Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hand (lichaamsdeel)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een menselijke linker hand.
Zie ook : hand (doorverwijzing), voor andere betekenissen van het "hand".

De hand (medische Latijnse term: manus, meervoud manūs) is een complex meervingerig lichaamsdeel, dat door de pols is verbonden aan de onderarm[1] en is geschikt om dingen mee te pakken en vast te houden.

Voornaamste functies

De menselijke hand is het voornaamste orgaan om fysiek een omgeving te manipuleren, van zeer simpele (het gebruiken van een stok) tot zeer complexe (een draad door het oog van een naald steken) motorische vaardigheden, en omdat in de vijf vingertoppen veel van de zenuweinden samenkomen, is de hand ook de belangrijkste bron voor onze tastzin die dan ook met de hand wordt geassocieerd.

De menselijke hand wordt - net zoals bij andere dubbelzijdig aanwezige lichaamsdelen (ogen, oren, benen) - door de tegenovergestelde hersenhelft bediend en aldus vormt rechts- of linkshandigheid (met uitzondering van ambidextrie) een significant individueel kenmerk. Net zoals bij de meeste primaten wordt ook de menselijke hand door opponeerbare duimen gekenmerkt, dat wil zeggen dat de punt van de duim de punt van iedere ander vinger van dezelfde hand kan aanraken. Dankzij deze beweging is de mens in staat om voorwerpen beet te pakken.

De hand heeft in lichaamstaal een belangrijke functie als aanvulling op taal door het maken van gebaren en is voor vele doven van primordiaal belang om te kunnen communiceren in gebarentaal.

Anatomie

Bij viervoeters

Hoewel er een zekere homologie bestaat onder de zoogdieren, hebben slechts enkele viervoeters handen. De anderen beschikken over poten, vinnen en vleugels.

Net zoals de Homo sapiens hebben ook de andere primaten handen. Maar terwijl mensen over het algemeen slechts twee handen hebben (behalve in het geval van polymelia)[2], noemt men apen soms « quadrumaan » (van het Latijnse woord quadrumanus: vierhandig; o.a. gebruikt voor een aap uit de 18e eeuw) en de mens « bimaan » (tweehandig). Dit komt omdat de onderste ledematen sterk gelijken op de handen en dezelfde functies (grijpen) kunnen uitvoeren. Ook wasberen hebben handen, wat een voorbeeld is van evolutionaire convergentie.

In tegenstelling tot de naam in het artikel, is de naam niet Orang OetanG doch Orang Oetan, is gelijk aan Mens: (Orang) en Aap: (Oetan).

Bij mensen

De menselijke hand bestaat uit een brede handpalm (metacarpus) met 5 vingers, bevestigd aan de onderarm door een verbinding genaamd de pols (carpus). De handpalm vormt de binnenkant van de hand, dit is het deel dat niet zichtbaar is wanneer de hand is gesloten. Ze wordt gekenmerkt door drie diepe rimpels, die reeds vanaf de geboorte aanwezig zijn, die handlijnen worden genoemd. De achterkant van de hand wordt formeel de rug van de hand genoemd.

Beenderen

De hand bestaat uit enkelvoudige botjes, waarvan het aantal verschilt tussen de gewervelden onderling. Bij mensen zijn dit er 27.[3] De pols (carpus) bestaat bij de mens uit acht handwortelbeentjes (ossa carpi) (soms kunnen dit er meer zijn[4]) (os scaphoideum (bootvormig been), os lunatum (maanvormig been), os triquetrum (driehoeksbeen), os pisiforme (erwtvormig been), os trapezium (veelhoekig been), os trapezoideum (klein veelhoekig been), os capitatum (kopbeen) en os hamatum (haakvormig been)). Op de pols sluit zich de middenhand (metacarpus) aan, die uit vijf langgerekte middenhandsbeentjes bestaat. Het vrij beweeglijke deel van de menselijke hand wordt gevormd door de vijf vingers (digiti manus) die tezamen 14 vingerkootjes tellen (twee voor de duim en telkens drie voor de anderen vier vingers). De vier vingers die telkens drie vingerkootjes tellen zijn de wijsvinger (digitus secundus manus of index), middelvinger (digitus medius), ringvinger (digitus annularis) en pink (digitus minimus manus). De vingers worden in de geneeskunde en anatomie echter meer gebruikelijk met een romeins cijfer aangeduid, van dig. I (duim) tot dig. V (pink). Ze bevinden zich aan de uiterste rand van de handpalm en kunnen aldus over de handpalm worden gevouwen om zaken vast te grijpen. De twee vingerkootjes tellende duim is verbonden met de palm door het os trapezium. De duim kan makkelijk 90° worden gedraaid, wat loodrecht is in verhouding tot de handpalm, in tegenstelling tot de andere vingers die slechts ongeveer 45° kunnen worden gedraaid.

Spieren en pezen

Men onderscheidt twee categorieën van spieren met betrekking tot de hand: de extrinsieke (zo geheten omdat ze in de onderarm zitten) en de intrinsieke spieren (zo geheten omdat ze in de hand zelf zitten). De intrinsieke spiergroepen zijn de duimmuis- en handrugspieren (de eerste zijn te situeren bij de duim, de laatste bij de pink), de interosseusspieren (tussen de middenhandsbeentjes, vier musculi interossei dorsales en drie musculi interossei volares) en de musculi lumbricales manus. Deze spieren komen voort uit de musculus flexor digitorum profundus (en zijn speciaal omdat ze geen benige oorsprong hebben) en ingevoegd op de dorsale onderarmspieren.[5]

De extrinsieke spieren zijn: musculus flexor carpi radialis, musculus palmaris longus, musculus flexor carpi ulnaris, musculus flexor digitorum superficialis, musculus flexor digitorum profundus, musculus flexor pollicis longus, musculus flexor pollicis brevis, musculus extensor carpi radialis brevis, musculus extensor carpi radialis longus, musculus extensor digitorum, musculus extensor pollicis longus, musculus extensor pollicis brevis, musculus extensor indicis, musculus extensor digiti minimi en musculus abductor pollicis longus. De intrinsieke spieren zijn: musculi interossei volares, musculi interossei dorsales, musculi lumbricales manus, musculus adductor pollicis, musculus flexor pollicis brevis, musculus opponens pollicis, musculus abductor pollicis brevis, musculus opponens digiti minimi, musculus flexor digiti minimi brevis, musculus adductor digiti minimi en musculus palmaris brevis.

Zenuwen en aderen

De hand is voorzien van drie gemengde zenuwen: nervus ulnaris, nervus medianus en nervus radialis.[6] Voor de bloedtoevoer zorgen de arteria radialis en de arteria ulnaris.[6] Het handvlak wordt door een robuuste pezige plaat (aponeurose) beveiligd en laat hiermee een krachtige greep toe.[7] De huid van de hand en in het bijzonder van de vingers is bezaaid met verscheidene receptoren (o.a. nociceptoren, Merkelcellen, ...) en laat een hoge haptische waarneming toe. Op de handpalm nemen 17.000 voellichaampjes (140/cm²) druk-, bewegings- en vibratiestimulansen op.[8]

Uitzonderingen

Sommige mensen hebben meer dan het gebruikelijke aantal vingers of tenen, deze afwijking noemt men polydactylie.[9] Sommige hebben meer dan het gebruikelijk aantal middenhandsbeentjes, een aandoening die vaak wordt veroorzaakt door genetische afwijkingen zoals het Syndroom van Catel-Manzke[4]. De gemiddelde lengte van een volwassen mannenhand is 189 mm, terwijl die van een vrouwenhand 172 mm is. De gemiddelde handbreedte voor volwassen mannen en vrouwen is respectievelijk 84 en 74 mm.[10]

Zie ook

Referenties

rel=nofollow

Externe link

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Hands op Wikimedia Commons


rel=nofollow