Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Tarwe
Tarwe | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Poolse tarwe (Triticum polonicum) | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Triticum L. (1753) |
Tarwe oftewel Triticum is een van de voornaamste granen waar de mensheid zich mee voedt, naast rijst en maïs. Het staat met maïs op een gedeelde eerste plaats. In Nederland werd in 2005 116.000 ha wintertarwe en ruim 20.600 ha zomertarwe geteeld.
Oorsprong
Tarwe is ook een van de oudste gedomesticeerde planten. De domesticatie vond waarschijnlijk ongeveer 10.000 jaar geleden plaats in het Midden-Oosten en Afrika van Syrië tot Kasjmir en naar het zuiden tot in Ethiopië.
Gewone tarwe of broodtarwe is hexaploïd met 42 chromosomen (6n = 42) en ontstaan uit verschillende voorouders. De ontwikkeling is waarschijnlijk als volgt gegaan:
De diploïde eenkoorn (2n = 14) heeft zich gekruist met een diploïde wilde grassoort (2n = 14). De hieruit ontstane hybride heeft het dubbele aantal chromosomen, omdat de diploïde vorm niet fertiel is en is dus tetraploïd met 28 chromosomen (4n = 28). Van deze hybride stammen de emmertarwe en de harde tarwe (macaronitarwe of durumtarwe) Triticum durum af. De emmertarwe heeft zich gekruist met de diploïde Aegilops tauschii ook wel Aegilops squarrosa (synoniem) (2n = 14) genoemd. Ook deze hybride heeft zich verdubbeld, omdat anders geen fertiele plant ontstaat. Dit zijn dus de uiteindelijke hexaploïde tarwe's gewone tarwe en spelt.
Vaak zien we bij kruisingen tussen soorten dat er geen fertiele planten ontstaan doordat de chromosomenparen te veel verschillen. Door verdubbeling van het aantal chromosomen kan wel een goede paring van de chromosomen optreden. (zie meiose).
Genetische achtergrond
- Het genoom van eenkoorn wordt weergegeven met A en eenkoorn-planten hebben AA.
- Het genoom van de wilde diploïde grassoort wordt weergegeven met B en planten hebben BB.
- Het genoom van de diploïde Aegilops squarrosa wordt weergegeven met D en planten hebben DD.
- Het genoom van de durumtarwe wordt weergegeven met AB en planten hebben AABB.
- Het genoom van de gewone tarwe wordt weergegeven met ABD en planten hebben AABBDD.
Veredeling
De wilde en primitieve tarwesoorten hebben een brosse aarspil, waardoor de korrels zich makkelijk kunnen verspreiden. Ook zijn de korrels stevig omsloten door de kafjes en zitten er weinig korrels op een aar. Deze ongewenste eigenschappen zijn door de mens door de eeuwen heen weggeselecteerd. Eenkoorn en emmertarwe werden 4000 jaar v.Chr. veel verbouwd in Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied. Waarschijnlijk kwam eenkoorn veel voor als een ongewenste vermenging met emmertarwe. Na 300 v.Chr. werd durumtarwe met naakte korrels meer en meer verbouwd en na enkele eeuwen had deze soort de emmertarwe verdrongen. Gewone tarwe kwam in 200 v.Chr. voor het eerst voor in het Middellandse Zeegebied. Tegelijkertijd werd ten noorden van de alpen emmertarwe verdrongen door spelt. In de Middeleeuwen werd gewone tarwe en spelt in Europa veel verbouwd. Uiteindelijk is spelt bijna geheel verdrongen door de gewone tarwe.
Door kruising en selectie zijn er van gewone tarwe duizenden rassen gekweekt met verschillende eigenschappen en een steeds hogere opbrengst per ha. Meel van gewone tarwe is afhankelijk van het ras geschikt voor het maken van brood, biscuit en gebak. Pasta's worden meestal van durumtarwe gemaakt.
Rassen
Tarwerassen worden ingedeeld naar groeiseizoen (wintertarwe, zomertarwe en overgangstarwe). Verder maakt men bij broodtarwe onderscheid op basis van
- de structuur van het endosperm: zachte of harde (niet te verwarren met durumtarwe) en
- de kleur van de korrel: rood of wit.
Ook wordt broodtarwe vaak ingedeeld op basis van de kwaliteit, die grotendeels bepaald wordt door het gehalte en de kwaliteit van het eiwit of gluten en in mindere mate door de hardheid van de korrel.
In Nederland worden tarwerassen gekwalificeerd als:
- betere baktarwe,
- baktarwe,
- vultarwe,
- biscuittarwe of
- voertarwe.
Belangrijkste soorten
- Durum (Triticum durum) De enige tetraploïde soort die nog veel wordt verbouwd.
- Dwergtarwe (Triticum compactum)
- Eenkoorn of eenkoren (Triticum monococcum) Een diploïde soort met wilde en gecultiveerde varianten. Een van de vroegst gecultiveerde soorten maar tegenwoordig zelden gebruikt.
- Emmertarwe of tweekoren (Triticum dicoccum) Een tetraploïde soort, met wilde emmer en gecultiveerde varianten. In het verre verleden verbouwd maar nog maar weinig verbreid.
- Gewone tarwe (Triticum aestivum) Een hexaploïde soort die wereldwijd het meest verbouwd wordt.
- Poolse tarwe (Triticum polonicum) Een tetraploïde soort, oorspronkelijk uit het midden-oosten.
- Spelt (Triticum spelta) Nog een hexaploïde soort die in kleine hoeveelheden wordt verbouwd.
- Triticum aethiopicum
- Triticum araraticum
- Triticum boeoticum
- Triticum carthlicum
- Triticum ispahanicum
- Triticum karamyschevii
- Triticum militinae
- Triticum timopheevii
- Triticum trunciale
- Triticum turanicum
- Triticum turgidum
- Triticum urartu
- Triticum vavilovii
- Triticum zhukovskyi
Productie en consumptie
In het seizoen 1997/1998 werd er op de wereld 579 miljoen ton tarwe verbouwd en de grootste tarwe-verbouwende naties waren:
- China: 112 miljoen ton
- India: 65 miljoen ton
- Verenigde Staten: 62 miljoen ton
- Rusland: 36 miljoen ton
- Frankrijk: 33 miljoen ton
- Canada: 26 miljoen ton
De wereldconsumptie lag in 1997 per hoofd van de bevolking op 101 kg, waarbij Denemarken aan kop lag met 623 kg per hoofd van de bevolking, omdat tarwe veel als varkensvoer wordt gebruikt en de Denen veel varkens mesten.
Ziekten en plagen
Schimmels
Tarwe wordt elk jaar aangetast door verschillende schimmelziekten. De belangrijkste zijn gele roest, bruine roest, voetziekten en afrijpingsziekten, die in sommige jaren grote schade kunnen geven. Afrijpingsziekten kunnen ook een te hoog DON-gehalte (Deoxynivalenol-gehalte) in de korrel geven, waardoor ze dan ongeschikt zijn voor consumptie. Kiemplantenziekten, steenbrand en stuifbrand kunnen door ontsmetting van het zaaizaad worden voorkomen.
- Voet- en stengelziekten
- Oogvlekkenziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides)
- Fusarium (Fusariun culmorum)
- Tarwehalmdoder (Gaeumannomyces graminis var. tritici en var. avenae)
- Scherpe oogvlekkenziekte (Rhizoctonia cerealis)
- Bladziekten
- Gele roest (Puccinia striiformis)
- Bruine roest (Puccinia recondita f. tritici)
- Zwarte roest (Puccinia graminis f. tritici); komt in Nederland weinig voor.
- Bladvlekkenziekte (Septoria tritici en Septoria nodorum)
- Meeldauw (Erysiphe graminis f. tritici)
- Aarziekten
- Kafjesbruin (Septoria nodorum)
- Rode kafschimmel (Fusarium spp.)
- Sneeuwschimmel (Gerlachia nivalis, synoniem: Fusarium nivale)
- Zwart (Dematiaceae)
- Overgaand met zaad
- Steenbrand (Tilletia caries)
- Stuifbrand (Ustilago nuda f. tritici)
Zie ook
Vrije mediabestanden over Tarwe op Wikimedia Commons