Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Annihilationisme

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 1 mrt 2012 om 10:04 (Als BASISVERSIE genomen: http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Annihilationisme&oldid=27072368 zonder pro en contra-bijbelverzen en interwiki's)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het annihilationisme is een christelijke leer of een dogma dat zondaren na hun dood vernietigd worden, en niet eeuwig zullen lijden in de hel of de poel van vuur. Deze zienswijze wordt door een minderheid van de christenen aangehangen. De gedachte erachter is dat het eeuwige leven voorwaardelijk is, en alleen bestemd is voor diegene die het ontvangen. God zal alle zondaren vernietigen waardoor alleen de rechtvaardigen eeuwig leven zullen ontvangen.

Sommige annihilationisten geloven dat zondaren eerst gestraft worden in de hel en daarna vernietigd worden. Andere geloven dat de hel een valse leer is, met een heidense oorsprong. Denominaties die het annihilationisme aanhangen zijn de Zevendedagsadventisten, de Jehova's getuigen en de Broeders in Christus (Christadelphians). Ook verschillende protestantse en anglicaanse schrijvers hangen de doctrine aan.

Historische ontwikkeling

De grote meerderheid van de christelijke theologen heeft tot zeker het einde van de middeleeuwen vastgehouden aan de doctrine van een letterlijke hel. Verwijzingen naar een voorwaardelijk eeuwig leven zijn te vinden bij Justinus de Martelaar (rond het jaar 165). Rond het jaar 330 draagt Arnobius expliciet het concept van het annihilationisme uit. Ook in preken van John Wesley zijn sporen van het idee van het annihilationisme terug te vinden.

Halverwege de 19e eeuw won de doctrine van het annihilationisme aan invloed binnen de kerken en groepen die voortkomen uit de beweging rond William Miller. Het gaat dan onder andere om de zevendedagsadventisten, de broeders in Christus en Jehova’s getuigen. In 1965 schreef de zevendedagsadventist en historicus Le Roy Froom een boek dat een belangrijke invloed zou uitoefenen, namelijk The Conditionalist Faith of our Fathers.

Sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw heeft het annihilationisme binnen de protestantse theologie aan gezag gewonnen. In de laatste jaren voor zijn dood droeg William Branham, een invloedrijke Bijbelleraar, de leer van het annihiliationisme uit. Basil Atkinson, John Wenham en andere geleerden aan de Universiteit van Cambridge vervulden een belangrijke rol in het meer gezag geven van deze leerstelling. Ook C.S. Lewis hekelde het traditionele idee van de martelingen in de hel. Verschillende invloedrijke evangelicale theologen, waaronder John Stott, wezen ook de klassieke helleleer af. Een reden waarom sommige auteurs de doctrine van een eeuwige pijniging in de hel afwijzen, is omdat zij deze niet verenigbaar vinden met het idee van Gods alomvattende liefde.

Standpunt

De aanhangers van de doctrine verwijzen vaak in het Nieuwe Testament naar Matteüs 10:28. Daar spreekt Jezus erover dat God zowel "ziel én lichaam" kan laten omkomen. Een bekende tekst in het Oude Testament is Ezechiël 18:4 (SV) waar staat dat God "de ziel die zondigt zal laten sterven".

Hun visie op het leven na de dood is gebaseerd op teksten als Johannes 11:11 (NBV) waar staat: "‘Onze vriend Lazarus is ingeslapen, ik ga hem wakker maken.’", en 1 Tessalonicenzen 4:15 (NBV): "Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan." Volgens deze visie is de mens (of zelfs de menselijke ziel) sterfelijk en heeft, wanneer iemand gestorven is, de ziel geen besef van tijd. In zekere zin "slaapt" de ziel dus, tot zij bij de wederkomst van Christus zal ontwaken. Volgens sommige geleerden hadden de oude Hebreeën geen concept van de eeuwige ziel of van inherente onsterfelijkheid. Voor hen zou de mens na overlijden naar de sjeool gaan, de woonplaats van de doden, een zwart eind, verwant aan het Griekse idee van de hades.

Teksten ten faveure van het annihilationisme

Teksten die gebruikt worden om de doctrine van het annihilationisme te verdedigen:

  • Genesis 3:19 - "…stof ben je, tot stof keer je terug."
  • Psalm 146:4 - "…Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde, op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder."
  • Ezechiël 18:20 - "De ziel, die zondigt, die zal sterven;…."
  • Prediker 9:5 - "Wie nog in leven zijn, weten tenminste dat ze moeten sterven, maar de doden weten niets."
  • Jeremia 19:5 / Jeremia 32:5 - In deze teksten wordt gesproken over de Gehenna. Het woord hel wordt soms als een vertaling van Gehenna gebruikt. In deze teksten wordt er over gesproken dat God dit nooit heeft gewild (tegelijkertijd zou daar tegenin gebracht kunnen worden dat hij verwijst naar het brengen van kinderoffers, en niet zozeer naar het concept hel)
  • Matteüs 10:28 - "Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna."
  • Lucas 13:1-3 - "…als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen."
  • Lucas 13:40 - "…Zoals het onkruid bijeengebonden wordt en in het vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld."
  • Johannes 3:16 - "Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." de grondtekst voor verloren geeft vernietiging aan.
  • Romeinen 6:23 - "Het loon van de zonde is de dood…"
  • 1 Korintiërs 15:12-49 - "Alleen diegenen die in Jezus geloven zullen het eeuwige leven krijgen. De rest zal wederkeren tot stof."
  • 2 Tessalonicenzen 1:9 - "…zullen tot straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte…"
  • 2 Petrus 3:7 - "…en worden voor het vuur bewaard tot de dag van oordeel en het verderf van de goddeloze mensen"
  • Openbaring 21:8 - "…hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood."

Teksten ter verwerping van het annihilationisme

Teksten die gebruikt worden om het annihilationisme af te wijzen:

  • Matteüs 8:12 - "…maar de erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar zullen zij jammeren en knarsetanden." (Zie ook 22:13)
Als er sprake is van jammeren en knarsetanden, dan is er sprake van een bestaan.
Sommige annihilationisten antwoorden dat mensen wel pijn zullen lijden bij de vernietiging, maar niet eeuwigdurend.
Anderen wijzen erop dat in beide gevallen een vergelijking is met een bruiloftsfeest waar men 's nachts wordt buitengegooid.
  • Matteüs 10:15 - "Ik verzeker jullie: de dag van het oordeel zal voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn dan voor die stad." (Zie ook 11:24)
Hoe kan er een verschil zijn in de zwaarte van de straf als er geen bestaan meer zou zijn?
Sommige annihilationisten geloven dat er wel verschil is in de lengte van de pijniging, en dus verschil in de zwaarte van de straf.)
Anderen vinden dat Jezus hier een hyperbool gebruikte.
  • Marcus 12:38-40 - "…Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!"
Zelfde redenatie als bij Matteüs 10:15.
Hoe kan iemand pijn ervaren als er geen bestaan meer zou zijn.
Sommige annihilationisten antwoorden hierop dat deze vergelijking duidelijk niet letterlijk te nemen is: zou Abraham zich zo dicht bij een letterlijke hel bevinden, dat hij het geweeklaag ervan hoort?
  • Openbaring 20:15 - "Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid."
Johannes schrijft dat wiens naam niet in het boek des levens staat in het vuur geworpen zal worden. Dit zijn diegenen die voor God hebben gestaan en zijn veroordeeld (20:12-13). Johannes schreef al over de Poel van Vuur in 19:20 dat Satan, het beest en de valse profeten hier worden ingeworpen. Hij schrijft: "Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid" (Openbaring 20:10). De term tot in eeuwigheid gebruikt hij vaker in Openbaring (1:18, 4:9-10, 5:13, 17:12, 10:6, 11:15, 14:11, 15:7, 19:3, 22:5).
Sommige annihilationisten antwoorden hierop dat in Jesaja 34:10 gezegd wordt dat "voor eeuwig rook opstijgt" van het land, maar dat er in vers 11 wel degelijk sprake is van dieren die er wonen. Dit zou niet kunnen als "eeuwig" letterlijk te nemen is.
Andere annihilationisten houden het eenvoudiger en verwijzen naar Openbaring 21:8, waar uitgelegd wordt dat deze vuurpoel de tweede dood betekent, en dat het woord voor "pijnigen" ook betekent "gevangen houden", m.a.w. hier komt men nooit meer uit.