Trix Terwindt
Beatrice Wilhelmina Marie Albertina Terwindt (27 februari 1911 - 7 april 1987) was gedurende de Tweede Wereldoorlog een geheim agente van het Englandspiel.
Trix Terwindt was het zevende kind van haar ouders. Haar vader was eigenaar van een steenfabriek en haar moeder was een Belgische adellijke vrouw. Trix werd naar kostschool gestuurd. Daarna werkte ze als luchtgastvrouw bij de KLM.
In 1942 bracht zij voor het verzet een cadet naar Zwitserland en besloot om door te reizen naar Engeland. Vanuit Portugal vloog ze op 26 augustus 1942 naar Bristol. In Engeland volgde ze een parachutisten-opleiding om in bezet Nederland gedropt te worden. Ze werd op 13 februari 1943 door MI6 vanuit een 4-motorige Halifax in Nederland afgeworpen om een ontsnappingsroute voor geallieerde krijgsgevangenen te organiseren. Ze zou tussen Kampen en Zwolle worden afgeworpen maar door het slechte weer werd het Kallenkote. Ze werd door de Duitsers gearresteerd en naar het seminarie in Haaren gebracht. Vijftien maanden later werd ze overgeplaatst naar het Oranjehotel in Scheveningen en later naar concentratiekamp Ravensbrück. De evangeliste Corrie ten Boom, die ook in Ravensbrück was, vertelde van een ontmoeting met haar. Terwindt werd in april 1945 door het Sovjetleger bevrijd.
Na de oorlog
Na de oorlog werd ze de eerste naoorlogse (KLM) stewardess van Nederland en werd ze gevraagd kandidaten te selecteren en een opleiding op te starten voor het beroep van stewardess voor passagiersvliegtuigen van de KLM. Ze trouwde met luchtvaartpionier John Scholte, die twee jaar gedetineerd was geweest wegens zijn NSB-lidmaatschap.
In de jaren vijftig woonden Trix en haar man op Mallorca. Haar gezondheid ging langzaam achteruit. In 1963 keerde ze ziek terug in Nederland. Vanwege oorlogstrauma's werd zij uiteindelijk volledig arbeidsongeschikt verklaard. Door het karige invaliditeitspensioen raakte ze in geldzorgen.
Toen op 9 december 1968 haar echtgenoot onverwacht overleed liet zij zich in 1969 ten einde raad opnemen in de een psychiatrische kliniek. Ze bleek echter de behandeling door prof. Bastiaans niet te kunnen bekostigen. De Stichting 1940-1945 was niet bereid - of in staat - haar hierin bij te staan. Daardoor was ze gedwongen haar woning te verkopen.[1]
In de Jelgersmakliniek ontmoette zij medepatiënt Kees Bal. Hij werd haar tweede partner. Zij woonden vanaf 1970 in Hilversum tot hij in 1979 plotseling overleed.
Aan het einde van haar leven overwoog ze haar memoires te schrijven, doch hier kwam niets van terecht. Enkele weken voor haar dood overwoog ze om op het Binnenhof te demonstreren voor een betere behandeling van mensen met een KZ-syndroom.
Terwindt is onderscheiden met het Bronzen Kruis en de Medal of Freedom. In een aantal Nederlandse plaatsen waaronder Rotterdam, Spijkenisse, Sassenheim, Leiden en Middelburg zijn straten naar haar vernoemd.
In 1951 kwam haar boek uit: Een vrouw vloog mee.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- Special Forces from World War 2 - Beatrice Wilhelmina Marie Albertina Terwindt - Opgehaald op 08 november 2011
- Stichting Onderzoek Englandspiel - Beatrice Wilhelmina Marie Albertina Terwindt - Opgehaald op 08 november 2011
- De Gelderlander Boek bevat briefkaart Arnhemse geheim agente - dinsdag 05 augustus 2008 - Opgehaald op 08 november 2011
- º De Stentor 5 augustus 2008