Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Staat (Plato)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Dit artikel is een deel van de serie over:
De Dialogen van Plato
Vroege periode:
Apologie van SocratesCharmides
Protagoras - Euthyphro
IonCritoAlcibiades I
Hippias MajorHippias Minor
LachesLysisEuthydemus
Middenperiode:
CratylusGorgias
MenexenusMeno
Phaedo - Symposium
StaatPhaedrus
Late periode:
ParmenidesTheaetetus
TimaeusCritias
SofistStaatsman
PhilebusWetten
Betwiste geschriften:
ClitophoEpinomis
BrievenHipparchus
Minos - Theages
Alcibiades IIMinnaars
Niet geschreven:
Hermocrates - Ongeschreven leer

Staat (originele Griekse titel: Πολιτεία, Politeía, ook wel vertaald als De Republiek,) is een socratische dialoog van Plato, geschreven omstreeks 380 v.Chr. Het wordt beschouwd als een van de invloedrijkste werken op gebied van filosofie en politieke theorie. De centrale thema's van de Politeia zijn de rechtvaardigheid en de ideale staat. Het zonder twijfel bekendste deel is de allegorie van de grot.

Structuur van het boek

Bertrand Russell onderscheidde in zijn 'History of Western Philosophy' (Geschiedenis van de Westerse Filosofie) uit 1945 drie delen in de Politeia: [1]

  1. Boek I-V: het deel dat over de utopische staat gaat en de ideale samenleving. Het vangt aan met een poging om rechtvaardigheid te definiëren.
  2. Boek VI-VII: vermits filosofen in Plato's visie de meest geschikte staatsleiders zijn, concentreert dit deel zich op het precies omschrijven wat een filosoof is. De kern van dit deel is de allegorie van de grot en de ideeënleer.
  3. Boek VIII-X: behandelt de verschillende mogelijke regeringsvormen, met argumenten pro en contra.

Rechtvaardigheid

Plato's idee van 'rechtvaardigheid' wijkt af van wat wij er gewoonlijk onder verstaan. Met 'rechtvaardigheid bedoelt hij eerder de toestand van orde en evenwicht in de staat, die ontstaat doordat alle delen goed met elkaar samenwerken. Deze indeling komt overeen met Plato's tripartiete opvatting van de ziel, waarbij elke 'functie' moet samenwerken voor innerlijke harmonie en 'rechtvaardigheid'. In zijn 'ideale staat' bestaan drie 'klassen' van mensen:

  • De laagste klasse (de meeste mensen) vertegenwoordigen de economische functie. Zij vormen de materiële grondslag van de samenleving en produceren de goederen.
  • De klasse der 'wachters' (soldaten e.d.) heeft een beschermende en verdedigende taak. Kenmerkende deugd: dapperheid.
  • De leidende klasse ten slotte bestuurt en ordent de staat. Kenmerkende deugd: wijsheid.

De matigheid en zelfbeheersing is in de ideale staat de deugd die de drie klassen samen delen, waardoor ze tevreden zijn met de rol die hen werd toebedeeld. Elke klasse moet werken voor het welzijn van de anderen. De leidende klasse beschermt het volk en het volk steunt de leidende klasse. Omdat iedereen de taak toebedeeld krijgt waarvoor hij bekwaam is, zou men deze samenleving aanvoelen als rechtvaardig. De Politeia geeft ook aanwijzingen over de manier waarop de drie klassen moeten worden gevormd en hoe de 'wijzen' en de 'dapperen' gerecruteerd worden. Het is immers in het belang van de staat dat iedereen de functie krijgt waarvoor hij het best geschikt is volgens zijn aard en mogelijkheden.

Ideeënleer en de allegorie van de grot

In het tweede gedeelte van de Politeia, van het einde van het Vijfde Boek tot het eind van het Zevende Boek, behandelt Plato vragen van zuiver filosofische aard. Daarbij is de vraag 'Wat is een filosoof?' essentieel. Een filosoof, zegt Plato, is niet gewoon iemand die nieuwsgierig is naar waarheid, maar wel iemand die 'het zien van de waarheid' liefheeft. Hij moet ook leren om 'mening' van 'kennis' te onderscheiden. Om dit te illustreren bedenkt Plato de allegorie van de grot, die de voor de filosoof-staatsman belangrijke opgang naar ware kennis verbeeldt. Vooral in het laatste 'Boek' van de Politeia maakt Plato een zeer duidelijke uiteenzetting van de leer van de Ideeën of Vormen. De ware filosoof, zo betoogt Plato, zal slechts aandacht hebben voor het ene, het ideale ding of begrip. Op die manier zal hij zich van zijn kameraden onderscheiden en opgevoed worden tot filosoof en bestuurder. [2]

Verschillende regeringsvormen

Een groot deel van de Politeia besteedt Plato aan discussies over de ideale staat. Behalve de staat die hij voor ogen heeft bespreekt hij nog vier andere regeringsvormen die volgens hem niet voldoen en uiteindelijk zichzelf vernietigen:

  • Timocratie, een regering door 'de besten', de sterksten. Het nastreven van persoonlijke roem leidt tot een kwalijke gelijkstelling van eer met rijkdom.
  • Oligarchie, regering door de rijken. De grote verschillen tussen rijk en arm en de onrechtvaardigheid worden aanleiding tot zware conflicten.
  • Democratie volgt de oligarchie op, maar de te grote vrijheid kan het volk niet aan. Uit de daaropvolgende chaos ontstaat de volgende staatsvorm:
  • Tirannie verdeelt het volk in drie socio-economische 'klassen':de dominerende klasse, de kapitalisten en het gewone volk. Ook deze vorm gaat aan corruptie en spanningen ten onder.

Vreemd genoeg lijkt de ideale staat, zoasl voorgesteld door Socrates in de Politeia, heel goed op de tirannie als 'gedegenereerde' staatsvorm. De leiding berust in de ideale staat echter deze keer bij een 'filosoof-koning' die het beste voorheeft met de staat.

Receptie en interpretaties

Oud-Griekenland en het Oude Rome

Het idee om verhandelingen te schrijven over regeringsvormen werd enkel decennia na Plato gevolgd door zijn belangrijkste leerling Aristoteles. Hij schreef een verhandeling met de titel 'Politika'. Zijn traktaat was niet in dialoogvorm geschreven, mar systematiseert heel wat concepten die Plato in zijn Politeia aanbracht. Soms leidde het Aritoteles ook tot afwijkende conclusies.

In de periode dat het Oude Rome van zijn polytheïstische godsdienst overging naar het Christendom schreef Augustinus (354 - 430) zijn magnum opus De civitate Dei ( 'Over de Stad van God'), met duidelijke referenties aan het werk van Plato, Aristoteles en Cicero. Augustinus beschreef naar het voorbeeld van Plato ook een 'ideale stad', het 'eeuwige Jeruzalem', in een even visionaire taal als de filosofen die hem voorafgingen.

20e eeuw

De meeste 20e eeuwse commentators van Plato's Politeia raden af om het te lezen als een soort gids voor goed bestuur. De meeste regeringsvormen die Plato beschrijft hebben immers niets meer te maken met meer recente staatsvormen zoals de moderne republiek of de constitutionele monarchie. Alleen staten met een dictator aan het hoofd hebben wel vergelijkbare systemen. De opvatting van democratie in Plato's tijd is daarenboven te zeer verbonden met de toenmalige Oud-Griekse stadstaten om nu nog veel relevantie te hebben.

Vertalingen

  • Xaveer De Win: 'Plato, Verzameld Werk' (Uitgeverij Ambo - 1980),deel 3: De Staat.
  • Gerard Koolschijn: 'De ideale staat' (Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep - 2005)
  • Hans Warren en Mario Molegraaf: 9de deel van 'Verzameld Werk van Plato' (Uitgeverij Bert Bakker - 2000)

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow