Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Anan ben David

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Anan Ben David (Hanasi) (ca. 715 – ca. 795 of 811?) (Hebreeuws: ענן בן דוד) was een invloedrijk persoon in het judaïsme in Babylon. Vanaf de twaalfde eeuw wordt hij door aanhangers van het rabbijnse judaïsme beschreven als een grondlegger van de karaïtische beweging in het jodendom. De karaïeten maken sinds die tijdsperiode echter een streng onderscheid tussen henzelf en de ananieten, de aanhangers van Anan.[1] Zoals de karaïeten geloofden deze niet dat de rabbijnse mondelinge wet (zoals de Misjna) goddelijk geïnspireerd zou zijn.

Biografie

Anan werd geboren in Perzië in een familie uit de afstammingslijn van David. Vandaar kreeg hij de titel ha-nasi (de prins). Toen Anans oom, de resj galoeta (het „hoofd van de ballingen” of de „exilarch”), mogelijk Isaäk Iskavi II, rond het jaar 760[2] kinderloos overleed, zou Anan deze positie erven. Wegens Anans tegenstand tegen de rabbijnse interpretaties, kozen de gaonim (de hoofden van de joodse scholen in Soera en Pumbaditha) een jongere erfgenaam in zijn plaats: rabbi Sjlomo ben Hasdai.[3]

Anan verzette zich tegen de autoriteit van de gaonim en van de joodse traditie die in de Misjna en de Talmoed werd opgetekend.

Verschillende reeds bestaande groepen die de rabbijnse overleveringen niet volgden, vormden onder zijn leiding een ’belangenvereniging’, met name de isawieten (genoemd naar hun stichter Aboe Isa), de joedganieten en de sjadganieten (volgelingen van Joedgan en Sjadgan).[2]

Hij en zijn volgelingen stelden dat zij enkel de Geschreven Wet uit de Heilige Schriften volgden. Hij wordt daarom soms vergeleken met de sadduceeën, die in de periode voor de vernietiging van de tweede Tempel leefden. In Anans tijd bestonden nog geschriften van de sadduceeën en de essenen, die de zienswijzen van de rabbijnse joden of ’rabbanieten’ niet volgden.

Hem de stichter van de karaïeten te noemen, is niet correct, aangezien hij pas eeuwen later zo wordt beschreven door zijn tegenstanders, de rabbijnse joden.[4]

Hoewel er reeds geruime tijd joden waren die het gezag van de Misjna en Talmoed niet aanvaardden, hielden ze dit meestal stil, mogelijk omdat ze een minderheidsgroep vormden. In Anan ben David vonden ze tenslotte een man dit standpunt publiekelijk durfde uit te spreken en waar ze zich als een leider achter konden scharen.[5]

Niet alle joodse tegenstanders van het rabbijns judaïsme waren ook aanhangers van Anan ben David, omdat hij nog Midrasj-interpretatiemethoden zoals de rabbijnen gebruikte. Zijn aanhangers noemden hem rosj hamaskilim (Leider van de Verlichten), maar de karaïeten die rechtlijniger de tekst van de Hebreeuwse Bijbel volgden, noemden hem rosj haksilim (Leider van de Dwazen).[6]

Later werd Josia (Hasan) exilarch. [Anderen noemen Anans jongere broer Hananja.[4]]

Anan moest echter uitwijken naar Jeruzalem, mogelijk omdat men hem verplichtte Babylon te verlaten. Daar verklaarde hij zich tot [tegen]-exilarch. De moslimautoriteiten begrepen dit eerst als hoogverraad, omdat de kalief van Bagdad Josia in zijn functie als exilarch erkende. Anan werd gearresteerd op een zondag in het jaar 767 en in de gevangenis gegooid, met het vooruitzicht de volgende vrijdag te worden geëxecuteerd.

Tijdens zijn gevangenschap kwam hij in contact met een moslimgeleerde, geïdentificeerd als Aboe Hanifa, die hem raad gaf over hoe hij zich voor de kalief zou kunnen verdedigen.[4]

Anan kreeg de gelegenheid zich voor de kalief te verdedigen en volgde de raad van Aboe Hanifa. Hij vroeg of Josia aangesteld was als leider van één of van meerdere religies. Hij verwachtte dat de kalief „één” zou antwoorden. Daarna zette hij uiteen dat er heel wat theologische meningsverschillen waren tussen enerzijds hem en zijn gelijkgezinden, en anderzijds de rabbijnse joden. Vervolgens wees hij erop dat zij in verschillende punten met de moslims overeenstemden, zoals het begin van de maand door observatie, niet door de berekende kalender volgens Hillel II.[2]

Door zijn verdediging slaagde hij erin, hoewel hij reeds ter dood veroordeeld was, het vonnis te laten herroepen en zijn vrijheid te herwinnen, en daarnaast de gunst en bescherming van de moslimautoriteiten te krijgen voor de beweging van de niet-rabbijnse joden.

Naar verluidt zou Anan ben David op de leeftijd van 96 jaar in 811 [n.Chr.] zijn overleden en werd hij begraven op de hellingen van de berg Moria bij het graf van de profeet Zacharia.

Werken

Anan zou volgens karaïeten een aantal commentaren op de Tenach en gebeden hebben geschreven, waaronder het „Boek der Geboden” (sefer ha-mitsvot); maar deze zijn niet tot in onze tijd overgeleverd.

Zienswijzen over Jezus Christus en Mohammed

Hoewel Anan ben David Jezus van Nazareth niet als de Messias zag, respecteerde hij hem. Tijdens zijn rechtszaak voor de kalief zei Anan: „Rabbi Jesjoea ha-Natzret (Jezus van Nazareth) was een heilig man, hij streed niet om de titel van God, maar trachtte het joodse geloof te hervormen dat door de farizeeën was gecorrumpeerd!”[7]

Over Mohammed vond hij dat dit echt een profeet was voor de Arabieren, maar hij geloofde niet dat de Wet (van Mozes) door de islam was opgeheven.

Weblinks

Jewish Encyclopedia 1906  (en) Anan ben David, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

  (en) Anan ben David, in: Encyclopædia Britannica, 2024. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

Verwijzingen

rel=nofollow
rel=nofollow