Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Johannes Bogerman: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(sjabloon)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 8: Regel 8:
| sterfdatum      = [[11 september]] [[1637]]
| sterfdatum      = [[11 september]] [[1637]]
| sterfplaats    = [[Franeker]], [[Friesland]]
| sterfplaats    = [[Franeker]], [[Friesland]]
| nationaliteit  =  
| nationaliteit  = [[Fries]]
| partners        = Grietje Piers (''Margaretha Petraea'')
| partners        = Grietje Piers (''Margaretha Petraea'')
| kinderen        = Geen
| kinderen        = Geen
Regel 39: Regel 39:
Bogerman werd geboren te Upleward, wat nu in het district [[Krummhörn]] in [[Oost-Friesland]] ligt, als zoon van Johannes Bogerman, een voormalig [[pastoor]] en later [[dominee|predikant]]. Hij studeerde vanaf 1591 in [[Franeker]]. Hij genoot onderwijs in het [[Grieks]] van [[Johannes Arcerius]], in het [[Hebreeuws]] van [[Drusius|Johannes Drusius]], in de [[filosofie|wijsbegeerte]] van [[Lollius Adema]], en in de [[theologie|godgeleerdheid]] van Sybrandus Lubberti, Martinus Lydius en Hendricus Antonius Nerdenus.<ref>{{Aut|A.J. van der Aa}} e.a., ''Biographisch woordenboek der Nederlanden'', Deel 2. Eerste en tweede stuk (1854)</ref> Hij besloot vervolgens ook nog in het buitenland te studeren en ging naar [[Heidelberg]], [[Genève]] (waar hij nog les kreeg van [[Théodore de Bèze]]), [[Zürich]], [[Lausanne]], [[Oxford]] en [[Cambridge]].
Bogerman werd geboren te Upleward, wat nu in het district [[Krummhörn]] in [[Oost-Friesland]] ligt, als zoon van Johannes Bogerman, een voormalig [[pastoor]] en later [[dominee|predikant]]. Hij studeerde vanaf 1591 in [[Franeker]]. Hij genoot onderwijs in het [[Grieks]] van [[Johannes Arcerius]], in het [[Hebreeuws]] van [[Drusius|Johannes Drusius]], in de [[filosofie|wijsbegeerte]] van [[Lollius Adema]], en in de [[theologie|godgeleerdheid]] van Sybrandus Lubberti, Martinus Lydius en Hendricus Antonius Nerdenus.<ref>{{Aut|A.J. van der Aa}} e.a., ''Biographisch woordenboek der Nederlanden'', Deel 2. Eerste en tweede stuk (1854)</ref> Hij besloot vervolgens ook nog in het buitenland te studeren en ging naar [[Heidelberg]], [[Genève]] (waar hij nog les kreeg van [[Théodore de Bèze]]), [[Zürich]], [[Lausanne]], [[Oxford]] en [[Cambridge]].


Vanaf 1599 werd hij achtereenvolgens predikant te [[Hasselt (Overijssel)]] (-1599),<ref name=ADB>''Allgemeine Deutsche Biographie''</ref> [[Sneek (stad)|Sneek]] (1599-1602), [[Enkhuizen]] (1603-1604) en [[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]] (1604-1634).
Vanaf 1599 werd hij achtereenvolgens predikant te [[Hasselt (Overijssel)]] (–1599),<ref name=ADB>''Allgemeine Deutsche Biographie''</ref> [[Sneek (stad)|Sneek]] (1599–1602), [[Enkhuizen]] (1603–1604) en [[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]] (1604–1634).


Hoewel hij zelf niet boven elke verdenking van [[heterodoxie]] stond, was hij zozeer vervuld van ijver voor de rechtgelovigheid en ketterhaat, dat hij [[Théodore de Bèze]]’s geschrift ''De la punition des hérétiques'', over het recht om [[ketterij|ketters]] te straffen, in een Nederlandse vertaling uitgaf: ''Van het ketterstraffen'' (Franeker, 1601). Als fervent aanhanger van de calvinistische [[predestinatie]]leer was hij levendig betrokken in de geschillen met de [[arminianen]] en de [[remonstranten]]. Hij predikte ook tegen de [[baptisme|doopsgezinden]], [[jezuïeten]] en de [[socinianisme|socinianen]].
Hoewel hij zelf niet boven elke verdenking van [[heterodoxie]] stond, was hij zozeer vervuld van ijver voor de rechtgelovigheid en ketterhaat, dat hij [[Théodore de Bèze]]’s geschrift ''De la punition des hérétiques'', over het recht om [[ketterij|ketters]] te straffen, in een Nederlandse vertaling uitgaf: ''Van het ketterstraffen'' (Franeker, 1601). Als fervent aanhanger van de calvinistische [[predestinatie]]leer was hij levendig betrokken in de geschillen met de [[arminianen]] en de [[remonstranten]]. Hij predikte ook tegen de [[baptisme|doopsgezinden]], [[jezuïeten]] en de [[socinianisme|socinianen]].
Hij schreef een polemiek tegen [[Hugo de Groot (rechtsgeleerde)|Grotius]]: ''Annotationes contra H. Grotium''.
Hij schreef een polemiek tegen [[Hugo de Groot (rechtsgeleerde)|Grotius]]: ''Annotationes contra H. Grotium''.


Bogerman werd verkozen tot voorzitter van de [[Synode van Dordrecht]] (1618-1619), en was vanaf 1636 [[hoogleraar]] [[theologie]] aan de universiteit van Franeker. Als een vertaler van de [[Statenvertaling]] van 1637 werkte hij aan gedeelten van het [[Oude Testament]]. Op zijn voorstel werden de [[apocriefe boeken]] opgenomen en zou de Godsnaam met [[JHWH|HEERE]] worden vertaald.<ref>''Biographisch Woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden'', p. 391</ref>
Bogerman werd verkozen tot voorzitter van de [[Synode van Dordrecht]] (1618–1619), en was vanaf 1636 [[hoogleraar]] [[theologie]] aan de universiteit van Franeker. Als een vertaler van de [[Statenvertaling]] van 1637 werkte hij aan gedeelten van het [[Oude Testament]]. Op zijn voorstel werden de [[apocriefe boeken]] opgenomen en zou de Godsnaam door [[JHWH|HEERE]] worden weergegeven.<ref>''Biographisch Woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden'', p. 391</ref>


Hij maakte zich bewonderaars en vijanden. De calvinisten zagen hem als redder van Kerk en Staat, maar de remonstranten noemden hem: „Boserman, het hoofd der snooden”.<ref>Lemma ''Bogerman, Johannes (2)'', in: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW), Deel 1, p. 391-392.</ref>
Hij maakte zich bewonderaars en vijanden. De calvinisten zagen hem als redder van Kerk en Staat, maar de remonstranten noemden hem „Boserman, het hoofd der snooden”.<ref>Lemma ''Bogerman, Johannes (2)'', in: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW), Deel 1, p. 391-392. [http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#view=imagePane&accessor=accessor_index&accessor_href=accessor_index%2Findex_html%3FSearchSource%253Autf-8%253Austring%3Dbogerman online op huygens.knaw.nl]</ref>
Zijn leiding te Dordrecht werd niet zonder reden beschuldigd van partijdigheid en geweld. Toen koning [[Jacobus van Engeland]] (’king James’) hoorde van Bogermans behandeling van de remonstranten, verdedigde Bogermans studievriend, bisschop [[Joseph Hall]], hem door te vermelden dat zijn zachtmoedigheid naar mening van de synode veeleer te groot was.<ref>''Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme'', deel 2, 1983, p. 74.</ref>
Zijn leiding van de synode te Dordrecht werd niet zonder reden beschuldigd van partijdigheid en geweld. Toen koning [[Jacobus van Engeland]] (’king James’) hoorde hoe Bogerman de remonstranten behandelde, verdedigde bisschop [[Joseph Hall]], een studievriend van Johannes Bogerman, hem, door te vermelden dat Bogermans zachtmoedigheid naar mening van de synode veeleer te groot was.<ref>''Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme'', deel 2, 1983, p. 74. [http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/blnp/#view=imagePane&accessor=accessor_index&accessor_href=accessor_index%2Findex_html%3FSearchSource%253Autf-8%253Austring%3Dbogerman&page=74&size=593&source=2 online op huygens.knaw.nl]</ref>


Zijn tegenstanders beschuldigden hem zelfs van smerige hebzucht en gierigheid. In geleerdheid kon hij niet op tegen de arminianen.<ref name=ADB/>
Zijn tegenstanders beschuldigden hem zelfs van smerige hebzucht en gierigheid. In geleerdheid kon hij niet op tegen de arminianen.<ref name=ADB/>
Regel 56: Regel 56:
* [http://www.ccel.org/ccel/schaff/encyc02.html?term=Bogerman,%20Jan ''Bogerman, Jan''] in: New Schaff-Herzog Encyclopedia of Religious Knowledge, Vol. II: Basilica - Chambers.
* [http://www.ccel.org/ccel/schaff/encyc02.html?term=Bogerman,%20Jan ''Bogerman, Jan''] in: New Schaff-Herzog Encyclopedia of Religious Knowledge, Vol. II: Basilica - Chambers.
* {{BBKL|b/bogermann_j|autor=Friedrich Wilhelm Bautz|artikel=Bogermann, Johann|deel=1|kolom=671}}
* {{BBKL|b/bogermann_j|autor=Friedrich Wilhelm Bautz|artikel=Bogermann, Johann|deel=1|kolom=671}}
{{Wikisource|de|ADB:Bogermann,_Johann|Bogermann, Johann ''in:'' Allgemeine Deutsche Biographie ''(ADB). Deel 3, Duncker & Humblot, Leipzig 1876, p.39–.}}
{{Wikisource|de|ADB:Bogermann,_Johann|Bogermann, Johann ''in:'' Allgemeine Deutsche Biographie ''(ADB). Deel 3, Duncker & Humblot, Leipzig 1876, p. 39–.}}
<references/>
<references/>
}}
}}
{{Catalogusnummers |TYPE=p |GND=104246936 |VIAF=34886808 |BPN=41103645 |Wikidata=Q567594}}
{{Authority control |TYPE=p |GND=104246936 |VIAF=34886808 |BPN=41103645 |Wikidata=Q567594}}


{{DEFAULTSORT:Bogerman, Johan}}
{{DEFAULTSORT:Bogerman, Johan}}
[[Categorie: Nederlands theoloog]]
[[Categorie: Nederlands theoloog]]
[[Categorie: Bijbelvertaler]]
[[Categorie: Nederlands hoogleraar]]
[[Categorie: Hoogleraar]]
[[Categorie: Bijbelvertaler naar het Nederlands]]
[[Categorie: Geboren in 1576]]
[[Categorie: Geboren in 1576]]
[[Categorie: Overleden in 1637]]
[[Categorie: Overleden in 1637]]

Huidige versie van 3 sep 2018 om 18:44

rel=nofollow

Johannes Bogerman (Upleward, 1576Franeker, 11 september 1637) was een Nederlands theoloog, predikant en Bijbelvertaler. Hij kreeg bekendheid als voorzitter van de Synode van Dordrecht in 1618 en als vertaler van gedeelten van het Oude Testament in de Statenvertaling.

Leven

Bogerman werd geboren te Upleward, wat nu in het district Krummhörn in Oost-Friesland ligt, als zoon van Johannes Bogerman, een voormalig pastoor en later predikant. Hij studeerde vanaf 1591 in Franeker. Hij genoot onderwijs in het Grieks van Johannes Arcerius, in het Hebreeuws van Johannes Drusius, in de wijsbegeerte van Lollius Adema, en in de godgeleerdheid van Sybrandus Lubberti, Martinus Lydius en Hendricus Antonius Nerdenus.[1] Hij besloot vervolgens ook nog in het buitenland te studeren en ging naar Heidelberg, Genève (waar hij nog les kreeg van Théodore de Bèze), Zürich, Lausanne, Oxford en Cambridge.

Vanaf 1599 werd hij achtereenvolgens predikant te Hasselt (Overijssel) (–1599),[2] Sneek (1599–1602), Enkhuizen (1603–1604) en Leeuwarden (1604–1634).

Hoewel hij zelf niet boven elke verdenking van heterodoxie stond, was hij zozeer vervuld van ijver voor de rechtgelovigheid en ketterhaat, dat hij Théodore de Bèze’s geschrift De la punition des hérétiques, over het recht om ketters te straffen, in een Nederlandse vertaling uitgaf: Van het ketterstraffen (Franeker, 1601). Als fervent aanhanger van de calvinistische predestinatieleer was hij levendig betrokken in de geschillen met de arminianen en de remonstranten. Hij predikte ook tegen de doopsgezinden, jezuïeten en de socinianen. Hij schreef een polemiek tegen Grotius: Annotationes contra H. Grotium.

Bogerman werd verkozen tot voorzitter van de Synode van Dordrecht (1618–1619), en was vanaf 1636 hoogleraar theologie aan de universiteit van Franeker. Als een vertaler van de Statenvertaling van 1637 werkte hij aan gedeelten van het Oude Testament. Op zijn voorstel werden de apocriefe boeken opgenomen en zou de Godsnaam door HEERE worden weergegeven.[3]

Hij maakte zich bewonderaars en vijanden. De calvinisten zagen hem als redder van Kerk en Staat, maar de remonstranten noemden hem „Boserman, het hoofd der snooden”.[4] Zijn leiding van de synode te Dordrecht werd niet zonder reden beschuldigd van partijdigheid en geweld. Toen koning Jacobus van Engeland (’king James’) hoorde hoe Bogerman de remonstranten behandelde, verdedigde bisschop Joseph Hall, een studievriend van Johannes Bogerman, hem, door te vermelden dat Bogermans zachtmoedigheid naar mening van de synode veeleer te groot was.[5]

Zijn tegenstanders beschuldigden hem zelfs van smerige hebzucht en gierigheid. In geleerdheid kon hij niet op tegen de arminianen.[2]

Hij was gehuwd met Grietje Piers (Margaretha Petraea); het paar overleed kinderloos.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Wikisource  (de) Bogermann, Johann in: Allgemeine Deutsche Biographie (ADB). Deel 3, Duncker & Humblot, Leipzig 1876, p. 39–. op Wikisource

  1. º A.J. van der Aa e.a., Biographisch woordenboek der Nederlanden, Deel 2. Eerste en tweede stuk (1854)
  2. 2,0 2,1 Allgemeine Deutsche Biographie
  3. º Biographisch Woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden, p. 391
  4. º Lemma Bogerman, Johannes (2), in: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW), Deel 1, p. 391-392. online op huygens.knaw.nl
  5. º Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 2, 1983, p. 74. online op huygens.knaw.nl
rel=nofollow
rel=nofollow