Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Hand
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Het kan verwijzen naar :
- hand (lichaamsdeel), lichaamsdeel met vingers
- hand (schrijfwijze), wijze van schrijven ("een fraaie hand schrijven" : een mooi handschrift hebben)
- hand (macht), macht hebben (bijvoorbeeld : "in de hand van de vijand vallen")
- hand (spel), de kaarten die men tijdens een spel in de hand houdt
Uitdrukkingen :
- "Elkaar de handen drukken / geven / reiken ..." : ... ten bewijze van begroeting, afscheid, medeleven (elkaar vasthoudend bij de hand)
- "Doen wat uw hand vindt om te doen" : Het werk verrichten dat zich aanbiedt
- Ook : "Alles wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht"
- "Iets op de hand wassen" : Met de hand / Niet machinaal
- "Dat is zijn hand" : Dat heeft hij gemaakt / geschreven
- "De handen van de weegschaal"
- "Hand in hand gaan" : Samengaan
- "Als men hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand" : Hij maakt misbruik van iemands goedheid
- "De hand ophouden" : Bedelen
- "Iemand de hand reiken / toesteken" : Iemand bijstaan / poging tot verzoening doen
- "Als de ene hand de andere wast, worden ze beide schoon" : Van wederzijdse hulp hebben beide partijen voordeel
- "Geen hand voor ogen kunnen zien" : Niets kunnen zien door geweldige duisternis
- "Ik geef mijn hand erop" : Ik verzeker je dat het zo is / beloof het na te komen
- "Mijn hand erop !" : Op mijn woord
- "Zijn hand voor iets niet om draaien" : Iets heel gemakkelijk of zonder bezwaar doen
- "De handen van iemand aftrekken" : Hem overlaten aan zijn lot
- "De hand aan iets houden" : bij voortduring ervoor zorgen (wetten)
- "De hand aan de ploeg slaan" : Een werk flink aanvangen
- "Iemand de hand boven het hoofd houden" : Hem beschermen
- "De hand met iets lichten" : Er zich afmaken met een 'Franse slag'
- "De hand over het hart strijken" : Iemand vergeven
- "Wat is er aan de hand ?" : Wat gebeurt er ?
- "Niks aan de hand / Niks aan het handje" : Er gebeurt niks bijzonders / Dat is niet erg / Dat hindert niet
- "Iemand iets aan de hand doen" : Iemand wijzen op gunstige kansen
- "Aan de hand van gegevens" : Op grond van
- "Aan de betere / beterende hand / beterhand zijn" : (zieken), vooruitgaand
- "Aan de hoge / hogere hand zitten" : Op de ereplaats
- "Iets achter de hand hebben" : Iets bewaard hebben voor de kwade dag
- 'Achter de hand zitten te fluisteren" : Stiekem, verstolen
- "Bij de hand zijn" : Al op en gekleed
- "Iemand bij de hand nemen" : De hand beetpakken en ergens heen leiden, of : Zich bekommeren om iemand / helpen / steunen
- "Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht" : Het zekere is te verkiezen boven het grotere onzekere
- "Goederen in de dode hand" : Niet overerfelijk, in het bezit van een instelling, kerk, klooster
- "De zaak in de hand hebben / houden" : Goed beheersen
- "Iets in de hand werken" : Bevorderen
- "Met harde hand" : Hardhandig, gestreng
- "Met de hand op het hart iets verzekeren" : Met betuigingen van geloofwaardigheid
- "Met hand en tand zich verzetten" : Uit alle macht
- "Met een of de losse hand" : Nonchalant, zonder nadenken
- "Iemand naar zijn hand zetten" : Hem zijn eigen wijze van werken en optreden bijbrengen / tot zijn eigen mening overhalen
- "Om de hand van een vrouw vragen" : Haar ten huwelijk vragen
- "Onder de hand" : Inmiddels
- "Zwaar op de hand zijn" : Alles zeer ernstig opvatten
- "Op iemands hand zijn" : Zijn partij aanhangen
- "Hand over hand (toenemen)" : Geleidelijk
- "Iets ter hand nemen" : Aanvatten, in handen nemen
- "Iets ter hand stellen" : Overhandigen, geven
- "Uit een of de losse hand" : Zonder veel nadenken of voorbereiden
- "Uit de hand eten" : Gewillig, volgzaam zijn
- "Het werk liep ons uit de handen" : werd ons te machtig
- "Uit de hand lopen (van personen)" : De leiding niet meer volgen
- "De zaak is uit de hand gelopen" : Wanordelijk geworden, of : De leiding over het hoofd gegroeid
- "Uit de eerste hand" : Rechtstreeks van de bron / de fabrikant
- "Uit de tweede hand" : Niet rechtstreeks
- "Uit de hand verkopen" : Onderhands
- "Leven van de hand in de tand" : Het verdiende onmiddellijk weer uitgeven
- "Voor de hand liggen" : Vanzelfsprekend zijn
- "Handen aan het lijf hebben" : Kunnen en willen aanpakken
- "Ik heb nog altijd twee handen aan mijn lijf" : Als het moet, kan ik nog altijd met m'n handen aan het werk
- "Handen te kort komen" : Meer te doen hebben dan men kan doen
- "De handen staan hem verkeerd" : Staan hem niet naar dat werk, hij is dat werk niet gewoon en kan het niet verrichten
- "Handen en voeten hebben" : Goed toegerust, waardevol, bruikbaar zijn
- "De handen in de schoot leggen" : Alle inspanningen / tegenstand moedeloos opgeven
- "Iemand de handen opleggen" : Hem zegenen bij een inwijding
- "Mijn handen jeuken" : Ik voel een grote lust tot het geven van een pak slaag
- "Het zijn twee handen op één buik" : Zij trekken één lijn
- "Vele handen maken licht werk" : Veel helpers doen het werk vorderen
- "Hij mag zijn handen dicht knijpen" : Hij moet dankbaar zijn voor dit resultaat
- "Een gelukkige hand hebben" : Iets met succes doen
- "Een ongelukkige hand hebben" : Tactloos optreden
- "Zijn hand overspelen" (Engels : "Overplay one's hand") : Te riskant spelen / Te veel vragen
- "De handen afhouden van iets" : Zich niet memoeien met
- "De handen (van anderen) op elkaar krijgen" : Hen doen applaudisseren / hun instemming verwerven
- "Zijn handen in onschuld wassen" : De verantwoordelijkheid van zich werpen
- "Zijn handen niet vuil willen maken aan iets" : Een onaangename, immorele of strafbare zaak niet willen verrichten
- "Zijn handen of handjes laten wapperen" : De handen uit de mouwen steken / hard werken, of : Gauw klaar staan met het geven van klappen
- "Een zaak aan een advocaat in handen geven" : Een rechtszaak beginnen
- "Zich in zijn handen wrijven" : Zijn genoegdoening uiten
- "Iets om handen hebben" : Vaste werkzaamheden hebben
- "Iets onder handen hebben" : Met iets bezig zijn
- "Iemand onder handen nemen" : Iemand de les lezen
- "Iets uit handen geven" : Ter uitvoering overdragen aan anderen
- "Een boek moeilijk uit handen kunnen leggen" : Er zeer geboeid in lezen
- "Iets van de hand doen" : Verkopen
- "Met de handen in het haar zitten" : Doodverlegen met iets zijn
- "Met de handen in de schoot zitten" : Werkeloos blijven
- "Met de handen over elkaar zitten" : Niets uitvoeren
- "Iemand op handen dragen" : Hem ten hoogste vereren
Zie ook
- Handbal (doorverwijzing)
- Handboog, boog die met de hand wordt afgeschoten (ook : handboogschutter)
- Handdoek, doek om na het wassen af te drogen
- Handdynamo (knijpkat), zaklantaarn met door de druk van de hand bewogen dynamo
- Handel (doorverwijzing)
- Handenarbeid, werk van de handen
- Handgeld (doorverwijzing)
- Handgranaat, granaat die met de hand geworpen wordt
- Handig (doorverwijzing)
- Handje contantje, terstond uitbetaald
- Handkar (handwagen), kar die met de hand geduwt of getrokken wordt
- Handmolen, molen die met de hand wordt gedreven of die handzaam is
- Handrem, met de hand bediende rem
- Hands, overtreding waarbij opzettelijk de hand wordt gebruikt
- Handschaaf, kleine schaaf
- Handschoen, bekleding van de hand
- Handschrift (doorverwijzing)
- Handstoffer, veger met korte steel
- Handtastelijk (doorverwijzing)
- Handtekening, in min of meer vaste vorm, eigenhandig geschreven naamtekening (ook : handvest)
- Handvleugeligen, vleermuisachtigen
- Handwerk (doorverwijzing)
- Handzaag, zaag die met één hand wordt bewogen