Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Verenigd Koninkrijk op het Eurovisiesongfestival
| |||||||||||||||||||||||||||
Het Verenigd Koninkrijk doet al sinds 1957 mee aan het Eurovisiesongfestival. Het land heeft tot nu toe 54 keer aan het liedjesfestijn deelgenomen. Alleen Duitsland deed vaker mee, 55 maal. Het Verenigd Koninkrijk is, als een van de vijf grootste financiers van het songfestival, altijd verzekerd van deelname aan de grote finale.
Het Verenigd Koninkrijk kan beschouwd worden als het meest succesvolle land aller tijden op het Eurovisiesongfestival. Maar liefst 42 keer eindigden de Britten bij de beste tien, een record dat geen enkel ander land tot nu toe geëvenaard heeft. Gewonnen heeft het Verenigd Koninkrijk echter minder dan doet vermoeden: 'slechts' vijfmaal. Qua aantal zeges staan de Britten hiermee op de tweede plaats, samen met Frankrijk en Luxemburg, die ook vijf keer wonnen. Ierland is recordhouder met zeven overwinningen. Maar liefst vijftien maal werd het Verenigd Koninkrijk tweede.
De geschiedenis 1957-2011
In 1956 werd in Zwitserland het eerste Eurovisiesongfestival georganiseerd, maar het Verenigd Koninkrijk was hier niet bij. Het land had zich (net als overigens Denemarken en Oostenrijk) te laat ingeschreven bij de EBU en kon zodoende niet deelnemen. Desondanks zonden de Britten het songfestival wel gewoon uit.
Bij het tweede festival, in 1957 gehouden in Frankfurt am Main, waren de Britten wel van de partij. De allereerste inzending van het land werd het lied All, gezongen door Patricia Bredin. Met één minuut en vijftig seconden is dit één van de kortste liedjes uit de songfestivalgeschiedenis. De Britten rekenden aanvankelijk op een overwinning, maar Bredin eindigde van de tien deelnemers slechts als zevende, een teleurstellend resultaat dat in het Verenigd Koninkrijk tot grote ontevredenheid leidde. Het land besloot hierdoor in 1958 zelfs van deelname af te zien. Het zou het laatste songfestival worden zonder het Verenigd Koninkrijk.
In 1959 was het Verenigd Koninkrijk terug van weggeweest en begon er een glorieperiode voor het land. De Britse inzendingen kregen ieder jaar veel punten en eindigden stuk voor stuk hoog op de ranglijst. Maar liefst vijfmaal werd er een tweede plek behaald, en tweemaal een vierde. Een zege bleef destijds opvallend genoeg uit. In 1967 kwamen de Britten echter op de proppen met Sandie Shaw, een in die tijd zeer populaire zangeres die in veel landen al bekend was vanwege haar hit Always something there to remind me. Op het songfestival trad ze aan met het liedje Puppet on a string en sleepte zij de eerste Britse overwinning op het songfestival binnen.
In 1968 werd het Verenigd Koninkrijk opnieuw door een grote ster vertegenwoordigd. Ditmaal was het Cliff Richard, die met het liedje Congratulations vooraf door iedereen als favoriet werd gezien. Iedereen verwachtte een nieuwe Britse overwinning, maar Richard verloor tijdens de puntentelling op het laatste moment van de Spaanse zangeres Massiel. Hoewel het verschil slechts één punt bedroeg, was de ontgoocheling in het Britse kamp groot. Veertig jaar later, in 2008, werd bekend dat er omkoping in het spel was. De Spaanse dictator Franco beïnvloedde de verschillende Europese omroepen destijds zodanig, dat de vakjury's gehoor gaven aan zijn oproep om op het Spaanse liedje te stemmen. Franco wilde met een songfestivaloverwinning het aanzien van zijn land en zijn regime verbeteren.
Na dit teleurstellend verlopen songfestival kwamen de Britten in 1969 sterk terug met Lulu, net als Sandie Shaw en Cliff Richard een artiest die ook buiten het Verenigd Koninkrijk bekendheid genoot. Met Boom bang-a-bang zorgde zij voor een nieuwe Britse overwinning. Deze zege moest echter wel gedeeld worden met Spanje, Nederland en Frankrijk, die evenveel punten hadden behaald.
Tijdens de eerste helft van de jaren zeventig bleef het Verenigd Koninkrijk ieder jaar met zeer sterke inzendingen komen. Het land werd vrijwel ieder jaar vertegenwoordigd door internationaal bekende artiesten, zoals Mary Hopkin, Olivia Newton-John, nogmaals Cliff Richard en The Shadows. Allen waren zij vooraf favoriet, maar opvallend genoeg wist geen van hen het songfestival te winnen. Wel eindigden ze allemaal bij de beste vier. In 1976 was het wel weer raak. Dat jaar boekte de groep Brotherhood of Man op het songfestival een overtuigende en verdiende derde zege voor het Verenigd Koninkrijk. Met Save your kisses for me haalde het kwartet 164 punten. Anno 2011 is dit nummer nog steeds een grote songfestivalklassieker.
In 1977 zetten de Britten hun songfestivalsuccessen voort met een tweede plaats voor Lynsey De Paul en Mike Moran, maar het jaar erop leek de klad erin te komen; The bad old days van de band Co-Co kreeg in 1978 slechts 61 punten en eindigde roemloos op een elfde plaats. Het was voor het eerst dat een Britse inzending buiten de top 10 eindigde. Ook in de twee jaren die volgden konden de Britten, met een zevende en een derde plaats, geen potten breken.
Toen kwam 1981 en trad de uit twee jongens en twee meisjes bestaande groep Bucks Fizz voor het Verenigd Koninkrijk aan op het songfestival. Tijdens hun nummer Making your mind up baarden de jongens opzien door de rokken van de twee meisjes weg te trekken. Deze opvallende choreografie zorgde er samen met het swingende nummer voor dat de Britten voor de vierde maal het songfestival wonnen. Duitsland werd tweede met slechts vier puntjes verschil.
Hoewel het Verenigd Koninkrijk gedurende de hieropvolgende jaren niet meestreed om de overwinning, was het land toch succesvol met opeenvolgende top 10-noteringen. In 1987 ging het echter mis toen zanger Rikki met het nummer Only the light niet verder kwam dan de dertiende plaats, in die tijd voor het Verenigd Koninkrijk een ongewoon slecht resultaat.
De Britten kwamen in 1988 en 1989 echter sterk terug. Beide keren was het land zeer dichtbij een overwinning, maar tweemaal moest genoegen genomen worden met de tweede plaats. Go van Scott Fitzgerald werd in 1988 met één puntje verschil tweede, achter de voor Zwitserland zegevierende Céline Dion. In 1989 was het de band Live Report die met Why do I always get it wrong tweede werd achter de Joegoslavische groep Riva.
Dit kunstje werd herhaald in 1992 en 1993. Het Verenigd Koninkrijk strandde in deze jaren wederom tweemaal op de tweede plaats. Michael Ball was in 1992 favoriet met One step out of time en stond tijdens de puntentelling ook enige tijd aan de leiding, maar moest uiteindelijk toch buigen voor de Ierse zangeres Linda Martin. In 1993 was het Verenigd Koninkrijk opnieuw kansrijk met Sonia en haar lied Better the devil you know, maar ook hier was het Ierland dat er met de winst vandoor ging.
Nadat het Verenigd Koninkrijk enkele jaren in de middenmoot was blijven hangen (twee keer een tiende plaats, eenmaal een achtste), werd 1997 het jaar van een grootse comeback voor het land. De inzending van dat jaar, Love shine a light van Katrina & the Waves, zorgde met 227 punten voor de eerste Britse overwinning sinds 1981. Bovendien won het land met een voorsprong van zeventig punten op de nummer twee, Ierland. Zulke overweldigende cijfers waren nooit eerder voorgekomen en is tot op de dag van vandaag een record. Love shine a light was de vijfde en tot nu toe laatste zege voor het Verenigd Koninkrijk.
In 1998 deed het Verenigd Koninkrijk met zangeres Imaani wederom mee om de songfestivaloverwinning. Het lied Where are you had tijdens de puntentelling grote kansen op de zege, maar moest uiteindelijk genoegen nemen met een tweede plaats achter de excentrieke Israëlische transseksueel Dana International.
Vanaf 2000 is het met de Britse resultaten op het songfestival opvallend hard bergafwaarts gegaan. Waar tussen 1957 en 1999 veertig van de 42 inzendingen in de top 10 eindigden, strandden sinds de millenniumwisseling tien van de twaalf inzendingen buiten de top 10, waarvan zeven inzendingen zelfs op plaats 20 of lager. Deze omslag heeft vrijwel zeker te maken met de in 1999 heringevoerde vrije taalregel, waardoor ieder land tegenwoordig zelf mag bepalen in welke taal het meedoet. De meeste landen kiezen logischerwijs voor het Engels, waarmee het taalvoordeel dat de Britten jarenlang hadden, is weggevallen.
In 2003 bereikte het Verenigd Koninkrijk een absoluut dieptepunt door voor het eerst in de songfestivalgeschiedenis op de allerlaatste plaats te eindigen; het duo Jemini werd zesentwintigste. Bovendien kreeg het land geen enkel punt, en ook dat was een unicum. In het Verenigd Koninkrijk zelf vermoedde men dat dit te maken had met de in Europa impopulaire Irak-politiek van premier Tony Blair. Toch was deze afstraffing geen eenmalig incident, want ook in 2008 en 2010 strandde het Verenigd Koninkrijk op de laatste plaats. Slechts tweemaal hadden de Britten de laatste jaren nog succes; in 2002 sleepte Idols-deelneemster Jessica Garlick een gedeelde derde plaats in de wacht met Come back, en in 2009 werd Jade Ewen vijfde met het door Sir Andrew Lloyd Webber gecomponeerde en door Diane Warren geschreven My time. In 2011 eindigde de populaire boyband Blue net buiten de top 10, op de elfde plaats.
Het songfestival op Britse bodem
Het Eurovisiesongfestival heeft acht keer in het Verenigd Koninkrijk plaatsgevonden. Daarmee zijn de Britten recordhouder, want geen enkel ander land heeft het festival zo vaak georganiseerd. Ierland is als organisator van zeven songfestivals tweede.
Viermaal organiseerde het Verenigd Koninkrijk het songfestival vanwege de overwinningen in het jaar ervoor: Londen was gastplaats in 1968 en 1977, Harrogate in 1982 en Birmingham in 1998. De andere viermaal trad het land op als vervanger. Zo kwam het songfestival in 1960 voor het eerst naar het Verenigd Koninkrijk, omdat Nederland, dat als winnaar van 1959 aanvankelijk het festijn zou organiseren, de productiekosten te hoog vond. De klus werd overhandigd aan de Britten en het songfestival vond plaats in de Royal Festival Hall in Londen. In 1963 gebeurde iets soortgelijks; omdat de landen die in 1962 boven het Verenigd Koninkrijk waren geëindigd bedankten voor de organisatie, ging het songfestival nogmaals naar Londen. Dit keer werden de tv-studio's van de BBC het decor.
In 1972 vond het songfestival voor de eerste en tot nu toe enige keer plaats in Schotland. Het ministaatje Monaco had in 1971 het songfestival op zijn naam geschreven maar beschikte niet over de mogelijkheden om het festijn te organiseren. Omdat Frankrijk ook weigerde, kwam het festival weer naar het Verenigd Koninkrijk. De Usher Hall in Edinburgh werd aangewezen als gastplaats. In 1974 traden de Britten voor de laatste maal op als vervanger. Luxemburg had in 1972 gewonnen en won het jaar erop in eigen land weer, maar wilde het festival niet voor een tweede achtereenvolgende keer op zich nemen. Zodoende streek het songfestival neer aan de Britse kust, in Brighton.
Nationale voorronde
De nationale voorronde waarin de Britse inzending voor het Eurovisiesongfestival wordt gekozen, heeft door de jaren heen vele veranderingen ondergaan. Er zijn verschillende formules geweest:
- A Song for Europe (1957-1995)
- Great British Song Contest (1996-1999)
- A Song for Europe (2000-2003)
- Making your Mind up (2004-2007)
- Eurovision: Your Decision (2008)
- Eurovision: Your Country Needs You (2009-2010)
In de beginjaren werd de winnaar via regionale jury's aangeduid. Vanaf 1964 wees de BBC een artiest aan die vervolgens zes liedjes zong. Het publiek mocht via postkaart stemmen welk liedje naar het songfestival moest. Toen in 1975 nog maar weinig stemmen binnen kwamen via postkaart, werd besloten dit systeem te laten vallen.
Vanaf 1976 werden er ieder jaar twaalf liedjes voorgesteld, waarna de winnaar door twaalf regionale jury's gekozen werd. Vanwege afnemende interesse deden er vanaf 1981 echter steeds minder liedjes mee aan de finale. Na 1987 werden de regionale jury's vervolgens achterwege gelaten en mocht het publiek kiezen, maar in 1992 kwam het systeem dat tussen 1964 en 1975 gebruikt werd weer terug.
In 1996 werd de naam A song for Europe, zoals de nationale voorronde tot die tijd geheten had, veranderd in The Great Britain song contest. Ook werd er op de radio een halve finale geïntroduceerd. Hierin traden acht liedjes aan, waarvan er vier doorgingen naar de finale, die op televisie werd uitgezonden. Deze formule was echter ook geen lang leven beschoren, want in 2000 werden er alweer enkele wijzigingen toegepast en kreeg de voorronde zijn originele naam A song for Europe weer terug.
Van 2004 t/m 2007 werd de Britse songfestivalinzending gekozen in de show Making your mind up. Het deelnemeraantal nam in deze jaren verder af en in 2008 besloot men uiteindelijk wederom tot een andere opzet. Van de zes deelnemende artiesten, ingedeeld in drie verschillende categorieën, gingen er vier door naar de halve finale. Hierin vielen twee kandidaten af. De andere twee deelnemers namen het tegen elkaar op in de finale. In 2011 werd de Britse inzending voor het eerst helemaal intern gekozen.
Trivia
- Het Eurovisiesongfestival werd in het Verenigd Koninkrijk sinds 1980 becommentarieerd door Terry Wogan. Hij stopte in 2008 en werd opgevolgd door Graham Norton.
- Hoewel de Britse resultaten de laatste jaren zwaar tegenvallen, blijft het songfestival in het Verenigd Koninkrijk erg populair. De kijkcijfers zijn er procentueel hoger dan in andere Europese landen.
Britse deelnames
Jaar | Artiest | Liedje | Finale | Ptn | Taal |
---|---|---|---|---|---|
1957 | Patricia Bredin | All | 7 | 6 | Engels |
1959 | Pearl Carr & Teddy Johnson | Sing little birdie | 2 | 16 | Engels |
1960 | Bryan Johnson | Looking high, high, high | 2 | 25 | Engels |
1961 | The Allisons | Are you sure? | 2 | 24 | Engels |
1962 | Ronnie Carroll | Ring-a-ding girl | 4 | 10 | Engels |
1963 | Ronnie Carroll | Say wonderful things | 4 | 28 | Engels |
1964 | Matt Monro | I love the little things | 2 | 17 | Engels |
1965 | Kathy Kirby | I belong | 2 | 26 | Engels |
1966 | Kenneth McKellar | A man without love | 9 | 8 | Engels |
1967 | Sandie Shaw | Puppet on a string | 1 | 47 | Engels |
1968 | Cliff Richard | Congratulations | 2 | 28 | Engels |
1969 | Lulu | Boom bang-a-bang | 1 | 18 | Engels |
1970 | Mary Hopkin | Knock knock - who's there? | 2 | 26 | Engels |
1971 | Clodagh Rodgers | Jack in the box | 4 | 98 | Engels |
1972 | The New Seekers | Beg, steal or borrow | 2 | 114 | Engels |
1973 | Cliff Richard | Power to all our friends | 3 | 123 | Engels |
1974 | Olivia Newton John | Long live love | 4 | 14 | Engels |
1975 | The Shadows | Let me be the one | 2 | 138 | Engels |
1976 | Brotherhood of Man | Save your kisses for me | 1 | 164 | Engels |
1977 | Lynsey De Paul & Mike Moran | Rock bottom | 2 | 121 | Engels |
1978 | Co-Co | The bad old days | 11 | 61 | Engels |
1979 | Black Lace | Mary Ann | 7 | 73 | Engels |
1980 | Prima Donna | Love enough for two | 3 | 106 | Engels |
1981 | Bucks Fizz | Making your mind up | 1 | 136 | Engels |
1982 | Bardo | One step further | 7 | 76 | Engels |
1983 | Sweet Dreams | I'm never giving up | 6 | 69 | Engels |
1984 | Belle & The Devotions | Love games | 7 | 63 | Engels |
1985 | Vikki Watson | Love is | 4 | 100 | Engels |
1986 | Ryder | Runner in the night | 7 | 72 | Engels |
1987 | Rikki | Only the light | 13 | 47 | Engels |
1988 | Scott Fitzgerald | Go | 2 | 136 | Engels |
1989 | Live Report | Why do I always get it wrong? | 2 | 130 | Engels |
1990 | Emma | Give a little love back to the world | 6 | 87 | Engels |
1991 | Samantha Janus | A message to your heart | 10 | 47 | Engels |
1992 | Michael Ball | One step out of time | 2 | 139 | Engels |
1993 | Sonia | Better the devil you know | 2 | 164 | Engels |
1994 | Frances Ruffelle | We will be free (lonely symphony) | 10 | 63 | Engels |
1995 | Love City Groove | Love city groove | 10 | 76 | Engels |
1996 | Gina G | Ooh aah... Just a little bit | 8 | 77 | Engels |
1997 | Katrina & the Waves | Love shine a light | 1 | 227 | Engels |
1998 | Imaani | Where are you? | 2 | 166 | Engels |
1999 | Precious | Say it again | 6 | 100 | Engels |
2000 | Nicki French | Don't play that song again | 13 | 56 | Engels |
2001 | Lindsay Dracuss | No dream impossible | 20 | 14 | Engels |
2002 | Jessica Garlick | Come back | 3 | 111 | Engels |
2003 | Jemini | Cry baby | 26 | 0 | Engels |
2004 | James Fox | Hold on to our love | 16 | 54 | Engels |
2005 | Javine Hylton | Touch my fire | 22 | 18 | Engels |
2006 | Daz Sampson | Teenage life | 19 | 25 | Engels |
2007 | Scooch | Flying the flag (for you) | 22 | 19 | Engels |
2008 | Andy Abraham | Even if | 25 | 14 | Engels |
2009 | Jade Ewen | My time | 5 | 173 | Engels |
2010 | Josh Dubovie | That sounds good to me | 25 | 10 | Engels |
2011 | Blue | I can | 11 | 100 | Engels |
Verenigd Koninkrijk op het Eurovisiesongfestival |
---|
1957 · |
Landen in het Eurovisiesongfestival |
---|
|