Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Kabbala: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(variatie in formulering over "grote invloed"; verschuiving)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
De '''Kabbala''' of '''Kabbalah''' is een [[joodse mystiek]]e stroming. Het [[Hebreeuws]]e woord ''Kabbala'' ({{Heb|קבלה}} of <small>QBLH</small>) betekent ''overlevering'' of ''ontvangst''. In modern Hebreeuws betekent het woord ''ontvangst'' of ''ontvangstbewijs''.
De '''kabbala''' of '''kabbalah''' is een [[joodse mystiek]]e stroming. Het [[Hebreeuws]]e woord ''kabbala'' ({{Heb|קבלה}} of <small>QBLH</small>) betekent ''overlevering'' of ''ontvangst''. In modern Hebreeuws betekent dit woord ''ontvangst'' of ''ontvangstbewijs''.


„Kabbala” is een joodse [[esoterie|esoterische]] dogmatiek over God en het universum. Volgens de joodse zienswijze zou deze als openbaring aan uitverkoren heiligen uit een ver verleden zijn overgedragen. en die enkel door enkele bevoorrechte mensen zou worden overgeleverd.
„Kabbala” is een joodse [[esoterie|esoterische]] dogmatiek over God en het universum. Volgens de joodse zienswijze zou deze als openbaring aan uitverkoren heiligen uit een ver verleden zijn overgedragen. en die enkel door enkele bevoorrechte mensen zou worden overgeleverd.
Regel 22: Regel 22:
In de negende eeuw begint de kabbala zich als zelfstandige richting door te zetten. Dit was mogelijk onder de tolerante verhoudingen in het islamitische Spanje. De mystieke geschriften werden het object van systematische studie van de uitverkorenen, die de „''baale ha-kabbalah''” ({{Heb|בעלי הקבלה}}) genoemd werden, oftewel de „bezitters of meesters van de kabbala [overlevering]”. Later raakten studenten van de kabbala bekend onder de naam „''maskilim''” ({{Heb|משכילים}}) „de verlichten”).
In de negende eeuw begint de kabbala zich als zelfstandige richting door te zetten. Dit was mogelijk onder de tolerante verhoudingen in het islamitische Spanje. De mystieke geschriften werden het object van systematische studie van de uitverkorenen, die de „''baale ha-kabbalah''” ({{Heb|בעלי הקבלה}}) genoemd werden, oftewel de „bezitters of meesters van de kabbala [overlevering]”. Later raakten studenten van de kabbala bekend onder de naam „''maskilim''” ({{Heb|משכילים}}) „de verlichten”).


In 1176 wordt het boek Bahir uitgegeven en in 1290 de Zohar. De uitgebreide kabbalistische literatuur die in deze periode ontstaat, bestaat naast en vaak in tegenstelling tot de [[Talmoed]].
In 1176 werd het boek [[Bahir]] uitgegeven en in 1290 de [[Zohar]]. De uitgebreide kabbalistische literatuur die in deze periode ontstaat, bestaat naast en vaak in tegenstelling tot de [[Talmoed]].


===Oosteuropese periode===
===Oosteuropese periode===
Een volgende periode in de geschiedenis van de kabbala werd ingeluid door [[Isaäk Luria]] en zijn leerlingen in de 16e eeuw. Hij predikte een [[ascese|ascetisch]] leven, [[meditatie]] en het houden van Gods geboden als voorbereiding op de komst van de [[messias]]. In deze periode werden de mystieke speculaties over de schepping en het menselijk bestaan verdiept, en kwam de magische kant van de kabbala tevoorschijn. De ontstonden voorstellingen over het tsimtsoem, Adam Kadmon, Kelipot, en andere.
Een volgende periode in de geschiedenis van de kabbala werd ingeluid door [[Isaäk Luria]] en zijn leerlingen in de 16e eeuw. Hij predikte een [[ascese|ascetisch]] leven, [[meditatie]] en het houden van Gods geboden als voorbereiding op de komst van de [[messias]]. In deze periode werden de mystieke speculaties over de schepping en het menselijk bestaan verdiept, en kwam de magische kant van de kabbala tevoorschijn. De ontstonden voorstellingen over het tsimtsoem, Adam Kadmon, Kelipot, en andere.


In de 17e eeuw verwierf [[Sjabtai Tsvi]] zich een grote groep aanhangers. Hij was goed vertrouwd met de Talmoedische, rabbijnse en kabbalistische literatuur en was zoals vele van zijn tijdgenoten een fervent aanhanger van de mystiek van Isaäk Luria. In zijn beweging geloofde men dat de messias op persoonlijk en niet op gemeenschappelijk niveau komt. Individuele personen kunnen zich geestelijk met de messias verenigen.  
In de 17e eeuw verwierf [[Sjabtai Tsvi]] zich een grote groep aanhangers. Hij was goed vertrouwd met de Talmoedische, rabbijnse en kabbalistische literatuur en was zoals vele van zijn tijdgenoten een fervent aanhanger van de mystiek van [[Isaäk Luria]]. In zijn beweging geloofde men dat de messias op persoonlijk en niet op gemeenschappelijk niveau komt. Individuele personen kunnen zich geestelijk met de messias verenigen.  


Op de door Isaäk Luria en Sjabtai Tsvi gelegde basis werd in de 18e eeuw het chassidisme ontwikkeld als een reactie tegen de genocide door de Oekraïner [[Bogdan Chmelnitski]]. Israël ben Elisier, ook bekend als Baäl Sjem Tov (1700–1760 n.Chr.), de grondlegger van het oosteuropese chassidisme, beklemtoonde het belang van de traditionele studie van de Thora en de Talmoed. De kabbala won aan invloed als een verbinding tussen de persoonlijke en de religieuze beleving tussen God en de gemeente. De kabbalistische invloed in het 18e-eeuws Polen, Litouwen en Letland heeft uitwerkingen tot op heden. Bepaalde gebeden en gezangen, rituelen en dansen werden ingevoerd.
Op de door Isaäk Luria en Sjabtai Tsvi gelegde basis werd in de 18e eeuw het chassidisme ontwikkeld als een reactie tegen de genocide door de Oekraïner [[Bogdan Chmelnitski]]. [[Israël ben Eliëzer]], ook bekend als Baäl Sjem Tov (1700–1760 n.Chr.), de grondlegger van het oosteuropese [[chassidisme]], beklemtoonde het belang van de traditionele studie van de Thora en de Talmoed. De kabbala won aan invloed als een verbinding tussen de persoonlijke en de religieuze beleving tussen God en de gemeente. De kabbalistische invloed in het 18e-eeuws Polen, Litouwen en Letland heeft uitwerkingen tot op heden. Bepaalde gebeden en gezangen, rituelen en dansen werden ingevoerd.


Sinds het einde van de [[19e eeuw]], met de opkomst van de „joodse studies”, wordt de kabbala ook bestudeerd als een hoogst rationeel systeem voor het begrip van de wereld, in plaats van een mystieke benadering hiervan. Een pionier op dit gebied was [[Lazar Gulkowitsch]].
Sinds het einde van de [[19e eeuw]], met de opkomst van de „joodse studies”, wordt de kabbala ook bestudeerd als een hoogst rationeel systeem voor het begrip van de wereld, in plaats van een mystieke benadering hiervan. Een pionier op dit gebied was [[Lazar Gulkowitsch]].


===Hedendaagse kabbala===
===Hedendaagse kabbala===
De huidige kabbalistische periode begon met de Palestijnse opperrabbijn Abraham Isaak Kook (1864–1935). Hij stamde uit Letland. Zijn geschriften kan men zien als een poging om de ideeën van Isaäk Luria opnieuw in de actualiteit te brengen in de joodse gemeenten. Hij bracht deze vooral in een poëtische stijl over. In deze tijdsperiode wordt de kabbala een beweging die wereldwijd bij joden bekend is, evenals bij vele niet-joden.
De huidige kabbalistische periode begon met de Palestijnse opperrabbijn [[Abraham Isaak Kook]] (1864–1935). Hij stamde uit Letland. Zijn geschriften kan men zien als een poging om de ideeën van Isaäk Luria opnieuw in de actualiteit te brengen in de joodse gemeenten. Hij bracht deze vooral in een poëtische stijl over. In deze tijdsperiode werd de kabbala een beweging die wereldwijd bij joden bekend is, evenals bij vele niet-joden.


===Kabbalah Center===
===Kabbalah Center===
Regel 44: Regel 44:
Het eerste bekende kabbalistische werk is de '''''Bahir''''' („verlichting”), ook wel bekend als „De Midrasj van Rabbi Nehunia ben haKana”. Dit werk dat uit ongeveer 12.000 woorden bestaat, werd voor het eerst gepubliceerd in de Provence in 1176. Vele orthodoxe joden geloven dat de auteur ervan Rabbi Nehuniah ben haKana was, een Talmoedgeleerde uit de eerste eeuw. Maar volgens moderne historici werd het boek waarschijnlijk niet lang voor de publicatie ervan geschreven.
Het eerste bekende kabbalistische werk is de '''''Bahir''''' („verlichting”), ook wel bekend als „De Midrasj van Rabbi Nehunia ben haKana”. Dit werk dat uit ongeveer 12.000 woorden bestaat, werd voor het eerst gepubliceerd in de Provence in 1176. Vele orthodoxe joden geloven dat de auteur ervan Rabbi Nehuniah ben haKana was, een Talmoedgeleerde uit de eerste eeuw. Maar volgens moderne historici werd het boek waarschijnlijk niet lang voor de publicatie ervan geschreven.


Het belangrijkste werk uit de kabbala is de '''''[[Zohar]]''''' ({{Heb|זהר}}) „Glans”, „Schitterendheid”. Het is een esoterisch mystiek commentaar op de [[Thora]], geschreven in het [[Aramees]]. Volgens orthodox joodse overleveringen werd het in de tweede eeuw geschreven door rabbijn [[Shimon Bar Jochai]]. In de dertiende eeuw beweerde een Spaanse jood, [[Moshe de Leon]] genaamd, dat hij de tekst van de Zohar had ontdekt, die vervolgens in de joodse wereld werd gepubliceerd en verspreid. Volgens Gershom Scholem, een befaamd historicus en atheïstisch ’kabbalageleerde’, was de Leon zelf de auteur van de Zohar. De tekst zou namelijk twaalfde-eeuwse Spaanse grammatica en zinswendingen bevatten, en de auteur zou geen goede kennis van het land [[Israël]] hebben gehad. Vandaag zien historici de Zohar als een werk dat in vele verschillende lagen werd samengesteld, waarvan gedeelten inderdaad tot in de tweede eeuw n.Chr. kunnen worden gedateerd. De Zohar gebruikt veel materiaal uit de ''Sefer Jetsira'' en de ''Sefer Bahir'' en breidt dit uit. Ongetwijfeld is de Zohar het ultieme werk van de kabbalistiek.
Het belangrijkste werk uit de kabbala is de '''''[[Zohar]]''''' ({{Heb|זהר}}) „Glans”, „Schitterendheid”. Het is een esoterisch mystiek commentaar op de [[Thora]], geschreven in het [[Aramees]]. Volgens orthodox joodse overleveringen werd het in de tweede eeuw geschreven door rabbijn [[Shimon Bar Jochai]]. In de dertiende eeuw beweerde een Spaanse jood, [[Moshe de Leon]] genaamd, dat hij de tekst van de Zohar had ontdekt, die vervolgens in de joodse wereld werd gepubliceerd en verspreid. Volgens [[Gershom Scholem]], een befaamd historicus en atheïstisch ’kabbalageleerde’, was de Leon zelf de auteur van de Zohar. De tekst zou namelijk twaalfde-eeuwse Spaanse grammatica en zinswendingen bevatten, en de auteur zou geen goede kennis van het land [[Israël]] hebben gehad. Vandaag zien historici de Zohar als een werk dat in vele verschillende lagen werd samengesteld, waarvan gedeelten inderdaad tot in de tweede eeuw n.Chr. kunnen worden gedateerd. De Zohar gebruikt veel materiaal uit de ''Sefer Jetsira'' en de ''Sefer Bahir'' en breidt dit uit. Ongetwijfeld is de Zohar het ultieme werk van de kabbalistiek.


==Verschil tussen de joodse en niet-joodse kabbala==
==Verschil tussen de joodse en niet-joodse kabbala==
Regel 63: Regel 63:
* {{de}}{{Aut|Giovanni Grippo}}, [http://archive.org/details/DieEntstehungsgeschichteDerKabbalah Die Entstehungsgeschichte der Kabbala], 2008.
* {{de}}{{Aut|Giovanni Grippo}}, [http://archive.org/details/DieEntstehungsgeschichteDerKabbalah Die Entstehungsgeschichte der Kabbala], 2008.
<references/>
<references/>
{{Authority control|TYPE=t|Wikidata=Q123006}}
{{Navigatie jodendom}}
{{Navigatie jodendom}}



Versie van 29 feb 2016 17:56

De kabbala of kabbalah is een joodse mystieke stroming. Het Hebreeuwse woord kabbala (קבלה of QBLH) betekent overlevering of ontvangst. In modern Hebreeuws betekent dit woord ontvangst of ontvangstbewijs.

„Kabbala” is een joodse esoterische dogmatiek over God en het universum. Volgens de joodse zienswijze zou deze als openbaring aan uitverkoren heiligen uit een ver verleden zijn overgedragen. en die enkel door enkele bevoorrechte mensen zou worden overgeleverd.

De meeste vormen van de kabbala leren, dat iedere letter, ieder woord, getal en accent van de Tenach een verborgen betekenis bevat. Verder onderwijzen zij de methodes om achter de interpretatie van deze verborgen betekenissen te komen.

Geschiedenis

Verschillend gebruik van de term

Sommige godsdiensthistorici gebruiken de term kabbala enkel voor joodse mystieke systemen die na de 12e eeuw ontstonden; voor esoterische joodse mystieke systemen van vóór die tijd gebruiken zij andere begrippen. Andere historici vinden dit onderscheid te willekeurig; zij zien de kabbala van na de 12e eeuw als voortzetting van de eerdere mystieke wortels en elementen. Zij gebruiken de term kabbala daarom ook voor joodse mystiek uit de eerste eeuw. Orthodoxe joden zijn het oneens met beide gedachtenstromingen, aangezien zij het idee verwerpen dat de kabbala belangrijke historische ontwikkelingen en veranderingen onderging.

Voorlopers

In de eerste eeuw n.Chr. verschijnen twee richtingen in de joodse mystiek:

In de Beresjiet-mystiek vormen speculaties over de schepping het hoofdthema. De Merkaba-mystiek concentreert zich rond het thema van Gods hemelse troonwagen.

In de traditie van de scheppingsmystiek werd, volgens de historici tussen de tweede en de zesde eeuw, de mystieke tekst de Sefer Jetsira (het Boek der Schepping) geschreven. Een aantal begrippen die in de latere kabbala van belang zouden zijn, werden hierin voor het eerst gebruikt. De tien werelden, de zogenaamde sefirot, werden erin voorgesteld. Het boek verklaarde hun scheppende kracht op poëtische wijze.

De Beresjiet-mystiek kreeg nooit de populariteit die de Troonwagen-mystiek zou omringen. Deze mystieke richting oefende een sterke invloed uit op de volgende periode.

Spaanse periode

In de negende eeuw begint de kabbala zich als zelfstandige richting door te zetten. Dit was mogelijk onder de tolerante verhoudingen in het islamitische Spanje. De mystieke geschriften werden het object van systematische studie van de uitverkorenen, die de „baale ha-kabbalah” (בעלי הקבלה) genoemd werden, oftewel de „bezitters of meesters van de kabbala [overlevering]”. Later raakten studenten van de kabbala bekend onder de naam „maskilim” (משכילים) „de verlichten”).

In 1176 werd het boek Bahir uitgegeven en in 1290 de Zohar. De uitgebreide kabbalistische literatuur die in deze periode ontstaat, bestaat naast en vaak in tegenstelling tot de Talmoed.

Oosteuropese periode

Een volgende periode in de geschiedenis van de kabbala werd ingeluid door Isaäk Luria en zijn leerlingen in de 16e eeuw. Hij predikte een ascetisch leven, meditatie en het houden van Gods geboden als voorbereiding op de komst van de messias. In deze periode werden de mystieke speculaties over de schepping en het menselijk bestaan verdiept, en kwam de magische kant van de kabbala tevoorschijn. De ontstonden voorstellingen over het tsimtsoem, Adam Kadmon, Kelipot, en andere.

In de 17e eeuw verwierf Sjabtai Tsvi zich een grote groep aanhangers. Hij was goed vertrouwd met de Talmoedische, rabbijnse en kabbalistische literatuur en was zoals vele van zijn tijdgenoten een fervent aanhanger van de mystiek van Isaäk Luria. In zijn beweging geloofde men dat de messias op persoonlijk en niet op gemeenschappelijk niveau komt. Individuele personen kunnen zich geestelijk met de messias verenigen.

Op de door Isaäk Luria en Sjabtai Tsvi gelegde basis werd in de 18e eeuw het chassidisme ontwikkeld als een reactie tegen de genocide door de Oekraïner Bogdan Chmelnitski. Israël ben Eliëzer, ook bekend als Baäl Sjem Tov (1700–1760 n.Chr.), de grondlegger van het oosteuropese chassidisme, beklemtoonde het belang van de traditionele studie van de Thora en de Talmoed. De kabbala won aan invloed als een verbinding tussen de persoonlijke en de religieuze beleving tussen God en de gemeente. De kabbalistische invloed in het 18e-eeuws Polen, Litouwen en Letland heeft uitwerkingen tot op heden. Bepaalde gebeden en gezangen, rituelen en dansen werden ingevoerd.

Sinds het einde van de 19e eeuw, met de opkomst van de „joodse studies”, wordt de kabbala ook bestudeerd als een hoogst rationeel systeem voor het begrip van de wereld, in plaats van een mystieke benadering hiervan. Een pionier op dit gebied was Lazar Gulkowitsch.

Hedendaagse kabbala

De huidige kabbalistische periode begon met de Palestijnse opperrabbijn Abraham Isaak Kook (1864–1935). Hij stamde uit Letland. Zijn geschriften kan men zien als een poging om de ideeën van Isaäk Luria opnieuw in de actualiteit te brengen in de joodse gemeenten. Hij bracht deze vooral in een poëtische stijl over. In deze tijdsperiode werd de kabbala een beweging die wereldwijd bij joden bekend is, evenals bij vele niet-joden.

Kabbalah Center

In de jaren 1970 begon de New Age-beweging de kabbala in zich op te nemen. Philip S. Berg stichtte in Los Angeles het Center for the Study of Kabbalah. Berg baseerde zich op de zienswijzen van rabbi Ashlag. De kabbala kreeg hierdoor hernieuwde belangstelling onder niet-joden. De hoofdzetel van het Center bevindt zich in Hollywood. Vele bekende artiesten als Madonna, Demi Moore, Ashton Kutcher, Mick Jagger, Britney Spears en Lindsay Lohan. Het centrum krijgt veel negatieve kritiek van joodse organisaties, en wordt gezien als een mengeling van kabbalistische terminologie en new age-invloeden, die weinig te maken zou hebben met de echte kabbala.

Voornaamste joodse teksten

Een boek waarnaar dikwijls verwezen wordt in verband met de kabbala, is de Sefer Jetsira („boek van de schepping”). De eerste commentaren op dit kleine boek werden geschreven in de tiende eeuw n.Chr. en de tekst zelf werd zelfs al in de zesde eeuw geciteerd. De historische oorsprong ervan is onduidelijk. Vandaag de dag bestaat het uit diverse recensies, die tot 2500 woorden beslaan. Zoals vele joodse mystieke teksten, is de Sefer Jetsira zo geschreven dat deze zonder uitgebreide achtergrondkennis van de Tenach en de Midrasj onbegrijpelijk is. Het is een hardnekkige vergissing om de Sefer Jetsira een kabbalistisch werk te noemen. Een aantal belangrijke woorden, zoals de sefirot, vonden hun oorsprong in de Sefer Jetsira. De sefirot zijn er de tien oergetallen, en er is nog geen sprake van dat deze uit God geëmaneerd zouden zijn of in een dynamische verhouding tot elkaar staan.[1]

Het eerste bekende kabbalistische werk is de Bahir („verlichting”), ook wel bekend als „De Midrasj van Rabbi Nehunia ben haKana”. Dit werk dat uit ongeveer 12.000 woorden bestaat, werd voor het eerst gepubliceerd in de Provence in 1176. Vele orthodoxe joden geloven dat de auteur ervan Rabbi Nehuniah ben haKana was, een Talmoedgeleerde uit de eerste eeuw. Maar volgens moderne historici werd het boek waarschijnlijk niet lang voor de publicatie ervan geschreven.

Het belangrijkste werk uit de kabbala is de Zohar (זהר) „Glans”, „Schitterendheid”. Het is een esoterisch mystiek commentaar op de Thora, geschreven in het Aramees. Volgens orthodox joodse overleveringen werd het in de tweede eeuw geschreven door rabbijn Shimon Bar Jochai. In de dertiende eeuw beweerde een Spaanse jood, Moshe de Leon genaamd, dat hij de tekst van de Zohar had ontdekt, die vervolgens in de joodse wereld werd gepubliceerd en verspreid. Volgens Gershom Scholem, een befaamd historicus en atheïstisch ’kabbalageleerde’, was de Leon zelf de auteur van de Zohar. De tekst zou namelijk twaalfde-eeuwse Spaanse grammatica en zinswendingen bevatten, en de auteur zou geen goede kennis van het land Israël hebben gehad. Vandaag zien historici de Zohar als een werk dat in vele verschillende lagen werd samengesteld, waarvan gedeelten inderdaad tot in de tweede eeuw n.Chr. kunnen worden gedateerd. De Zohar gebruikt veel materiaal uit de Sefer Jetsira en de Sefer Bahir en breidt dit uit. Ongetwijfeld is de Zohar het ultieme werk van de kabbalistiek.

Verschil tussen de joodse en niet-joodse kabbala

Sinds de renaissance kwamen joodse kabbalistische teksten onder de aandacht van de niet-joodse wereld. Ze werden bestudeerd door christelijke hebraïci en door hermetische occultisten.[2] De syncretische tradities van de christelijke kabbala en de hermetische kabbala ontwikkelden zich onafhankelijk van elkaar vanuit de joodse kabbala. De joodse teksten werden gelezen als universele oude wijsheid. Beide richtingen maakten een vrij gebruik van de joodse voorstellingen en vermengden deze met andere theologische inzichten, religieuze tradities of magische associaties. Toen de verspreiding van de christelijke kabbala in het tijdperk van de Rede afnam, bleef de hermetische kabbala bestaan als een centrale ondergrondse stroom in de westerse esoterie. Vooral door deze niet-joodse associaties met magie, alchemie en toekomstvoorspelling werd de kabbala geassocieerd met occulte praktijken die in het jodendom verboden zijn. In het jodendom zelf bestond de richting van de praktische kabbala, die voorbehouden was voor een kleine elite. Veel van de boeken die vandaag de dag worden uitgegeven over de kabbala, behoren tot de niet-joodse New-Age en occulte richtingen van de kabbala en geven geen nauwkeurig beeld van de joodse kabbala.[3] Academische publicaties daarentegen geven vertalingen en studies van de teksten van de joodse kabbala.

Zie ook

Weblinks

Jewish Encyclopedia 1906  (en) Cabala, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Kabbalah op Wikimedia Commons

Israel Abrahams, Wikisource  (en) Chapters on Jewish Literature – XVII. The Zohar and Later Mysticism op Wikisource

Q123006 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Bronvermelding

  1. º J. H. Laenen, De kabbala ontsluierd, Ten Have, Kampen, 2005. ISBN 90 259 5502 9. NUR 708. Zie ook http://www.kabbalabib.be/teksten/geschiedenis.doc
  2. º Joseph Dan, Kabbalah: A Very Short Introduction, Oxford University Press 2007. Hoofdstukken: 5. Modern Times – 1. The Christian Kabbalah, 9. Some Aspects of Contemporary Kabbalah
  3. º Louis Jacobs, The Jewish Religion: A Companion, Oxford University Press 1995. Lemma: Kabbalah
rel=nofollow
rel=nofollow