Symmachus, die geen christen was, nam aan dat Eulalius de nieuw verkozen bisschop was, en deelde dit mee aan keizer Honorius, die op 3 januari 419 een rondschrijven stuurde waarin stond dat hij de aanhangers van Bonifatius zou vergeven, indien zij de stad zouden verlaten. Met tegenzin ging Bonifatius weg uit Rome.

Maar Bonifatius had vele sympathisanten, onder wie de zus van de keizer. Een meerderheid van de clerus stuurde petities aan keizer Honorius ten gunste van Bonifatius. Daarop werden beide bisschoppen door de keizer uitgenodigd op een synode in Ravenna. Zo werd Honorius de eerste keizer die actief betrokken was bij de keuze van de bisschop van Rome (later paus genoemd). Toen deze synode niet tot een besluit kon komen, werd er een concilie georganiseerd in Spoleto, waar ook bisschoppen uit Afrika en Gallië aanwezig waren.

De keizer vorderde beide bisschoppen op om gedurende de tijd van het concilie de stad Rome te verlaten tot men tot een beslissing zou zijn gekomen. Bonifatius en Eulalius voldeden beiden aan dit verzoek. Eulalius verbleef te Antium, bij de basiliek van de martelaar Hermes, en Bonifatius verbleef bij de begraafplaats van de martelaar Felicitas op de Via Salaria.

Eulalius had aanvankelijk een sterke positie, aangezien hij eerst verkozen was en de steun genoot van de keizerin Galla Placidia en haar man Constantius. Mogelijk leidde dit tot overmoed: op 18 maart keerde hij terug naar Rome om er de paasdienst te leiden in de basiliek van de Lateraan, terwijl eigenlijk bisschop Achilleus van Spoleto was ingepland om dit te doen. De keizerlijke troepen grepen in om Eulalius tegen te houden en Achilleus toe te laten zoals gepland de eredienst van Pasen te leiden.

De keizer was hoogst ontevreden over Eulalius’ actie. Een synode van 52 bisschoppen verklaarde Bonifatius op 3 april tot rechtmatige bisschop van Rome en verbande Eulalius uit de stad omdat hij zich niet aan de voorwaarden had gehouden. Bonifatius deed op 10 april zijn intrede in de stad, maar Eulalius vertrok op 29 april 419 naar Antium. Volgens de verschillende bronnen van het Liber Pontificalis was hij bisschop van Nepete in Toscanië of van een bisdom in Campanië.

Bonifatius vroeg op 1 juli 420 de wettelijke hulp van keizer Honorius om dit soort moeilijkheden in de toekomst te vermijden. De keizer vaardigde hierop een wet uit, dat bij gelijktijdige verkiezing van twee pausen, geen van beiden erkend zou worden, en een herverkiezing moest plaatsvinden.

Toen Bonifatius in 422 overleed, werd Eulalius door zijn sympathisanten opnieuw voorgesteld als bisschop van Rome, maar Eulalius weigerde dit, zodat Celestinus I de opvolger werd van Bonifatius. Eulalius overleed het jaar daarop.

rel=nofollow
Uitklappen
Officiële Pausenlijst van de Katholieke Kerk