Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Bedektzadigen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De bedektzadigen zijn de belangrijkste groep landplanten. Het is niet bekend hoeveel soorten bedektzadigen er zijn: de meest plausibele schattingen belopen tussen de 200.000 tot 450.000 soorten. Ze worden gekenmerkt door bloemen en doordat ze zich voortplanten door middel van zaden in vruchten.

Bloemen

Alle planten die tot deze groep horen, laten bloemen zien, hoe onopvallend ook (zoals bij de grassen en de loofbomen). Vandaar dat ze ook wel bloemplanten, of bloeiende planten genoemd worden, naar het Engelse "Flowering Plants" . Strikt genomen hebben ook andere zaadplanten (zoals coniferen) bloemen. De wetenschappelijke naam Anthophyta (Engelse equivalent "anthophytes") kan dan ook betrekking hebben op de hele groep van de zaadplanten.

Vruchten

In traditionele classificaties bestonden de zaadplanten, Spermatophyta (of soms Anthophyta) uit twee groepen:

  • de naaktzadigen, Gymnospermae en
  • de bedektzadigen, Angiospermae.

Het verschil is dat bij de naaktzadigen de zaden 'naakt' liggen, bijvoorbeeld in een dennenkegel.

Bij de bedektzadigen liggen de zaden in een vrucht. In sommige gevallen zijn deze vruchten onopvallend, zoals bij een eikel, waar de vrucht slechts een heel dunne bedekking van het zaad vormt. In andere gevallen zijn de vruchten heel opvallend, zoals bij de tomaat, en zijn de zaden onopvallend. De naam "Bedektzadigen" is een vertaling van de wetenschappelijke naam Angiospermae (Engelse equivalent "angiosperms").

Taxonomie

Deze groep is altijd erkend als een natuurlijke groep, van planten die duidelijk onderling verwant zijn. In de loop van de tijd is een aantal verschillende namen voor deze groep gebruikt, waarbij de naam Angiospermae een directe beschrijving van het belangrijkste onderscheidende kenmerk is.

Angiospermae

Deze naam wordt bijvoorbeeld gebruikt door het Wettstein systeem (laatste versie gepubliceerd in 1935). Aldaar worden de bedektzadigen onderverdeeld in twee groepen: de Dicotyledones, de dicotylen of tweezaadlobbigen en de Monocotyledones, de monocotylen of eenzaadlobbigen.

Magnoliophyta

Arthur Cronquist die in 1981 een veelgebruikte classificatie publiceerde, het Cronquist systeem, gebruikte een minder heldere term, een standaardaanduiding. Cronquist duidde de bedektzadigen aan met de naam Magnoliophyta, een naam in de rang van afdeling (divisio of phylum), gevormd uit de familienaam Magnoliaceae. In de Heukels tot en met de 22e druk werd dit omgezet naar Magnoliopsida, een naam in de rang van klasse.

Ook Cronquist maakte de onderverdeling in de traditionele twee groepen, door hem genoemd:

  • de Liliopsida (in de 22e druk van de Heukels: Liliidae), de eenzaadlobbigen
  • de Magnoliopsida (in de 22e druk van de Heukels: Magnoliidae), de tweezaadlobbigen.

Angiosperms

In de jaren negentig is het APG-systeem (1998) gepubliceerd (zie ook de eerste druk van het handboek van W.S. Judd en anderen). Dit gebruikte de informele naam "angiosperms", een gangbaar Engels woord voor deze groep (bijvoeglijk naamwoord "angiosperm"). Dit is dus geen formele botanische naam, met een rang, maar de naam voor een clade. Bij APG is de traditionele tweedeling verlaten: de eenzaadlobbigen worden gehandhaafd, als clade onder de naam "monocots", de normale Engelse naam, maar de tweezaadlobbigen blijken niet handhaafbaar. De belangrijkste andere groep in het systeem zijn de "eudicots", die de typische tweezaadlobbigen bevat, met de voor die groep typische kenmerken. De atypische tweezaadlobbigen worden ongeplaatst gelaten.

Dit systeem is later herzien als APG II (2003), waarbij een derde hoofdgroep onderscheiden wordt, de "magnoliids".

De 23e druk van de Heukels (2005) volgt APG II. Om precies te zijn: het is gebaseerd op de 3e editie van The Plant-book (aangekondigd voor 2008, nog te verschijnen) dat op zijn beurt een modificatie gebruikt van APG II. Door de Nederlandstalige Wikisage wordt deze indeling als geautoriseerde bron gehanteerd voor de indeling van de bedektzadigen onder de verwijzing. Bij APG heten de bloemplanten "angiosperms", met als belangrijkste groepen de "monocots" en de "eudicots", in de Heukels vertaald als Bedektzadigen, Eenzaadlobbigen en Tweezaadlobbigen. Omdat de tweezaadlobbigen in de 23e druk van de Heukels een andere (kleinere) groep zijn dan de traditionele Tweezaadlobbigen (zoals in de 22e druk), worden ze hier aangeduid als 'nieuwe' Tweezaadlobbigen.

Angiospermae

Ook onder de PhyloCode is een naam gepubliceerd: /Angiospermae Lindley 1830. Deze naam kan pas gaan gelden als de PhyloCode in werking treedt.

Toepassing

Bijna alle voedselplanten van de mens zijn bedektzadigen, zoals broodgrassen als tarwe en rijst en alle fruit- en groentensoorten. De families met de meeste soorten zijn:

  1. Composietenfamilie (Compositae of Asteraceae): 25.000 soorten
  2. Orchideeënfamilie (Orchidaceae): 18.000
  3. Vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae): 17.000
  4. Grassenfamilie (Gramineae of Poaceae): 9000
  5. Walstrofamilie (Rubiaceae): 7000
  6. Wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae s.l.): 5000
  7. Kaasjeskruidfamilie (Malvaceae): 4300
  8. Cypergrassenfamilie (Cyperaceae): 4000

Externe links