Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Systeemdenken
Systeemdenken is een benadering van denken, dat tracht overzicht van het geheel te behouden, in plaats van te concentreren op afzonderlijke onderdelen zonder te overwegen welke rol deze delen in het groter geheel spelen. Het is gebaseerd op het idee, dat het geheel groter is dan de som van zijn delen.[1]
Het systeemdenken is sinds de 1950er jaren ontwikkeld tot een discipline met allerlei theorie en methoden en technieken om patronen te onderkennen en effectief te wijzigen[2] Deze discipline van systeemwetenschap heeft sinds de 1950er jaren vorm gekregen met onderzoek naar oa. algemene systeemtheorie en wiskundige systeemtheorie, en met de ontwikkeling van nieuwe specialistische systeemtheorieën oa. in bedrijfskunde, bestuurskunde, biologie, informatica, sociologie, en psychologie. Dit heeft weer geleid tot de opkomst van nieuwe interdisciplines als systems engineering of systeemkunde, systeembiologie en ecosysteemecologie.
Het systeemdenken verder uitgewerkt in de theorie en practijk van met name de gezondheidszorg, onderwijs, softwareontwikkeling, organisatieadvies, en planning & beleid.
Algemeen
Het systeemdenken wordt wel beschreven als een benadering, waarbij de werkelijkheid beschouwd worden in termen van een systeem van variabelen, die invloed uitoefenen op elkaar.[3] Er wordt ook gesteld, dat het een eigen model biedt om te kijken naar de werkelijkheid, naar mensen, naar situaties en gebeurtenissen. Hierbij wordt benadrukt, dat het systeemdenken zelf niet zozeer een theorie is naast andere, noch een techniek of methode om problemen te behandelen, maar een wijze om de complexe werkelijkheid te begrijpen en te beheersen.[4] Het systeemdenken is echter wel uitgewerkt in theorie en methoden en technieken. Het systeemdenken zelf is en blijft vooral een manier van denken, en een manier van kijken naar dingen.[5]
Systeemdenken onderzoekt patronen, verbanden en relaties tussen deze elementen.[6] Het geeft handvatten om de werkelijkheid, die je wilt onderzoeken, in kaart te brengen.[7] Het is het vermogen om die relaties te zien en te begrijpen, en draagt bij aan het beter begrijpen van onze complexe werkelijkheid.[8]
Systeemdenken is een andere manier van kijken naar de werkelijkheid, namelijk gericht op het vinden van relaties en patronen daarbinnen die mogelijk problemen veroorzaken.[9] Het gaat om het besef dat alles op een bepaalde manier met alles samenhangt. Het is het vermogen om deze relaties te zien en te begrijpen.[10]
Geschiedenis
Het systeemdenken heeft vorm gekregen met de ontwikkeling van de systeemtheorie en de systeemwetenschap in de tweede helft van de 20ste eeuw in de academische wereld.[11][12] Volgens C. West Churchman (1967) is de holistische denkwijze, die het systeemdenken kenmerkt, van alle tijden. Het is volgens hem al terug te vinden bij de Presocratici, in bv. werken als de Republiek van Plato of Ethica van Aristoteles, en in vele andere filosofische meesterwerken.[13]
Ontwikkeling van het systeembegrip
Het begrip "systeem" is van Griekse oorsprong en stond voor samenstelling. In de 17de eeuw werd het begrip ingevoerd als een collectie van geordende concepten, voornamelijk in een filosofische zin. Descartes' "Discours de la Methode" introduceerde een gecoördineerde set van regels om een coherente zekerheid te bereiken. In navolging van Descartes richtte veel filosofen zich op de ontwikkeling van een filosofisch systeem, startend vanuit enige basisstellingen.[11] In de 19de eeuw werden filosofen als Hegel en Fichte systeemdenkers genoemd ter aanduiding voor hun leer, waarin men zich rekenschap geeft van het geheel van de werkelijkheid en van het menselijk denken[14].
Naast dit "filosofisch systeem" begrip is in de 19de eeuw ook een "wetenschappelijk systeem" begrip ontstaan, waarbij het systeem duidde op het aandachtsgebied van de onderzoeker of wetenschapper. De Franse fysicus Sadi Carnot was een van de eerste, die het concept "systeem" in de natuurwetenschap toepaste in zijn studie van thermodynamica rond 1825. Carnot duidde het water in een stoommachine aan als een "werkende substantie", die in contact kon komen met een boiler, een koeling of een schoepenrad. De Duitse fysicus Rudolf Clausius generaliseerde dit beeld verder door het concept van een omgeving aan toe te voegen. In de 19de eeuwse thermodynamica ontwikkelde zich ook reeds het onderscheid in gesloten en open systemen.
Met de opkomst van het systeemdenken zijn er steeds weer nieuwe vormen van systemen gedefinieerd, zoals complex systeem, adaptief systeem en chaotisch systeem. Wetenschappelijke disciplines zijn hun kenobjecten zelf in termen van systemen gaan definiëren zoals bv het ecosysteem en de informatiesysteem.
Opkomst van het systeemdenken
Volgens Frans van Vught (1979) is het systeemdenken in de 20ste eeuw opgekomen in verschillende wetenschappelijke disciplines tegelijkertijd, waar onafhankelijk van elkaar systeemgerichte oriëntaties ontstonden met ieder hun eigen verhaal.[12]
In de sociologie opperde Herbert Spencer (1910)[15] als eerste het idee de samenleving te beschouwen als een omvattend sociaal system. Hij vergeleek de samenleving met een biologisch organisme, en zag een zelfde soort samenstelling van functionele eenheden. De bloedsomloop is vergelijkbaar met het economische handels- en ruilsysteem, en het zenuwstelsel met de overheid. Talcott Parsons (1951)[16] introduceerde Het begrip systeem in de sociologische theorie. Een systeem is volgens Parsons een "concept dat zowel verwijst naar een complex geheel van interdependenties tussen delen, componenten en processen die betrekking hebben op onderscheidbare regelmatigheden van een relatie, als naar een gelijksoortige interdependentie tussen een dergelijk complex geheel en zijn omgeving". Verder definieerde Walter Buckley de systeembenadering als een methode, die tracht aan te geven hoe relaties tot stand komen, georganiseerd worden en zich handhaven. [12]
In de biologie ontwikkelde de bioloog Ludwig von Bertalanffy in de eerste helft van de 20ste eeuw een theorie van open systemen. Verder overzag Bertalanffy in de toenmalige wetenschap steeds verder doorgevoerde specialisatie. De specialisatie is noodzakelijk door de toenemende complexiteit van de technieken en de theoretische structuren van ieder vakgebied. Echter als consequentie raakten vakspecialisten als de natuurkundige, bioloog, psycholoog of socioloog verstrikt in hun eigen private universum en konden zich niet meer verplaatsen in het standpunt van andere specialisten. Bertalanffy meende dat een algemene systeemtheorie hier uitkomst kon bieden.
In de psychologie was de Gestaltpsychologie zo'n systeemoriëntatie, met Wolfgang Köhler en Kurt Lewin als grondleggers. Köhler stelde, dat "evenals in de fysica bepaalde functioneel gerelateerd eenheden zijn die onlosmakelijk zijn verbonden, er ook tussen menselijke karateristieke eigenschappen (zoals bijvoorbeeld geheugen en begrip) een aantal relaties bestaat die eigenschappen onlosmakelijk verbinden".[12]
En in de economie zijn de theorie van de fysiocraten een eerste voorbeeld. Léon Walras was echter van grotere invloed op het systeemdenken in de economie. Hij was "de eerste die, op basis van de theoretische fysica, een mathematisch economisch model ontwierp". [12]
Naast de opkomst van deze systeemgerichte oriëntaties, waren er in de eind 1940er jaren verschillende interdisciplinaire theorieën voorgesteld zoals cybernetica, informatietheorie en algemene systeemtheorie.
Verdere ontwikkeling van het systeemdenken
Het systeemdenken is sinds de 1950er jaren ontwikkeld tot een discipline met allerlei theorie en methoden en technieken om patronen te onderkennen en effectief te wijzigen[18] Deze discipline van systeemwetenschap heeft sinds de 1950er jaren vorm gekregen:
- met onderzoek naar oa. algemene systeemtheorie en wiskundige systeemtheorie,
- met de ontwikkeling van nieuwe specialistische systeemtheorieën oa. in bedrijfskunde, bestuurskunde, biologie, informatica, sociologie, en psychologie, en
Dit laatste heeft mede geleid tot de opkomst van nieuwe interdisciplines als systems engineering of systeemkunde, systeembiologie en ecosysteem ecologie.
Bouwstenen van het systeemdenken
Systemen en systeemdenken
Het idee van systeemdenken is nauw verwant aan het idee van een systeem, en beide begrippen worden ook wel door elkaar heen gebruikt. Het verschil is echter, dat systemen over het waarneembare gaan en systeemdenken over het conceptuele. In de praktijk zijn beide echter moeilijk te scheiden, daar systemen uit het denken voortkomen en niet andersom. Systemen bestaan uit een viertal basiselementen:[19]
Uit de diverse stromingen in het systeemdenken kan volgens Hugo Meijers (2002)[19] een samengesteld en consistent raamwerk worden opgebouwd, dat kan dienen als gereedschap bij het inzichtelijk maken van complexe vraagstukken. Dit raamwerk vormt het vertrekpunt voor de toepassing van het systeemdenken. Dit denken kan nu in drie beschouwingswijzen worden uitgewerkt: Cognitief, in de afbeelding, en in het fysieke. Systeemdenken kan hier met name worden gebruikt als "ordeningsinstrument voor het leren begrijpen hoe in dingen in de dimensie van de werkelijkheid werken en waarom ze zo werken".[19]
Systeembenadering
De systeembenadering is een werkwijze om verschijnselen te bestuderen als een geheel met een onderlinge samenhang en een wisselwerking met de omgeving. De systeembenadering is in de basis een uitwerking van algemene systeemtheorie, en is op praktisch ieder vakgebied gericht uitgewerkt.
De systeembenadering is een methode van onderzoek, gebaseerd op de beginselen van de systeemtheorie. In een theoretisch onderzoek kan het doel van de systeembenadering zijn om te komen tot een zeer algemene theorie, die breed toepasbaar is. In de praktische situaties gaat het eerder om de opzet van een raamwerk voor nadere analyse.
Open versus gesloten systeemdenken
Een te beschouwen verschijnsel kan men opvatten als een gesloten of een open systeem. Gesloten systemen worden geacht niet voortdurend bloot te staan aan veranderingen in de omgeving, waar het geen directe grip op heeft. Open systemen worden hierin tegen geacht rekening te houden met impulsen van buitenaf en daar adequaat op te reageren, om te voorkomen dat het verschijnselen de aansluiting bij zijn omgeving verliest.[20]
In de organisatieleer bijvoorbeeld ging het scientific management ervan uit dat een organisatie een gesloten systeem is. In de moderne bedrijfs- en bestuurskunde beschouwt men het bedrijf juist wel in haar maatschappelijke, culturele, technologische en economische context. De organisatie wordt gezien als beïnvloed door de klant, medewerker, regelgever, opinievormer, subsidieverstrekkers, aandeelhouders en het management zelf, dat zijn eigen doelstellingen en ambities heeft tegenover de organisatie.[20]
Bij bestudering van bijvoorbeeld weer de organisatie kan men nog steeds kiezen voor een open of een gesloten systeembenadering, afhankelijk van hoe veranderlijk de externe ontwikkelingen zijn. In een stabiele omgeving kan men blijven kiezen voor een gesloten systeemdenken ofwel een interne oriëntatie. Traditioneel wordt deze organisatie gezien als een mechanisch geheel met strakke taken en verantwoordelijkheden, eenzijdige procedures, en een fixatie op efficiency en reactietijd. De open-systeembenadering begint hierin tegen met het identificeren en in kaart brengen van de diverse transformatieprocessen.[20]
Toepassingen van systeemdenken
Systeemtheorie
De algemene systeemtheorie is opgezet als wetenschap die een beschrijving geeft van de meest algemene kenmerken van de werkelijkheid, die men beschouwt als opgebouwd uit systemen. De term en eerste aanzet is voorgesteld door Bertalanffy rond 1950. In de jaren vijftig is het idee gegroeid tot een raamwerk van denkbeelden door de inbreng van wetenschappers uit allerlei disciplines. En in de volgende decennia zijn deze denkbeelden verder uitgewerkt in allerlei vakwetenschappen. Dit onderzoek naar algemene patronen in systemen is later vervolgt in chaostheorie en het onderzoek naar complexe systemen.
Wiskundige systeemtheorie is de leer van de wiskundige beschrijving van systemen. Deze leer richt zich enerzijds op de studie van systemen, dynamische processen en verschijnselen, die in wisselwerking staan met hun omgeving. Deze studie kan zich richten op de analyse van problemen waarbij keuzen gemaakt worden in een technisch besluitvormingsproces. Anderzijds beschrijft dit vak wiskundige modellen van systemen uit verschillende vakgebied. Een streven hierbij is om klassen van systemen wiskundig te formaliseren, en hiervoor een wiskundige theorie te ontwikkelen met bijbehorende gereedschappen en algoritmen.
In de wetenschap
In de wetenschap heeft het systeemdenken geleid tot de opkomst van systeemwetenschap, een interdisciplinair vakgebied gericht op de studie van complexe systemen in de natuur, wetenschap en maatschappij. Het bestaat uit vakken als complexe systemen, cybernetica, dynamische systemen of wiskundige systeemtheorie, operations research, regeltechniek, sociale systeemtheorie, systeembiologie, systeemecologie, systeempsychologie, systems engineering of systeemkunde, en systeemtheorie.
Specifiek in de sociologie hebben ontwikkelingen in de systeemdenken geleid tot de afbouw van het eng natuurwetenschappelijk model van de sociologie. Zo ontwikkelde bijvoorbeeld Talcott Parsons in de 1960er jaren een grand theorie over sociologie, waarin economie, biologie, systeemtheorie en politicologie worden gecombineerd. Andere benaderingen uit de theorie over complexe systemen hebben geleerd, dat sociale interactie wordt geordend als gevolg van zelforganisatie.[21] Dit was het werk van onder andere de Amerikaanse bioloog Stuart Kauffman.
Kritiek
In een onderzoek van C.F.A. Milders (1988) werd geconcludeerd dat het bruikbaarheid van het systeemdenken voor de psychiatrie vooralsnog beperkt is, en dat terughoudendheid met het toepassen van deze theorie wenselijk is.[22] Er zijn sindsdien geen nieuwe onderzoeken naar de toepassing in de psychiatrie bekend.
Zie ook
Literatuur
- Bill Bryan, Michael Goodman & Jaap Schaveling (2006). Systeemdenken, Academic Service.
- Michael C. Jackson (2004). Systems Thinking: Creative Holism for Managers.
- Nic J.T.A. Kramer & J. De Smit (1991). Systeemdenken, Stenfert Kroese. Leiden/Antwerpen.
- Jan in 't Veld, Bé Slatius & Marylse in 't Veld (2007). Analyse van bedrijfsprocessen: Een toepassing van denken in systemen, Wolters-Noordhoff.
Externe links
- Rik Min, Systeem-denken, control theory, regelsystemen en feedback, tekstfragmenten, Enschede, June, 5, 2003. versie 1.02.
- Roger Frijns Mindmap Systeemdenken, 2007. Een vergelijkbare mindmap (in het Engels) is te vinden op de Systems-thinking.de website.
- (de) Geschichte des Systemdenkens und des Systembegriffs door Roland Muller
Referenties
Bronvermelding :
- º Vivien Martin (2003). Leading change in health and social care. Routledge, 2003. ISBN 0415305462 p.37
- º Peter M. Senge ( 1990). The fifth discipline: the art and practice of the learning organization. Currency Doubleday. ISBN 0385260954. pp. 6-7
- º Marc Evers, Systeemdenken, website 2002-06.
- º Het systeemdenken als referentiekader. op tevona.be. Bezien 26 Juni 2009.
- º Systeemdenken intro op fontys.nl. Bezien 26 Juni 2009.
- º Systeem denken. Bezien 26 Juni 2009.
- º Systeemdenken competentiedenken.nl. Bezien 26 Juni 2009.
- º Systeemdenken in de klas Jan Jutten. Bezien 26 Juni 2009.
- º C. Verwijs, Recensie over het boek Systeemdenken van Bill Bryan, Michael Goodman & Jaap Schaveling, Academic Service, 2006.
- º Roger Frijns, Wat is systeemdenken, webdocument, 2007
- ↑ 11,0 11,1 Charles François (1999) Systemics and Cybernetics in a Historical Perspective.
- ↑ 12,0 12,1 12,2 12,3 12,4 Frans van Vught (1979). Sociale planning. van Gorcum. ISBN 90 232 16547 p.74-83.
- º C. West Churchman (1967). The Systems Approach. Delacorte Press ISBN 0-440-38407-9.
- º Grote Winkler Prins, het begrip Systeem, 8e druk 1983, p.400-402.
- º Herbert Spencer (1910). The Principles of Sociology. 1910.
- º Talcott Parsons (1951). The Social System. Free Press Glencoe.
- º Odum, H.T. (1971). Environment, Power, and Society. Wiley-Interscience New York, N.Y.
- º Peter M. Senge ( 1990). The fifth discipline: the art and practice of the learning organization. Currency Doubleday. ISBN 0385260954. pp. 6-7
- ↑ 19,0 19,1 19,2 Hugo Meijers (2002) "Vernieuwend systeemdenken in organisaties". In: Verdieping van chaosdenken. Frans van Eijnatten ea. (red). Van Gorcum, ISBN 9023238605 p.78 t/m p.93.
- ↑ 20,0 20,1 20,2 T.W. Hardjono & R.J.M Bakkerea (2006). Management van processen: identificeren, besturen, beheersen en vernieuwen Kluwer, 2006. ISBN 9013034446. p.75 en verder.
- º Greetje Desnerck en Alex Vanderstraeten (2005). Praktisch basisboek sociologie . Uitgeverij De Boeck. ISBN 9045512203. pag. 52, 60 & 161.
- º C.F.A. Milders (1988). Het systeemdenken geeft te denken. Ontwikkeling van een raamwerk voor de systeembenadering van de psychiatrie. Dissertatie Universiteit van Groningen. ISBN 90-9002521-9 (Samenvatting)