Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
D66
Democraten 66 | ||||
Personen | ||||
Partijvoorzitter | Ingrid van Engelshoven | |||
Partijleider | Alexander Pechtold (lijst) | |||
Fractieleider Tweede Kamer | Alexander Pechtold | |||
Fractieleider Eerste Kamer | Roger van Boxtel | |||
Delegatieleider Europees Parlement | Sophie in 't Veld | |||
Mandaten | ||||
Zetels in Tweede Kamer | 10 / 150
| |||
Zetels in Eerste Kamer | 5 / 75
| |||
Zetels in het Europees Parlement | 3 / 25
| |||
Geschiedenis | ||||
Opgericht | 1966 | |||
Algemene gegevens | ||||
Actief in | Nederland | |||
Richting | Centrum | |||
Ideologie | Sociaalliberalisme | |||
Jongerenorganisatie | Jonge Democraten | |||
Wetenschappelijk bureau | Hans van Mierlo Stichting | |||
Internationale organisatie | LI | |||
Europese fractie | ALDE | |||
Europese organisatie | ELDR | |||
Website | www.d66.nl |
Democraten 66 (D66) (officiële naam: Politieke Partij Democraten 66; tot 1981 afgekort als D'66)[1] is een Nederlandse politieke partij van sociaal-liberale signatuur.[2][3]
De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 personen (van wie 25 in andere partijen actief waren geweest).[4] Initiatiefnemers waren de journalist van het Algemeen Handelsblad Hans van Mierlo, die partijleider werd, en Amsterdams VVD-gemeenteraadslid en fractievoorzitter Hans Gruijters die de feitelijke initiatiefnemer tot het vormen van de politieke partij D'66/D66 was.[4] Het belangrijkste standpunt van de partij was het democratiseren van het Nederlandse politieke stelsel. Na de verkiezingen van 1967 kwam D'66 de Tweede Kamer binnen met 7 zetels. Sindsdien zijn de verkiezingsresultaten wisselvallig verlopen. Op haar hoogtepunt, bij de Tweede Kamerverkiezingen 1994, behaalde de partij 24 zetels; op haar dieptepunt, na 2006 waren dat er slechts drie. D66 nam in de periodes 1973-1977, 1981-1982, 1994-2002 en 2003-2006 plaats in de Nederlandse regering. De partij trekt vooral veel stemmen in grote steden en universiteitssteden.
Tegenwoordig is de partij nog altijd voorstander van bestuurlijke vernieuwing, maar staan ook andere thema's, zoals individuele ontplooiing en Europese samenwerking, centraal. De partij heeft een eigen jongerenorganisatie (Jonge Democraten) en een wetenschappelijk bureau (de Mr. Hans van Mierlo Stichting, voorheen Kenniscentrum D66). Op internationaal vlak is D66 lid van de Liberale Internationale en de Partij van Europese Liberalen en Democraten.
Geschiedenis
Ontstaan
De oprichting op 14 oktober 1966 werd voorafgegaan door het Appèl '66. D'66 legde de nadruk op democratisering van de samenleving en op een nieuw partijenstelsel. Daarnaast benadrukte de nieuwe partij geestelijke vrijheid en individuele ontplooiing. Bij de Kamerverkiezingen in 1967 behaalde de partij meteen 7 zetels; opvallend in een tijd waarin eerder kleine verschuivingen plaatsvonden.
Keerpunt '72
In 1971 steeg D'66 naar 11 zetels, in een alliantie met de PPR en de PvdA. Van Mierlo streefde naar een Progressieve Volkspartij. Deze vorming mislukte en in 1972 zakte de partij naar 6 zetels. Na de formatie van het kabinet (waaraan D'66 deelnam) trad Van Mierlo af als fractievoorzitter, vanwege onvoldoende steun in de fractie, ten gunste van Jan Terlouw. De nog desastreuzer verlopen Statenverkiezingen in 1974 leidden tot een grote crisis in de partij. Veel leden zegden op en er werd getwijfeld aan het bestaansrecht van de partij. De meerderheid van de leden was voor het opheffen van de partij, maar de vereiste tweederdemeerderheid werd niet gehaald.
Een redelijk alternatief
Nadat de partij een jaar lang vrijwel niet actief geweest was werd in 1975 toch besloten de partij nieuw leven in te blazen. Onder leiding van Jan Glastra van Loon en Jan Terlouw werd een nieuwe koers uitgezet, die zich minder richtte op bestuurlijke vernieuwing; Terlouw benadrukte een liberalere profilering. De partij kreeg weer nieuw elan, en wist veel nieuwe leden te werven (op het dieptepunt waren er nog maar een paar honderd leden). Terlouw wist de leden te motiveren door 60.000 handtekeningen te eisen alvorens zich beschikbaar te stellen als lijsttrekker. D'66 ging zich presenteren als het "redelijk alternatief" voor de gepolariseerde CDA en PvdA. Dit leverde D'66 bij de verkiezingen in 1977 zelfs 2 zetels winst op.
Vanaf 1977 voerde D'66 succesvol oppositie tegen het kabinet-Van Agt I. Onder Terlouw won de partij fors tijdens de verkiezingen van 1981: er werden 17 zetels behaald. D'66 trad toe tot een coalitie met het CDA en de PvdA. Dit ging echter niet lang goed. Het Kabinet-Van Agt II werd gekenmerkt door tal van conflicten en kreeg de bijnaam "vechtkabinet". In 1982 trok de PvdA zich terug uit de regering. D'66 bleef in de regering. Dit werd door de eigen aanhang niet begrepen en bij de verkiezingen van 1982 zakte de partij naar 6 zetels. Het leiderschap werd overgenomen door Maarten Engwirda. Deze wist echter niet te voorkomen dat D66 in peilingen verder wegzakte.
Andere politiek
In een poging de partij opnieuw uit de malaise te halen trad Engwirda terug en keerde Van Mierlo terug als partijleider. In 1985 sprak hij de toespraak "Een reden van bestaan" uit. Hij pleitte voor een opheffing van de polarisatie tussen de PvdA en de VVD en richtte zich meer op individuele ontplooiing, en thema's als milieubehoud, technologische vernieuwing en vrouwenemancipatie. De herleving van de partij was succesvol en de partij behaalde in 1986 9 zetels, en in 1989 12 zetels. Programmatisch paste D66 goed in de nieuwe coalitie van CDA en PvdA, maar Ruud Lubbers wilde de Democraten er niet bij hebben.
De partij bleef in de oppositie en dit legde geen windeieren. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1990 en de Provinciale Statenverkiezingen van 1991 boekte D66 forse winst. D66 was een serieuze machtsfactor geworden en in bijna alle grote steden kwam de partij in het college. De WAO-crisis, die de coalitie in de zomer van 1991 op scherp zette, stuwde de populariteit van D66 naar grotere hoogten. Volgens sommige peilingen zou D66 op een bepaald moment zelfs 38 zetels halen. De groeiende invloed van D66 gaf op dat moment ook vooruitzichten op nieuwe machtsverhoudingen in de Nederlandse politiek. In 1992 presenteerden de Jonge Democraten, Jonge Socialisten en de JOVD al een "paars" akkoord voor een kabinet zonder het CDA, iets wat tot dan toe voor onmogelijk werd gehouden.
De Paarse kabinetten
De werkelijkheid van het paarse kabinet bleek in 1994 dichterbij dan gedacht. D66 won de verkiezingen fors. Het zeteltal werd bij de verkiezingen van 1994 verdubbeld tot 24 zetels. Maar ook het verlies van het CDA (20 zetels) speelde mee. De PvdA werd, ondanks een groot verlies aan zetels, onverwachts de grootste partij. Het was onmogelijk om een tweepartijenkabinet te vormen, waardoor de positie van D66 cruciaal was geworden.
D66 stuurde aan op de vorming van een kabinet zonder het CDA. De formatie ging maar moeizaam en mislukte in eerste instantie. Onderhandelingen met het CDA liepen echter ook op niets uit. In een tweede poging slaagde D66 erin om voor het eerst sinds de Eerste Wereldoorlog een coalitie zonder confessionele partij te vormen: PvdA, VVD en D66 vormden samen de eerste paarse coalitie.
Hans van Mierlo werd minister van buitenlandse zaken en vice-premier. De andere D66-bewindslieden waren Hans Wijers op Economische Zaken, Winnie Sorgdrager op Justitie en Els Borst op Volksgezondheid. Gerrit-Jan Wolffensperger werd de nieuwe fractievoorzitter.
De nieuwe coalitie kon enkele liberale wensen vervullen die altijd door de Christen-democraten werden tegengehouden. Zo werd een verruiming van de winkeltijden, jarenlang in de Tweede Kamer bepleit door Louise Groenman, door Wijers in wetgeving omgezet. Borst regelde de donorregistratie en de euthanasie. Ook het homohuwelijk werd door Paars in Nederland, als eerste land ter wereld, ingevoerd.
Hoewel het kabinet erg populair was, wist D66 er niet van te profiteren. Bij de Provinciale Statenverkiezingen 1995 verloor de partij zetels, waardoor er ook in de Eerste Kamer 5 zetels verloren gingen. Bij de verkiezingen in 1998 verloor de partij onder lijsttrekker Els Borst 10 zetels. In het tweede paarse kabinet werd zij vice-premier. Minister van Landbouw Haijo Apotheker werd tussentijds vervangen door Laurens-Jan Brinkhorst. De derde minister was Roger van Boxtel, die het grotestedenbeleid overnam van staatssecretaris Jacob Kohnstamm. Thom de Graaf werd fractievoorzitter in de Tweede Kamer.
D66 zette bij de formatie zwaar in op zijn "kroonjuwelen": de wensen tot staatsrechtelijke vernieuwing. In het regeerakkoord werd daarom de invoering van het correctief referendum opgenomen, de mogelijkheid voor burgers om met 600.000 handtekeningen een al aangenomen wet te onderwerpen aan een volksraadpleging. De betreffende wet werd in de Tweede Kamer goedgekeurd, maar in 1999 in de Nacht van Wiegel in de Eerste Kamer verworpen. Het kabinet trad af, maar werd gelijmd, iets wat de partij veel kritiek opleverde.
Oppositie en Balkenende II
De regeringsdeelname leidde onder de nieuwe partijleider Thom de Graaf in 2002 tot een tweede nederlaag (7 zetels). D66 ging de oppositie in, en bij de verkiezingen van 2003 zakte de partij verder naar 6 zetels. De Graaf trad terug en werd opgevolgd door Boris Dittrich.
In het voorjaar van 2003 besloot D66 deel te nemen aan het kabinet-Balkenende II, met de VVD en het CDA. Dit terwijl D66 deelname aan een coalitie met CDA en VVD uitdrukkelijk had uitgesloten. Nadat de onderhandelingen tussen Wouter Bos en Jan Peter Balkenende mislukt waren maakte D66 echter een coalitie met CDA en VVD mogelijk en voorkwam aldus dat de LPF opnieuw, of de ChristenUnie en de SGP voor het eerst in de regering zouden komen. Van het typische D66 speerpunt bestuurlijke vernieuwing kwam weinig terecht, waarop verantwoordelijk minister De Graaf uit het kabinet stapte. Hij werd tussentijds opgevolgd door Alexander Pechtold, tot dan toe burgemeester van Wageningen.
Interne en kabinetscrisis in 2006
In 2006 ontstond een crisis binnen de partij, naar aanleiding van verliezen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Sommige leden, die ontevreden waren over de als rechts ervaren koers van Balkenende-II (vooral het immigratie- en integratiebeleid van minister Verdonk), pleitten voor opheffing van de partij; enkele leden maakten bekend zich af te zullen splitsen onder de naam deZES, wat mislukte. Op het drukbezochte D66-congres van 13 mei werd een motie om uit het kabinet te stappen evenwel door een meerderheid verworpen.[5] De aangekondigde motie om de partij op te heffen werd niet ingediend.
Niet lang daarna speelde de lijsttrekkersverkiezing. De belangrijkste kandidaten waren minister Alexander Pechtold en fractievoorzitter Lousewies van der Laan. In deze twee weken durende nek-aan-nekrace liepen de emoties hoog op en was het moddergooien niet van de lucht. Ook dit leverde D66 schade op. Alexander Pechtold kwam als winnaar uit de bus.
Op 29 juni 2006 veroorzaakte de partij een kabinetscrisis door een motie van afkeuring tegen Minister Verdonk te steunen en haar vertrek te eisen.[6] De motie werd verworpen doordat de LPF de coalitie wel steunde. In een vervolgdebat bleek dat het gehele kabinet (inclusief D66-ministers Laurens Jan Brinkhorst en Alexander Pechtold) van mening was dat aan de verworpen motie geen conclusies verbonden hoefden te worden. Daarop trok de D66-Kamerfractie de politieke steun voor het kabinet in en stapten de D66-ministers op. Vervolgens stelden de andere ministers hun portefeuille ter beschikking.
Op 6 oktober 2006 sprak de D66-oprichter Hans van Mierlo openlijk zijn twijfel uit over de toekomst van de partij. Volgens Van Mierlo had de partij haar geloofwaardigheid verloren door als coalitiepartner in Balkenende II geen breekpunt te maken van het beleid van VVD-minister Rita Verdonk. In het tv-programma EénVandaag zei hij dat de partij zich moest afvragen 'of het na veertig jaar genoeg is geweest'. Op het 40-jarige jubileumcongres, een dag later, noemde hij D66 echter nog steeds hard nodig.
Oppositie en herstel
Hoewel enkele weken voor de verkiezingen enkele peilingen nul zetels aangaven, wist D66 op 22 november 2006 toch met drie zetels in de Tweede Kamer terug te keren. Deze waren voor Alexander Pechtold, Boris van der Ham en Fatma Koser-Kaya (die met voorkeursstemmen boven Bert Bakker uitkwam). Ook tijdens de provinciale verkiezingen in maart 2007 kreeg de partij een forse klap en verdween in enkele provincies geheel uit de Staten. In de senaat wist D66 door een lijstverbinding nog wel met twee zetels terug te keren. Deze waren voor Gerard Schouw en Hans Engels (de laatste wist door voorkeursstemmen boven Boele Staal uit te komen). Hoewel de schade na de laatste nederlagen aanzienlijk was, besloot de partij door te gaan.
In 2007 maakte een commissie onder leiding van Louise Groenman het rapport "Verloren vertrouwen en de weg naar herstel", een grondige analyse van twaalf jaar verkiezingsnederlagen. Het rapport "Klaar voor de klim" was een plan van aanpak om D66 organisatorisch weer op de rails te krijgen, door onder andere het instellen van een permanente programmacommissie en een opleidingstraject voor nieuwe vertegenwoordigers. In mei 2007 werd Ingrid van Engelshoven als nieuwe voorzitter gekozen om de voorstellen te implementeren.
In de oppositie trachtte D66 zich vanaf 2007 te laten zien als alternatief van het kabinet-Balkenende IV. D66 verweet het kabinet besluiteloosheid op tal van belangrijke thema's. Bovendien beschouwde D66 het gevoerde beleid als betuttelend en bemoeizuchtig. Daarnaast ageerde D66 ook veelvuldig tegen de politiek van Geert Wilders en zijn PVV.
In peilingen was in 2007 een licht herstel te zien en ook boekte de partij over dat jaar weer een lichte ledenwinst, een trend die zich steviger doorzette in 2008. In het voorjaar van 2008 won D66 ook in de peilingen weer aan populariteit. De laatste peilingen van dat jaar lieten 11 zetels (Synovate)[7] en 16 zetels (Maurice de Hond)[8] zien. In week 39 van het jaar 2009, de week na Prinsjesdag, waren dit voor Synovate en Peil zelfs respectievelijk 18 en 24 zetels.[9][10]
De eerste fysieke tekens van het herstel waren er in de Europese parlementsverkiezingen 2009. De partij, met Europarlementariër Sophie in 't Veld als lijsttrekker, koos een enigszins polariserende campagne voor een positieve benadering van Europa en manifesteerde zich als groot voorstander voor een intensievere samenwerking. "Europa? Ja!" luidde de slogan. D66 behaalde uiteindelijk 3 zetels en wist zo voor het eerst in 15 jaar weer winst te behalen in de verkiezingen. In enkele grote steden, waaronder Amsterdam, Utrecht, Delft, Leiden en Arnhem haalde de partij zelfs de meeste stemmen. De nummers twee en drie van de kieslijst waren Gerben-Jan Gerbrandy en Marietje Schaake.
Op 18 januari 2010 lieten cijfers van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen zien dat de partij met maar liefst 18.507 leden in 2009 de meeste leden in haar bestaan heeft. Ook bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 zet de wederopstandig van D66 door. Er werden meer dan 500 raadszetels gewonnen. In vele gemeenten waaruit D66 was verdwenen, keerde de partij terug in de raad. In enkele gemeenten, zoals Wageningen (beste uitslag landelijk), Haarlem, Delft en Leiden is D66 de grootste partij geworden.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2010 won D66 zeven zetels ten opzichte van 2006, waarmee de partij momenteel 10 zetels heeft. D66 onderhandelde vervolgens met de VVD, de PvdA en GroenLinks over een 'Paars-Plus-kabinet', maar deze onderhandelingen liepen op niets uit. De VVD ging onderhandelen met het CDA en de PVV, met als gevolg een kabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV. D66 zit nu dus wederom in de oppositie.
Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen 2011 behaalde D66 opnieuw een goed resultaat. In totaal werden er 42 zetels behaald, een winst van 33 ten opzichte van 2007. D66 zit nu weer in 5 provincies in het provinciebestuur. Tijdens de Eerste Kamerverkiezingen 2011 werd duidelijk dat D66 in de nieuwe Eerste Kamer 5 zetels krijgt.
Op 26 april 2012 bereikte D66 samen met de fracties van VVD, CDA, GroenLinks en ChristenUnie een akkoord over miljardenbezuinigingen.
Standpunten
Ideologie en reden van bestaan
De bestaansgrond is binnen D66 van meet af aan een discussiepunt geweest. Volgens het eerste partijcongres moest D66 streven naar een radicale democratisering van de Nederlandse samenleving in het algemeen en van het Nederlandse politieke bestel in het bijzonder. De nadruk heeft lange tijd gelegen op de laatste component, de staatsrechtelijke vernieuwing. Speerpunten daarbij zijn het referendum, afschaffing van de Eerste Kamer, directe verkiezingen van de minister-president en burgemeesters, en de invoering van een gematigd districtenstelsel. Mede-oprichter Van Mierlo was dan ook een exponent van het democratisch radicalisme, een stroming die in de negentiende eeuw was vermalen tussen socialisme en liberalisme. Hij had weinig op met bespiegelingen omtrent de visie en maatschappijbeschouwing van D66. Ideologieën hadden immers afgedaan en D66 was vooral een pragmatische partij. Na de periode Terlouw, die de partij als 'redelijk alternatief' wel meer in een eigen traditie trachtte te plaatsen met aandacht voor milieu, sociale vraagstukken en technologie, kwam Van Mierlo midden jaren tachtig terug met zijn rede 'Een reden van bestaan'. De primaire bestaansgrond lag volgens deze rede nog steeds in de politieke vernieuwing.
Aan het eind van de twintigste eeuw kwamen de kaarten wat anders te liggen. Nadat het anti-dogmatische van de partij een heel eigen dogma leek te zijn geworden, wist de groep Opschudding in 1998 dit dogma te doorbreken en slaagde ze er als eerste in de partij een ondertitel mee te geven. D66 heet vanaf dan sociaal-liberaal. Opschudding verwoordde het zo: "D66 bestaat als sociaal-liberale partij om een duurzame, democratische en open samenleving op te bouwen, waarin de mens zich ontplooit in solidariteit met anderen.". Hiermee plaatste de partij zich in de vrijzinnige internationale politieke hoofdstroom van het progressief liberalisme en in de politieke filosofie van het ontplooiingsliberalisme. Dit legde de partij vast in haar statuten en in de "Uitgangspunten van D66".
Met deze inbedding in het progressief liberalisme had D66 een tweede reden van bestaan. Deze tweede reden verving de eerste echter niet, de eerste ging er in wezen in op. Het ontplooiingsliberalisme stelde de vrije maar verantwoordelijke mens centraal. En het wil de mens, in gelijkwaardigheid tot elkaar, invloed geven om zelf invulling te geven aan het leven en de maatschappij. Voor dat laatste is openheid en democratie noodzakelijk en daardoor wordt de oorspronkelijke bestaansgrond ook door de tweede geïmpliceerd.
Met deze oriëntatie op het progressief liberalisme zou D66 als een herleving van de Vrijzinnig Democratische Bond kunnen worden beschouwd. De VDB ontstond in 1901 door een afsplitsing van de Liberale Unie en ging in 1946 in het kader van de zogeheten 'doorbraak' op in de PvdA.
In de Tweede Kamer is D66 de kleinste van de twee liberale partijen: de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is met 31 zetels de grootste van de twee en van de hele Kamer. Ter onderscheiding wordt D66 wel eens ingedeeld als progressief-liberaal en de VVD als conservatief-liberaal.
'Kroonjuwelen'
Wat betreft het nagestreefde beleid van de Democraten is door de jaren heen gesproken over de 'kroonjuwelen' van de partij, punten die D66 zeer graag gerealiseerd zou zien. Hans van Mierlo liet echter eens blijken weinig enthousiast te zijn over de gebruikte term. De 'kroonjuwelen' zijn er nog wel, maar leiden een slapend bestaan. Ze worden onderhouden; volgens D66 heeft het geen zin er iedere keer weer mee te komen, omdat het mensen te lang heeft geduurd, maar blijft het een actueel onderwerp, aldus een lid van het eerste uur.[11] De 'kroonjuwelen' zijn:
- gekozen burgemeester
- gekozen premier
- districtenstelsel
- dualisme
- referendum
Europa en internationaal
D66 manifesteert zich als de meest Europese partij van Nederland, zo pleit de partij voor een federaal Europa in het pamflet 'De Verenigde Staten van Europa'.
In Europees verband wordt sinds 1984 net als de VVD het Europees verkiezingsprogramma gevolgd van de Partij van Europese Liberalen en Democraten (en Radicalen) (ELDR) en samengewerkt in één liberaal-democratische fractie in het Europees Parlement als D66-delegatie en VVD-delegatie. De fractie van Europees Liberalen en Democraten is vanaf 2004 omgedoopt in Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE). Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009 was er een lijstverbinding tussen D66 en VVD, wat resulteerde in 3 Parlementszetels voor de D66-delegatie (was 1) en 3 EP-zetels voor de VVD-delegatie (was 4). Sinds deze verkiezingen is ALDE, waarvan ook de Belgische partijen Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD)/Vivant en de Mouvement Réformateur (MR) lid zijn, de derde fractie in het Europees Parlement, met 83 van de 736 zetels.
D66 is voorts lid van de Liberale Internationale (LI) en is mede-oprichter van het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie, een organisatie van zeven Nederlandse politieke partijen die democratiseringswerk steunt in 17 landen.
Volksvertegenwoordigers en bestuurders
Tweede Kamer
Zie ook: Alle (voormalige) Tweede Kamerleden voor D66. |
De Tweede Kamerfractie van de D66 bestaat sinds de verkiezingen van 2010 uit tien personen:
- Alexander Pechtold (fractievoorzitter)
- Fatma Koşer Kaya
- Boris van der Ham
- Magda Berndsen
- Gerard Schouw
- Wouter Koolmees
- Kees Verhoeven
- Pia Dijkstra
- Wassila Hachchi
- Stientje van Veldhoven
Eerste Kamer
Zie ook: Alle (voormalige) Eerste Kamerleden voor D66. |
De Eerste Kamerfractie van D66 bestaat sinds de verkiezingen van 2011 uit vijf personen:[4]
Europees Parlement
Zie ook: Alle (voormalige) Europees Parlementsleden voor D66. |
De delegatie van D66 in het Europees Parlement maakt net als de VVD deel uit van de fractie van Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa. D66 heeft sinds de verkiezingen van 2009 drie leden in het Europees Parlement - twee meer dan bij de Europese Parlementsverkiezingen van 2004 werden behaald:
- Sophie in 't Veld - voorzitter D66-delegatie
- Gerben-Jan Gerbrandy
- Marietje Schaake
Provinciaal niveau
D66 levert in geen enkele provincie een commissaris van de Koningin, maar is wel vertegenwoordigd in enkele Gedeputeerde Staten. Bij de Provinciale Statenverkiezingen 2011 behaalde D66 42 zetels en de volgende verkiezingsresultaten:
Provincie | Stemmen (%) | Zetels |
---|---|---|
Utrecht | 17,3% | 5 |
Noord-Holland | 11,3% | 6 |
Zuid-Holland | 8,7% | 5 |
Groningen | 7,8% | 3 |
Gelderland | 7,8% | 4 |
Limburg | 5,2% | 2 |
Noord-Brabant | 8,0% | 5 |
Flevoland | 6,5% | 3 |
Drenthe | 5,2% | 2 |
Overijssel | 5,9% | 3 |
Friesland | 4,7% | 2 |
Zeeland | 4,3% | 2 |
Gemeentelijk niveau
Ongeveer 25 burgemeesters in Nederland zijn van D66-huize. Voorbeelden zijn Onno van Veldhuizen (Hoorn), Arnold Gerritsen (Zutphen), Jos Heijmans (Weert), Francine Giskes (Texel) en Franc Weerwind (Velsen), de eerste Nederlandse burgemeester van Surinaamse afkomst.
Sinds de raadsverkiezingen van 2006 had de partij daarnaast ongeveer 30 wethouders, 144 gemeenteraads- en 16 deelgemeenteraadsleden (14 in Amsterdam, 2 in Rotterdam). De gemeenteraadsverkiezingen van 2010 hebben de partij doen groeien en op een totaal van 534 raadszetels gebracht. De partij doet in sommige gemeente mee als onderdeel van een progressief samenwerkingsverband.
Waterschappen
De waterschapsverkiezingen in november 2008 vinden voor het eerst plaats met behulp van een lijstenstelsel in plaats van het personenstelsel dat voorheen gehanteerd werd. D66 neemt niet deel aan de waterschapsverkiezing, maar ondersteunt in alle waterschappen de groenblauwe groepering Water Natuurlijk, omdat zelfstandige deelname vanwege de kiesdrempel van 5% geen reële kans op een zetel zou creëren.[12]
Bijzondere functies
Leden in de Raad van State
Leden van de SER
- Alexander Rinnooy Kan (Kroonlid, Voorzitter)
- Boele Staal (Werkgeverslid, namens VNO/NCW)
Voorname bewindslieden
Zie lijst van bewindslieden voor D66 voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
D66 heeft aan zes kabinetten deelgenomen. De volgende personen zijn vice-premier geweest:
- Hans van Mierlo, partijleider tussen 1966 en 1972 en tussen 1986 en 1998. Minister van Defensie in de periode 1981-1982 en vice-premier/minister van Buitenlandse Zaken 1994-1998.
- Jan Terlouw, partijleider tussen 1972 en 1982. Vice-premier/minister van Economische Zaken in de periode 1981-1982.
- Els Borst, partijleider tussen 1998 en 2002. Minister van Volksgezondheid tussen 1994 en 2002 en sinds 1998 vice-premier.
- Thom de Graaf, partijleider tussen 2002 en 2005. Vice-premier/minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties in de periode 2003-2005.
- Laurens-Jan Brinkhorst, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken tussen 1973-1977, minister van Landbouw tussen 1998 en 2002, minister van Economische Zaken tussen 2003-2006, waarvan het laatste jaar als vice-premier
Aanhang
| |
Electoraat
Hoewel de aanhang van politieke partijen niet meer vaststaat en verkiezingsuitslagen behoorlijk kunnen schommelen, is D66 globaal genomen een uitgesproken Randstadpartij, die verder haar stemmen hoofdzakelijk in en rond universiteitssteden behaalt. De gemeente waar D66 bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 procentueel de meeste stemmen haalde was Wageningen (14,7%) in de provincie Gelderland, woonplaats van Alexander Pechtold. Eén van de weinige echte bolwerken van de partij is het Noord-Limburgse Gennep, zij het alleen voor de gemeenteraads- en Provinciale Statenverkiezingen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 kwam D66 als een van de grootste partijen uit de bus in onder andere Delft, Deventer, Haarlem, Hilversum, Leiden, Utrecht, Wageningen en Zeist
Ledenverloop
Jaar | Ledenaantal | Jaar | Ledenaantal | Jaar | Ledenaantal | Jaar | Ledenaantal | Jaar | Ledenaantal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1966 | 1.500 | 1977 | 4.410 | 1988 | 8.543 | 1999 | 12.027 | 2010 | 18.507[14] |
1967 | 3.700 | 1978 | 8.424 | 1989 | --- | 2000 | 11.878 | 2011 | 21.599 |
1968 | 3.850 | 1979 | 11.677 | 1990 | 9.829 | 2001 | 11.188 | 2012 | 21.985 |
1969 | 5.075 | 1980 | 14.638 | 1991 | 11.325 | 2002 | 12.188 | ||
1970 | 6.400 | 1981 | 17.765 | 1992 | 13.000 | 2003 | 12.711 | ||
1971 | 5.620 | 1982 | 14.500 | 1993 | 14.500 | 2004 | 13.507 | ||
1972 | 6.000 | 1983 | 12.000 | 1994 | 15.000 | 2005 | 12.827 | ||
1973 | 6.000 | 1984 | 8.774 | 1995 | 15.000 | 2006 | 11.065 | ||
1974 | 300 | 1985 | 8.000 | 1996 | 13.230 | 2007 | 10.299 | ||
1975 | 667 | 1986 | 8.300 | 1997 | 13.747 | 2008 | 10.357 | ||
1976 | 2.000 | 1987 | 8.700 | 1998 | 13.391 | 2009 | 12.432 |
Bron: D66 - ledentallen (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen)
Op 29 mei 2009 verwelkomt D66 haar 15.000e lid.[15] Hiermee is een groei gemaakt van 20% ten opzichte vanaf januari 2009. In januari 2010 werd het ledenaantal 18.507 bereikt, wat voor de partij het recordaantal is.[14]
Organisatie
Interne organisatie
Het wetenschappelijk bureau van D66 heet de Hans van Mierlo Stichting.[16] Het is de opvolger van de Stichting Wetenschappelijk Bureau D'66, dat werd opgericht in 1972. Het centrum veranderde in 2003 van naam naar Kenniscentrum D66 en opereert sinds april 2011 onder de huidige naam. Het bestuur van het wetenschappelijk bureau bestaat uit Joris Backer (voorzitter), Menno Witteveen (penningmeester) en Gerard Bos (algemeen lid).
De jongerenorganisatie van D66 heet Jonge Democraten en draagt als ondertitel 'Vrijzinnig-democratische jongerenorganisatie'. Diverse leden van deze organisatie zijn later binnen D66 politiek actief geworden, waaronder Boris van der Ham, Stefanie van Vliet en Jan Paternotte.
Externe relaties
D66 maakt deel uit van een wereldwijde familie van sociaal-liberale partijen. Voorbeelden zijn de Britse Liberal Democrats, de Canadese Liberale Partij, de Deense Sociaal Liberalen, de Noorse Liberale Partij, de Zweedse Liberale Volkspartij, het Vlaamse SLP, de Franse Linkse Radicalen, de Italiaanse Radicalen en de Poolse Democraten.
Bekende leden
- Ruud Hendriks, ondernemer, onder andere directeur RTL Nederland, presentator bij Veronica en AVRO, voorheen betrokken bij televisiezender Het Gesprek
- Tom Kok, voormalig partijvoorzitter (1996-1999), oud-voorzitter AVRO
- Alexander Rinnooy Kan, voorzitter Sociaal-Economische Raad, wiskundige en topfunctionaris (o.a. oud-voorzitter werkgeversorganisatie VNO(NCW))
- Rob de Wijk, geschiedkundige en deskundige internationale betrekkingen en veiligheid
- Paul Schnabel, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau
- Wouke van Scherrenburg, Parlementair journaliste
- Alexander Ribbink, oud bestuurder TomTom
- Pia Dijkstra, voormalig presentatrice NOS Journaal
- Vera Bergkamp, voorzitter COC
- Lennart van der Meulen, Directeur VPRO
- Petra Stienen, Arabiste en commentator
- Wiebe Draijer, Toekomstig voorzitter Sociaal-Economische Raad,
Ereleden
- Jan Terlouw
- Els Borst (10 februari 2003)
- Thom de Graaf (21 mei 2005)
- Laurens Jan Brinkhorst (7 oktober 2006)
- Erwin Nypels (6 november 2010)
- Maarten Engwirda (21 april 2012)
Voormalig ereleden
Literatuur
- Menno Sierk van der Land, Tussen ideaal en illusie. De geschiedenis van D66 1966 - 2003, druk 2003, 512 p., Sdu - Den Haag, ISBN 90-12-09573-5
- Joris Backer, Tussen droom en daad: D'66 en de politieke crisis: meningen, druk 1983, 163 p., In den Toren - Baarn, ISBN 90-6074-596-5
Zie ook
- Liberalisme in Nederland
- Lijst van partijleiders van D66
- Kandidatenlijst voor de Europese Parlementsverkiezingen 2009
- Kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen 2010
Externe links
www.d66.nl Officiële website van de D66
Bronnen, noten en/of referenties
|
Democraten 66 |
---|
Volksvertegenwoordigers en bestuurders: Eerste Kamerleden · Tweede Kamerleden · Europees Parlementsleden · Bewindslieden |
Nederlandse liberale partijen |
---|
Liberale Unie (1885-1921) · Radicale Bond (1892-1901) · Vrije Liberalen (1894-1906) · Vrijzinnig Democratische Bond (1901-1946) · Bond van Vrije Liberalen (1906-1921) · Economische Bond (1917-1921) · Vrijheidsbond/Liberale Staatspartij (1921-1946) · Liberale Partij (1922-1925) · Partij van de Vrijheid (1946-1948) |
Tweede Kamer: | Christen Democratisch Appèl (41) · Partij van de Arbeid (33) · Socialistische Partij (25) · Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (21) · Partij voor de Vrijheid (9) · GroenLinks (7) · ChristenUnie (6) · Democraten 66 (3) · Partij voor de Dieren (2) · Staatkundig Gereformeerde Partij (2) · Lid Verdonk (1) |
Eerste Kamer: | Christen Democratisch Appèl (21) · Partij van de Arbeid (14) · Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (14) · Socialistische Partij (11) · GroenLinks (4) · ChristenUnie (4) · Staatkundig Gereformeerde Partij (2) · Democraten 66 (2) · Partij voor de Dieren (1) · Onafhankelijke Senaatsfractie (1) · Fractie Yildirim (1) |
Europees Parlement: | Christen Democratisch Appèl (5) · Partij voor de Vrijheid (4) · Partij van de Arbeid (3) · Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (3) · Democraten 66 (3) · GroenLinks (3) · Socialistische Partij (2) · ChristenUnie-Staatkundig Gereformeerde Partij (2) |
Deelnemers: Partij van de Arbeid · Democraten '66 · Politieke Partij Radicalen · Pacifistisch Socialistische Partij
Samenwerking: Schaduwkabinet-Den Uyl · Kabinet-Den Uyl · Keerpunt '72 · Progressieve Volkspartij