Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Oor
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Oor kan verwijzen naar: |
- Oor (zintuig), het zintuig van het gehoor (ook : oorlel, oorprop, oorschelp, oorsmeer, oorsteen, oorvlies).
- Wat in vorm op een oor lijkt (bijvoorbeeld het oor van een kopje).
- Muziekkrant OOR, een tijdschrift.
- "Het oor lenen aan iemand" : Naar hem luisteren.
- "Het oor / de oren scherpen (spitsen)" : Scherp luisteren.
- "Het oor strelen" : Aangenaam klinken.
- "Het gaat het ene oor in en het andere uit" : Dat maakt maar zeer kortstondig indruk, dat wordt onmiddellijk vergeten.
- "Geheel oor zijn" : Aandachtig luisteren.
- "Een open oor hebben (of : vinden) voor iets" : Bereidheid tot aandachtig luisteren.
- "Zijn oor (of : oren) te luisteren leggen" : De mening van anderen uitvorsen.
- "Nog niet droog achter de oren" : Kinderlijk, onervaren zijn.
- "Iemand iets in het oor bijten" : Snauwend toefluisteren.
- "Iemand iets in het oor fluisteren" : Stiekem vertellen.
- "Iets in het oor knopen" : Goed onthouden.
- "Een snee in het oor hebben" : Dronken zijn.
- "Op één oor liggen" : Slapen.
- "Het varken is (op een oor na) gevild" : (De zaak is) zo goed als gereed.
- "Iemand oren aannaaien" : Iets wijsmaken, iemand bedriegen, iemand voor de gek houden.
- "Oren naar iets hebben" : Ervoor zijn te vinden.
- "Wie oren heeft om te horen, die hore" : Wie dit begrijpt moet de conclusies trekken.
- "Kleine potjes hebben ook oren (of : hebben grote oren)" : Kinderen begrijpen dikwijls meer van het gesprek dan men vermoedt.
- "Iemand de oren afzagen (of : van het hoofd praten)" : Vermoeien door onophoudelijk praten.
- "Iemand de oren van het hoofd eten" : Ten koste van iemand veel eten.
- "De oren laten hangen" : Moedeloos zijn.
- "Iemand de oren wassen" : De les lezen of een duchtig standje geven.
- "Zijn oren niet geloven" : Zeer verbaast zijn over het gehoorde.
- "Zijn oren zullen tuiten" : Gezegd als over een afwezige veel wordt gesproken.
- "Met zijn oren staan te klapperen" : Ongehoorde dingen vernemen, heel verbaasd zijn.
- "Iemand om de (of : zijn) oren geven / om zijn oren krijgen" : Streng berispen.
- "Iemand om de oren slaan" : (Naast letterlijk ook figuurlijk :) elkaar bestoken met bijvoorbeeld argumenten, cijfers enz.
- "Tot over de oren in het werk zitten / in de schulden zitten / verliefd zijn" : Heel erg.
- "Iets komt iemand ter ore" : Iemand verneemt iets.
- "Oorbaar" : Voegzaam, gepast, betamelijk.
- "Oorblazer" : Kwaadspreker (ook : oorblazerij).
- "Oorveeg" : Oorvijg, een slag om de oren.
- "Oormerken" : Iets bestemmen of reserveren voor bepaalde doeleinden.
- "Oorverdovend" : Doofmakend.
- Ook : domoor, druiloor, ezelsoor, hangoor, neetoor, steiloor.
Zie ook
- Ooraap (Galago), een halfaap met grote, kale oren.
- Oorarts, een geneesheer/vrouw voor oorziekten (ook : k-n-o-arts, oorspecialist(e), otoloog).
- Oorheelkunde (otiatrie), de studie, leer van de oorziekten en de handelingen van de oorarts (ook : oorheelkundig).
- Oorspiegel (otoscoop), een spiegel om het inwendige oor te onderzoeken.
- Oorbel, een belvormig oorsieraad (ook : oorclip, oorhanger, oorijzer, oorring, oorsteker).
- Oordopje, dopje / rond voorwerpje ter afsluiting van lawaai in de gehooropening.
- Oortelefoon, koptelefoon.
- Oorfauteuil (oorstoel, orenfauteuil), grote leunstoel met hoofdsteun aan beide zijkanten.
- Oorklep (oorlap), een beschermende oorlap, aan een hoofddeksel bevestigd, tegen de kou.
- Oorkussen, hoofdkussen.
- Oorlam, rantsoen jenever of een borrel.
- Oorlepeltje, een lepeltje om het oor te reinigen.
- Oormerk, een kenteken in het oor van een dier (ook : oormerken, oornummer).
- Oormijt, een microscopisch kleine mijt die (o.a. bij de kat) die in de oorhuid jeuk en afscheiding veroorzaakt.
- Oorrobben (Otariidae), robben met kleine uitwendige oren.
- Oorsuizing, suizen of ruizen in het oor als ziekelijke ooraandoening.
- Ooruil, een uil met pluimen op de kop waar zich de oren bevinden (bijvoorbeeld bij de ransuil).
- Oorworm (oorwurm, Forficula auricularia), een rechtvleugelig insect met bijtende monddelen en onvolkomen gedaanteverwisseling
- (oorwormen kruipen niet in oren, maar in Dalia's en andere bloemen. / "een gezicht zetten als een oorworm" : ontvreden, gemelijk).
- Oog (doorverwijzing).
Dit is een doorverwijspagina, bedoeld om onderscheid te maken tussen de verschillende betekenissen en gebruiken van de term Oor. Op deze pagina staat een uitleg van de verschillende betekenissen van Oor en verwijzingen naar de betreffende artikelen.
Bekijk alle artikelen waarvan de titel begint met Oor, waarvan de titel Oor bevat of waarvan de titel of inhoud de term Oor bevat. |