Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Vertalingen van de Bijbel in het Nederlands

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Statenvertaling uit 1637

De Bijbel is in verschillende talen geschreven: het Oude Testament in het Hebreeuws (en een klein stukje in het Aramees) en het Nieuwe Testament in Koinè (een fase van het Oudgrieks uit de Hellenistische tijd). Dit betekent dat er voor een goed begrip door de niet-klassiek geschoolde lezer bijbelvertalingen nodig zijn waarbij, afhankelijk van de uitgangspunten, verschillende soorten vertalingen mogelijk zijn:

  1. Vertalingen die zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst blijven
  2. Vertalingen die zo goed mogelijk leesbaar zijn in de taal waarnaar is vertaald
  3. Vertalingen die pogen bovenstaande twee uitgangspunten met elkaar te verenigen

Vertalen

Het hieronder aangegeven grote aantal vertalingen kan verbazing wekken: er is immers maar één Bijbel.

Een belangrijke reden voor het opnieuw vertalen is dat levende talen, zoals het Nederlands, veranderen. Er komen voortdurend nieuwe woorden in gebruik en nieuwe manieren om ideeën uit te drukken. Oude woorden raken in vergetelheid of krijgen in het algemeen spraakgebruik een andere betekenis.[noot 1] Om de Bijbel voor nieuwe generaties begrijpbaar te maken is een hertaling / nieuwe vertaling nodig.

Een tweede reden is dat er verschillende methoden zijn om te vertalen. Houdt men zich zo letterlijk mogelijk aan de brontekst of gebruikt men de mogelijkheden van de doeltaal, in dit geval het Nederlands, om gedachten op een natuurlijke manier over te brengen?

Van belang is ook het lezerspubliek dat men als doel heeft: vertaalt men voor mensen die gehecht zijn aan een bestaande vertaling, of is het de bedoeling dat ook niet kerkelijk opgevoede jongeren de taal begrijpelijk vinden.

Bovendien wordt steeds meer informatie beschikbaar over de oorspronkelijke teksten. Tijdens de middeleeuwen gebruikte men handgeschreven kopieën van kopieën van kopieën. Vroege vertalingen waren vaak gebaseerd op een beperkt aantal, soms toevallig voor de vertaler beschikbare, afschriften. In de loop van de nieuwe en nieuwste geschiedenis komen steeds meer oude handschriften algemeen beschikbaar waardoor vergelijking, en daarmee herziening, van eerdere vertalingen mogelijk of noodzakelijk wordt.

Overzicht van bestaande vertalingen

Klassieke Bijbelvertalingen

De volgende klassieke Bijbelvertalingen van buitenlandse origine hebben een grote invloed (gehad):

Vertalingen in het Nederlands

Voor het Nederlandse taalgebied zijn vrij veel verschillende vertalingen gemaakt.

In de late Middeleeuwen verschenen diverse vertalingen in het Middelnederlands (bijv. de Deux-Aes Bijbel), een voorloper van het Nederlands; dit waren echter allemaal vertalingen van vertalingen, en vaak slechts van een enkel deel. Zo kwamen in de late middeleeuwen ook de zogenaamde historiebijbels tot stand. De eerste Middelnederlandse historiebijbel was de Hernse Bijbel, grotendeels gebaseerd op de Vulgaat. De eerste Nederlandstalige Bijbel die wel rechtstreeks uit de Hebreeuwse en Griekse grondteksten werd vertaald, verscheen in 1637. Tot deze vertaling was opdracht gegeven door de Staten-Generaal; vandaar de gangbare benaming Statenvertaling. In hedendaagse taal zijn geschreven de NBG-Bijbelvertaling (1951), de rooms-katholieke Willibrordvertaling (1975, herzien in 1995), de Groot Nieuws Bijbel (1983, herziene uitgave 1996), de Naardense Bijbel (2004). Op 27 oktober 2004 is de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) uitgekomen. Dit is een hedendaagse vertaling uit de grondtekst. Op 4 december 2010 verscheen de Herziene Statenvertaling, een volledige „hertaling” van de Statenvertaling in meer hedendaags Nederlands.[1] Sommige behoudsgezinde protestantse gemeenten gebruiken nog steeds uitsluitend de Statenvertaling van 1637; vele andere gemeenten gebruiken de nieuwste Bijbelvertaling. De belangrijkste Nederlandse en andere Bijbelvertalingen zijn ook op internet te vinden.

Hieronder volgt nog een algemeen overzicht van de Nederlandse Bijbelvertalingen.

Vóór de Statenvertaling

Rijmbijbel (1271)

De Rijmbijbel van Jacob van Maerlant kan nog geen echte Bijbel worden genoemd, maar verdient zeker vermelding. Als basis voor de Rijmbijbel diende de Historia Scholastica van Petrus Comestor.

Hernse Bijbel (1361)

De Hernse Bijbel, door sommigen toegeschreven aan de monnik Petrus Naghel, was de eerste vertaling van de Vulgaat naar de volkstaal, het Middelnederlands. Deze vertaling kwam tot stand in het kartuizerklooster van Herne en zou de basis vormen voor de Delftse Bijbel.

Johan Scutgen (ca. 1390)

Vertaalde het Nieuwe Testament en de oudtestamentische perikopen.[2]

Delftse Bijbel (1477)

De Delftse Bijbel is de eerste Bijbel die in het Nederlands werd gedrukt. De vertaling is van omstreeks 1360 en is ontstaan in het kartuizerklooster van Herne (nabij Brussel). Het Nieuwe Testament en de psalmen ontbreken. De Bijbel werd gedrukt in 1477.

Van Liesveltvertaling (1526-1542)

De Liesveltbijbel is de eerste volledige Nederlandstalige Bijbel. Jacob van Liesvelt verzorgde de eerste uitgave van 1526 op basis van de Lutherse vertaling van het Nieuwe Testament; het Oude Testament baseerde hij nog geheel op de Vulgaat. De uitgave van 1535 bevatte de complete vertaling van Maarten Luther. De uitgave van 1542 bevatte ook Luthers kanttekeningen.[3]

Leuvense Bijbel (1548)

Den gheheelen Bybel, inhoudende het oude ende nieuwe Testament[4]


Deux-Aesbijbel (1561-1568)

Het Oude Testament van de Deux-Aesbijbel is vertaald uit de bijbel van Maarten Luther door Godfried van Wingen en het Nieuwe Testament door Gillis van der Erven. Ook de Liesveltbijbel heeft werd als bron geraadpleegd.

Deze bijbel is genoemd naar een kanttekening bij Nehemia 3:5 (SV), waarin staat Deux aes en heeft niet. Six cinque en geeft niet. Maar quater drij, die helpen vrij. De cijfers verwijzen naar de ogen op een dobbelsteen. De armen (2 en 1) hebben niets om te geven, de rijken (6 en 5) zijn gierig, en de middenmoot (4 en 3) is vrijgevig.

Vertaling door Jan Utenhove (1556)

Jan Utenhove vertaalde het Nieuwe Testament, op verzoek van de gereformeerde kerkgemeente te Emden: Het Nieuvve Testament, dat is, Het nieuwe Verbond onzes Heeren Iesu Christi, Na der Grieckscher waerheyt in Nederlandsche sprake grondlick end trauwlick ouerghezett.

Statenvertaling (1637)

De Statenvertaling (zie afbeelding) is een van de oudste Nederlandse vertalingen (1637), die nog steeds gebruikt wordt in sommige kerken van conservatief-protestantse signatuur. Hij heet zo omdat de opdracht ertoe indertijd door de Staten-Generaal werd gegeven. De Statenvertaling is rechtstreeks uit het Hebreeuws en Grieks gemaakt. Kenmerkend voor deze vertaling is het archaïsche woordgebruik. Deze vertaling valt te vergelijken met de Engelse Authorised Version (King James Version). Het taalgebruik in deze vertaling heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Nederlands. Zo zijn zijn veel spreekwoorden en gezegden die vandaag nog gebruikt worden terug te vinden in de Statenvertaling.

Op deze plaats dient ook vermeld te worden de uitgave van de Statenvertaling door de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS-Bijbel, 2004). Deze uitgave streeft ernaar zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke uitgave te komen, waarbij regelmatig gerefereerd wordt aan de zogenoemde Ravesteynbijbel uit 1657. Overigens wil dit niet zeggen dat de archaïsche 17e-eeuwse orthografie gehandhaafd is. De spelling is geheel gemoderniseerd en ook zijn te sterk verouderde woorden en woorden die vandaag de dag een andere betekenis hebben, vervangen.

De GBS-Bijbel staat wat dat betreft in tegenstelling tot de zgn. Jongbloed-editie (waarschijnlijk uit 1888) die in de loop van de eeuwen ook de nodige taalkundige aanpassingen heeft gezien, maar geen kritische revisie aan de hand van de Ravesteynbijbel ondergaan heeft. De Jongbloed-editie is van alle Statenvertaling-varianten het meest gebruikt. Jongbloed verwijst in dit kader naar de drukkerij Jongbloed BV in Heerenveen.

De Statenvertaling wordt alleen nog in de zeer behoudende reformatorische kerken gebruikt, waaronder de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, de diverse (Oud-)Gereformeerde Gemeenten, de Hersteld Hervormde Kerk, een deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken en genootschappen van andere signatuur zoals de Vergadering der Gelovigen en fundamentele onafhankelijke Baptistengemeenten.

Herziene Statenvertaling (1977)

Een recentere modernisering is de zgn. Tukker-uitgave, welke in 1977 uitgegeven is door het Nederlands Bijbelgenootschap en een revisie bevat van ds. W. L. Tukker.

Latere vertalingen

Willem Antony van Vloten (1789–1796)

Willem Antony van Vloten gaf een nieuwe Bijbelvertaling uit onder de naam De Bijbel vertaald, omschreven en door aanmerkingen opgehelderd. Het eerste deel van zijn vertaling verscheen in 1789 en het laatste deel, Hebreeën tot en met Openbaring, in 1796.

Palmbijbel (1818–1830)

Er zijn verschillende pogingen geweest de tekst van de Statenvertaling te moderniseren. De zogenaamde Palmbijbel bevat een modernisering gemaakt door de Utrechtse hoogleraar Johannes van der Palm. Naast een modernisering van de tekst bevat deze Bijbeluitgave ook uitgebreide herziene kanttekeningen. Van der Palm is bekender geworden met zijn „Bijbel voor de jeugd”, die gezien wordt als de eerste kinderbijbel.

Nieuwe Testament van Visschering (1854 en 1859)

De onvrede over de leesbaarheid van de Statenvertaling leidde in de 19e eeuw ertoe dat er meerdere pogingen ondernomen zijn om tot een nieuwe Bijbelvertaling te komen. De vertaling van Visschering kwam hoofdzakelijk in gebruik bij de doopsgezinden. Deze vertaling van het Nieuwe Testament is hoofdzakelijk gebaseerd op de Griekse tekst van Konstantin von Tischendorf. Het gebruik van dit Nieuwe Testament is geheel verdwenen met de komst van de NBG-vertaling 1951.

Voorhoevevertaling (1877) / Telosvertaling (1985)

In de loop van de 19e eeuw vertaalde de Rotterdamse uitgeversfamilie Voorhoeve het Nieuwe Testament op basis van de Griekse uitgave van John Nelson Darby. De traditie waarin deze zogenoemde Voorhoevevertaling staat is in lijn met de vertaling van Darby’s werk in het Engels, Frans en Duits. De Voorhoevevertaling is inmiddels vier keer herzien. De laatste herziening vond plaats in 1985, waarbij de teksteditie van Nestle-Aland het uitgangspunt werd. Deze editie, die bekend staat onder de naam Telosvertaling, is een vertaling in hedendaags Nederlands en wordt nog steeds gebruikt binnen de Vergadering van gelovigen.

Het Nieuwe Testament, vertaling door Nicolaas de Jonge (1890)

Toen de gereformeerde predikant Nicolaas de Jonge bij zijn evangeliseringswerk in Brussel ondervond dat de Vlamingen het moeilijk hadden met de taal van de Statenvertaling, besloot hij een nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament te maken, die voor Vlamingen wat gemakkelijker in de oren lag.

Professorenbijbel (eind 19e eeuw)

Het woord Professorenbijbel is geen echte naam, maar meer een bijnaam voor een vertaling van de Vulgaat (Latijnse tekst), die aan het einde van de 19e eeuw tot stand kwam. Binnen de rooms-katholieke traditie was tot op dat moment geen Bijbelvertaling naar het Nederlands gemaakt. De Professorenbijbel is een vertaling van het Oude Testament, inclusief de deuterocanonieke boeken. De vertaling is voorzien van aantekeningen, waarin regelmatig ook de verschillende lezingen van de Septuaginta en Hebreeuwse tekst ten opzichte van de Vulgaat worden besproken.

Leidsche Vertaling (1914)

De Leidse Vertaling was bedoeld als een moderne vertaling. Ze kwam grotendeels tot stand door professoren van de Universiteit Leiden.

Theodorus van Tichelen (1926)

In Vlaanderen verzorgde kanunnik Theodorus Van Tichelen (1877–1945) een katholieke vertaling van het Nieuwe Testament vanuit het Grieks. In de eerste en tweede druk werd een totale oplage van 50.000 exemplaren bereikt.

Petrus Canisiusvertaling (1939)

In 1939 volgde de katholieke Apologetische Vereniging ’Petrus Canisius’ met een vertaling uit de Hebreeuwse en Griekse tekst. De vereniging heette naar de Nijmeegse heilige en kerkleraar Petrus Canisius. De vertaling is voorzien van aantekeningen. In 1978 is deze grotendeels vervangen door de Willibrordvertaling.

NBG-vertaling (1951)

De NBG-vertaling is een uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij wordt aangeduid met de afkorting NBG 1951. Hij kwam in 1951 volledig klaar, maar er werd al begonnen aan deze vertaling rond 1916. Bepaalde delen van het Nieuwe Testament zijn zelfs al voor 1912 vertaald. Het Nieuwe Testament was in zijn geheel gereed in 1938 (vandaar dat sommige uitdrukkingen in het Nieuwe Testament wat ouderwetser lijken dan het Oude Testament, dat later vertaald is). De tekst staat nog vrij dicht bij de Statenvertaling en wordt door een aantal protestanten nog als standaardvertaling gebruikt.

Moderne vertalingen

Willibrordvertaling (1975 en 1995)

De Willibrordvertaling uit 1975, met herzieningen die gaan tot 1978, is de standaardvertaling voor de Vlaamse en Nederlandse katholieken en deze vertaling wordt in het Lectionarium gebruikt. De vertaling werd gemaakt onder auspiciën van de Katholieke Bijbelstichting (KBS) en de Vlaamse Bijbelstichting. Het is de officiële Nederlandse vertaling van de Katholieke Kerk.

De vernieuwde uitgave van 1995 bevat een geheel herziene tekst en is nooit door de Katholieke Kerk geaccepteerd als in de liturgie te gebruiken tekst.

Het Boek (1988, 1992)

Het Boek is een vertaling in de moderne omgangstaal, die in 1988 verscheen als uitgave van de International Bible Society. De auteurs van Het Boek merken op dat het hier gaat om ’een eigentijdse verwoording van de Bijbel volgens het principe van de Living Bible’ van Kenneth Taylor. Het is geen directe vertaling uit de Griekse en Hebreeuwse grondteksten maar een hervertelling of parafrase-vertaling waarbij wel een vergelijking is gemaakt met de Griekse en Hebreeuwse tekst. Het Boek kiest als uitgangspunt dat het een betrouwbaar verslag wil zijn ‘van wat God tot de mensen wil zeggen’. Het Boek wordt aangevuld met tabellen, een overzicht van de belangrijkste inhoud en een toelichting op belangrijke begrippen zoals: leven, ontmoediging, ongeduld, onzekerheid, belediging, lijden en dood, huwelijk, relaties, liefde, gebed, Jezus Christus kennen, enzovoort. Ook zijn voetnoten en toelichtingen op de verschillende Bijbelboeken opgenomen. In 1994 kwam deze uitgave in een paralleleditie met de Statenvertaling op de markt. Het Boek wordt vooral gebruikt in evangelische groeperingen en ook onder jongeren binnen de meer behoudsgezinde (’orthodoxe’) protestantse kerken.

Groot Nieuws Bijbel (1983 en 1996)

De Groot Nieuws Bijbel is een uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap in samenwerking met de Katholieke Bijbelstichting. Kenmerkend voor deze vertaling is dat voor de vertalers de leesbaarheid voorop stond, waardoor soms kleine betekenisverschillen met de oorspronkelijke tekst zijn ontstaan. De tekst van de Groot Nieuws Bijbel is in 1996 geheel herzien.

Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004)

De Nieuwe Bijbelvertaling verscheen in het najaar van 2004. Het is een oecumenische vertaling, waaraan de belangrijkste Nederlandse kerkgenootschappen hebben meegewerkt.

Naardense Bijbel (2004)

De Naardense Bijbel betreft een vertaling van de gehele Bijbel door de Nederlandse predikant Pieter Oussoren. Deze is op dezelfde datum uitgebracht als de Nieuwe Bijbelvertaling.

Nieuwe herziene Statenvertaling (2010)

Een groep van twintig theologen uit behoudende kring hield zich bezig met een nieuwe utgave van de tekst die in december 2010 op de markt kwam.[5] Hun uitgangspunt was dat de tekst van de oorspronkelijke Statenvertaling door meer dan 50% van de jongeren niet begrepen wordt en daarom gemoderniseerd moest worden. Naar hun oordeel was de tekst van de Nieuwe Bijbelvertaling te progressief.

Een ander argument voor deze nieuwe Herziene Statenvertaling (en tevens een niet gering punt van kritiek), is dat de Statenvertaling afstamt van de groep manuscripten die bekend staat als de „textus receptus” voor het Nieuwe Testament.[noot 2] De nieuwere vertalingen maken gebruik van de „kritische tekst” zoals die te vinden is in het Novum Testamentum Graece van Nestle-Aland. De textus receptus is een in de 16e eeuw door Erasmus geproduceerde variant van de Byzantijnse tekst. Deze tekst bevat nogal wat tekst die in de oudere Bijbelse handschriften die ons nu ter beschikking staan niet voorkomt en waarschijnlijk in de vroege Middeleeuwen tussen de tekst is geraakt. Veel van de meer behoudende Christenen vinden het belangrijk dat Gods woord compleet is en houden daarom vast aan de vanouds gebruikte manuscriptgroepen.

Bijbel in Gewone Taal (2014)

De Bijbel in Gewone Taal is een vertaling uit de Hebreeuws-Aramese en Griekse grondteksten, waarbij duidelijkheid en leesbaarheid op de voorgrond staat.

Overige vertalingen

Vertaling in andere talen/dialecten van Nederland

De Bijbel in Nederlandse streektalen begint met de emancipatie van het Fries in de negentiende eeuw. Er is toen een aantal evangeliën vertaald. De eerste volledige vertaling van de Bijbel in het Fries is gemaakt door dr. G. A. Wumkes en E. B. Folkertsma. Het Nieuwe Testament verscheen in 1933 en het Oude Testament in 1943. Onder leiding van de stichting Yntertsjerklike Kommisje foar de Nije Fryske bibeloersetting is begonnen aan een nieuwe vertaling. Het werk eraan startte in 1967 en kwam gereed in 1977. De uitgave is uitgevoerd door het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting samen. In 1978 kwam de eerste druk uit. De meest recente uitgave is de derde, verbeterde druk uit 1995.

Tegen het einde van de twintigste eeuw begon men de Bijbel ook in andere streektalen en dialecten te vertalen. Omdat deze talen het Standaardnederlands als cultuurtaal gebruiken was daar lang geen behoefte aan. Gewoonlijk gaat het slechts om enkele bijbelboeken. Sommige daarvan zijn door het Nederlands Bijbelgenootschap uitgegeven, andere werden elders gepubliceerd. Verscheidene dialecten van het Nedersaksisch hebben hun eigen edities. Zo bestaat er een Groningse vertaling van de Bijbel waarmee in de tweede helft van de twintigste eeuw is aangevangen.[6] De in 1989 opgerichte stichting Liudgerstichten coördineert dit hele gebeuren. Lichtelijk omstreden was het noemen van de naam God waar Nederlandse vertalingen gewoonlijk Heer(e) hebben. De Stichting Twentse Bijbelvertaling heeft de 'Biebel In de Twentse Sproake' uitgebracht, een vertaling van prof. dr. Anne van der Meiden plus nog een aantal andere personen. Dit project is zeer vergevorderd. Op het voormalige Zuiderzee-eiland Urk wordt er een vertaling in het Urkers gemaakt. Hier is nogal wat om te doen geweest omdat het Urkers de aanspreekvorm 'U' niet kent en daardoor God met Jie aangesproken zou worden, iets wat veel Urkers als blasfemisch opvatten. Er wordt ook gewerkt aan een Achterhoekse Bijbelvertaling. Gepubliceerd zijn inmiddels Prediker, het Hooglied en het Evangelie volgens Lucas. Sinds 2004 wordt er door de stichting 'Stellingwerfs Eigen' gewerkt aan een Bijbelvertaling in de streektaal van de Stellingwerven, het Stellingwerfs.

Voor het Limburgs verscheen in 2001 het Evangelie volgens Marcus in het Venloos: ’t Gooje Nièts van Marcus. Jo Bronneberg uit Sittard vertaalde in 2004 de vier evangeliën naar zijn eigen Limburgse idiolect, waarvoor hij bovendien zijn eigen spelling gebruikte. De tekst heeft het imprimatur (nog) niet ontvangen en is nog niet op de markt. Ook het Zeeuws kent Bijbelvertalingen, in het bijzonder de Psalmen, die door Wim Joosse vertaald werden vanuit de Statenbijbel.

In november 2011 verscheen De torrie van Mattie, ook wel genoemd de Straatbijbel. Daarin staan delen van het Evangelie volgens Matteüs in Nederlandse straattaal en in een vrije vorm. Zo vertelt Jezus een verhaal over de platenbaas van een raplabel en worden zijn discipelen de gang van Jezus genoemd. Deze vertaling is een initiatief van Daniël de Wolf, leider van Thugz Church in Rotterdam (gericht op jongeren uit achterstandsbuurten) en de uitgave wordt verzorgd door het NBG, Youth for Christ en Ark Mission. Deze uitgave baarde veel opzien en de eerste oplage van 3000 stuks was binnen 2 dagen uitverkocht.[7]

Behalve voor het behoud en de emancipatie van het dialect dienen dergelijke vertalingen vooral ook om de vanouds plechtstatig vertaalde Bijbeltekst dichter bij de gelovige te brengen. Dit leidde vaak tot positieve reacties, maar zorgde bij orthodoxe richtingen ook voor kritiek: velen vonden het dialect niet waardig genoeg voor de Bijbel.

Vergelijk vertalingen

Vertaling Genesis 1:1–3 Johannes 3:16
Statenvertaling (SV) Gen 1:1-3 (SV): In den beginne schiep God den hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. En God zeide: Daar zij licht: en daar werd licht. Joh 3:16 (SV): Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdateen iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) Gen 1:1-3 (NBG): In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zeide: Er zij licht; en er was licht. Joh 3:16 (NBG): Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
Groot Nieuws Bijbel (GNB) Gen 1:1-3 (GNB): In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was onherbergzaam en verlaten. Een watervloed bedekte haar en er heerste diepe duisternis. De wind van God joeg over het water. Toen zei God: ‘Er moet licht zijn!’ En er was licht. Joh 3:16 (GNB): Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Willibrordvertaling (WV) Gen 1:1-3 (WV95): In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren. Toen zei God: ‘Er moet licht zijn!’ En er was licht. Joh 3:16 (WV95): Zoveel immers heeft God van de wereld gehouden, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft geschonken, zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven bezit.
De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) Gen 1:1-3 (NBV): In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. Joh 3:16 (NBV): Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Het Boek (HTB) Gen 1:1-3 (HTB): In het begin heeft God de hemelen en de aarde gemaakt. De aarde was woest en leeg en de Geest van God zweefde boven de watermassa. Over de watermassa lag een diepe duisternis. Toen zei God: "Laat er licht zijn." En toen was er licht. Joh 3:16 (HTB): Want God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Herziene Statenvertaling (HSV) Gen 1:1-3 (HSV): In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. Joh 3:16 (HSV): Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, *opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Nieuwe-Wereldvertaling (NW) Gen 1:1-3 (NW): In [het] begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu bleek vormloos en woest te zijn en er lag duisternis op het oppervlak van [de] waterdiepte; en Gods werkzame kracht bewoog zich heen en weer over de oppervlakte van de wateren. Nu zei God: „Er kome licht.” Toen kwam er licht. Joh 3:16 (NW): Want God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben.

Zie ook

Bijbelvertalingen en hun afkortingen

Bijbelvertalingen worden vaak met een afkorting, zoals bijvoorbeeld Psalm 55:22 (NBV) achter de schriftplaats geplaatst. Onderstaand tabel geeft een overzicht van bekende vertalingen weer:

(1969, herz. 1984, 1988, 1995, 2002, 2006)

Literatuur

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Noten
  1. º Ter illustratie van de verschuivende betekenis van woorden:
    Het woord „vroom” betekent nu „standvastig in het volgen van de bestaande, eventueel oude, religieuze regels en gebruiken”. De toevoeging religieus is hier essentieel, want zonder die toevoeging zou het een synoniem zijn van „conservatief”. In de tijd van de Tachtigjarige Oorlog is het onwaarschijnlijk dat zowel de verwijzing naar het religieuze aspect als de verwijzing naar oude gebruiken in de betekenis meeklonken: Bergen op Zoom houdt u vroom, een geuzenlied uit die tijd, roept de inwoners van Bergen op Zoom op standvastig te zijn tegen de Spaanse Furie. Deze Spaanse Furie stond in dienst van de oude gebruiken en in de kerk zitten terwijl soldaten stormlopen op de muren heeft ook niet veel zin.
  2. º Voor het Oude Testament is, zoals andere vertalingen, gebruik gemaakt van de Masoretische tekst, die waar nodig is gecorrigeerd is naar de oude vertalingen en de Dode-Zeerollen.
Verwijzingen
rel=nofollow

rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow