Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Alexander VI

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 13 aug 2013 om 18:57 (nog stuk vertaald (verkort) uit Duitse Wikipedia)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De Spanjaard Roderic Llançol i Borja (Valenciaans) (Xàtiva (Spanje), 1 januari 1431Rome, 18 augustus 1503) was van 1492 tot 1503 paus van de katholieke kerk met als pausnaam Alexander VI.

Hij kwam uit de familie Borgia, die goed bekend is wegens hun neiging tot corruptie. Nadat hij rechten studeerde in Bologna, werd hij bisschop, vervolgens kardinaal en uiteindelijk pauselijk administrator. Rodrigo de Borja werkte er tientallen jaren aan, de pauselijke tiara te winnen tot hij op 11 augustus 1492 tot paus uit het conclaaf kwam.

Leven

Roderic de Borja i Llançol (Spaans: Rodrigo de Borja y Lanzol) was de zoon van afkomstig uit Valencia afkomstige Jofre de Borja y Escrivà (1390-1436), zoon van Rodrigo Gil de Borja i de Fennolet en Sibilia d'Escrivà i de Pròixita, en de uit Aragon stammende Isabel de Borja y Llançol (1390-1468), dochter van Juan Domingo de Borja en Francina Llançol. De spelling Llançol is Valenciaans; de algemene Spaanse spelling is Lanzol. Toen zijn oom van moederszijde, Alonso de Borja, tot paus verkozen werd, koos Roderic de naam Borgia in Italiaanse spelling. De oom regeerde als paus Calixtus III van 1455 tot 1458 en maakte het mogelijk dat Rodrigo de Borja kon opstijgen in de kerkelijke hiërarchie.

Rodrigo Borgia studeerde vanaf ongeveer 1453 kerkelijk recht in Bologna, nadat hij reeds door zijn oom met talrijke lucratieve prebenen was verzorgd, onder andere als kanunnik te Xàtiva. Hoewel hij geen priester was, werd hij door zijn pauselijke oom op 20 februari 1456 benoemd tot kardinaal diaken van San Nicola in Carcere en het jaar daarop reeds als vicekanselier van de kerk. Deze functie en het feit dat hij titulair bisschop was van ongeveer 30 bisdommen maakten van hem een van de rijkste mannen in Europa. Vanaf 1458 was hij in commendam kardinaal diaken van Santa Maria in Via Lata. In 1471 werd hij kardinaal bisschop van Albano en 1476 van Porto.

Ondanks zijn kerkelijke titels was hij het vrouwelijke geslacht zeer toegenegen en verborg dit nauwelijks voor het publiek. De losse moraal die in die tijd bij vele prelaten gebruikelijk was, stootte ook in de curie op ongenoegen, zoals wordt gedocumenteerd door een brief van paus Pius II, waarin hij de jonge prelaat wegens zijn seksuele leven berispt.

In zijn tijd als kardinaal leefde hij ongeveer 20 jaar samen met Vanozza de’ Cattanei, de moeder van zijn kinderen Juan (Giovanni) (later hertog van Gandía), Cesare (later hertog van Romagna), Lucrezia (later hertogin van Ferrara) en Jofré. De overgeleverde verhalen over orgiën aan zijn hof zouden ook ontsproten kunnen zijn aan de verbeelding van zijn tegenstanders.

Pontificaat

Op 11 augustus 1492 werd hij tot paus verkozen. Naar de gewoonte van die tijd speelde simonie hierin een rol.

In het conclaaf van 1492 stonden twee machtige kardinalen tegenover elkaar: Giuliano della Rovere, de neef van paus Sixtus IV, en Ascanio Sforza. Della Rovere, die na het overlijden van Pius III paus zou worden met de naam Julius II, had een machtige groep supporters verzameld: naast Florence en het koninkrijk Napels ondersteunde ook de republiek Venetië zijn kandidatuur, evenals de republiek Genua en de Franse koning Karel VIII. De groep van Della Rovere’s oppositie werd geleid door Ascanio Sforza, die eigenlijk zelf paus waou worden maar met 37 jaar te jong was en als broer van Ludovico Sforza, de hertog van Milaan, als te sterk politiek gekleurd gold.

Rodrigo Borgia en Ascanio Sforza hadden reeds vroeg een gemeenschappelijke aanpak afgesproken. Ascanio had van zijn broer Ludovico een blanco volmacht gekregen om stemmen te kopen. Zij hoopten dat Borgia een gewillige marionet zou zijn in de handen van de Sforza’s. Ascanio en Rodrigo konden zich beide doorzetten. De eerste jaren van zijn pontificaat had ALexander te maken met een zware druk die de Sforza’s uitoefenden. Pas na de strijd om de kroon van Napels , die de neergang van de Sforza’s tot gevolg zou hebben, kon Alexander zich van hun invloed bevrijden.

Men nam hem later zijn nepotisme kwalijk: zijn zoon Cesare werd tegen zijn eigen wil tot bisschop van Valencia benoemd, en later tot kardinaal; ook andere Spanjaarden, die hij naar Italië liet haalde, kregen gunsten van hem. Het gerucht deed de ronde dat hij met zijn dochter had geslapen en dat hij lastige rivalen met het beruchte Borgia-gif uit de weg ruimde. Zijn zoon Juan Borgia, werd door hem benoemd tot hertog van Benevent, dat van Napels terug in de kerkstaat kwam.

De familie Farnese gebruikte later de invloed van Giulia Farnese op de paus, vooral om haar broer Alessandro Farnese te laten opstijgen in de kerkelijke hiërarchie. Giulia was reeds als vijftienjarige de geliefde van Rodrigo Borgia, toen hij nog kardinaal was. In de Romeinse volksmond noemde men haar smalend, wanneer paus Alexander zich met haar aan zijn zijde vertoonde „sponsa christi” („de bruid van Christus”). Door haar invloed werd haar broer op 25-jarige leeftijd tot kardinaal gecreëerd en zou meer dan 30 jaar later als Paulus III de machtige paus van de contrareformatie worden.

Door de verhalen over de pauselijke excessen kwamen critici te voorschijn. De dominicaanse monnik Girolamo Savonarola uit Florence, werd hun prominentste stem, hoewel hij aanvankelijk nog probeerde een goede band met Alexander te krijgen en hem officieel gelukwenste bij de bruiloft van zijn dochter Lucretia. Later eiste hij dat de paus zou worden afgezet en dat grondige hervormingen zouden moeten plaatsvinden. Hij predikte: „Gij kerkleiders, … ’s nachts gaat gij naar uw concubines en ’s morgens naar uw sacramenten.”

Om Savonarola tot zwijgen te bewegen, bood Alexander VI hem de kardinaalswaarde aan. Savonarola wees dit af, waarop hij geëxcommuniceerd werd en in Florence gevangen genomen, opgehangen en verbrand werd.

Giuliano della Rovere was na zijn nederlaag in het conclaaf naar Frankrijk gevlucht en probeerde samen met andere pauscritici de Franse koning Karel VIII ertoe te bewegen, een concilie samen te roepen, dat Alexander zou afzetten. Tenslotte marcheerde Karel in 1495 met een leger naar Italië, nam Napels in en sloot een akkoord met de paus. Hij zag af van het plan om de paus te laten afzetten.

Alexander wisselde naar behoefte van bondgenoten, in de eerste plaats om een rijk te verzamelen dat door zijn kinderen zou worden geërfd. Zoals zijn oom Calixtus III reeds voor hem, had hij eerst het oog op het koninkrijk Napels. Door de Karels ingreep veranderde de situatie. Toen Ferdinand II van Napels in 1496 kinderloos overleed en zijn oom erfgenaam werd, ging Alexander zich op de Romagna concentreren. Toen Karel VIII op 28-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van een ongeval, werd Ludwig XII uit het huis Haus Valois-Orléans de koning van Frankrijk. Stundend op zijn verwantschap met de Visconti maakte hij ook aanspraak op het hertogdom Milaan.

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Alexander VI op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
Officiële Pausenlijst van de Katholieke Kerk

Namen van de in het „Annuario Pontifico” als tegenpaus genoemde pausen staan cursief tussen haakjes.
PetrusLinusAnacletus IClemens IEvaristusAlexander ISixtus ITelesforusHyginusPius IAnicetusSoterEleutherusVictor IZefyrinusCalixtus I(Hippolytus)Urbanus IPontianusAnterusFabianusCornelius(Novatianus)Lucius IStefanus ISixtus IIDionysiusFelix IEutychianusCajusMarcellinusMarcellus IEusebiusMiltiadesSilvester IMarcusJulius ILiberius(Felix (II))Damasus I(Ursinus)SiriciusAnastasius IInnocentius IZosimusBonifatius I(Eulalius)Celestinus ISixtus IIILeo IHilariusSimpliciusFelix IIGelasius IAnastasius IISymmachus(Laurentius)HormisdasJohannes IFelix IIIBonifatius II(Dioscurus)Johannes IIAgapetus ISilveriusVigiliusPelagius IJohannes IIIBenedictus IPelagius IIGregorius ISabinianusBonifatius IIIBonifatius IVDeusdedit (Adeodatus I)Bonifatius VHonorius ISeverinusJohannes IVTheodorus IMartinus I(Eugenius I)Eugenius IVitalianusAdeodatus IIDonusAgathoLeo IIBenedictus IIJohannes VConon(Theodorus (II))(Paschalis (I))Sergius IJohannes VIJohannes VIISisinniusConstantinus IGregorius IIGregorius IIIZachariasStefanus (II)Stefanus II (III)Paulus I(Constantinus II)(Filippus)Stefanus III (IV)Hadrianus ILeo IIIStefanus IV (V)Paschalis IEugenius IIValentinusGregorius IV(Johannes (VIII))Sergius IILeo IVBenedictus III(Anastasius (III))Nicolaas IHadrianus IIJohannes VIIIMarinus IHadrianus IIIStefanus V (VI)FormosusBonifatius VIStefanus VI (VII)RomanusTheodorus IIJohannes IXBenedictus IVLeo V(Christoforus)(Sergius III)Sergius IIIAnastasius IIILandoJohannes XLeo VIStefanus VII (VIII)Johannes XILeo VIIStefanus VIII (IX)Marinus IIAgapetus IIJohannes XIILeo VIII(Benedictus V)Johannes XIIIBenedictus VI(Bonifatius VII)Benedictus VIIJohannes XIVJohannes XVGregorius V(Johannes XVI)Silvester IIJohannes XVIIJohannes XVIIISergius IVBenedictus VIII(Gregorius (VI))Johannes XIXBenedictus IXSilvester IIIBenedictus IXGregorius VIClemens IIBenedictus IXDamasus IILeo IXVictor IIStefanus IX(Benedictus X)Nicolaas IIAlexander II(Honorius II)Gregorius VII(Clemens (III))Victor IIIUrbanus IIPaschalis II(Theodoricus)(Albertus)(Silvester (IV))Gelasius II(Gregorius (VIII))Calixtus IIHonorius II(Celestinus (II))Innocentius II(Anacletus II)(Victor (IV) (Gregorius))Celestinus IILucius IIEugenius IIIAnastasius IVHadrianus IVAlexander III(Victor (IV) (Octavianus))(Paschalis (III))(Calixtus (III))(Innocentius (III))Lucius IIIUrbanus IIIGregorius VIIIClemens IIICelestinus IIIInnocentius IIIHonorius IIIGregorius IXCelestinus IVInnocentius IVAlexander IVUrbanus IVClemens IVGregorius XInnocentius VHadrianus VJohannes XXINicolaas IIIMartinus IVHonorius IVNicolaas IVCelestinus VBonifatius VIIIBenedictus XIClemens VJohannes XXII(Nicolaas (V))Benedictus XIIClemens VIInnocentius VIUrbanus VGregorius XIUrbanus VI(Clemens VII van Avignon)Bonifatius IX(Benedictus XIII van Avignon)Innocentius VIIGregorius XII(Alexander V)(Johannes (XXIII))Martinus V(Clemens VIII van Avignon)(Benedictus XIV van Avignon)Eugenius IV(Felix V)Nicolaas VCalixtus IIIPius IIPaulus IISixtus IVInnocentius VIIIAlexander VIPius IIIJulius IILeo XHadrianus VIClemens VIIPaulus IIIJulius IIIMarcellus IIPaulus IVPius IVPius VGregorius XIIISixtus VUrbanus VIIGregorius XIVInnocentius IXClemens VIIILeo XIPaulus VGregorius XVUrbanus VIIIInnocentius XAlexander VIIClemens IXClemens XInnocentius XIAlexander VIIIInnocentius XIIClemens XIInnocentius XIIIBenedictus XIIIClemens XIIBenedictus XIVClemens XIIIClemens XIVPius VIPius VIILeo XIIPius VIIIGregorius XVIPius IXLeo XIIIPius XBenedictus XVPius XIPius XIIJohannes XXIIIPaulus VIJohannes Paulus IJohannes Paulus IIBenedictus XVIFranciscus I

 
rel=nofollow