Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Andreas Vesalius

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Andreas Vesalius (gelatiniseerde naam van Andries van Wesele[1]) (Brussel, 31 december 1514Zakynthos (Griekenland), 15 oktober 1564) was een Brabants arts en anatoom. Vesalius was één van de grondleggers van de anatomie. Hij schreef het eerste complete boek over de menselijke anatomie, De humani corporis fabrica libri septem (Zeven boeken over de bouw van het menselijk lichaam), gedrukt door Johannes Oporinus (Bazel, 1543).

Biografie

Vroege jeugd

Vesalius’ vader heette eveneens Andreas en was apotheker in dienst van de keizers van het Heilige Roomse Rijk, Maximiliaan I, Karel V en Ferdinand I. De moeder van Vesalius was Elisabeth Crabbé. Zijn grootvader, Everard van Wesel, was ook al geneesheer in dienst keizer Maximilaan I. Zijn overgrootvader Johannes was lijfarts van Karel de Stoute, hertog van Bourgondië en diens dochter Maria van Bourgondië. Andries Wytinck van Wesel(e) alias Vesalius werd op 31 december 1514 in de Miniemenstraat in de Brusselse Marollen geboren, net tegenover de Galgenberg.[noot 1] De Galgenberg werd in die periode inderdaad nog gebruikt als executieplaats. Dit gaf Vesalius als kind al de gelegenheid om vele lijken en skeletten te zien, die door de vogels werden schoongepikt. Op de plaats waar hij vermoedelijk werd geboren, staat een gedenkspreuk aangebracht in het Latijn, op de gevel van het huidige Athénée Robert Catteau.

Studie

Vesalius kreeg een klassieke opleiding in Leuven, het Paedagogium Castri voor wijsbegeerte en rechten en het Collegium Trilingue[1] voor Grieks en Latijn. Tijdens deze vijfjarige opleiding kreeg hij al interesse voor de anatomie. Zo zou Vesalius al op deze leeftijd bezig zijn geweest met de ontleding van kleine dieren. Toen zijn vader in 1532 werd aangesteld als Valet de Chambre van de keizer, vervolgde Vesalius zijn studie aan de Universiteit van Parijs onder Jacobus Sylvius en Guenther von Andernach (Guinterius). Hier bestudeerde hij de geneeskunde volgens de leer van Galenus, een Grieks/Romeinse arts uit de tweede eeuw na Christus. Dit was destijds de gangbare leer, en op de universiteiten werd feitelijk weinig anders gedaan dan het bestuderen van diens teksten, ook al spraken deze de werkelijkheid tegen. De beschrijving van Galenus werd destijds aangenomen als volstrekte waarheid, en verschillen met de waargenomen werkelijkheid werden simpelweg toegeschreven aan een beperkt waarnemingsvermogen of aan gezichtsbedrog.

Verzet tegen Galenus

Hoewel Vesalius eerst de leer van Galenus volgde, besefte hij langzaam maar zeker dat de werkelijke waarnemingen eigenlijk belangrijker zijn dan wat er in de boeken (voornamelijk van geleerden uit de klassieke oudheid) te vinden is. Deze ontwikkeling was behoorlijk vernieuwend, en werd eigenlijk bijna nergens eerder gezien, op enkele uitzonderingen na zoals Leonardo da Vinci. (De anatomische tekeningen van da Vinci werden pas ontdekt nadat Vesalius’ werk ’Fabrica’ (zie onder) was uitgegeven.) Vesalius kreeg dan ook veel negatieve kritiek te verduren in deze eerste periode. In 1536 keerde hij terug naar de Zuidelijke Nederlanden vanwege de vijandelijkheden tussen Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk en voltooide er zijn studie onder Johannes von Andernach met de thesis Paraphrasis in nonum librum Rhazae medici arabis clariss ad regem Almansorum de affectum singularum corporis partium curatione, die handelde over het negende boek van al-Razi. Op grond hiervan ontving hij in Leuven 1537 het baccalaureaat in de Geneeskunde.[1] Hij doceerde korte tijd anatomie in het openbaar.

Padua

Na een onenigheid met zijn hoogleraar in Leuven, vertrok Vesalius naar Padua, waar de renaissance al verder was doorgedrongen en de stand van de geneeskunde hoger was dan die in de Nederlanden. Hij promoveerde daar tot doctor in de Geneeskunde[1] en werd er in 1537 benoemd tot een hoge functie.

Deze positie bood hem meer ruimte dan bij de andere universiteiten, omdat hij ook in de gelegenheid werd gesteld om anatomisch onderzoek te doen aan de lichamen van ter dood veroordeelden. Maar Vesalius was nog niet geheel overtuigd van het ongelijk van Galenus, en in 1538 publiceerde hij nog een werk dat grotendeels gebaseerd was op diens leer. Langzaam maar zeker raakte hij daar echter wel van overtuigd en bracht dat ook tot uitdrukking in zijn werken. In 1543 bracht hij zo de"De humani corporis fabrica libri septem uit, een boek met gedetailleerde tekeningen van Italiaanse kunstenaars, onder wie Jan van Calcar. In de tweede druk van de Fabrica beschreef Vesalius zelfs een tweehonderdtal fouten van Galenus en toonde hij aan dat deze zich had gebaseerd op de sectie van dieren en niet van mensen. In hetzelfde jaar voerde hij in Bazel een publieke sectie uit op het lichaam van de terechtgestelde misdadiger Jakob Karrer von Gebweiler en prepareerde hij diens beenderen tot een anatomisch skelet, dat hij aan de universiteit van Bazel schonk. Het is vandaag wereldwijd het oudst bewaard gebleven anatomische preparaat en bevindt zich nog steeds in het bezit van de universiteit.

Naast de sectie op overleden mensen deed Vesalius ook sectie op dode dieren ter vergelijking en ook vivisectie op dieren. Hierbij werden dieren vastgebonden, en terwijl zij nog leefden werd op hen sectie verricht. Op deze wijze vond hij onder meer dat het doorsnijden van het ruggenmerg verlammingsverschijnselen met zich meebracht en dat het doorsnijden van bepaalde zenuwen verstomming veroorzaakte, een daarna veel gebruikte methode om het geschreeuw van de onverdoofde verminkte dieren te voorkomen.

De Humani Corporis Fabrica

De volledige titel van de Fabrica was De humani corporis fabrica libri septem. Dit wil zeggen dat het om een zevendelig werk ging. In het eerste deel behandelt Vesalius het skelet. Alle bekende botten worden gedetailleerd weergegeven. Het eerste deel eindigt met drie over de hele lengte van het blad weergegeven skeletten in verschillende poses. Zo is er een skelet opgehangen aan een galg en staat er een tegen een bureau geleund terwijl het anatomie studeert. Het tweede werk behandelt de spieren. De kunstige 'spiermannen' in idealistische landschappen waren voor die tijd revolutionair. Het derde boek gaat over aderen en slagaderen. Het vierde werk gaat over het zenuwstelsel. Boek vijf behandelt de belangrijkste organen. In het zesde boek komen het hart en de longen aan bod. Het laatste boek ten slotte gaat over de hersenen. Vesalius liet voor zijn studenten een beknopte versie van de Fabrica drukken, de Epitome. Dit werk konden ze meenemen naar hun snijtafels. De Fabrica wordt als een meesterwerk beschouwd en is intussen wereldberoemd. De Koninklijke Bibliotheek in Brussel en de Stad Antwerpen bezitten exemplaren van de Fabrica. Het Antwerpse examplaar was ooit van de Antwerpse arts Lazarus Marcquis (1574-1647), oorspronkelijk afkomstig van Portugal, die het op 8 januari 1609 aan de bibliotheek van de Stad Antwerpen schonk.

Spanje

Nadat de Fabrica afgerond was, kreeg Vesalius veel kritiek over zich heen van de Galenus-aanhangers. Hij staakte zijn actieve academische carrière en werd de lijfarts van Karel V en, na diens abdicatie, van zijn zoon Filips II. Vanwege zijn grote medische kennis was hij geliefd bij de vorsten, daarom kreeg hij op 21 april 1556 de titel van Comes Palatinus, één van de hoogste onderscheidingen. Toen hij hier niet kon aarden, omdat hij ook in Spanje veel kritiek ondervond, verhuisde Vesalius weer naar Italië, ditmaal naar Venetië.

Het overlijden van een patiënt

In 1620 duikt een verzonnen dramatisch verhaal[2] op in een biografie van Vesalius door Melchior Adam:[3] tijdens zijn werkzaamheden als praktiserend medicus zou hem uiteindelijk het noodlot getroffen hebben. Toen hij had geconstateerd dat een van zijn patiënten, een Spaanse edelman, was overleden, kreeg hij toestemming om de dissectie van het lichaam te verrichten. Maar bij het openen van het lichaam kwam Vesalius tot de schokkende conclusie dat het hart nog klopte. Hij werd door de familie aangeklaagd voor moord op de edelman, maar verkreeg vrijstelling van de doodstraf van de koning. Het verhaal gaat dat hij daarom, als straf, op pelgrimstocht naar Jeruzalem moest. Dit is een een omstreden verklaring voor de pelgrimstocht. Er is nooit enig bewijs gevonden voor deze beweringen en de brief van Hubert Languet, die als bron moest dienen, is vrijwel zeker vals. O’Malley haalt bovendien aan dat dit verhaaltje ook al eerder over Ambroise Paré verteld was, en dat het nog regelmatig opduikt.

Nadat hij in Palestina was geweest, moest hij het schip wegens ernstige ziekte verlaten op het Griekse eiland Zacynthus, waar hij overleed.[1] Zijn graf is nooit gevonden, wat leidde tot de wildste speculaties. Vesalius was gehuwd met Anna van Hamme, hun enig kind Anna werd geboren in 1545.

Erkenning

Vele ziekenhuizen en medische instellingen zijn naar Vesalius genoemd, waaronder het Vesalius College van de Vrije Universiteit Brussel. In de snijzaal van de Brusselse universiteit waart nog iets van de spirit van Vesalius rond.[4] Toen in 2005 De Grootste Belg werd verkozen, was Vesalius een van de 111 genomineerden. Hij eindigde bij de Nederlandstaligen op de zesde plaats en bij de Franstaligen op de negentiende plaats.

Bronnen/literatuur

  • Dr. R. N. J. Cupédo, Natuur en Techniek, 33-33 (1965), blz. 73 - 78: "Vesalius (1514 - 1565)"
Noten
  1. º In dezelfde buurt zou iets later ook de schilder, tekenaar en prentenmaker Pieter Bruegel zijn laatste jaren doorbrengen en werden Breugels zonen Jan Brueghel de Oude en Pieter Brueghel de Jonge geboren. Joseph Poelaert zou aan er in de 19de eeuw het Justitiepaleis bouwen.
Verwijzingen
  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 Andreas Vesalius. KU Leuven Geraadpleegd op 9 april 2015
  2. º Charles Donald O’Malley, Andreas Vesalius of Brussels, 1514-1564, University of California Press, 1964, p. 304.
  3. º Melchior Adam, Vitae Germanorum Medicorum, Heidelberg, 1620, p. 133.
  4. º Vesalius 500 jaar: voor zijn tijd revolutionair, maar nu nog perfect actueel – Brusselnieuws.be

Weblinks

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Vesalius op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Wikiquote  Citaten van of over Andreas Vesalius op Wikiquote

rel=nofollow
 
rel=nofollow